• No results found

Programmabegroting

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Programmabegroting"

Copied!
158
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Programmabegroting

2013 - 2016

(2)
(3)

Inhoudsopgave

Aanbiedingsbrief 5 Leeswijzer 7

Financieel overzicht 9

Programma’s

1. Gemeenteraad 11

2. Dienstverlening 15

3. Veiligheid en wijkgericht werken 19

4. Jeugd en onderwijs 23

5. Maatschappelijke participatie 29

6. Kunst en cultuur 37

7. Sport en recreatie 43

8. Mobiliteit en openbare ruimte 49

9. Duurzaamheid en milieu 55

10. Ruimtelijke ontwikkeling en wonen 61

11. Economie 67

12. Organisatie 71

13. Financiën en belastingen 75

Monitor bezuinigingen uit programmabegroting 2012-2015 79

- Financieel 81

- Maatschappelijke effecten 89

Paragrafen

- Weerstandsvermogen 105

- Onderhoud kapitaalgoederen 111

- Financiering 113

- Verbonden partijen 115

- Grondbeleid 121

- Lokale heffingen 131

- Bedrijfsvoering 133

Bijlagen 135

- Integraal Voorzieningenbeleid (IVB) 137

- Voortgangsrapportage IUP 143

- Overzicht incidentele baten en lasten 147

- Overzicht uitkomsten septembercirculaire 2012 149

- Overzicht nieuwe bezuinigingen 151

- Financieel overzicht bestaande begroting 155

(4)
(5)

Aanbiedingsbrief

Aan de gemeenteraad Oss, 9 oktober 2012 Onderwerp:

Programmabegroting 2013-2016

In de vorige begroting hebben we voor tien miljoen aan bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Met veel van deze maatregelen hebben we inmiddels een start gemaakt. In de voorjaarsnota gaven we al aan dat ons daarna nog meer te wachten staat. Dat klopt, maar nu blijkt ook dat we wat meer tijd heb- ben. In deze aanbiedingsbrief lichten we de begro- ting, de ontwikkelingen en ons beleid kort toe.

We noemden de vier belangrijkste ontwikkelingen al in onze voorjaarsnota. Vergrijzing, recessie, het over- nemen van rijkstaken en de grotere samenwerking met onder meer andere overheden, burgers en or- ganisaties; in de gemeente en de regio. Ook Oss gaat een groter beroep doen op de eigen verantwoorde- lijkheid van mensen. Natuurlijk moeten mensen mee kunnen blijven doen in de samenleving. Als ze dat niet zelfstandig kunnen, dan kunnen ze terugvallen op hun omgeving, of waar nodig op de gemeente.

Maar we beseffen heel goed dat we als gemeente niet meer alles kunnen doen wat we deden of wat we willen. In de fundamentele heroriëntatie heeft de raad mee richting kunnen geven aan de koers.

Vanuit die ontwikkeling en de andere rol van de overheid hebben we gekeken naar de forse op- gave waar we voor staan. In de voorjaarsnota, die uitkwam rond het zogenoemde Lenteakkoord, kondigden we deze opgave al aan. We staan voor ingrijpende keuzes en veranderingen boven op het coalitieprogramma van januari 2011. We zijn daar- mee hard aan het werk.

Op dit moment zijn de effecten van het Lenteak- koord en de septembercirculaire minder ingrijpend dan we verwacht hadden. De kern van dit akkoord is een set belastingmaatregelen. De gevolgen voor gemeenten zijn daarom tot nu toe beperkt. Maar daarmee zijn we er niet. Het demissionaire kabinet Rutte heeft dossiers uitgesteld tot na de verkiezin- gen. Dossiers die een grote impact op gemeenten hebben, ook financieel. Het is afwachten wat het nieuwe kabinet over deze dossiers gaat voorstellen

Vanaf 2013

Bij het invullen van de bezuinigingen in deze pro- grammabegroting zijn we doorgegaan op de weg die we vorig jaar in de programmabegroting en de voor- jaarsnota ingezet hebben. We hebben gekeken hoe we onze voorzieningen en ons beleid zoveel mogelijk overeind kunnen houden.

We hebben er allereerst voor gekozen om onze begroting meer robuust temaken. We vonden mo- gelijkheden om in inkomsten en uitgaven minder afhankelijk te zijn van de conjunctuur en de econo- mische situatie, bijvoorbeeld rond werk en bijstand, grondbedrijf, vergunningen en voorzieningen.

Daarnaast hebben we nieuwe maatregelen geno- men, bijvoorbeeld een nieuw geluidsfonds en een versterkt mobiliteitsfonds. Met het vormen van een geluidsfonds zetten we de eerste stap in maatregelen om geluidsoverlast tegen te gaan, zoals stiller asfalt of minder geluidsoverlast bij beheer en onderhoud in het centrum. Het mobiliteitsfonds is in de vorige programmabegroting ingesteld. Met hogere parkeer- opbrengsten kunnen we een extra project uitvoeren van het meerjarig investeringsprogramma mobiliteit, het zogenoemde Mipmo. Hierin heeft de raad een top vijf van infraprojecten vastgesteld. Een of meer van deze projecten leggen we aan de raad voor.

Veel van de lijn van de voorjaarsnota krijgt dus in deze begroting zijn beslag. We bezuinigen onder meer op professionele culturele instellingen en het inkopen van groenbeheer. De burgers krijgen een grotere rol en verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld bij het wijkbeheer en het overdragen van eenvoudige beheertaken aan sportverenigingen. We vullen taken anders in, bijvoorbeeld de coaching van risicojeugd of het maatschappelijk werk. Daarnaast verhogen we enkele leges en belastingen, bijvoorbeeld de hondenbelasting en de leges voor het afwijken van bestemmingsplannen en gaan we wat meer kosten voor planologische procedures doorberekenen.

