Inventaris van het archief van het Nederlandse Consulaat(-Generaal) te Beiroet (Libanon), 1853-1910
A.C. Kribbe-Kraay, R. Jochems
Nationaal Archief, Den Haag 1965
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
Beschrijving van het archief...5
Aanwijzingen voor de gebruiker...6
Openbaarheidsbeperkingen... 6
Beperkingen aan het gebruik... 6
Materiële beperkingen... 6
Aanvraaginstructie... 6
Citeerinstructie... 6
Archiefvorming...7
Geschiedenis van de archiefvormer... 7
Geschiedenis van het archiefbeheer... 9
Inhoud en structuur van het archief...11
Selectie en vernietiging... 11
Verantwoording van de bewerking... 11
Ordening van het archief... 11
Verwant materiaal...12
Beschikbaarheid van kopieën... 12
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...13
I. Consulaat(-generaal) te Beiroet... 13
A. Algemeen...13
B. Bijzonder...21
II. Gedeponeerde bescheiden... 24
A. Vice-Consulaat te Aleppo...24
B. Vice-Consulaat te Damascus...24
C. Vice-Consulaat te Jaffa...24
D. Vice-Consulaat te Jeruzalem...24
E. Vice-Consulaat te Lattaquia...24
F. Vice-Consulaat te Saida...24
G. Consulair agentschap te Sour...24
Beschrijving van het archief
B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F
Naam archiefblok:
Consulaat-Generaal Beiroet (Libanon) Archiefbloknummer:
Z26011 Omvang:
429 inventarisnummer(s); 3,21 meter Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands.
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften.
Archiefbewaarplaats:
Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers:
Nederlands Consulaat(-Generaal) te Beiroet (Libanon) Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het archief van het Nederlands Consulaat(-Generaal) te Beiroet bevat instructies, correspondentie met onder meer het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Turkse bestuurders van Syrië en
Libanon, en diverse vice-consulaten in het Midden-Oosten: Aleppo, Damascus, Alexandrette, Tripoli, Jeruzalem en Jaffa. Daarnaast zijn er stukken in verband met de dienstverlening aan Nederlandse burgers en met de handelsbetrekkingen in het Midden-Oosten.
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in .
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Consulaat-Generaal Beiroet (Libanon), nummer toegang 2.05.32.31, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Consulaat(-Generaal) Beiroet, 2.05.32.31, inv.nr. ...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
De diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije dateren van 1612. Bij het in dat jaar gesloten "capitulatieverdrag" tussen de Sultan en de Republiek kregen de Staten-Generaal het recht consuls in de voornaamste havens van Turkije te benoemen.
Gedurende de gehele 17de en 18de eeuw was er dan ook een Hollandse consul voor Aleppo, Cyprus, St. Jean d'Acre en de andere aan de kust van Syrië gelegen delen. Naast deze consul waren er vice-consuls. Zo was Richard Usgate van 1745-1763 Hollands vice-consul voor Acre, Beyruth en Saida. In 1828 kreeg Beyruth een eigen vice-consul.
Beyruth werd als doorvoerhaven voor Libanon en Syrië een steeds belangrijker handelscentrum.
Dit had tot gevolg, dat het Nederlandse consulaat voor Syrië te Aleppo in 1856 werd overgebracht naar Beyruth.
Beyruth werd het middelpunt van de dienst van alle Nederlandse vice-consulaten en consulaire agentschappen in geheel Syrië en Palestina; de vice-consuls te Damascus, Aleppo en Jaffa en de consulaire agenten te Saida, Sour, Caiffa en Acre waren ondergeschikt aan de consul te Beyruth.
Bij K.B. van 16 januari 1869 nr. 9 werd het consulaat verheven tot consulaat-generaal.
