• No results found

Over de dramatiek in het leven van jongvolwassenen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Over de dramatiek in het leven van jongvolwassenen"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Over de dramatiek in het leven van jongvolwassenen

50 jaar Vrije Hogeschool

Webinar AViN, 25 maart 2021

Het is december 1968 als Bernard Lievegoed, voorzitter van de Antroposofische Vereniging in Nederland, een ‘Oproep aan de leden’ plaats: “In het bestuur (is) het volgende plan gerijpt: het stichten van een centraal vormingsinstituut en conferentiecentrum voor jongeren van 18 tot 24 jaar.”

Deze historische oproep leidde tot de geboorte van de Vrije Hogeschool. Wat was de aanleiding voor die oproep? Volgens het inzicht van het toenmalige bestuur zou de cultuur bij de aanvang van het derde millennium sociaalpedagogische centra nodig hebben, waar de menselijkheid in de samenleving weer hersteld wordt. Inmiddels is de nieuwe eeuw twee decennia oud. Centra waar ruimte is voor menselijkheid zijn meer dan ooit nodig. Jacques Meulman liet ons vorige keer op indringende wijze zien hoe de dramatiek in ons leven vooral uitwerkt in het leven van jongeren.

Zij groeien op een wereld die hen niet langer het gevoel geeft; de wereld is waar. Integendeel, net als wij zelf, maar in verhevigde mate, ervaren zij: ik begrijp het gewoon niet meer, maar als ik een ding niet ervaar dan is het: ‘de wereld is waar’.

In dit Webinar deel ik een drietal verhalen over de dramatiek in het leven van jongvolwassenen op de drempel van het derde millennium. Ik plaats die verhalen in de context van het systeemdenken of ‘dataimse’ dat volledig is omarmd in het hoger onderwijs, en dat sinds de coronaviruspandemie in een ongehoorde versnelling is gebracht1. We zouden dit aspect met Spengler Faustisch2 of naar Rudolf Steiner Ahrimanisch kunnen noemen. Ten slotte wil ik jullie uitnodigen om rondom deze jongeren te gaan staan. De dramatiek is namelijk groot en daarover zal het vanavond gaan.

“Hoe ik deze wereld had gedroomd”

“Het was één van de laatste zomerdagen, met volle moed stapte ik het Diaconessenhuis in Utrecht binnen. De spanning en opwinding gierde door ons lichaam want dit was de allereerste dag dat we als coassistent aan de slag gingen in het ziekenhuis. Later kijk ik melancholiek terug op die dag.

(2)

Tijd voor vragen was er niet, voor fouten al helemaal niet. Je merkte dat de artsen onder hoge druk stonden. Ze reageerden vaak gestrest en snel geagiteerd. Er was weinig ruimte voor collegialiteit of menselijk contact met elkaar. Het dieptepunt werd bereikt in de tijd dat we op de chirurgie stonden. De koelte van de mensen in dat vak was voor mij ongekend, het was een ijzig bad waar mijn haren recht van overeind gingen staan. De inhumaniteit heeft me geschokt, hoe er geen oog is voor menselijkheid. Hoe niemand vraagt hoe het met de ander gaat, hoe er absoluut geen ruimte is voor menselijke fouten of emoties. Ik moest functioneren als een machine op de meest efficiënte, zakelijke en doelgerichte manier

Hoe ik deze wereld had gedroomd stond ik schril contrast met hoe hij zich aan mij toonde. Ik voelde me bang en onzeker, dit was toch waar mijn passie lag? In de geneeskunde lag altijd mijn talent.

Ik wilde er mensen mee helpen, ik wilde iets goeds doen voor de wereld. Ik wilde mensen zien, ik wilde ze horen, ik wilde al hun pijn verlichten. Dat is waar ik zo hard voor heb gewerkt, maar kan ik dat, op deze manier? Het idee van mezelf als arts verviel en daarmee verviel ook een stuk van mijn identiteit.