In de gemeente lopen nu nog heel veel plannen die in ‘betere tijden’ gestart zijn. Vanuit de Visie Dynamisch Stadscentrum willen we op vijf plekken nieuwe woningen, winkels, kantoren en andere voor- zieningen bouwen. Ook in Lith lagen veel plannen en ideeën. Te veel, blijkt in deze tijd. We gaan door met de projecten die heel belangrijk zijn voor de eco- nomie of de woningbehoefte. Met andere plannen

(6)

Komende jaren

Door de latere effecten van het rijksbeleid kunnen we even wat minder haast maken met de verwachte extra bezuinigingen. Dat betekent niet dat ze van de baan zijn, maar dat we wat meer tijd hebben om ze in te voeren. Voor de toekomstige opgave staan we dus nog steeds voor fundamentele keuzes. Voor de volgende voorjaarsnota zullen we in ieder geval op de volgende thema’s een verdiepingsslag maken, om te kijken hoe we deze keuzes op een verantwoorde manier kunnen maken.

• Het Osse subsidiebeleid wordt soberder.

Beleid dat past bij deze tijd, dat aanvult waar dat echt nodig is. In 2013 willen we met alle betrokkenen dit nieuwe beleid ontwikkelen.

• Onder de noemer ‘de Kanteling’ willen we in het sociale domein ‘meer doen met minder’.

In de komende periode gaan gemeente en externe partijen onderling deze besparingen realiseren.

• We werken aan een dekkend netwerk van basisscholen die zich omvormen tot een Integraal Kind Centrum. Dat zal gebaseerd zijn op goede samenwerkingsafspraken, gedeelde kosten en een gezamenlijke verantwoordelijk- heid. Het huidige Horizonschoolbeleid gaat hier geleidelijk in over.

• Ook bij accommodaties voor sport, cultuur en verenigingen zoeken we naar samenwerking en het beter benutten van de bestaande ge- bouwen en velden. We noemen dat Integraal Voorzieningenbeleid (IVB). Met de voorzienin- genkaart kijken we of accommodaties voor de wijken en kernen bereikbaar blijven.

• De transities in de zorg zijn ook een stimulans voor nauwere samenwerking tussen profes- sionals rond wonen, welzijn en zorg. Als de hulpverleners elkaar onderling van dienst zijn, ondersteunen ze de kwetsbare burgers beter, zonder dat de zorgkosten uit de hand lopen.

Hiermee presenteren we de gemeenteraad in een moeilijke tijd een solide programmabegroting en be- leid voor de komende jaren, die past bij de verander- de samenleving en de andere rol die een gemeente daarin speelt.

Burgemeester en wethouders van Oss.

De secretaris, De burgemeester,

Drs. M.J.H. van Schaijk Drs. W.J.L. Buijs-Glaudemans

Aanbiedingsbrief

(7)

Leeswijzer

De programmabegroting bestaat uit diverse onder- delen. In deze leeswijzer wordt bij alle onderdelen een korte uitleg gegeven.

Aanbiedingsbrief

In de aanbiedingsbrief geeft het college van burge- meester en wethouders aan wat de koers voor de komende periode zal zijn.

Financieel overzicht

In het financieel overzicht worden de financiële gegevens die bij de afzonderlijke programma’s zijn opgenomen gebundeld. Zo wordt in één oogopslag inzichtelijk hoe de gemeente er financieel voor staat.

Programma’s

Per programma wordt beschreven wat het college de komende periode wil bereiken (onderdeel 1 van elk programma). Vervolgens wordt aangegeven wat het college wil doen om de doelen te realiseren (onderdeel 2). Daarna worden per programma de bezuinigingsvoorstellen beschreven (onderdeel 3).

Zoals in de afgelopen voorjaarsnota is aangegeven staan we voor een nieuwe bezuinigingsronde. In dit onderdeel doen we voorstellen om de tekorten op te lossen. Vervolgens worden per programma de 3O-ontwikkelingen gemeld (onderdeel 4). Tenslotte worden eventuele overige ontwikkelingen gemeld (onderdeel 5) en wordt een overzicht gegeven van de financiën van het programma (onderdeel 6).

Het begrip 3O-ontwikkelingen wordt hierna toegelicht.

3O-ontwikkelingen

3O-ontwikkelingen zijn financiële afwijkingen op bestaande activiteiten. Bij de uitvoering van een activiteit kan in de loop van het jaar blijken dat meer geld nodig is om deze volledig uit te kunnen voeren.

Aan de andere kant komt het ook voor dat activitei- ten voor minder geld uitgevoerd kunnen worden dan oorspronkelijk gedacht was. De financiële afwij- kingen kunnen dus zowel meevallers als tegenvallers zijn. Deze worden 2 keer per jaar in beeld gebracht:

bij de voorjaarsnota en bij de programmabegroting.

Monitor bezuinigingen uit programmabe- groting 2012-2015

De programmabegroting 2012-2015 is vorig jaar vastgesteld met een groot pakket aan bezuinigings- maatregelen. We volgen de effecten van de bezuini- gingen, zowel in financieel opzicht als in termen van maatschappelijke effecten. Dat doen we 2 keer per jaar. De uitkomsten nemen we op in de voorjaars- nota’s en programmabegrotingen. In de afgelopen voorjaarsnota is de eerste bezuinigingsmonitor opgenomen.

In het financiële deel van de monitor is aan de hand van stoplichten aangegeven of de bezuinigingen gerealiseerd worden. Nu blijkt bij een aantal on- derdelen dat de bezuiniging een hogere besparing oplevert dan oorspronkelijk verwacht was. Daar- naast blijken enkele bezuinigingen (in een bepaald jaar) niet gerealiseerd te kunnen worden. Dit is bij de desbetreffende bezuinigingen expliciet aangege- ven en financieel vertaald. Het totale effect van deze afwijkingen is verwerkt in een aangepaste totaal- telling van alle bezuinigingen. Ook de oorspronke- lijke totaaltelling is weergegeven, zodat de totale verschillen inzichtelijk zijn.

Na het financiële deel volgt de monitor over de maatschappelijke effecten. In de eerste monitor in de afgelopen voorjaarsnota is vooral aangegeven op welke manier we de (maatschappelijke) effec- ten van de bezuinigingen gaan meten. Concrete meetresultaten zullen in komende monitoren steeds meer een plek krijgen. Veel bezuinigingen zijn im- mers pas recent ingevoerd of worden de komende jaren doorgevoerd. Daarom zijn meetresultaten nu nog niet altijd beschikbaar. In de monitor in deze programmabegroting zetten we de eerste stap in het opnemen van concrete meetresultaten; we hebben de cijfers opgenomen die nu beschikbaar zijn.