Terwille van een intensievere bevordering van de belangen van de Nederlandse handel en
nijverheid in de Levant drong de Nederlandse gezant te Constantinopel in 1906 aan op aanstelling van een beroepsambtenaar te Beyruth; de koopmanconsul, bij de Turkse autoriteiten weinig in aanzien, was niet langer meer de persoon om de Nederlandse handelsbelangen te bevorderen en om de rechtsmacht naar behoren uit te oefenen Ook de "Commissie voor Handelspolitiek" en de Kamers van Koophandel in Nederland achtten de vestiging van een beroepsconsulaat wenselijk, gezien de uitbreiding van de handel door de aanleg van de Bagdad-spoorweg.
In 1909 werd de eerste bezoldigde consul-generaal voor Beyruth benoemd.
Het district van het beroepsconsulaat-generaal te Beyruth omvatte Syrië (Palestina inbegrepen), Mesopotamië en Cyprus. Tot het ressort van het consulaat-generaal behoorden Syrië en
Mesopotamië.
In Mesopotamië waren nog geen Nederlandse posten.
De te Aleppo residerende consul voor Tripoli (Syrië) Moïse de Picciotto benoemde in februari 1828 Pierre Laurella tot vice-consul der Nederlanden te Beyruth'). Het gezantschap te Constantinopel verlangde eerst, dat de nieuw benoemde zich tevreden zou stellen met de titel consulair agent, doch zag, gezien het louter formele karakter van de kwestie, tenslotte van dit verlangen af.
Na Laurella's overlijden in 1841 benoemde de consul der Nederlanden voor Tripoli in 1844 Samuel de Picciotto tot vice-consul te Beyruth, een keuze, die wederom door een ferman van de Sublieme Porte en door de Nederlandse gezant te Constantinopel werd bekrachtigd").
Op voordracht van de Nederlandse consul te Aleppo volgde in maart 1853 de benoeming van Georges Corpi, koopman te Beyruth tot vice-consul; Corpi vervulde deze functie tot 1856, het jaar waarin het Nederlandse consulaat te Aleppo, dat onder leiding stond van Willem Esaïe Fercken, na koninklijke goedkeuring werd overgebracht naar Beyruth. Sedert 1860 werden de Nederlandse belangen waargenomen door de consul van Pruisen, daar Fercken, die in financiële moeilijkheden
was geraakt, zijn consulaire werkzaamheden niet meer verrichtte. Bij K.B. van 6 oktober 1864 nr.
40 werd Fercken eervol ontslag verleend en werd hij opgevolgd door George Pfaeffinger. Deze vertrok in 1868 naar Triëst.
Antoine Joseph Sayur, die als handelaar te Beyruth een eervolle positie innam, volgde hem bij K.B.
van 8 juli 1868 nr. 58 eers als consul en bij K.B. van 16 januari 1869 nr. 9 als consul-generaal op.
Na Sayurs overlijden in 1885 werd diens zwager, Fritz Wehner, eigenaar van handelshuizen, bij K.B.
van 3 februari 1886 nr. 6 benoemd tot consul-generaal. Wehner overleed in januari 1888. De Nederlandse gezant te Constantinopel droeg de tijdelijke waarneming toen op aan Jean Hummel, de directeur van het handelshuis Wehner te Beyruth. Bij K.B. van 22 juni 1890 nr. 30 volgde
Hummels benoeming tot consul, bij K.B. van 10 augustus 1901 nr. 66 die tot consul-generaal.
Hummel werd in 1906 uit zijn functie ontheven als gevolg van het faillissement van zijn drogman, waarbij hij persoonlijk was betrokken.
De waarneming van het consulaat-generaal te Beyruth werd aan de Italiaanse consul-generaal toevertrouwd. Deze waarneming werd in 1909 beeindigd door de benoeming van Albert Paul Herman Hotz tot de eerste bezoldigde consul-generaal der Nederlanden te Beyruth bij K.B. van 22 februari 1909 nr. 75.
In de voornaamste havensteden van Syrië werden de Nederlandse scheepvaartbelangen waargenomen door vice-consuls of consulaire agenten, allen onder leiding van de te Aleppo residerende consul voor Tripoli (Syrië).
