Protocol tegen pesten
2021/2022
1
Onze school een veilige school
Op onze school willen wij alle kinderen een veilig klimaat bieden. Het is daarom van belang dat pestgedrag zo min mogelijk voorkomt. We verdelen ons protocol in drie delen:
A. Het voorkomen van pestgedrag B. Het tijdig signaleren van pestgedrag C. De consequenties van pestgedrag A. Het voorkomen van pestgedrag
Algemene tips voor leerkrachten:
• Wees proactief: kijk naar jezelf, wat kan jij aan jezelf veranderen, om de groep mee te laten veranderen.
• Einddoel: wacht niet af hoe het gaat lopen met je groep, maar voor het begin van de
zomervakantie bedenk je al wat je einddoelen zullen zijn voor je aankomende groep. Ga goed voorbereid de gouden weken in. Wat wil je dat de leerlingen zeggen op de laatste schooldag?
• Begin bij het begin: steek je energie in zaken die het allerbelangrijkste zijn op een bepaald moment. Er zijn zoveel zaken die je verleiden omdat ze ook belangrijk zijn. Stel prioriteiten. Dat kan betekenen dat je je lesstof misschien even op een laag pitje moet zetten.
• Begrijpen en begrepen worden: probeer te begrijpen waarom de ander doet zoals hij doet en voorkom dat je het invult omdat het voor jou duidelijk is. Leer empathisch luisteren met gevoel voor de standpunten van de ander.
• Benoem veel positief gedrag bij kinderen en negeer in eerste instantie zoveel mogelijk negatief gedrag.
• Zet elke dag twee kinderen in het zonnetje. Laat andere kinderen iets positiefs over hen zeggen of schrijven. Hier zijn natuurlijk verschillende werkvormen mee mogelijk. B.v. trek een kind over op behangpapier en knip hem uit. Hierop komen allerlei briefjes geplakt die klasgenoten hebben geschreven met positieve opmerkingen over deze leerling. Hang enveloppen op achter in de klas met daarop de namen van de leerlingen. Elke dag mogen de kinderen een briefje in een envelop stoppen van een kind met een positieve opmerking.
• Spreek met de klas af dat iedereen vandaag een compliment gaat geven aan een willekeurige klasgenoot. Bespreek aan het eind van de dag wie er een compliment gehad heeft en wie er één heeft gegeven. Wat voor gevoel gaf dat?
• Sluit de dag positief af. Noem met elkaar een paar dingen die goed gingen. De kinderen gaan zo met een blijer gevoel naar huis.
Pestpreventieve regel:
ZEG STOP - LOOP WEG - PRAAT
Zeg Stop: Kinderen leren verbaal en non-verbaal (uniform teken hand vooruit) stop te zeggen op het moment dat ze zelf iets niet leuk vinden of zien dat een ander kind met pesten te maken krijgt.
Zeg duidelijk wat je niet leuk vindt aan de situatie tegen degene die dit doet.
Loop weg : kinderen leren weg te lopen van een situatie, nadat ze duidelijk gezegd hebben wat ze niet aan staan. Door weg te lopen ben je geen “loser” maar een held. Met weglopen negeer je de pester en heeft hij er geen lol meer aan.
Praat: Houdt het pestgedrag aan, ook wanneer je weg loopt, dan moeten de kinderen praten met een volwassene. Kinderen leren dat praten iets anders is dan klikken. Het is praten als je eerst hebt geprobeerd het probleem op te lossen en eerst de stappen stop en loop hebt ondernomen.
Belangrijk: als een leerling in gevaar is moeten de stappen stop en loop overgeslagen worden en moet de situatie direct gemeld worden aan een volwassene.
2
“PESTEN IS NOOIT GOED - ZORG DUS DAT JE AARDIG DOET”
Onderliggende regels zijn:
Ik scheld niemand uit.
Je bent voor mij pas een held, als je niet meer scheldt.
Iedereen hoort erbij.