Verder merken we op dat het niet altijd mogelijk is om (maatschappelijke) effecten rechtstreeks toe te schrij- ven aan een bepaalde bezuinigingsmaatregel. Effecten kunnen ook andere oorzaken hebben. Er kunnen bij- voorbeeld andere redenen zijn waarom iets terugloopt of waarom inwoners voorzieningen minder gebruiken.

Te denken valt aan demografische of economische

(8)

Leeswijzer

Bijlagen:

Integraal Voorzieningenbeleid (IVB)

Deze bijlage gaat over het Integraal Voorzieningen- beleid. De uitgangspunten, actuele ontwikkelingen, visie en aanpak worden toegelicht.

Voortgangsrapportage IUP

De gemeente voert elk jaar een groot aantal projec- ten uit in het kader van het Integraal Uitvoerings- programma (IUP). Het gaat dan om werkzaamheden aan bijvoorbeeld wegen, fietspaden, riolering en openbaar groen. In de voortgangsrapportage wordt inzicht gegeven in de stand van zaken van deze werkzaamheden.

Overzicht incidentele baten en lasten

In deze bijlage wordt een overzicht van de incidente- le baten en lasten gegeven. Incidenteel houdt in dat het gaat om baten en lasten die een tijdelijk karakter hebben. Deze zitten slechts één of enkele jaren in de begroting.

Dit overzicht geeft niet alleen inzicht in de inciden- tele baten en lasten, maar is ook een hulpmiddel bij het beoordelen van het structurele begrotingssaldo.

De baten en lasten die niet incidenteel zijn, zijn im- mers structureel van aard. Het structurele begro- tingssaldo geeft aan of de structurele lasten met structurele baten worden afgedekt. Als dat het geval is, is de begroting structureel in evenwicht.

Overzicht uitkomsten september- circulaire 2012

We hebben de septembercirculaire dit jaar, in tegenstelling tot andere jaren, kort na Prinsjesdag ontvangen. In deze bijlage geven we een totaalover- zicht van de effecten van de septembercirculaire. De afzonderlijke effecten zijn als 3O-ontwikkelingen bij de desbetreffende programma’s opgenomen.

Overzicht nieuwe bezuinigingen

De bezuinigingsvoorstellen die bij de afzonderlijke programma’s zijn opgenomen zijn hier in een totaal- overzicht opgenomen.

Financieel overzicht bestaande begroting

In de programma’s zijn de cijfers van het bestaande beleid op hoofdlijnen weergegeven. Meer gedetail- leerde cijfers zijn in deze bijlage opgenomen.

(9)

Financieel overzicht

Het saldo van de programmabegroting is als volgt

opgebouwd: + is netto-uitgaven

- is netto-inkomsten bedragen x € 1.000

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Saldo voorjaarsnota 0 0 813 811 807 0

3O-ontwikkelingen -1.332 220 566 52 -14 0

Overige ontwikkelingen 0 380 130 130 130 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 -186 -658 -933 -956 0

Tussensaldo programmabegroting -1.332 414 851 60 -33 0

Saldo begroting via algemene reserve 1.325 -414 -851 -60

Saldo programmabegroting -7 0 0 0 -33 0

(10)
(11)

Gemeenteraad

1

(12)

1. Wat willen we bereiken?

We gaan op zoek naar nieuwe oplossingen

Het einde van de economische en financiële crisis is nog niet in zicht. De gemeente zal efficiënt en ef- fectief met de beperkte middelen om moeten gaan.

De gemeenteraad heeft begin 2012, samen met het college van B&W, de eerste stappen gezet in de fun- damentele heroriëntatie. Het is duidelijk dat het niet eenvoudig is om nieuwe oplossingen te vinden voor de problemen van vandaag. De gemeenteraad is eens- luidend over de wens om Oss een sociale gemeente te laten blijven, mensen in Oss moeten kunnen blijven meedoen. Er zal bij die inwoners van Oss die hiertoe in staat zijn een groter beroep worden gedaan op de creativiteit en de eigen verantwoordelijkheid.

We zijn een interactief en transparant gemeentebestuur

De gemeenteraad heeft in deze tijd vol veranderingen de belangrijke taak om het college de kaders mee te geven waarbinnen zij de gemeente kan besturen, maar zal binnen de raadsbudgetten ook zelf actief op zoek blijven gaan naar bezuinigingsmogelijkhe- den. Ook wil de gemeenteraad zijn controlerende en volksvertegenwoordigende rol goed invullen. We blijven investeren in burgerparticipatie. Een belang- rijk uitgangspunt hierbij is dat de gemeenteraad zijn bestuurlijke rol interactief en transparant wil vervullen.

1 Gemeenteraad

2. Wat gaan we daarvoor doen?

- We gaan papierloos vergaderen; alle raadsleden en commissieleden hebben sinds de zomer van 2012 de beschikking over een iPad. Papierloos vergaderen draagt bij aan een efficiënt vergaderproces en is kostenbesparend.

- De commissievergaderingen worden voortaan, net als de raadsvergaderingen, opgenomen via web- casting en rechtstreeks uitgezonden. Inwoners van Oss kunnen nu dus ook de commissievergaderin- gen vanuit thuis volgen. Dit verbetert de transpa- rantie van het gemeentebestuur.

- We gaan door met het opleidingsprogramma van de gemeenteraad. Hiermee wordt mede invulling gegeven aan de versterking van de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraad.

- De pilot nieuw vergaderstelsel wordt eind 2012 geëvalueerd. De nieuwe manier van vergaderen moet besluitvorming versnellen, transparantie en inspraak optimaliseren en de positie van de gemeenteraad versterken.

(13)

1 Gemeenteraad

3. Wat gaan we niet meer doen/

minder doen/anders doen?

N.v.t.