Het consulaat te Aleppo werd tot 1826 waargenomen door de oudconsul J. van Maseyk, die bij de inlijving van Nederland in Napoleons Imperium in 1810 was ontslagen en bij K.B. van 7 november 1815 nr. 51 was gepensionneerd. Na het overlijden van Maseyk in de eerste helft van april 1826 werd bij K.B. van 30 juni 1827 nr. 115 Daniël de Picciotto tot consul te Aleppo benoemd. Deze stierf 17 juli 1852. Zijn broer, Moïse de Picciotto, consul van Tripoli in Syrië wenste beide consulaten te verenigen. Nadat het plotselinge overlijden van Moïse de Picciotto een eind had gemaakt aan de opvolgingsmoeilijkheden, werd als opvolger voorgesteld Vincent Marcopoli, die bij K.B. van 31 augustus 1852 nr. 44 tot consul te Aleppo werd benoemd. Na Marcopoli's overlijden in augustus 1855 kwam de leiding van het consulaat bij K.B. van 23 augustus 1855 nr. 85 aan Willem Esaïe Fercken en nadat in 1856 het consulaat naar Beyruth was overgeplaatst, bleef er te Aleppo een vice-consulaat.
Moïse de Picciotto, een neef van eerdergenoemde Daniël de Picciotto, werd in 1857 als vice-consul aangesteld. In 1882 kreeg deze de Picciotto de persoonlijke titel van consul der Nederlanden te Aleppo. Na zijn dood in 1894 beschikte de consul te Beyruth afwijzend op het verzoek van Moïse Daniël de Picciotto zijn vader te Aleppo op te volgen.
Albert Poche werd in maart 1895 als vice-consul te Aleppo aangesteld.
In januari 1854 kreeg Vincent Marcopoli, toen consul te Aleppo de toestemming tot aanstelling van consulaire agenten voor Saida, Sour, Caiffa, Tripoli en Alexandrette. In januari 1855 werd George Catziflis, die de titel reeds eerder bij het overlijden van zijn vader had overgenomen, officieel als vice-consul te Tripoli aangesteld.
Bij Kabinetsbrief van 23 december 1856 nr. 57 werd de consul te Beyruth, Willem Esaïe Fercken, gemachtigd de volgende person aan te stellen tot vice-consuls: A. Coutzi te Damascus, M. de Picciotto te Aleppo en M.A. Conte te Jaffa; tot consulair agent: A. Klat te Saida, J. Hallage te Sour en A. Leon te Caiffa en Acre.
In 1890 werd te Jerusalem, waar geen Nederlandse vertegenwoordiging was, Dr. Isaac Gregory d'Arbela als vice-consul der Nederlanden aangesteld.
De ressorten van de vice-consulaten te Aleppo, Alexandrette, Caiffa, St. Jean d'Acre, Damascus, Jaffa, Jerusalem, Lattaquia en Tripoli werden bij beschikking van de Minister van Buitenlandse Zaken dd. 31 december 1906 vastgesteld resp. voor het vilayet 1 Aleppo, de stad Alexandrette, het sandjak 2 Acre, het vilayet Syrië, de stad Jaffa, het sandjak Jerusalem, het sandjak Lattaquia en het sandjak Tripoli.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
Het consulaatsarchief van Beyruth over het tijdvak 1853-1947 werd in april 1961 naar het Ministerie van Buitenlandse Zaken overgebracht.
Het archief van vóór 1853 is onvindbaar; uit een brief van de vice-consul te Beyruth dd. 24 juli 1856 aan de consul te Aleppo blijkt, dat zijn voorganger hem niets had nagelaten.
In de jaren 1853-1885 borg men de correspondentie chronologisch in omslagen per jaar of half jaar op. Daarna gebruikte men een rubrieken-systeem, waarbij de correspondentie per jaar werd opgesplitst op correspondent of onderwerp.