“Dat idealisme van jou gaat nog wel over”

“Het is mei, ik ben 21 jaar oud en op mijn elfde had ik gedacht dat ik tegen deze tijd een heerlijk vrij leventje genoot in een bruisende studentenstad met veel vrienden en de gelukkigste tijden van mijn leven zou beleven, loop ik hier nu, alleen.

De stage in de gevangenis heeft me laten zien hoe het niet moet. Vergelding, verharding en straf.

En ik merk dat ik dit niet langer kan. Wat ik nu merk heb ik nog nooit gehad, ik ben ziek.

Lichamelijk ziek. Ik voel me moe, uitgeput, heb alle klachten van een fikse griep en het is op. Ik zou drie dagen kunnen douchen van mijn tranen, want zo heb ik me nog nooit gevoeld. Wat is er in godsnaam gebeurd?

Waar ik dacht een verschil te kunnen maken, op mijn plek te zitten, en weet ik veel wat voor clichés in de gevangenis waarheid hadden kunnen worden, heb ik net als de jongeren me aangepast en meegedraaid in de molen die heropvoeding pretendeert.

Ik herinner me ineens een zin die mijn stagebegeleider in de derde week van mijn stage tegen me zei: “Dat idealisme van jou gaat nog wel over.”

Wat gebeurt er tijdens de opleiding en tijdens de stage daarna, waardoor jonge mensen in een crisis raken? Hoe komt het dat studenten zichzelf zoveel druk opleggen? En wat heeft dat te maken met de wijze waarop we het onderwijs hebben ingericht?

Ik vroeg het aan een Sven. Sven studeert Diergeneeskunde. De meeste studenten Diergeneeskunde beginnen met een geweldig idealisme voor hun studie. Ze zijn bevlogen door grote idealen. Ze

(3)

willen het welzijn van dieren bevorderen en boeren en bedrijven helpen het dierenwelzijn op een hoger niveau te tillen, zegt Sven . ‘In de loop van hun studie gebeurt er dan iets, waardoor dat ideaal uitdooft’. Ook Sven verloor zijn idealen:

‘Stel, je komt in een moreel dilemma, omdat het uit voorzorg doden van bijvoorbeeld nog gezonde geiten of varkens je in gewetensnood brengt. Een dergelijke gewetensnood valt onder de competentie: professioneel handelen. Wat ons in de bachelor geleerd is, is dat we dan niet in het uit voorzorg doden van dieren mee hoeven gaan. In de master leer je vervolgens dat dat allemaal wel waar is, maar als jij het niet doet doet iemand anders het.’ . Daar word je wel een beetje cynisch van, zegt Sven. ‘Het is moeilijk om hier je ideaal nog te volgen, om dat beest of dier beter te maken.

In het onbewuste, schuilt in vele zielen tegenwoordig iets waardoor zij bij het ontwaken in onze cultuur onbewust tegen zichzelf zeggen: - “Als kinderen zijn wij ontvangen in een wereld die ons de geestelijke werkelijkheid heeft ontzegd en die het kunstzinnige heeft verloren en daarvoor een wereld van data, van EC’s en EVC’s in de plaats heeft gesteld. En ik begrijp het niet. De wereld voelt niet langer waar.” Dit alles weerklinkt in de gevoelens waarmee jongeren op vele manieren vastlopen in het hoger onderwijs. We zijn geneigd die gevoelens te pathologiseren en als een persoonlijke problematiek van die jongeren te zien. Het psychologisch aspect schuift dan voor het geestelijke aspect van de gevoelens die zich in jongeren manifesten. Maar laat ons beginnen op het niveau van de feiten.

De rol van het hoger onderwijs

Wat opvalt is hoe hoog de lat is die deze studenten zichzelf hebben opgelegd. Ze moeten de besten zijn. Ze moeten het gehele gevangeniswezen hervormen, de diergeneeskunde op een hoger moreel niveau tillen of een excellente aantekening halen voor hun co-schappen. Ze ervaren prestatiedruk, studiedruk een ook financiële druk. Waar komt die toegenomen prestatiedruk vandaan? En waarom moet alles, ook het sociale leven, gemeten worden in termen van cv-building?