Ik mag niet meedoen dat is niet fijn! Het is leuker als er meer kinderen zijn.
Ik neem iedereen zoals hij is.
Wij zijn allemaal verschillend van elkaar. Dat is toch niet raar!
Ik lach niemand uit.
Lachen om een ander is raar. We lachen om een grap met elkaar.
Ik blijf van een ander af.
Op school doen we niet aan schoppen of slaan, want daar komt huilen achter aan.
Ik sta niet gelijk met een oordeel klaar.
Niet alles lijkt wat het is, vraag eerst wat er aan de hand is.
Ik blijf van een ander zijn spullen af.
Leen je van mij? Dat vind ik goed, maar ik vind ook dat je het vragen moet.
Het Palet, een sfeervolle en veilige school.
Om een sfeervolle en veilige school te zijn en te blijven, werken we vanuit drie centrale waarden, waaraan we steeds drie gedragsverwachtingen hebben gekoppeld.
Wanneer een kind zich niet houdt aan de gedragsverwachtingen en daarmee de handhaving van de 3 basiswaarden in gevaar brengt, ook nadat het door de leerkracht de
keuze heeft gehad dit wel te doen, volgt een consequentie.
Respect
- Ik respecteer een ander.
- Ik luister naar volwassenen.
- Ik praat netjes tegen anderen.
Veiligheid
- Ik houd handen en voeten bij mezelf.
- Ik weet dat iedere leerkracht er voor mij is.
- Ik mag mezelf zijn.
Verantwoordelijkheid
- Ik spreek uit wat ik vervelend vind tegen degene die er bij betrokken is.
- Ik houd me aan de regels.
- Ik doe: ZEG STOP-LOOP WEG- PRAAT
Methode KWINK
Op onze school werken we gericht aan Sociaal Emotioneel Leren. De methode KWINK helpt ons hierbij. De lessen uit deze methode draagt bij aan een positief sociaal klimaat, de vorming van kinderen tot actieve en betrokken burgers, de vorming van een sterke groep en het voorkomen van pesten.
De methode werkt gericht aan een vijftal vaardigheden, te weten:
• Besef hebben van jezelf. (Wie ben ik?)
• Zelfmanagement. (Hoe ga ik met mezelf om?)
• Besef hebben van de ander. (Wie is de ander?)
• Relaties kunnen aangaan. (Hoe ga ik met de ander om?)
• Keuzes kunnen maken. (Hoe hebben we het met elkaar fijn?)
ZIEN
Met behulp van een leerlingvolgsysteem (ZIEN) wordt de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen twee keer per jaar bekeken. Voor iedere leerling wordt dan een vragenlijst
ingevuld waardoor de sociale competentie in kaart wordt gebracht. Dit gebeurt in alle groepen. De leerlinglijsten die kinderen zelf invullen zijn alleen voor groep 5 t/m 8.
3
Pest vragenlijstTwee keer per jaar laten we de kinderen van groep 5 t/m 8 een vragenlijst invullen m.b.t. pesten.
Deze lijst wordt bekeken door de leerkracht en zo nodig wordt de inhoud besproken met de desbetreffende leerling.
Welzijnsvragenlijst
Twee keer per jaar laten we de kinderen van groep 5 t/m 8 een vragenlijst invullen m.b.t. hun welbevinden. Deze lijst wordt bekeken door de leerkracht en zo nodig wordt de inhoud besproken met de desbetreffende leerling. Tevens maakt de leerkracht een klassikaal verslag van de
bevindingen uit deze lijsten en hangt deze in parnassys.
Het schoolplein
Er is gedurende een kwartier voor aanvang van de lessen, en gedurende de pauzes, toezicht op het schoolplein. Van 8.00 - 8.15 uur wordt toezicht gehouden door twee leerkrachten. In de pauzes van 10.15 - 10.30 uur en van 12.15 – 12.30 uur wordt er toezicht gehouden door minimaal drie leerkrachten.