Het rubrieken-systeem was aldus ingedeeld:
A - correspondentie met het gezantschap Constantinopel
B - correspondentie met het Ministerie van Buitenlandse Zaken den Haag C - correspondentie met het vice-consulaat Aleppo
D - correspondentie met het vice-consulaat Damascus E - correspondentie met het vice-consulaat Alexandrette F - correspondentie met het vice-consulaat Lattaquia G - correspondentie met het vice-consulaat Tripoli H - correspondentie met het vice-consulaat Saida I - correspondentie met het vice-consulaat Jerusalem J - correspondentie met het vice-consulaat Caiffa (Haifa)
K - correspondentie met het Turkse gouvernement van Syrië en Beirout
L - correspondentie met het Corps Consulair en Nederlandse Vertegenwoordigingen in het buitenland.
M - correspondentie met het Turkse gouvernement van Libanon
N - correspondentie met het Nederlandse en niet-Nederlandse onderdanen
1 vilayet = Turkse provincie.
2 sandjak = Turkse provincie van de tweede rang
O - correspondentie betreffende acten en documenten
P - correspondentie betreffende scheepvaartaangelegenheden R - correspondentie betreffende handelsaangelegenheden S - correspondentie betreffende drukwerk
U - correspondentie betreffende circulaires
V - correspondentie betreffende Wet van 12 december 1892 op het Nederlanderschap Z - correspondentie betreffende paspoorten
Naast deze rubrieken kwamen ook dossiers voor.
Na verloop van tijd werden bis-hoofdletters in gebruik genomen; na 1909 werd het systeem door weglating van de bis-hoofdletters weer enigszins gewijzigd. De kleine letters, die aan de
hoofdletters werden toegevoegd, gaven de jaren aan (Aa, Ab etc.)
In december 1983 zijn stukken, afkomstig van het consulaat Beirout, en terechtgekomen bij het Algemeen Rijksarchief, uit de jaren 1873-1897 en 1903, waarvan het bestaan bij de inventarisering niet bekend was, ingevoegd in inventarisnummer 408 (Affaire Merkus).
Overbrenging van een overheidsarchief
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING
Tijdens de inventarisatie werd een gedeelte van het archief vernietigd aan de hand van de
vernietigingslijst, vastgesteld bij beschikking van de Minister van Buitenlandse Zaken van 19 april 1960 nr. APA-25691 en van de Staatssecretaris van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen van 5 april 1960 nr. 69502.
Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING
De inventarisatie van het Beirout-archief en de daarbij gedeponeerde archivalia van de posten Aleppo, Damascus, Jaffa, Jeruzalem, Lattaquia, Saida en Sour over het tijdvak 1853-1910
geschiedde in 1965 door Mevrouw A.C. Kribbe-Kraay, commies bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken, in het kader van de opleiding van de Rijksarchiefschool.
In 1988 werd de uiterlijke verzorging aangepast t.b.v. het Algemeen Rijksarchief in het kader van de versnelde overdracht.
Ordening van het archief
ORDENING VAN HET ARCHIEF
De archivalia van de posten Aleppo, Damascus, Jaffa, Jerusalem Lattaquia, Saida en Sour bleken bij het archief van het consulaat (- generaal) te Beyruth te zijn gedeponeerd.
Tijdens de inventarisatie zijn de gedeponeerde archivalia van deze vice-consulaten, die zich tussen de papieren van het consulaat (- generaal) bevonden, uitgesplitst en afzonderlijk in de inventaris vermeld.
Zoals uit de inventaris zal blijken, is, ter verkrijging van een beter overzicht, van de jaarsgewijze rangschikking der rubrieken afgeweken.
De losse stukken, die voorheen deel hebben uitgemaakt van de rubrieken, zijn weer tot de rubrieken teruggebracht.
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N
I. Consulaat(-generaal) te Beiroet
I. CONSULAAT(-GENERAAL) TE BEIROET
A. Algemeen
A. ALGEMEEN
1 Circulaires, instructies en richtlijnen (geschreven en gedrukt).
1862-1890 1 omslag
2-9 Ingekomen brieven.
1853-1860 8 omslagen
2 1853
3 1854
4 1855
5 1856
6 1857
7 1858
8 1859
9 1860
10-48 Ingekomen brieven en minuten van uitgaande brieven.