Sinds 2012 is er iets wezenlijks veranderd in het hoger onderwijs. 2012 was het jaar dat staatssecretaris Halbe Zijlstra zogenaamde ‘prestatieafspraken’ met alle Nederlandse universiteiten en hogescholen maakte (OCW, 2011)3. Die afspraken waren gericht op het verbeteren van de prestaties van het onderwijs, door verhoging van het rendement van het onderwijs, vermindering van de uitval en investeren in onderwijsintensiviteit. Kortom; het rendement moest omhoog. Zoveel mogelijk studenten moeten met zo min mogelijk kosten een bachelor halen. Daarnaast is sinds 2015 het “sociaal leenstelsel” ingevoerd, ter vervanging van de prestatiebeurs. Aan de ene kant is het onderwijs intensiever, strenger en veeleisender geworden, en moeten studenten sneller afstuderen, aan de andere kant moeten studenten ‘in zichzelf investeren’ en hun studie combineren met een bijbaan. 64 % van studenten doet dit ook4.

(4)

De meest vertrouwde woorden in het hoger onderwijs zijn niet langer, vorming, zingeving, educatie, onderzoek, kennisoverdracht, maar “Onderwijsrendementen, facilitair bedrijf, bedrijfsmatig werken, en bedrijfscultuur.” 5

Excellentie zonder ziel

Tijdens dezelfde onderwijsbezuiniging stelde het OWC 61 miljoen beschikbaar voor ‘excellente in het hoger onderwijs’. Elke universiteit heeft sindsdien een University College of een Honours afdeling. `Maar ook daarbuiten is het streven naar excellentie epidemisch geworden: alle studenten moeten willen excelleren. ‘de hysterie van excellentie, leidt tot onverdraagzaamheid, ongeduld en oververhitting van alle verhoudingen: Het leidt tot een overspannen opeisen van ‘het onderste uit de kan’, het onderhandelen over cijfers, en grote ontevredenheid over alles en iedereen die in de weg loopt in de race naar de top (Tonkers 2010)6

De invloed van het excellentie denken strekt zich uit tot alle studenten. Twintigers blijken bang zijn voor de middelmaat, bang om niet uit te blinken, bang om geen baan te krijgen als ze in die middenmoot blijven steken. Ze vergelijken zichzelf voortdurend met anderen en dit leidt tot enorme stress, tot gevoelens van onzekerheid, teleurstelling en jaloezie. Social Media waarop voortdurend successen worden gedeeld vergroten deze sociale hysterie tot in het oneindige.

Maar waarin moeten al die studenten excelleren? Het gemak en de onduidelijkheid waarmee we over excellentie spreken verhult de onuitgesproken consensus over wat excellentie concreet is, en die is extreem smal: namelijk ‘zonder vertraging hoge cijfers halen’.

Excellentie zegt dus niets over sociale intelligentie, emotionele intelligentie, empathie, niets over creativiteit, politieke of culturele ontwikkeling of de scholing van oordeelsvermogen. Wel iets over hoe excellente flitshandelaren op beurs tijdens de pandemie in korte tijd krankzinnig veel geld binnenharken: hun excellentie heeft geen geweten, een cultureel kapitaal, geen mededogen.

In dit model is de durfkapitalist excellent, en Greta Thunberg een absolute onderpresteerder. Waar blijven haar toetsreslutaten? Deze vorm van excellentie leidt niet tot nieuwe creativiteit om met onze gigantische problemen om te gaan, niet tot een gezond oordeelsvermogen over wat belangrijk is en wat niet, maar tot conformisme en carrière-jagen, tot leiders zonder geweten. Of zoals William Deresiewicz, docent in Yale in zijn manifest beschrijft tot ‘Exellent Sheep’.7 Hoogopgeleide schapen die vastzitten in een web van data, analysen en modellen en voor wie risicobeperking het hoogste goed is. Die voor alles een afdeling, een procedure inrichten, die ervoor zorgen dat de wereld een groot bureaucratisch labyrint wordt waar niemand zich nog verantwoordelijk voelt. Het ongekend onrecht van de “toeslagenaffaire” komt voort uit precies dit excellentie denken.