Het plein is in twee delen verdeeld en er is een apart plein voor de kleuters. De groepen 3 t/m 5 spelen op het ene deel van het plein en de overige groepen aan de andere kant van het plein.
Tevens is er elke dag een groep die mag spelen in “De Kuil”, een speelterrein direct naast de school. Dit gaat volgens een opgesteld schema, dat ook in de klassen te vinden is. Uiteraard is daar ook toezicht.
B. Signaleren van pestgedrag
Signalen die wijzen op pestgedrag
Door middel van een goede observatie kunnen al bepaalde signalen van pestgedrag worden opgevangen. Door het goed observeren van kinderen in verschillende onderwijsleersituaties of tijdens het spel, kunnen pestsituaties al in een vroeg stadium worden gesignaleerd en kan op gepaste wijze worden ingegrepen.
Via ons leerlingvolgssysteem ZIEN en de pestvragenlijsten kunnen signalen zichtbaar worden dat een kind gepest wordt.
Signalen kunnen ook rechtstreeks van het gepeste kind of andere kinderen komen.
Ook ouders kunnen uiteraard een signaal afgeven, in eerste instantie bij de groepsleerkracht.
Dit signaal kan ook afgegeven worden bij het aanspreekpunt c.q. de coördinator van het beleid tegen pesten, Jolanda de Vries (groepsleerkracht groep 3 en intern begeleider).
C. Consequentieprocedure
Basisafspraken:
We benaderen kinderen positief. Belonen en complimenteren is immers veel leuker dan straffen!
Echter, wanneer een kind zich niet houdt aan de afgesproken gedragsverwachting krijgt het van de leerkracht, ondersteunend personeelslid of overblijfmedewerker de keuze:
• of ik houd me aan de afspraak (ik laat het verwachte gedrag zien).
• of ik houd me niet aan de afspraak (ik laat het verwachte gedrag niet zien) en aanvaard de consequenties.
4
Opmerking:Bij ongeoorloofd gedrag, bijv. agressief gedrag als slaan of schoppen, en/of bij pesten wordt het kind niet voor een keuze gesteld en volgt meteen een consequentie. De leerkracht maakt hierin de beslissing, evt. in overleg met een collega.
We gaan er als school vanuit dat de ouder(s) achter de beslissing van de leerkracht staat.
De leerkracht heeft het niet op het kind voorzien, maar keurt het (pest)gedrag af.
Hij/zij heeft een weloverwogen beslissing genomen in relatie tot de 3 basiswaarden van de school.
Consequenties bij ongewenst gedrag en/of ongeoorloofd gedrag (waaronder pesten):
Een kind houdt zich niet aan de gedragsverwachtingen, ook niet nadat het door de leerkracht de keuze heeft gehad dit wel te doen en brengt daarmee de handhaving van de 3 basiswaarden in gevaar.
Consequenties o.a.:
Niet naar buiten in de pauze/ niet buitenspelen (extra schoolwerk maken)/ niet mee gymmen o.i.d. Reflectieverslag schrijven n.a.v. het vertoonde gedrag en dit evt. thuis laten ondertekenen.
Een goed gesprek: bewustwording van wat hij het gepeste kind aandoet en waarin afspraken worden gemaakt. Deze afspraken worden vervolgens schriftelijk vastgelegd.
Een bij de leeftijd passende opdracht doen (kleuterbouw).
De ouders/verzorgers worden telefonisch geïnformeerd.
Bij herhaling
Contact met de ouders om gedrag te bespreken en afspraken te maken.
(Bijv. een dag in een andere groep werken.)
Een dag of meerdere dagen werken in een andere groep (isoleren van ongeoorloofd gedrag).
Bij herhaling
Het kind wordt opgehaald door de ouders voor een time-out. Er wordt besproken wat er gebeuren moet om het gedrag te keren.
Bij herhaling
Het protocol ‘schorsing / verwijdering’ van Viviani treedt in werking (de M.R., verzuimambtenaar en onderwijsinspectie worden geïnformeerd).