1861-1885 39 omslagen
10 1861
11 1862
12 1863
13 1864
14 1865
15 1866
16 1867 januari-juni
17 1867 juli-december
18 1868
19 1869
20 1870
21 1871 januari-juni
22 1871 juli-december
23 1872 januari-juni
24 1872 juli-december
25 1873 januari-juni
26 1873 juli-december
27 1874 januari-juni
28 1874 juli-december
29 1875 januari-juni
30 1875 juli-december
31 1876 januari-juni
32 1876 juli-december
33 1877 januari-juni
34 1877 juli-december
35 1878 januari-juni
36 1878 juli-december
37 1879 januari-juni
38 1879 juli-december
39 1880
40 1881
41 1882 januari-juni
42 1882 juli-december
43 1883 januari-juni
44 1883 juli-december
45 1884 januari-juni
46 1884 juli-december
47 1885 januari-juni
48 1885 juli-december
49-68 Correspondentie met het Ministerie van Buitenlandse Zaken te Den Haag.
1866-1910 20 omslagen
49 1886
50 1887
51 1889
52 1892
53 1893
54 1894
55 1895
56 1896
57 1897
58 1898
59 1899
60 1900
61 1901
62 1903
63 1904
64 1905
65 1906
66 1907
67 1909
68 1910
69-93 Correspondentie met het Nederlandse Gezantschap te Constantinopel.
1886-1910 25 omslagen
69 1886
70 1887
71 1888
72 1889
73 1890
74 1891
75 1892
76 1893
77 1894
78 1895
79 1896
80 1897
81 1898
82 1899
83 1900
84 1901
85 1902
86 1903
87 1904
88 1905
89 1906
90 1907
91 1908
92 1909
93 1910
94-118 Correspondentie met het Turkse gouvernement van Syrië en Beyruth.
1886-1910 25 omslag
94 1886
95 1887
96 1888
97 1889
98 1890
99 1891
100 1892
101 1893
102 1894
103 1895
104 1896
105 1897
106 1898
107 1899
108 1900
109 1901
110 1902
111 1903
112 1904
113 1905
114 1906
115 1907
116 1908
117 1909
118 1910
119-136 Correspondentie met het Turkse gouvernement van Libanon.
1886-1909 18 omslagen
119 1886
120 1887
121 1888
122 1889
123 1890
124 1891
125 1892
126 1894
127 1895
128 1896
129 1897
130 1898
131 1899
132 1900
133 1902
134 1905
135 1908
136 1909
137-155 Correspondentie met het Corps consulair en met de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
1886-1907 19 omslagen
137 1886
138 1887
139 1888
140 1889
141 1890
142 1891
143 1892
144 1893
145 1894
146 1895
147 1896
148 1897
149 1898
150 1899
151 1900
152 1902
153 1903
154 1905
155 1907
156-157 Correspondentie met het Nederlandse Gezantschap te Londen.
1907-1910 2 omslagen
156 1907
157 1910
158 Correspondentie met Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland.
1910 1 omslag
159-183 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Aleppo.
1886-1910 25 omslag
159 1886
160 1887
161 1888
162 1889
163 1890
164 1891
165 1892
166 1893
167 1894
168 1895
169 1896
170 1897
171 1898
172 1899
173 1900
174 1901
175 1902
176 1903
177 1904
178 1905
179 1906
180 1907
181 1908
182 1909
183 1910
184-208 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Damascus.
1886-1910 25 omslagen
184 1886
185 1887
186 1888
187 1889
188 1890
189 1891
190 1892
191 1893
192 1894
193 1895
194 1896
195 1897
196 1898
197 1899
198 1900
199 1901
200 1902
201 1903
202 1904
203 1905
204 1906
205 1907
206 1908
207 1909
208 1910
209-233 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Alexandrette.
1886-1910 25 omslagen
209 1886
210 1887
211 1888
212 1889
213 1890
214 1891
215 1892
216 1893
217 1894
218 1895
219 1896
220 1897
221 1898
222 1899
223 1900
224 1901
225 1902
226 1903
227 1904
228 1905
229 1906
230 1907
231 1908
232 1909
233 1910
234-257 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Lattaquia.