“Excellentie zonder ziel” noemt de Dean van Harvard, Harry Lewis, deze ontwikkeling. “Harvard en onze andere grote universiteiten”, zei hij “hebben het zicht verloren op waar de universiteit voor

(5)

is. Naast academische en onderzoeksvaardigheden is dat om studenten te leren wie ze zijn, om te zoeken naar een hoger doel in hun leven, en om onze scholen te verlaten als betere mensen”.8 Onderwijs is, geen productielijn met input en output. Het doel van het hoger onderwijs is talentontwikkeling en persoonlijkheidsvormingen en het ontwikkelen van oordeelsvermogen. 9 De gevolgen van het rendementsdenken in het hoger onderwijs zijn voor de gemiddelde student enorm: opgejaagd van de ene naar de andere module, zonder vaste verblijfplaats of community, wordt de nieuwe generatie aangestuurd om het bedrijf snel te verlaten, zonder echt gezien te en worden zonder te worden begeleid10. Er worden momenteel algoritmes op de University Colleges gebruikt die studenten het gevoel moeten geven dat iemand hen gezien heeft. Een ‘voldoende’ of een ‘goed’: ieder krijgt een paar persoonlijke regels. De schrijver ervan is echter niet de docent wiens naam onder het geschreven stukje staat, maar het algoritme, en de aangesprokene is niet de student, maar zijn bsn -nummer, en de uitkomst van zijn midterm. Het persoonlijk contact wordt met andere woorden: gefaket.

Studenten zelf doen nog een schepje boven op het rendementsdenken door alle “niet-productieve momenten te transformeren tot nuttige momenten”11 (Andreoli 2020). Alles om maar niet te worden weggeschreven als ‘tweede garnituur’. Bij al deze hooggespannen verwachtingen ligt de stress, eenzaamheid en depressie als nooit tevoren op de loer.12 I De sociale omgeving, heeft studenten een panische angst voor mislukken geleerd

Waarvoor bestaat de universiteit?

Maatschappelijke verantwoordelijkheid wordt niet beloond in een systeem waarin studenten wordt geleerd dat ze concurrerende individuen zijn en dat talent moet worden ingezet om de eigen positie te verbeteren. Excellentie-denken leidt tot losgezongen individuen die niets met elkaar te maken hebben.

De samenleving verlies op deze manier het mooiste ‘menselijke kapitaal’ dat we hebben:

enthousiaste, creatieve, mensen met idealen die betrokken zijn op elkaar en hun omgeving. Het is dan ook niet alleen het individu maar de samenleving als geheel die ernstig schade loopt als we steeds meer afgestudeerden afleveren die faalangstig, gestrest en al heel jong diep vermoeid, maar wel excellent zijn.13

IDopmeijer, J. (2021) promoveerde feb. 2021 op een onderzoek naar studentenwelzijn. Zij onderzocht 3000 studenten van Hogeschool Windesheim en komt tot de volgende uitkomsten: 25% van de studenten heeft burn-out klachten, 40 % geeft aan zelf aan psychische klachten te ervaren en 14% ervaart ernstige angst- en depressieklachten.

(6)

Het individualisme, de maakbaarheidsfilosofie van geluk en persoonlijk succes, het dolgedraaide arbeidsethos, het taboe op ronddwalen en lummelen, het eenzame bestaan achter een laptop thuis, het obsessieve streven naar excellentie, waar dient het allemaal voor?

Beste vrienden. Ik kom tot de kern. Geesteswetenschappelijk gezien herkennen we in dit verslag de handtekening van een nieuwe tijdgeest, die Ahrimanisch is. In plaats van het vrije denken is er iets ingetreden dat Rudolf Steiner als volgt voorspelde:

 Een mechanistische kijk op het universum, zonder ziel of geest.