5
BIJLAGE:
Achtergrondinformatie
Wat verstaan wij onder pesten?
Definitie: Pesten is (psychisch, fysiek of seksueel) systematisch geweld van één of meerdere leerlingen ten opzichte van één of meer klasgenoten, die niet (meer) in staat is/zijn zichzelf te verdedigen.
Pesten en plagen, waar zit het verschil?
Pesten kent duidelijke andere kenmerken dan plagen. Uit een plaagsituatie kan echter heel gemakkelijk een pestsituatie voortvloeien. Plagen mag, van plagen wordt je sterk(er), plagen is goed om voor je zelf te leren opkomen, plagen is goed voor je sociaal-emotionele ontwikkeling.
Pesten echter kan niet !
Plagen mag dus wel, pesten niet. Maar wanneer is het nog plagen en wanneer wordt het pesten?
Onderstaand overzicht is zichtbaar in alle groepen van onze school.
Plagen Pesten
af en toe, kort grapje, spontaan vaak, langdurig, gepland gebeurt open in de klas of op het plein stiekem en bewust
iedereen is gelijk en gaat één tegen één één of meer kinderen spelen de baas en bepalen wie er gepest wordt of sturen andere kinderen er op uit
om te pesten.
plagen gebeurt over en weer het gaat één kant op en vaak hetzelfde slachtoffer het is voor de lol en grappig gemeen bedoeld, iemands zwakke plek raken meestal een grapje in woorden gemene opmerkingen, lichamelijk pijn doen, spullen
vernielen slachtoffer kan mee lachen of voelt zich kort even
ongemakkelijk
slachtoffer voelt zich intens verdrietig, boos, vernederd en gaat situaties uit de weg
lachen om de grap of om de situatie uitlachen
De meelopers en andere leerlingen
Meelopers zijn leerlingen die incidenteel meedoen met het pesten. Dit gebeurt meestal uit angst om zelf in de slachtofferrol terecht te komen, maar het kan ook zo zijn dat meelopers stoer gedrag wel interessant vinden en dat ze denken in populariteit mee te liften met de pester. Verder kunnen leerlingen meelopen uit angst vrienden of vriendinnen te verliezen.
De meeste leerlingen houden zich afzijdig als er wordt gepest. Ze voelen zich wel vaak schuldig over het feit dat ze niet in de bres springen voor het slachtoffer of hulp inschakelen.
Kenmerken van de pester
Oorzaken van pestgedrag kunnen zijn:
- Een problematische thuissituatie
- Voortdurend gevoel van anonimiteit (buitengesloten voelen) - Voortdurend in een niet-passende rol worden gedrukt - Voortdurend met elkaar de competitie aan gaan
- Een voortdurende strijd om macht in de klas of in de buurt
6
Kinderen die pesten zijn vaak juist fysiek wel de sterkste uit de groep. Ze kunnen zich
permitteren zich agressiever op te stellen en ze reageren dan ook met dreiging van geweld of de indirecte inzet van geweld. Pesters lijken in eerste indruk populair te zijn in een klas, maar ze dwingen hun populariteit in de groep af door te laten zien hoe sterk ze zijn en wat ze allemaal durven. Met het vertoonde pestgedrag gaat ze dat gemakkelijk af en ze krijgen andere kinderen mee bij het gedrag naar een slachtoffer. Pesters hebben ook feilloos in de gaten welke kinderen gemakkelijk aan te pakken zijn en als ze zich al vergissen, gaan ze direct op zoek naar een volgend slachtoffer. De zwijgende meerderheid en potentiële
meelopers krijgen een keuze die onuitgesproken wordt opgelegd en die aan duidelijkheid niet te wensen overlaat: Je bent voor of je bent tegen me. Hier gaat een grote dreiging uit naar de gezamenlijke omgeving van pester en slachtoffer. Alles is immers beter dan door de
“machtige pester” zelf gepest te worden. De pesters stralen juist deze dreigende zekerheid met verve uit. Ze overtreden bewust regels en storen zich aan god noch gebod en hebben vaak de vaardigheden ontwikkeld met hun daden weg te komen. Het profiel van de pester is sterk zelf bevestigend, hij ziet zichzelf als een slimme durfal die de dommerds de loef afsteekt en ze dat ook bij herhaling laat merken. “Wie maakt mij wat?” staat met grote letters op het voorhoofd geschreven.