1886-1910 24 omslagen
234 1886
235 1887
236 1888
237 1889
238 1890
239 1891
240 1892
241 1893
242 1894
243 1895
244 1896
245 1897
246 1898
247 1899
248 1900
249 1901
250 1902
251 1903
252 1904
253 1905
254 1906
255 1908
256 1909
257 1910
258-279 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Tripoli.
1886-1910 22 omslagen
258 1886
259 1887
260 1888
261 1889
262 1890
263 1891
264 1892
265 1893
266 1894
267 1895
268 1896
269 1897
270 1898
271 1900
272 1901
273 1902
274 1903
275 1904
276 1905
277 1906
278 1909
279 1910
280-299 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Saida.
1886-1907 20 omslagen
280 1886
281 1887
282 1888
283 1889
284 1890
285 1891
286 1892
287 1893
288 1894
289 1895
290 1897
291 1898
292 1899
293 1900
294 1901
295 1902
296 1904
297 1905
298 1906
299 1907
300-312 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Jerusalem.
1891-1910 13 omslagen
300 1891
301 1899
302 1900
303 1901
304 1902
305 1903
306 1904
307 1905
308 1906
309 1907
310 1908
311 1909
312 1910
313-324 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Jaffa.
1899-1910 12 omslagen
313 1899
314 1900
315 1901
316 1902
317 1903
318 1904
319 1905
320 1906
321 1907
322 1908
323 1909
324 1910
325-345 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Caiffa.
1886-1910 21 omslagen
325 1886
326 1887
327 1888
328 1889
329 1890
330 1891
331 1892
332 1893
333 1894
334 1895
335 1896
336 1897
337 1898
338 1899
339 1900
340 1901
341 1902
342 1903
343 1904
344 1909
345 1910
346-347 Correspondentie met het Nederlandse vice-consulaat te Larnaca.
1907-1910 2 omslagen
346 1907
347 1910
348-365 Correspondentie met Nederlandse en niet-Nederlandse onderdanen.
1886-1907 18 omslagen
348 1886
349 1887
350 1889
351 1890
352 1891
353 1892
354 1893
355 1894
Ontbreekt
356 1895
Ontbreekt
357 1896
Ontbreekt
358 1897
Ontbreekt
359 1898
Ontbreekt
360 1900
Ontbreekt
361 1901
Ontbreekt
362 1902
Ontbreekt
363 1905
Ontbreekt
364 1906
Ontbreekt
365 1907
Ontbreekt
366-367B Agenda's van ingekomen en uitgaande brieven.
1892-1915 3 delen
366 1892-1899
367A 1900-1909
367B 1910-1915
368 "Protocole de la chancellerie hollandaise; arrivages de navires hollandais", acten, scheepsverklaringen en manifesten van in- en uitklaring.
1853-1868 1 deel
Ontbreekt
369 "Registre des légalisations, décrets, sentences, procès verbaux", acten, beschikkingen, vonnissen en legalisaties.
1869-1894 1 deel
Ontbreekt
370-373 "Actes et documents", processenverbaal, volmachten, bevelschriften, etc.
1886-1892 4 omslagen
370 1886
Ontbreekt
371 1890
Ontbreekt
372 1891
Ontbreekt
373 1892
Ontbreekt
B. Bijzonder
B. BIJZONDER
374 Processen-verbaal van de zittingen van het "Comité hollandais" (comité, belast met de Nederlandse steunverlening aan hulpbehoevende Christenen in Syrië).
1861 1 omslag
Ontbreekt
375 Processen-verbaal van de zittingen van de "Commission mixte turco-
hollandaise"(commissie, belast met de vaststelling van vergoedingen aan in Syrië woonachtige Nederlandse onderdanen).
1861-1863 1 omslag
Ontbreekt
376-380 Circulaires betreffende scheepvaart-aangelegenheden, berichten aan zeevarenden en mededelingen inzake scheepslijsten.
1890-1910 5 omslagen
376 1890
Ontbreekt
377 1891
Ontbreekt
378 1892
Ontbreekt
379 1902
Ontbreekt
380 1910
Ontbreekt
381-393 Circulaires diversen (gedrukt en geschreven).