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten - is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000 Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Werkkostenregeling -74 -74 -74 -74

Totaal 3O-ontwikkelingen 0 -74 -74 -74 -74 0

+ is netto-uitgaven - is netto-inkomsten bedragen x € 1.000

4. 3O-ontwikkelingen

Toelichting 3O-ontwikkelingen Werkkostenregeling

In het kader van de invoering van de nieuwe werkkos- tenregeling is er vanaf 2013 een structureel voordeel van € 74.000 op de vergoedingen aan de gemeente- raadsleden.

5. Overige ontwikkelingen

N.v.t.

6. Wat mag het kosten?

Hierna wordt een financieel overzicht van het programma gegeven.

Programma 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Bestaand beleid

Lasten 1.421 1.308 1.308 1.280 1.280 0

Baten -2 -2 -2 -2 -2 0

Saldo 1.419 1.306 1.306 1.278 1.278 0

Stortingen reserves 0 0 0 0 0 0

Onttrekkingen reserves -113 0 0 0 0 0

Saldo mutaties reserves -113 0 0 0 0 0

Totaal bestaand beleid 1.306 1.306 1.306 1.278 1.278 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 0 0 0 0 0

(14)
(15)

Dienstverlening

2

(16)

1. Wat willen we bereiken?

‘De gemeente is in 2015 hét loket voor de burger voor bijna de gehele overheid’.

“Als portaal van de Nederlandse overheid zorgt de gemeente ervoor dat burgers, bedrijven en instel- lingen alle producten direct bij haar kan afnemen of dat ze via haar bemiddeling door andere overheden dan wel ketenpartners worden geleverd. De gemeen- te kan burger en bedrijf dus ook helpen als het gaat om een product of dienst van een andere overheid.

De burger zal niet meer van het kastje naar de muur gestuurd worden!”

We hanteren duidelijke servicenormen voor onze dienstverlening.

In relatie tot deze landelijke ambitie heeft Oss de eigen dienstverleningsambitie geconcretiseerd.

We zijn betrokken en proactief. We zijn makkelijk bereikbaar via onze kanalen balie, telefoon, post en website. We werken integraal, eenduidig en trans- parant. We voeren de dienstverlening efficiënt en deskundig uit.

Voor de burger moet dit resulteren in:

• Ik weet waar ik moet zijn

• Ik ben snel en goed geholpen

• Ik ben serieus genomen

• Ik weet waar ik aan toe ben

We richten onze dienstverleningskanalen zo in dat de burger altijd dezelfde betrouwbare informatie krijgt.

Om deze ambities te realiseren wordt een volwaar- dig KlantContactCentrum (KCC) ontwikkeld. Het KCC is de verzamelnaam voor de ingangen (balie, telefoon en website) waarmee de klant in con- tact met de gemeente kan komen. Het doel is het realiseren van een herkenbare ingang per dienst- verleningskanaal. Dit betekent concreet dat er één 14+netnummer komt voor telefonische herkenbaar- heid, één fysieke informatiebalie voor bezoekers en één website met webloket. Welk kanaal de burger ook kiest, hij krijgt steeds hetzelfde betrouwbare en actuele antwoord.

2. Wat gaan we daarvoor doen?

De doelstelling is dat er in de verschillende kanalen (telefoon, balie en website) eenduidige en actuele in- formatie verstrekt wordt. Om dat te realiseren lopen de volgende projecten:

Implementatie KlantContactSysteem (KCS)

We gaan door met de implementatie van het KlantContactSysteem (KCS) als onderdeel van het KlantContactCentrum. Dit systeem helpt de mede-

2 Dienstverlening

Het vierde kwartaal van 2012 en het eerste kwartaal van 2013 staan in het teken van het uitrollen en ver- der implementeren en professionaliseren van deze informatiebron in de organisatie.

Digitale formulieren en ‘Mijn Loket’

Op de website komen in 2013 meer digitale formu- lieren beschikbaar zodat de burger diensten vanaf thuis kan aanvragen. Daarnaast bouwen we verder aan een toegankelijkere website die via ‘Mijn Loket’

op de website van de gemeente dezelfde eenduidige en actuele informatie beschikbaar stelt als via de kanalen telefoon en balie.

Toegankelijke website

Daarnaast bouwen we verder aan een toegankelij- kere website die het waarmerk drempelvrij krijgt.

Dat betekent dat de website ook gebruiksvriendelijk is voor mensen met een visuele, auditieve, verstan- delijke of motorische handicap, voor senioren, voor mensen met kleurenblindheid, voor mensen met dyslexie en voor mensen die Nederlands als tweede taal spreken. Op deze manier zorgen we ervoor dat alle burgers toegang hebben tot de beschikbare informatie.

Implementeren 14+netnummer

Een ander onderdeel van het KlantContactCentrum is het 14+netnummer. Het resultaat is één tele- fonische ingang bij de gemeente, waar de burger terecht kan met al zijn vragen. Door registratie van de contactmomenten kunnen we de dienstverlening aan de burgers verder professionaliseren. We denken mee, adviseren en beantwoorden direct de vragen van de klant. De burger krijgt direct antwoord of wordt doorverbonden met de juiste medewerker.

Eenmalige gegevensverstrekking en moder- nisering GBA

We zetten in op eenmalige gegevensverstrekking (BasisRegistratiePersonen) en modernisering van de GBA. De modernisering van de GBA betekent dat we gegevens centraal gaan opslaan waardoor we plaatsonafhankelijke dienstverlening kunnen gaan aanbieden. Dit moet uiteindelijk leiden tot auto- matisch zaakgericht werken. Hierbij volgen we de landelijke ontwikkelingen en werken we samen met de regio.

Er staan twee kernpunten op de agenda van 2013.

Ten eerste dat er een centrale administratie komt waarbij de basisgegevens en kernregistraties op orde zijn, zodat we op een eenduidige manier naar burgers en bedrijven communiceren. Ten tweede een goede aansluiting van de systemen op de processen.

Het streven is om de modernisering van de GBA in de eerste helft van 2015 volledig geïmplementeerd te hebben.

(17)

2 Dienstverlening

3. Wat gaan we niet meer doen/

minder doen/anders doen?

N.v.t.

4. 3O-ontwikkelingen

N.v.t.

5. Overige ontwikkelingen

N.v.t.