 Het openbare leven wordt uitsluitend bekeken vanuit een economisch perspectief, en het onafhankelijke en vrije spirituele leven wordt verworpen.

 Nationalisme/ concurrentie van allen tegen allen/ Alles wat een scheidende werking heeft en haat, angst en verbittering veroorzaakt.

 “Bewaarkruiken” voor kennis, waar ze wordt opgeborgen buiten de stroom van menselijke belangstelling.14

Reeds aan het begin van de 20ste eeuw sprak Steiner van bibliotheken, met rekken van masters en doctoraalscripties die niemand ooit zal lezen.II Dit is inmiddels werkelijkheid. 80% van de doctortaalschriften en wetenschappelijke artikelen wordt volgens de H-index nooit gelezenIII. Het is dan ook een sarcasme van de eerste orde dat Silicon Valley spreekt over augmented reality door middel van computertechnologie. De gordel van uitwendige beelden die door een enorm snelgroeiend Internet steeds strakker wordt aangetrokken, zou wel eens spoedig een verstikkende strop kunnen blijken te zijn, als wij niet dwars door alle digitaliteit heen onze weg vinden naar een warm ingebed denken. Vrijheid is verloren als zij dagelijks wordt gewonnen. Alle vrijheidsstrijders van alle tijden hebben dit begrepen. Weten waar wij vandaan komen in de 21e eeuw belangrijker geworden dan ooit tevoren.

Dwarslopen op een Ahrimanische toekomst

De studenten beschrijven hun verlangen om hun ik-impuls te verwerkelijken in de wereld. Zij willen zich ontwikkelen. Ontwikkeling is het oerconflict in de biografie tussen twee blikrichtingen;

naar buiten en naar binnen. Datgene wat zich wil uitdrukken kunnen we niet meteen gelijkstellen met een wereld-veranderende instantie die voortdurend vermag invloed uit te oefenen op de omstandigheden. 15 De feitelijke wereld, is immers gigantisch in vergelijking met onze

II“in GA 191 spreekt Steiner van” preserving jars”… ‘libraries and institutions where the various scinces perused by man and women without really stirring their interest are preserved; theses sciences are not relly alive in them but are simply preserved in the books on the shelves of libraries.

III De H-index meet de "carrière-impact" van publicaties van een wetenschappelijk onderzoeker.

(7)

mogelijkheden om deze te beïnvloeden. Maar wat we wel degelijk voor ons hebben in de jonge mens is een wezen dat worstelt om zichzelf te verwezenlijken.

Zelfverwezenlijking is het vermogen in jonge mensen om doelen en voornemens na te streven. In de student leeft een kracht die zich steeds weer keert tegen het verleden, die zich weert tegen de feiten en tegen onze systeemwereld, die zich weert tegen het onherroepelijke en die de diepe wens in zich draagt de wereld te veranderen.

Dat is echter een proces van lange adem. Het probleem van onze digitale tijd is dat ons niet geleerd wordt met weerstand om te gaan, maar ‘door te zappen’ naar het volgende. Wij staan op een historisch punt waarin het “in de wereld zijn” een steeds grotere discipline en ascese vergt.

Eigenlijk staan we massaal op het punt ieder in onze eigen virtuele wereld te verdwijnen.

In het biografisch conflict tussen ik en de wereld, wil de student dan plots al het onherroepelijke van zich afwerpen om te kunnen vliegen, om zijn toekomst zelf te bepalen. Lucifer is de helper van Ahriman.

Het is een kostbaar iets, dit jonge idealisme, maar het is werkelijk niet voldoende. Je moet een gevoel hebben voor het verschil tussen het instinctieve persoonlijke idealisme en het tweede idealisme. Als je het verschil kunt voelen tussen persoonlijk enthousiasme en het soort idealisme dat het gevolg is van de inwerking van het karma in jou, voor het soort idealisme dat steeds opnieuw aangestoken kan worden, omdat we het een deel hebben gemaakt van onze persoonlijkheid, onafhankelijk van ons persoonlijke welslagen, dan hebben we het Tweede Idealisme bereikt, dat leidt tot een tweede geboorte. Laten we dit Tweede Idealisme Dwarslopen noemen. Dwarslopen op een Ahrimanische toekomst.