1892-1910 13 omslagen
381 1892
Ontbreekt
382 1893
Ontbreekt
383 1898
Ontbreekt
384 1899
Ontbreekt
385 1902
Ontbreekt
386 1903
Ontbreekt
387 1904
Ontbreekt
388 1905
Ontbreekt
389 1906
Ontbreekt
390 1907
Ontbreekt
391 1908
Ontbreekt
392 1909
Ontbreekt
393 1910
Ontbreekt
394-400 Correspondentie betreffende handelsaangelegenheden.
1886-1910 7 omslagen
394 1886
395 1892
396 1901
397 1904
398 1905
399 1909
400 1910
401 Correspondentie betreffende het vlootbezoek van Hr.Ms. Pantserdekschip
"Friesland" aan Beyruth.
1909 1 dossier
402 Correspondentie betreffende de uitvoering van de wet van 12 december 1892 op het Nederlanderschap en ingezetenschap.
1893 1 dossier 403-405 Stukken betreffende het proces P. Santi contra de familie Catafago over de
nalatenschap van M. Mazzinghi-geb. Catafago.
1858-1865 3 dossiers
403 1858-1860
404 1862-mei 1864
405 juni 1864-1865
406 Stukken betreffende de rechtzaak tussen E. Truilhier en G.F. Aid over een tussen hen gesloten huurovereenkomst.
1864 1 dossier
407 Stukken betreffende het proces A. Leeuw, weduwe van J. Bianchi, contra M. Ziffo- geb. Bianchi over de nalatenschap van J. Bianchi.
1886 1 dossier
408-412 Stukken betreffende het proces Merkus contra Assad Kayat inzake het door Jeanne Merkus in 1873 aangekochte stuk grond te Jerusalem, met retro-acta.
1873-1908 5 omslagen
408 1873-1903
409 1905
410 1906
411 1907
412 1908
413 Correspondentie inzake de veroordelingen van Rechid Sefergelani wegens smokkel van wapens.
1901 1 dossier
414 Correspondentie betreffende het faillissement van de firma Tannous Helou.
1905 1 dossier
415 Stukken betreffende het proces over de schuldvordering van de firma Grierson te Londen op M. Berouti te Jaffa.
1905-1906 1 dossier
II. Gedeponeerde bescheiden
II. GEDEPONEERDE BESCHEIDEN
A. Vice-Consulaat te Aleppo
A. VICE-CONSULAAT TE ALEPPO
416 Ingekomen brieven.
1853-1854 1 omslag
B. Vice-Consulaat te Damascus
B. VICE-CONSULAAT TE DAMASCUS
417 "Registre de la correspondance du Consulat des Pays-Bas à Damas" agenda van ingekomen en uitgaande brieven.
1904-1935 1 deel
C. Vice-Consulaat te Jaffa
C. VICE-CONSULAAT TE JAFFA 418-419 Ingekomen brieven.
1899-1908 2 omslagen
418 1899-1904
419 1905-1908
420 "Enregistrement de la correspondance expédiée no. 1" Copieboek van uitgaande brieven.
1899-1911 1 deel
D. Vice-Consulaat te Jeruzalem
D. VICE-CONSULAAT TE JERUZALEM
421 Ingekomen brieven en minuten van uitgaande brieven.
1890-1891 1 omslag
E. Vice-Consulaat te Lattaquia
E. VICE-CONSULAAT TE LATTAQUIA
422 Ingekomen brieven.
1901-1910 1 omslag
F. Vice-Consulaat te Saida
F. VICE-CONSULAAT TE SAIDA
423 Ingekomen brieven.
1865-1907 1 omslag
424 Minuten van uitgaande brieven.
1882-1895 1 omslag
425-427 Copieboeken van uitgaande brieven.
1858-1907 3 delen
425 1858-1867
426 1904-1906
427 1907
G. Consulair agentschap te Sour
G. CONSULAIR AGENTSCHAP TE SOUR
428 Ingekomen brieven.
1864-1886