6. Wat mag het kosten?

Hierna wordt een financieel overzicht van

het programma gegeven. + is netto-uitgaven

- is netto-inkomsten bedragen x € 1.000 Programma 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Bestaand beleid

Lasten 3.715 3.672 3.572 3.572 3.572 0

Baten -1.707 -1.480 -1.480 -1.480 -1.480 0

Saldo 2.008 2.192 2.092 2.092 2.092 0

Saldo mutaties reserves 0 0 0 0 0 0

Totaal bestaand beleid 2.008 2.192 2.092 2.092 2.092 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 0 0 0 0 0

3O-ontwikkelingen 0 0 0 0 0 0

Overige ontwikkelingen 0 0 0 0 0 0

Totaal programma 2.008 2.192 2.092 2.092 2.092 0

(18)
(19)

Veiligheid en wijkgericht werken

3

(20)

1. Wat willen we bereiken?

Met ruim 84.000 inwoners is Oss uitgegroeid tot een flinke gemeente. Het is belangrijk dat bewoners zich thuis voelen in hun eigen woonomgeving, zowel in de landelijke kernen als in de stedelijke wijken. De gemeente investeert daarom in leefbaarheid door veiligheid en wijkgericht werken in een krachtige gemeenschap.

Veiligheid

Voor de veiligheid in wijken en kernen streven we naar een rapportcijfer van minimaal een 6,5

1

.

De gemeente blijft inzetten op een veilige leefomge- ving door het bestrijden van overlast in de buurt, het terugdringen van woninginbraken en fietsendiefstal.

Tegelijkertijd wordt gewerkt aan het keurmerk Veilig Uitgaan. Dit doen we samen met partijen als politie, justitie, de horeca en partners op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

Wijkgericht werken

We willen de leefbaarheid in wijken en kernen bevorderen, waarbij de leefbaarheid in wijken en dorpen minimaal een rapport- cijfer 6,5 scoort

2

.

Niet elke kern of wijk heeft dezelfde wensen. De gemeente investeert in de gemeenschap, dichtbij de burger en samen met de wijk- en dorpsraden, en daagt nadrukkelijk alle burgers uit hiervoor de verantwoordelijkheid op te pakken.

Met de wijk- en dorpsraden gaan we in gesprek om de focus te verscherpen.

In de dorpen en wijken streeft de gemeente naar het verder versterken van de sociale netwerken van mensen die weten wat er in de omgeving speelt, die elkaar kennen en die samen de handen uit de mouwen steken om te zorgen voor een fijne leefom- geving en voor elkaar. De gemeente richt zich hierbij op kerntaken en het versterken van de eigen kracht van de buurt/de gemeenschap.

3 Veiligheid en wijkgericht werken

2. Wat gaan we daarvoor doen?

Voor de veiligheid in wijken en kernen streven we naar een rapportcijfer van minimaal een 6,5.

- We maken in nauw overleg met onze partners een visie integrale veiligheid voor de komende 4 jaar.

- We werken meer samen. De brandweer is inmid- dels regionaal georganiseerd en de politie wordt genationaliseerd. Voor het Veiligheidshuis geldt dat het rijksbeleid op dit gebied wijzigt. Er wordt meer samengewerkt met het Veiligheidshuis in

’s-Hertogenbosch.

- In regionaal verband worden met de veiligheids- partners zaken aangepakt. Speerpunt wordt het terugdringen van het aantal woninginbraken.

- We blijven onze handhavers gericht inzetten op plaatsen waar mensen zich onveilig voelen. Dit draagt niet alleen bij aan een betere veiligheid maar ook aan een betere veiligheidsbeleving.

- Naast het voorkomen van rampen, bereiden we ons wel voor op mogelijke rampen. We hebben daarvoor een rampenplan en oefenen regelmatig.

We willen de leefbaarheid in wijken en kernen bevorderen, waarbij de leefbaarheid in wijken en dorpen minimaal een rapport- cijfer 6,5 scoort.

- We blijven zo dicht mogelijk bij de burger. We or- ganiseren wonen, welzijn en zorg zoveel mogelijk vanuit de wijken en kernen.

- We betrekken burgers zoveel mogelijk bij het beheer van de voorzieningen.

- We richten ons meer op de eigen kracht van bewoners(organisaties) en wijk- en dorpsraden.

We stimuleren mensen actiever te worden in de eigen omgeving. Hierbij geldt het motto ‘Van klacht naar kracht’. De gemeente heeft minder geld beschikbaar. Samenwerken in de buurt geeft verbinding, en het versterkt elkaar. Elke 2 jaar maken we samen met de netwerkpartners en in overleg met de wijk- en dorpsraden gezamenlijk een uitvoeringsprogramma.

- We gaan met alle betrokkenen in gesprek over het wijkgericht werken. Doen we de juiste dingen, doen we ze goed en is de huidige organisatiestruc- tuur passend?

(21)

3 Veiligheid en wijkgericht werken

3. Wat gaan we niet meer doen/

minder doen/anders doen?

- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016

Verminderen middelen wijk- -33 -33 -33

en dorpsgericht werken

Totaal bezuinigingsvoorstellen 0 0 -33 -33 -33

Toelichting bezuinigingsvoorstellen Verminderen middelen wijk- en dorpsge- richt werken

• Toelichting

We behouden het systeem van wijk- en dorpsraden in elke wijk of voormalige zelfstandige gemeente.

We kiezen niet voor samenvoegingen of opheffing.

We bezuinigen wel 10% op de uitvoeringsbudgetten voor wijk- en dorpsgericht werken. Het gaat om het algemene budget voor wijkgericht werken, de eigen budgetten van de wijk- en dorpsraden, de onkosten- vergoedingen voor de wijk- en dorpsraden en het budget voor Buurtwerk(t). Dit leidt vanaf 2014 tot een besparing van € 33.000.

• Argumentatie

We hechten veel waarde aan de inzet van wijk- en dorpsraden voor de leefbaarheid in wijken, dorpen en buurten. Daarom behouden we het systeem van wijkgericht werken. We willen in overleg met de wijk- en dorpsraden gaan bepalen op welke manier de bezuiniging ingevuld kan worden. Het college gaat hierover tijdens het bestuurlijk overleg in ge- sprek met de wijk- en dorpsraden.

