www .n wz.n
l
pagina 1 van 3 Bestelnummer 300625
2021.11 | dialysecentrum | NWZ-10816-NL
U gaat binnenkort voor een dotterbehandeling van de shunt naar de röntgenafdeling (radiologie, huisnummer 231). U komt voor deze behandeling naar Noordwest
Ziekenhuisgroep, locatie Alkmaar. Deze behandeling is nodig omdat er een vernauwing in de shunt gevonden is tijdens de echo duplex. U krijgt een afspraak van de secretaresse van de dialyseafdeling met de datum en het tijdstip van het onderzoek.
Wat is een dotterbehandeling van een shunt
Bij een dotterbehandeling probeert de radioloog de vernauwing in de shunt op te heffen met een katheter en een ballon. In enkele gevallen wordt er een stent (kokertje) geplaatst in de vernauwing om het bloedvat open te houden.
De voorbereiding
U bent nog niet gestart met dialyse
Als u nog niet gestart bent met dialyse bestaat de mogelijkheid dat u de dag van de
dotterbehandeling opgenomen wordt om een infuus te krijgen. U krijgt dan extra vocht toegediend zodat u het contrastvloeistof sneller uit kunt plassen.
U bent al gestart met dialyse
Bent u al gestart met dialyse, dan wordt u verwacht op de dialyse op de dag en tijd van het
onderzoek. Er worden 2 formulieren samen met u ingevuld, uw bloeddruk wordt gemeten en u krijgt op de dialyse medicatie (premedicatie). Eén formulier gaat over uw medische voorgeschiedenis en de andere over contrastmiddel. De ingevulde formulieren worden op de radiologie ingeleverd.
Zodra de radiologie telefonisch contact opneemt met het secretariaat van de dialyse, wordt u naar de röntgenafdeling gebracht.
De dotterbehandeling
ContrastmiddelTijdens het onderzoek wordt gebruik gemaakt van contrastmiddel. We adviseren u om aan uw arts of verpleegkundige te vertellen of u overgevoelig (of denkt te zijn) voor jodiumhoudend contrastvloeistof. Denk hierbij aan jeuk, (rode) bultjes of benauwdheid. Het is mogelijk dat u dan van te voren medicatie krijgt om de kans op een allergische reactie te verkleinen.
Hoe verloopt een dotterbehandeling
De laborant en radioloog nemen het contrastformulier en een veiligheidscontrole (time-out procedure) met u door. Zij geven daarbij uitleg over de behandeling en eventuele risico’s. U neemt
Dotterbehandeling shunt
Behandeling
pagina 2 van 3 plaats op de röntgentafel en krijgt een mutsje op, een knijper op de vinger en een bloeddrukband om de arm. Uw bloeddruk en zuurstofwaarde van het bloed worden zo in de gaten gehouden en genoteerd.
De radioloog en laborant trekken een loodschort aan, doen een mutsje op en een mondkapje voor. Hierna trekken ze steriele jassen en handschoenen aan, de apparatuur wordt steriel afgedekt. Tijdens de behandeling ligt u op de röntgentafel met uw shuntarm opzij. Deze arm wordt gedesinfecteerd en met een steriel laken toegedekt. De huid wordt plaatselijk verdoofd, hiervoor krijgt u een injectie. Om de juiste plaats voor de punctie van het bloedvat vast te stellen, gebruikt de radioloog vaak echografie. Dat is een onderzoek met geluidsgolven. Vervolgens prikt de radioloog met een dunne naald in het bloedvat. Daarna plaatst de radioloog een hol buisje in het bloedvat (een sheath) en brengt deze tot op de plaats waar de röntgenfoto’s gemaakt moeten worden. Via deze sheath wordt contrastvloeistof ingespoten en wordt een serie foto’s gemaakt.
Dit wordt een aantal keer herhaald. Het contrastmiddel kan een kortstondig warm gevoel in uw shuntarm geven.
Aan de hand van deze foto’s beslist de radioloog welke maat dotterballon er wordt gebruikt. Via de sheath wordt eerst een voerdraad op de juiste plek gelegd. Daarna wordt een speciale katheter met ballon over het voerdraad heen geschoven. De ballon wordt opgeblazen om zo te proberen de vernauwing op te heffen. Dit alles gebeurt onder controle van röntgenbeelden. Bij het opblazen van de ballon kan kortdurend een onaangenaam gevoel ontstaan, soms ook kramp of pijn. De radioloog vraagt dit bij u na en geeft u zo nodig extra pijnstilling. Zodra de ballon leeg is verdwijnt over het algemeen de pijn weer.
Daarna worden opnieuw foto’s gemaakt om het resultaat van het dotteren te bepalen. Zo nodig wordt u nogmaals gedoteerd.
U bent nog niet gestart met dialyse
Als u nog niet gestart bent met dialyse, dan verwijdert de radioloog de katheter, de voerdraad en de sheat. Dit gebeurt als de behandeling klaar is. Om het insteekgaatje dicht te krijgen wordt de punctieplaats voor enkele minuten dicht gedrukt en verbonden.
U gaat na de behandeling dialyseren
Wordt u aan het eind van de dotterbehandeling gedialyseerd, dan wordt de sheath afgeplakt.
Deze blijft zitten en wordt gebruikt voor dialyse. Op de dialyse hoeft er dan vaak nog maar 1 naald geprikt te worden.
Tijdsduur
De tijdsduur van het onderzoek kan erg variëren van minimaal 1 uur tot wel 4 uur (uitzondering). Dit is iets om rekening mee te houden.
pagina 3 van 3
Complicaties
Bij elke ingreep bestaat de kans op risico’s en dat geldt ook voor een dotterbehandeling. Het is een veilige ingreep die meestal zonder problemen verloopt. Een enkele keer treden er complicaties op zoals een bloeduitstorting rond de prikplaats of een nabloeding. De bloeduitstorting verdwijnt vanzelf binnen enkele weken.
De uitslag
De radioloog vertelt u direct na de dotterbehandeling het resultaat van de behandeling.
Uw vragen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, kunt u contact opnemen met de medewerkers van de dialyseafdeling op huisnummer 079. Zij zijn van maandag tot en met zaterdag te bereiken van 07:30 tot 18:00 uur op telefoonnummer 072 - 548 2855.