Het komt ook regelmatig voor dat een pestkop een kind is dat in een andere situatie zelf slachtoffer is of was. Om te voorkomen weer het mikpunt van pesten te worden, kan een kind zich bijvoorbeeld in een andere omgeving dan die van zijn slachtofferrol, vervolgens als pester gaan opstellen en manifesteren. “Laten pesten doet pesten”.
Meisjes pesten minder openlijk dan jongens en vaak op een subtiele manier waarbij de uitdaging naar het gezag ter plekke niet echt aan de orde is. Ze pesten meer met woorden, maken geniepige opmerkingen of sluiten andere kinderen buiten. Meisjes opereren minder individueel en meer met groepsvorming in de zin van er al dan niet bij te horen. Fysiek geweld komt bij deze groep pesters veel minder voor.
Een succesvolle pester leert niet om zijn agressie op een andere manier te uiten dan door het ongewenste pestgedrag te vertonen. Ook pesters hebben last op termijn van hun pestgedrag.
Door hun verkeerde en vooral beperkte sociale vaardigheden hebben ze vaak moeite om vriendjes op lange termijn te maken en een vriendschap op te bouwen en te onderhouden op andere gronden dan die van macht. Pesters maken een abnormale sociale ontwikkeling door met alle gevolgen van dien voor de pester zelf.
Kenmerken van de gepeste
Sommige kinderen hebben een grotere kans om gepest te worden dan anderen. Dat kan komen door uiterlijke kenmerken maar het heeft vaker te maken met vertoond gedrag, wijze waarop gevoelens worden beleefd en de manier waarop dat geuit wordt. Uit onderzoek blijkt dat kinderen gepest worden in situaties waarin pesters al de kans krijgen om een slachtoffer te pakken te nemen.. Er is dan al sprake van een onveilige situatie, waarbinnen een pester zich kan manifesteren en zich daarin ook nog verder kan ontwikkelen. Kinderen die gepest worden doen vaak andere dingen dan de meeste leeftijdgenoten in hun omgeving. Ze spelen een ander instrument, doen aan een andere sport of zitten op een ander clubje. Ze zijn goed in
vakgebieden of juist niet goed. Er zijn helaas aanleidingen genoeg om door anderen gepest te worden mits de pesters daar de kans voor krijgen vanuit de situatie.
Veel kinderen die worden gepest hebben een beperkte weerbaarheid. Ze zijn niet in staat daadwerkelijk actie te ondernemen tegen de pestkoppen en stralen dat dan ook uit naar hun kwelgeesten. Vaak zijn ze angstig en onzeker in een groep, ze durven weinig of niets te zeggen, omdat ze bang zijn om uitgelachen te worden. Deze angst en onzekerheid worden verder versterkt door het ondervonden pestgedrag, waardoor het gepeste kind in een vicieuze cirkel komt waar het zonder hulp zeker niet uitkomt.
Gepeste kinderen voelen zich vaak eenzaam, hebben in hun gepeste omgeving geen vrienden
7
om op terug te vallen en kunnen soms beter met volwassenen opschieten dan met hun leeftijdgenoten. Jongens die worden gepest horen bijna nooit tot de motorisch beter ontwikkelde kinderen.
