12.6.2 De aanvoegende wijs (υποτακτική) geeft aan wat iemand wil, kan, mag en moet of wat er verwacht kan worden. Deze wijs komt voor slechts bij de Ενεστώτας, o.t.t. (onvoltooid tegenwoordige tijd), Αόριστος, o.v.t. (onvoltooid verleden tijd) en Παρακείµενος, v.t.t. (voltooid tegenwoordige tijd).
De aanvoegende wijs wordt gevormd door de woordjes να, για να, όταν, ας … enz vóór het werkwoord te plaatsen. De aanvoegende wijs kent alle zes persoonsvormen. Let op: de aanvoegende wijs wordt gebruikt om de continuïteit of non-continuïteit van een handeling aan te duiden en niet het tijdsaspect (heden, verleden, toekomst). Met andere woorden, de aanvoegende wijs van de o.t.t. en de o.v.t. kan betrekking hebben op het verleden, op het heden of zelfs op de toekomst.
Η Ελένη θέλει να µιλήσει ελληνικά. Helen wil Grieks spreken.
12.6.2.1 De aanvoegende wijs van de o.t.t. - Ενεστώτας, υποτακτική
De aanvoegende wijs van de o.t.t. toont aan de continuïteit, herhaling van de handeling van het werkwoord.
Το καλοκαίρι θέλω να τρώω κάθε µέρα παγωτό. In de zomer wil ik elke dag een ijsje eten.
Vorming van de aanvoegende wijs van de o.t.t. in de bedrijvende en lijdende vorm
De aanvoegende wijs van de o.t.t. kan als volgt gevormd worden, de werkwoorden διαβάζω (lezen), γράφω (schrijven), κοιµάµαι (slapen) dienen als voorbeeld:
1. neem de o.t.t van het werkwoord διαβάζω
διαβάζεις διαβάζει
…
γράφω γράφεις γράφει
…
κοιµάµαι κοιµάσαι κοιµάµαι
…
2. plaats er vóór één van de woordjes να, για να, όταν, ας … enz να διαβάζω
να διαβάζεις να διαβάζει
…
να γράφω να γράφεις να γράφει
…
να κοιµάµαι να κοιµάσαι να κοιµάµαι
…
12.6.2.2 De aanvoegende wijs van de o.v.t. – Αόριστος, υποτακτική
De aanvoegende wijs van de verleden tijd geeft aan slechts het gebeuren van een handeling. De handeling is niet voortdurend of herhaaldelijk aan de gang. Met andere woorden deze wijs wordt niet gebruikt om continuïteit of herhaling aan te tonen. De aanvoegende wijs van de o.v.t. kan, zoals hierboven gezegd, betrekking hebben op het verleden, op het heden en zelfs op de toekomst:
Γιατί πήγε νωρίς στο εστιατόριο; Για να βρει τραπέζι.
Waarom ging hij vroeg naar het restaurant? Om een tafel te vinden. (in het verleden)
Γιατί πηγαίνει νωρίς στο εστιατόριο; Για να βρει τραπέζι.
Waarom gaat hij vroeg naar het restaurant? Om een tafel te vinden. (in het heden)
Γιατί θα πάει νωρίς στο εστιατόριο; Για να βρει τραπέζι.
Waarom zal hij vroeg naar het restaurant gaan? Om een tafel te vinden. (in de toekomst)
Vorming van de aanvoegende wijs van de o.v.t. in de bedrijvende en lijdende vorm
Hieronder wordt aangegeven hoe de aanvoegende wijs van de verleden tijd gevormd wordt, de werkwoorden διαβάζω (lezen), αγαπώ (houden van), κοιµάµαι (slapen) dienen als voorbeeld:
1. neem de stam van de verleden tijd
διαβάζω - διαβαζ- - διαβασ αγαπώ - αγαπ- - αγαπησ κοιµάµαι - κοιµ- - κοιµηθ 2. plaats onderstaande uitgangen er achter:
voor werkwoorden in de bedrijvende vorm -ω, -εις, -ει
-ουµε, -ετε, -ουν
voor werkwoorden in de lijdende vorm:
-ώ, -είς, -εί,
-ούµε, -είτε, ούν διαβάσω
διαβάσεις διαβάσει
…
αγαπήσω αγαπήσεις αγαπήσει
…
κοιµηθώ κοιµηθείς κοιµηθεί
…
3. zet één van de woordjes van de aanvoegende wijs να, για να, όταν, ας … enz er vóór:
να διαβάσω να διαβάσεις να διαβάσει
…
να αγαπήσω να αγαπήσεις να αγαπήσει
…
να κοιµηθώ να κοιµηθείς να κοιµηθεί
…
12.6.2.3 De aanvoegende wijs van de v.t.t. – Παρακείµενος, υποτακτική
Vorming van de aanvoegende wijs van de v.t.t. in de bedrijvende en lijdende vorm
De aanvoegende wijs van de v.t.t. wordt als volgt gevormd. De werkwoorden διαβάζω (lezen), γράφω (schrijven), κοιµάµαι (slapen) dienen als voorbeeld:
1. Neem de v.t.t van het werkwoord έχω διαβάσει
έχεις διαβάσει έχει διαβάσει
…
έχω γράψει έχεις γράψει έχει γράψει
…
έχω κοιµηθεί έχεις κοιµηθεί έχει κοιµηθεί
…
2. plaats ervoor één van de woordjes van de aanvoegende wijs να, για να, όταν, ας … enz να έχω διαβάσει
να έχεις διαβάσει να έχει διαβάσει
…
να έχω γράψει να έχεις γράψει να έχει γράψει
…
να έχω κοιµηθεί να έχεις κοιµηθεί να έχει κοιµηθεί
…