Beste vrienden. De afschaffing van de ziel door een natuurwetenschap die uit zijn voegen is gebarsten, is inmiddels bijna voltooid. Momenteel wordt de volgende stap voorbereid in die zin dat de mens als cyborg bezig is zijn eigen lichaam af te schaffen. Transhumanisme, het oerfenomeen van de 21e eeuw, zal de volgende stap zijn.16

‘In de wereld aankomen’ is geen productieproces maar zoals Gert Biestra zegt, een “prachtig risico”.17 Het is een incarnatieproces. Het vergt een tweede geboorte, de geboorte van het ‘ik’. De geboorte van het ‘ik’ en de oerkracht die daarvoor nodig is staan extreem onder druk.

Hoe zou het gegaan zijn als bovenstaande studenten niet te vroeg in een Brave New World maar op Huxley ’s Eiland 18 waren terechtgekomen? Als hun creativiteit en idealisme was begroet en versterkt door een warme gemeenschap van mensen in plaats van vernietigd in een koude systeemwereld? Hoe zou het zijn als zij een mentor en vriend hadden gehad, die weet heeft van een gemeenschap van mensen die elkaar dragen? Die een vermoeden heeft van de enorme opdracht waarmee deze twintigers zijn geboren?

Bernard Lievegoed heeft de Vrije Hogeschool niet in de eerst plaats opgericht voor de jongeren van toen, voor ons dus, maar voor de zielen die op de drempel van de 21e eeuw geboren werden in

(8)

een wereld die sindsdien kouder geworden is en die hen in de kou laat staan. Om hun koers te bepalen in een Ahrimanische wereld van data gestuurde systemen die zij in onze instituties ondervinden zullen zij voor korte tijd in hun leven Eilandbewoner moeten mogen zijn. Niet meteen vol in de wereld, maar er even van afgezonderd, zodat hun idealisme kan rijpen en zij in elkaar en in ons, de generatie die jong was in de vreugdevollere jaren waarin de Vrije Hogeschool werd gesticht, de empathie met hun lot gaan vinden, die Bernard Lievegoed voorzag nodiger dan ooit te zijn.

Ik kom tot een afronding. In De invloed van geestelijke wezens op de mens, zei Rudolf Steiner:19

“Als de mensen vrijwillige relaties zoeken die gebaseerd zijn op gelijksoortige ideeën, gevoelens en morele waarden, "zullen zij geestelijke wezens de gelegenheid geven om als een soort groepsziel te werken, maar op een heel andere manier dan de oude groepszielen." Deze nieuwe groepszielen zijn verenigbaar met vrijheid en individualiteit.

Beste vrienden, we hebben gezien hoezeer de Ahrimanische toekomst die Rudolf Steiner voorspelde is doorgedrongen in het hoger onderwijs. We hebben gezien hoe nodig het is dat er centra ontstaan waar ruimte is voor menselijkheid en waar de menselijkheid in de samenleving weer hersteld wordt.

Ieder van ons heeft zich in deze tijd machteloos gevoeld. Wat we echter ook geleerd hebben is dat er anderen zijn die je droom delen en die een eindje mee willen lopen op de wegen die je te gaan hebt. En dat dat het verschil maakt. We hebben geleerd dat idealen alleen kunnen rijpen tot in het volwassen leven als er ruimte voor menselijke gemeenschappen ontstaat. En we hebben een visioen gezien van een sociale toekomst die gebaseerd is op menselijke gemeenschappen die elkaar op handen dragen. Dit vergt denken vanuit engelperspectief.

Hoe doe je dat? Wij hebben ons afgevraagd: Hoe kunnen jongeren van nu de vruchten plukken van 50 jaar antroposofie zaaien in de maatschappij? Het antwoord is: door geen gesloten doos te blijven maar door een brede en inspirerende factor te zijn voor een grotere gemeenschap.