8
Bijlage 1:
Pest vragenlijst Naam:
Groep:
1.Ben jij dit schooljaar wel eens gepest? 0 nee 0 ja
2. Hoe vaak ben je dit schooljaar gepest? 0 ik ben dit schooljaar niet gepest 0 1 of 2 keer
0 regelmatig 0 1 keer per week
0 verschillende keren per week 4. Hoe vaak voel jij je alleen op school? 0 nooit
0 regelmatig 0 heel vaak 5. Heb jij wel eens iemand gepest op school? 0 nee
0 ja
6. Hoe vaak heb je dit schooljaar andere 0 ik heb niet gepest
leerlingen gepest? 0 1 keer
0 regelmatig
0 een paar keer per week 0 dat wil ik liever niet zeggen
6. Waar ben je gepest? 0 ik ben niet gepest
0 op het schoolplein
0 in de kuil onder schooltijd 0 in de klas tijdens de les 0 tijdens het overblijven 0 voor of na schooltijd 0 ergens anders 7. Op welke manier ben je gepest? 0 ik ben niet gepest
0 ik ben alleen geplaagd 0 ik ben geschopt en geslagen 0 ik ben bedreigd
0 ik ben uitgescholden
0 er zijn spullen kapot gemaakt 0 anders
8. Hoe heten de kinderen die jou pesten?
________________________________
____________________________ ___
________________________________
9. Zie je wel eens dat er iemand gepest wordt? 0 nee 0 ja
10. Wie wordt er wel eens gepest? ____________________________
____________________________
9
11. Door wie wordt hij/zij gepest? ____________________________
____________________________
12. Wat gebeurde er? ____________________________
____________________________
____________________________
____________________________
13. Wil je nog iets anders melden aan je juf of meester, zo ja wat?
_________________________________________________________________________________
______________________________________________________________________
10
Bijlage 2
Palet vragenlijst welbevinden
Naam: groep:
_______________________________________________________________________________
___
Voel je je fijn op school? 0 ja meestal wel 0 nee meestal niet 0 soms
Voel je je veilig op school? 0 ja meestal wel 0 nee meestal niet 0 soms
In de klas lachen kinderen elkaar uit 0 ja altijd 0 ja soms 0 nee nooit
In de klas helpen de kinderen elkaar 0 ja als het nodig is helpen we elkaar altijd 0 ja soms helpen we elkaar
0 nee we helpen elkaar niet
Er zijn duidelijke regels in onze klas 0 ja heel duidelijk 0 soms wat onduidelijk 0 nee er zijn geen regels
Er zijn duidelijke regels op het schoolplein 0 ja heel duidelijk 0 soms wat onduidelijk 0 nee er zijn geen regels
Heb je vriendjes en vriendinnen op school? 0 ja heel veel 0 ja een paar 0 nee niet zoveel 0 nee niemand
Hoe voel je je meestal op school? 0 erg blij en vrolijk 0 gewoon normaal
0 gespannen en zenuwachtig 0 verdrietig
0 boos
Denk je dat kinderen jouw leuk vinden? 0 ja heel erg leuk 0 ja een beetje leuk 0 nee niet zo heel leuk 0 nee helemaal niet leuk Vind je het fijn bij juf Hanneke in de klas? 0 ja heel erg fijn
0 ja een beetje fijn
11
0 nee niet zo heel erg fijn 0 nee helemaal niet fijn
Vind je het fijn bij juf Saskia in de klas? 0 ja heel erg fijn 0 ja een beetje fijn 0 nee niet zo heel erg fijn 0 nee helemaal niet fijn
Wie zijn jouw beste vrienden of vriendinnen in deze klas? Noem er drie:
1. ________________________________
2. ________________________________
3. _________________________________
Welke kinderen in deze klas vind je niet zo leuk? Noem er drie:
1. ________________________________
2. ________________________________
3. _________________________________
Vind je dat de dingen die je op school leert bij je passen? 0 ja precies goed
0 nee het meeste is te moeilijk 0 nee het meeste is te
makkelijk
Vind je het stil genoeg in de klas om rustig te kunnen werken? 0 ja altijd 0 ja soms
0 nee niet zo vaak 0 nee nooit
Durf je in de klas te zeggen wat je denkt en voelt? 0 ja altijd 0 ja soms
0 nee niet zo vaak 0 nee nooit
Denk je dat alle kinderen in je klas zich fijn voelen op school? 0 ja 0 nee
Ben je tevreden met jezelf? 0 ja heel erg tevreden
0 gaat wel 0 meestal niet 0 nee nooit
Voel je je fijn als je thuis bent? 0 ja meestal wel
0 nee meestal niet
0 soms
12
Voel je je veilig als je thuis bent? 0 ja meestal wel 0 nee meestal niet 0 soms
Wil je graag een keer alleen met meester of juf praten over iets persoonlijks? 0 ja 0 nee Wat kunnen de kinderen doen om het fijner te maken in de klas?