• Maatschappelijke effecten

De korting zal voor de wijk- en dorpsraden beteke- nen dat zij hun prioriteiten zullen moeten bijstellen.

We willen in overleg met de wijk- en dorpsraden bepalen op welke manier we deze korting gaan realiseren.

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten - is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000 Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel Project nazorg ex-gedetineerden 22

TOR/HOR -12

Totaal 3O-ontwikkelingen 10 0 0 0 0 0

4. 3O-ontwikkelingen

(22)

3 Veiligheid en wijkgericht werken

+ is netto-uitgaven - is netto-inkomsten bedragen x € 1.000 Programma 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Bestaand beleid

Lasten 6.387 6.200 6.185 6.185 6.185 0

Baten -473 -473 -473 -473 -473 0

Saldo 5.914 5.727 5.712 5.712 5.712 0

Stortingen reserves 0 0 0 0 0 0

Onttrekkingen reserves -85 0 0 0 0 0

Saldo mutaties reserves -85 0 0 0 0 0

Totaal bestaand beleid 5.829 5.727 5.712 5.712 5.712 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 0 -33 -33 -33 0

3O-ontwikkelingen 10 0 0 0 0 0

Overige ontwikkelingen 0 0 0 0 0 0

Totaal programma 5.839 5.727 5.679 5.679 5.679 0

5. Overige ontwikkelingen

N.v.t.

6. Wat mag het kosten?

Hierna wordt een financieel overzicht van het programma gegeven.

(23)

Jeugd en onderwijs

4

(24)

1. Wat willen we bereiken?

Oss staat voor verschillende uitdagingen als het gaat om jeugd, jongeren en gezinnen. Voorbeelden hiervan zijn afnemende leerlingaantallen (krimp), toenemende werkloosheid - ook onder jongeren - en ten opzichte van de regio een hoger percentage voor- tijdig schoolverlaters. Daarnaast zullen de landelijke stelselwijzigingen ‘Transitie Jeugdzorg’ en ‘Passend onderwijs’ een grote impact hebben op het lokale en regionale domein van jeugd en onderwijs.

We hebben als gemeente de taak om samen met het onderwijs op een goede manier in te spelen op de ontgroening en afnemende leerlingaantallen. Deze ontwikkelingen vragen onder andere aanpassingen in de huisvesting van scholen. Dit is een wettelijke taak van de gemeente. Hier is een goede financiële basis voor nodig. We hebben altijd veel investerin- gen gedaan in onderwijshuisvesting, maar deze zijn steeds op ad hoc basis gefinancierd. In de program- mabegrotingen werd afgewogen of geld beschikbaar werd gesteld voor individuele investeringen.

Op het gebied van jeugd en onderwijs voeren ge- meenten overleg met elkaar. Met de aankondiging van de decentralisatie van de jeugdzorg is dit geïn- tensiveerd en opgeschaald naar de regio Noordoost- Brabant. We werken nu in totaal met 20 gemeenten de plannen hiervoor verder uit. Vervolgens zullen we ook in de uitvoering gaan samenwerken. Oss is voor de decentralisatie van de jeugdzorg trekker voor de subregio’s Maasland, Uden/Veghel en Land van Cuijk.

Deze ontwikkelingen hebben ook consequenties voor het maatschappelijk vastgoed in Oss. Dit laatste overstijgt programma 4 en geldt ook voor de andere programma’s.

Tegen deze achtergrond zijn de volgende hoofddoel- stellingen geformuleerd:

- Jongeren en gezinnen naar vermogen (leren) deelnemen aan de samenleving en daarbij de eigen kracht benutten.

- Versterkte aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.

- Behoud van een sterke basisstructuur voor opvoedondersteuning en onderwijs.

- Voortzetten van Integraal Voorzieningenbeleid (IVB).

2. Wat gaan we daarvoor doen?

Jongeren en gezinnen naar vermogen (leren) deelnemen aan de samenleving en daarbij de eigen kracht benutten.

De gemeente legt het accent op de vorming en het gebruik van de eigen sociale netwerken rond jongeren, kinderen en hun gezinnen. Hiervoor gaan we werken volgens de principes en methodes van de Kanteling in het sociale domein. Gebruik van de

4 Jeugd en onderwijs

Versterkte aansluiting van onderwijs op de arbeidsmarkt.

De komende periode gaan we het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters verder terugdringen conform afspraken die het Rijk, schoolbesturen en gemeenten in Brabant-Noordoost maakten (zie Con- venantafspraak vsv ‘12-‘15). Daarnaast ontwikkelen we samen met het onderwijs en regiogemeenten

‘Werkscholen’ voor kwetsbaardere groepen leerlin- gen. Verder versterkt de gemeente de samenwerking tussen overheid, onderwijs en ondernemers.

Behoud van een sterke basisstructuur voor opvoedondersteuning en onderwijs.

Behalve het voortzetten van de huidige (basis) voorzieningen, kent dit onderdeel een aantal grote opgaven waar we op in gaan zetten, namelijk:

- Voorbereiding van het Centrum voor Jeugd en Gezin op de Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs.

- Doorontwikkeling van Horizonscholen naar Integrale Kindcentra met een adequate beheerstructuur.

- Uitwerking van het harmonisatiebeleid. Integra- tie van peuterspeelzalen in kinderdagopvang.

- Herziening van onderwijshuisvesting in relatie tot krimp om leegstand of overcapaciteit te voorkomen. We gaan de onderwijsaccommoda-

ties optimaal benutten en leegstand vermijden, bijvoorbeeld door scholen te verhuizen of door

onderwijsgebouwen ook te gebruiken voor wijk- of dorpshuisfuncties (Integraal Voorzienin- genbeleid). Daarbij baseren we ons op wet- en regelgeving. Daarnaast maken we gebruik van actuele leerlingenprognoses, die we om de twee jaar maken en in overleg met het onderwijs vaststellen.

- Planontwikkeling met het onderwijsveld om tot een goed gespreid aanbod van onderwijsgebouwen te komen, aansluitend bij de capaciteitsbehoefte en ontwikkelingen zoals het passend onderwijs.

