SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 1 SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 1
1 OPDRACHT 1 Schrijf het woord op.
Hoor de wind w door de bomen.
waait
Hier in huis z waait de wind.
zelfs
Zou de goede S wel komen?
Sint
Nu hij ’t weer zo l vindt?
lelijk
Ja, hij rijdt in d nachten.
donkere
Op zijn p , oh zo snel.
paardje
Als hij wist hoe zeer wij w .
wachten
Ja gewis, dan kwam hij w !
wel
OPDRACHT 2 Vul het woord in.
‘Sinterklaas kapoentje, gooi wat in mijn
schoentje
!’We zitten lekker warm voor de
kachel
.Papa begeleidt ons op zijn
gitaar
.Buiten ligt er
sneeuw
op de daken.Gooit de pakjespiet al wat door de
schoorsteen
?OPDRACHT 3 Maak de rijen af. Zet een rondje om de goede categorieën.
enkelvoud meervoud
de
tekening
de tekeningende paardenhoef de
paardenhoeven
de
surprise
de surprisesde lekkernij de
lekkernijen
de
triangel
de triangelshet pietenhuis de
pietenhuizen
OPDRACHT 4 Vul ei of ij in.
Schrijf de woorden in de goede rij.
de verlangl
ij
st het afschei
dde marsep
ei
n de mij
terde bootr
ei
s de mandarij
nei ij
de marsepein de verlanglijst de bootreis de mijter
het afscheid de mandarijn
SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 2 SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 2
2 OPDRACHT 1 Schrijf het woord op.
Vandaag is Sinterklaas in Nederland aangekomen met de 1 s . Ik kijk naar het
Sinterklaasjournaal op de 2 t . Een piet valt 3 b van de boot, maar gelukkig gaat het nog net goed! Doe toch 4 v , Piet, het water is koud! De pieten springen en 5 hi op één been op het dek. Op de kade 6 zw de kinderen naar Sinterklaas.
Ze gillen en 7 s : ‘Dag Sinterklaas!’ Ik heb een grote 8 glim op mijn gezicht.
Fijn, Sinterklaas is weer in het land!
1
stoomboot
5hinkelen
2
televisie
6zwaaien
3
bijna
7schreeuwen
4
voorzichtig
8glimlach
OPDRACHT 2 Schrijf het grondwoord en het verkleinwoord op.
Een grote
banketletter
en een kleinbanketlettertje
.Een grote
mijter
en een kleinmijtertje
.Een grote
kooi
en een kleinkooitje
.Een groot
schilderij
en een kleinschilderijtje
.OPDRACHT 3 Schrijf het rijmwoord op.
In december viert elk kind, de verjaardag van de S .
Sint
Net als je het niet verwacht, heeft hij de pakjes al g .
gebracht
Ik krijg tot mijn grote pret, een instrument: een t .
trompet
Mik en Jip krijgen vliegtuigen, ze beginnen hard te j .
juichen
En iedereen, klein en groot, eet wel een lekkere p !
pepernoot
OPDRACHT 4 Schrijf de au-woorden en ou-woorden in de goede rij.
het g . . d de brandweer . . to het springt . . w de toesch . . wers de p . . wenveer zij kl . . teren
au ou
de brandweerauto het goud
zij klauteren het springtouw
de pauwenveer de toeschouwers
SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 3 SINTERKLAAS GROEP 5 WEEK 3
3 OPDRACHT 1 Schrijf het woord op.
de
verlanglijst
hetgedicht
tweelaarzen
dewortel
het
inpakpapier
deschaduw
detaaitaai
hetspeelgoed
OPDRACHT 2 Schrijf het woord op.
De pieten gaan niet rechtsaf, maar l .
linksaf
Die sprong van piet is niet veilig, maar g .
gevaarlijk
Piet heeft geen geluk, maar p .
pech
Ik knoei niet op mijn oudste, maar op mijn n broek.
nieuwste
De pieten zijn niet stil, maar ze maken l .
lawaai
De chocolaletter is niet puur, maar m .
melk
OPDRACHT 3 Vul f of v in.
Schrijf de woorden in de goede rij.
Op 5 december komt er veel
v
isite.Mijn hele
f
amilie komt op bezoek.We zijn allemaal erg
v
rolijk.Het is het
f
eestje van Sinterklaas!Ik pak
v
oorzichtig een pakje uit.Leuk! Ik krijg een pop met
v
lechtjes!OPDRACHT 4 Los de raadsels op. Vul steeds een rijmwoord in.
In mijn schoen zit een mandarijn.
Hij is niet echt. Hij is van
marsepein
.Piet, wil jij een pepernoot gooien?
Piet gooit hier, hij gooit daar. Hij is aan het
strooien
.De mantel van Sint is rood, niet geel.
Hij is niet van katoen, maar van