Om dit tot stand te brengen nodig ik u van harte uit lid te worden van de Vrije Hogeschool Sharing Academy waarin we jongeren actief willen ondersteunen in een levend netwerk van mentoren en menté’s. Een gemeenschap van ‘Stakeholders’ die elkaar wederzijds inspireren en vasthouden.

Sinds 1971 ervoeren 50 jaargangen Vrije Hogeschool studenten wat lotsverbinding is. Zoals een van onze oud-studenten verwoordde: “Zolang ik jou raak, en jij raakt iemand en de ketting zet door is alles niet voor niets.”

Dus laat ons beginnen.

Gerrie Strik

(9)

1 Klein, N. (2020) Screen New Deal. Hoe Big Tech hoopt te profiteren van de pandemie (in: De Groene Amsterdammer, 3 juni 2020)

2 Spengler, O. (1936) Ondergang van het Avondland (München)

3 Vsnu & ministerie van OWC (2011). Hoofdlijnenakkoord OCW-VSNU. Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten. Den Haag

4 Nibud, 2017

5 Frits van Oostrom, (2007). De twee-eenheid van markt en ziel: Universiteit moet meer durven zijn dan een organisatie. NRC Handelsblad

6 Tonkens, E. (2010). Een linkse, immateriële agenda. In: Waterstof, krant van Waterland, nr 54

7 Deresiewicz, W. (2015) Excellent Sheep: The Miseducation of the American Elite and the Way to a Meaningful Life

8 Lewis, H. (2007) Excellence Without a Soul. Does Liberal Education Have a Future? (Harvard)

9 Strik, G. (2020) Student heeft ook levend onderwijs nodig. (In: Trouw mei 2020)

10 Vintges, K. (2021) Geen studietijd. In: Wijsgerig perspectief. Jaargang 6, nr. 1

11 Andreoli, T. (2020) De mooiste tijd van je leven? Een nieuwe kijk op studiestress.

(Amsterdam)

12 Dopmeijer, J. M. (2021) Running on empty. The impact of challenging student life on wellbeing and academic performance. (proefschrift UvA)

13 Andreoli, T. (2020: p. 137)

14Steiner, R. (GA 191) (01-11-2019)

15 Köhler, H. (1998) in: Individu en levenslijn. (p. 98-140)

16 Alstein, M. v (2020) Tanzen in Dreifalt: Mysterien der Trinitaet IV

17 Biesta, G.J.J. (2015) Het prachtige risico van onderwijs (Culemborg)

18 Huxley, A. (1962) Island (Londen)

19 Steiner, R. (1908) Das Hereinwirken geistiger Wesenheiten in den Menschen (GA 102) (Berlijn)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

We zijn voor dit rapport gericht op zoek gegaan naar informatie over de twee voorwaarden voor goed functionerende examencommissies die tijdens en na het onderzoek Verdere

Dit vraagt van hen een grote professionaliteit in het bewust en actief aandacht schenken aan het mogelijk maken van ontmoetingen tussen gezinnen (Geens et al., 2018). Al deze

Ook mag volgens de KRW toekom- stige economische groei geen toename van verontreiniging en belasting van water tot gevolg hebben.Om dit te realiseren is een integrale aanpak van

Te Hattem, dat hij sinds hij er in 1786 voor goed wegging, uitgesloten van de amnestie en twee jaar later met onthoofding bedreigd als hij mocht probeeren er terug te komen, slechts

Het onderzoek van Filip Dewallens naar het statuut van de ziekenhuisarts kon niet op een beter moment komen. Het statuut bestaat nu bijna 30 jaar, maar grondig juridisch onderzoek

Daarbij koppelt de auteur de eigendomsexclusiviteit voor het eerst zeer expli- ciet aan de (actieve) elasticiteit van het eigendomsrecht. Hierdoor komen een aan- tal paradigma’s op

Voor sommige instrumenten zijn voldoende alternatieven – zo hoeft een beperkt aantal mondelinge vragen in de meeste gevallen niet te betekenen dat raadsleden niet aan hun

[r]