- Zoals hiervoor is aangegeven worden investe- ringen in het onderwijs steeds individueel in de programmabegroting afgewogen. We gaan on- derzoeken of we deze ad hoc systematiek kunnen vervangen door een structurele financiële basis voor het uitvoeren van de wettelijke taak onder- wijshuisvesting, niet alleen voor investeringen en renovaties, maar ook voor kleine aanpassingen. We komen hier in de voorjaarsnota 2013 op terug.

Voortzetten van Integraal Voorzieningen- beleid (IVB).

We zetten het IVB-beleid voort en zetten in op clustering van voorzieningen en waar mogelijk op multifunctioneel gebruik van accommodaties. In dit kader gaan we op basis van een ‘voorzieningenkaart’

(25)

4 Jeugd en onderwijs

3. Wat gaan we niet meer doen/

minder doen/anders doen?

Toelichting bezuinigingsvoorstellen

Verlagen subsidie coachprojecten risicojeugd

• Toelichting

We willen de subsidie voor coachprojecten risico- jeugd vanaf 2013 met € 40.000 verlagen.

• Argumentatie

Sinds 2009 voeren Aanzet, Oosterpoort en Vivaan na- mens de gemeente gezamenlijk coachprojecten voor risicojongeren uit. In de praktijk blijkt weinig vraag te zijn naar dit extra coachingsaanbod. Het reguliere aanbod voorziet voldoende in de vraag.

• Maatschappelijke effecten

De maatschappelijke effecten van dit voorstel zijn beperkt. Het reguliere aanbod voorziet voldoende in de vraag naar coaching.

4. 3O-ontwikkelingen

- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016

Verlagen subsidie coachprojecten risicojeugd -40 -40 -40 -40

Totaal bezuinigingsvoorstellen 0 -40 -40 -40 -40

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten - is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000 Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel Junicirculaire 2012: invoeringskosten 44

decentralisatie jeugdzorg

Septembercirculaire 2012: invoeringskosten 66 decentralisatie jeugdzorg

Septembercirculaire 2012: Centrum voor 6 82 82 82 82

Jeugd en Gezin (CJG)

Leerplicht 33 33 33 33 33

Afboeken activa 102 -13 -13 -13 -13

Schoolzwemmen -82

Harmonisatie kinderopvang- -200 -200 -200 -200

peuterspeelzaalwerk

Budgettair neutrale 3O-ontwikkelingen

Inspecties peuterspeelzalen -10

(26)

4 Jeugd en onderwijs

Toelichting 3O-ontwikkelingen Junicirculaire 2012: invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg

In de junicirculaire is voor 2012 een extra budget van € 44.000 beschikbaar gesteld voor invoerings- kosten met betrekking tot de decentralisatie van de jeugdzorg.

Septembercirculaire 2012: invoeringskosten decentralisatie jeugdzorg

Net als in de afgelopen junicirculaire wordt in de septembercirculaire ook geld beschikbaar gesteld voor invoeringskosten met betrekking tot de decen- tralisatie van de jeugdzorg. Het gaat om een bedrag van € 66.000 voor 2013.

Septembercirculaire 2012: Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG)

We krijgen extra middelen uit de doeluitkering voor het Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze middelen zijn bedoeld om een gezonde leefstijl van de jeugd te bevorderen. Om hier invulling aan te geven is het onder andere de bedoeling dat jongeren vanaf 14 jaar een extra contactmoment met de jeugdgezond- heidszorg krijgen. We ontvangen hiervoor € 6.000 in 2012 en structureel € 82.000 vanaf 2013.

Leerplicht

De bijdrage aan gemeenschappelijke regeling Regionaal Bureau Leerplicht (RBL) is structureel

€ 33.000 te laag geraamd. Het gaat om een techni- sche aanpassing. De bezuiniging die we vorig jaar hebben doorgevoerd is gerealiseerd, met behoud van kwaliteit.

Afboeken activa

Op aangeven van de accountant wordt de investe- ringssubsidie voor de stichting Roest Rust, die de voormalige gemeente Lith op de staat van activa had opgenomen, in 2012 afgeboekt. Het gaat om een bedrag van € 45.000. De hiermee samenhangende kapitaallasten van € 4.000 vervallen vanaf 2013.

Daarnaast is het semi-permanente gebouw waarin het Polderhaasje was gehuisvest onlangs gesloopt.

De boekwaarde van € 57.000 dient in 2012 afgeboekt te worden. Vanaf 2013 vervallen de bijbehorende kapitaallasten (€ 6.000) en beheerkosten (€ 3.000).

In totaal leiden deze aanpassingen tot een nadeel van € 102.000 in 2012 en een structureel voordeel van € 13.000 vanaf 2013.

Schoolzwemmen

In de periode 1 januari – 1 augustus 2012 heb- ben veel minder scholen gebruik gemaakt van het schoolzwemmen. Hierdoor kan in 2012 een bedrag van € 82.000 vrijvallen. De subsidie op schoolzwem-

Harmonisatie kinderopvang-peuterspeel- zaalwerk

Peuterspeelzalen worden geïntegreerd met de kinderopvang. Dat betekent een besparing voor de gemeente. De gemeente betaalt namelijk voor peuterspeelzaalwerk terwijl kinderopvang door marktpartijen verzorgd wordt. Met de harmonisatie kunnen werkende ouders per 1 januari 2013 gebruik maken van de kinderopvangtoeslag. Hiervoor is vorig jaar in de programmabegroting € 250.000 als bespa- ring ingeboekt. Nu er meer zicht is op de werkelijke aantallen blijkt vanaf 2013 structureel € 200.000 extra bespaard te kunnen worden.

Budgettair neutrale 3O-ontwikkelingen Inspecties peuterspeelzalen

Een budget van € 10.000 voor de inspectie van peu- terspeelzalen dient in 2012 van dit programma naar programma 5 overgeboekt te worden. Deze wijziging verloopt budgettair neutraal.

Nieuwbouw NME

De reserve ten behoeve van de nieuwbouw van het NME dient in 2012 vrij te vallen. Daarmee kunnen gemaakte projectkosten afgedekt worden. Het gaat om een bedrag van € 80.000. Per saldo is sprake van een budgettair neutrale wijziging.