………
………
Wat kan jijzelf doen zodat jij het nog fijner wordt in de klas?
………
………
………..
Maak jij je wel eens zorgen om een kind uit je klas? Zoja wie en waarom?
………
………
13
R espect
V eiligheid V erantwoordelijkheid
Bijlage 3
Protocol / stappenplanbij ongewenst gedrag
Basiswaarden CBS Het Palet:
R espect
- Ik respecteer een ander.
- Ik luister naar volwassenen.
- Ik praat netjes tegen anderen.
V eiligheid
- Ik houd handen en voeten bij mezelf.
- Ik weet dat iedere leerkracht er voor mij is.
- Ik mag mezelf zijn.
Verantwoordelijkheid
- Ik spreek uit wat ik vervelend vind tegen degene die er bij betrokken is.
- Ik houd me aan de regels.
- Ik doe: ZEG STOP – LOOP WEG - PRAAT
Basisafspraken:
We benaderen kinderen positief. Belonen en complimenteren is immers veel leuker dan straffen!
Echter, wanneer een kind zich niet houdt aan de afgesproken gedragsverwachting krijgt het van de leerkracht, ondersteunend personeelslid of overblijfmedewerker de keuze:
• of ik houd me aan de afspraak (ik laat het verwachte gedrag zien).
• of ik houd me niet aan de afspraak (ik laat het verwachte gedrag niet zien) en aanvaard de consequenties.
Opmerking:
Bij ongeoorloofd gedrag, bijv. agressief gedrag als slaan of schoppen, wordt het kind niet voor een keuze gesteld en volgt meteen een consequentie. De leerkracht maakt hierin de beslissing, evt. in overleg met een collega.
We gaan er als school vanuit dat de ouder(s) achter de beslissing van de leerkracht staat.
De leerkracht heeft het niet op het kind voorzien, maar keurt het gedrag af.
Hij/zij heeft een weloverwogen beslissing genomen in relatie tot de 3 basiswaarden van de school.
Consequenties bij ongewenst (en ongeoorloofd) gedrag:
Een kind houdt zich niet aan de gedragsverwachtingen, ook niet nadat het door de leerkracht de keuze heeft gehad dit wel te doen en brengt daarmee de handhaving van de 3 basiswaarden in gevaar.
Consequenties o.a.:
❖ Niet naar buiten in de pauze/ niet buitenspelen (extra schoolwerk maken).
❖ Reflectieverslag schrijven n.a.v. het vertoonde gedrag en dit evt. thuis laten ondertekenen.
❖ Een bij de leeftijd passende opdracht doen (kleuterbouw).
Bij herhaling
❖ Contact met de ouders om gedrag te bespreken en afspraken te maken.
(Bijv. een dag in een andere groep werken.) Bij herhaling
❖ Een dag of meerdere dagen werken in een andere groep (isoleren van ongeoorloofd gedrag).
Bij herhaling
❖ Het kind wordt opgehaald door de ouders voor een time-out. Er wordt besproken wat er gebeuren moet om het gedrag te keren.
Bij herhaling
❖ Het protocol ‘schorsing / verwijdering’ van Viviani treedt in werking (de M.R., verzuimambtenaar en onderwijsinspectie worden geïnformeerd).
14
Samen met de kinderen en ouders / opvoeders bouwen we aan een sfeervol en veilig schoolklimaat!