Overheveling middelen jeugd-onderwijsbeleid

Een structureel bedrag van € 40.000 dient, conform een B&W-besluit van 20 december 2011, vanaf 2014 overgeheveld te worden van jeugd-onderwijsbeleid naar de projectbegroting van de Talentencampus.

Deze wijziging verloopt budgettair neutraal.

(27)

4 Jeugd en onderwijs

5. Overige ontwikkelingen

5.1 Ontwikkelingen binnen bestaande budgetten

Scholencarrousel Ruwaard

In 2013 gaan we starten met het uitvoeren van de Scholencarrousel Ruwaard-Ussen. Hiermee geven we invulling aan het beleid om schoolgebouwen optimaal te benutten en leegstand te voorkomen. In goed overleg met de directies, docenten en ouders is besloten vier scholen te verhuizen naar andere schoolgebouwen. Hierdoor ontstaan drie sterke scholen in de Ruwaard. Verder wordt de leegstand van voormalige basisschool de Bussel in Ussen opgelost en kunnen twee schoolgebouwen op basis van het Integraal Voorzieningenbeleid worden herbestemd of de grond kan herontwikkeld worden.

Door deze verhuizing is geen grootschalige renovatie noodzakelijk voor de veertig jaar oude Montessori- school Elzeneind en is geen permanente uitbreiding nodig voor de Martinus van Beekschool.

De scholencarrousel Ruwaard-Ussen vraagt een inves- tering van € 1,8 miljoen (afschrijvingstermijn 40 jaar).

Dit investeringskrediet is beschikbaar via het investe- ringskrediet Algemeen Onderwijshuisvesting (€ 1.585.276) en uit de middelen van de investeringsa- genda bestemd voor de renovatie van de Montessori- school Elzeneind (€ 214.724). De bijbehorende kapitaal- lasten zijn daarmee ook al afgedekt in de begroting.

Het investeringskrediet Algemeen Onderwijshuis- vesting is gevormd bij een B&W-besluit in november 2011. Het bestaat uit restanten van investeringskre- dieten voor onderwijsgebouwen. Ook het investe- ringskrediet dat de raad beschikbaar heeft gesteld voor de uitbreiding van de Martinus van Beekschool is hierop verantwoord.

Eigendom MFA Ravengaarde

Na de herindeling met de gemeente Ravenstein zijn de Vereniging van Eigenaren van de Multifunctione- le Accommodatie Ravengaarde en de gemeente Oss met elkaar in gesprek geweest over het overnemen van het eigendom van het gebouw. In goed overleg met de Vereniging van Eigenaren is in 2012 besloten dat de gemeente het eigendom niet overneemt.

Overname zou een investering vergen en niet in lijn zijn met het Integraal Voorzieningenbeleid.

In plaats daarvan verstrekken we de Vereniging van Eigenaren een subsidie om de taken als eigenaar van de Multifunctionele Accommodatie en beheerder van Horizonschool de Morgenster uit te voeren. Deze subsidie wordt afgedekt uit het budget dat de raad voor een periode van vier jaar ter beschikking heeft gesteld voor het organiseren van het beheer van Ho- rizonschool de Morgenster en zal vanaf 2014 worden gedekt uit middelen van het budget Horizonscholen.

5.2 Ontwikkelingen met financiële

consequenties

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten - is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000 Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Onderwijshuisvesting algemeen 100 100 100 100

Totaal ontwikkelingen met 0 100 100 100 100 0 financiële consequenties

(28)

6. Wat mag het kosten?

Hierna wordt een financieel overzicht van

het programma gegeven. + is netto-uitgaven

- is netto-inkomsten bedragen x € 1.000 Programma 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Bestaand beleid

Lasten 20.116 17.685 17.781 17.581 17.581 0

Baten -3.688 -2.378 -2.379 -2.479 -2.479 0

Saldo 16.428 15.307 15.402 15.102 15.102 0

Stortingen reserves 116 116 0 0 0 0

Onttrekkingen reserves -790 -121 -110 -110 -110 0

Saldo mutaties reserves -674 -5 -110 -110 -110 0

Totaal bestaand beleid 15.754 15.302 15.292 14.992 14.992 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 -40 -40 -40 -40 0

3O-ontwikkelingen 93 -32 -98 -98 -98 0

Overige ontwikkelingen 0 100 100 100 100 0

Totaal programma 15.847 15.330 15.254 14.954 14.954 0

4 Jeugd en onderwijs

(29)

Maatschappelijke participatie

5

(30)

1. Wat willen we bereiken?

We willen de participatie van burgers stimuleren door minder van de beperkingen van mensen uit te gaan maar meer van de mogelijkheden van mensen en de inzet van hun sociale omgeving. We willen de ondersteuning van mensen zo organiseren dat mensen er in de loop van de tijd sterker van worden en minder zorgafhankelijk. We gaan deze omslag, de zogenaamde Kanteling, samen met professionele instellingen vormgeven.

Daarnaast spelen de verschillende transities op het sociale domein. Deze transities kunnen ook prima vanuit de gedachte van de Kanteling benaderd worden. Hoewel deze transities door de val van het kabinet zijn stopgezet, zal een nieuw kabinet deze transities naar verwachting in aangepaste vorm (Wet werken naar vermogen) c.q. in meer uitgebrei- de vorm (decentralisatie AWBZ) invoeren.

Wat in ieder geval vaststaat is dat we deze transities in regionaal verband oppakken. In de regio Brabant Noordoost-oost werken de 12 gemeenten al vele jaren samen rond onder andere sociale werkvoorzie- ning, verslavingszorg, maatschappelijke opvang en gezondheidszorg. Oss is trekker en centrumgemeen- te waar het rijksuitkeringen betreft. Met de komen- de decentralisatie van de AWBZ en de te verwachten wijzigingen in de Wsw en WWB is de samenwerking op die terreinen geïntensiveerd. Dit zal op het gebied van nieuwe zorgtaken vanuit de AWBZ ook leiden tot samenwerking in de uitvoering, gezien de gewenste schaalgrootte van gespecialiseerde zorg. Ook op het gebied van werk en inkomen zoeken we de samen- werking daar waar dat voordelen in efficiency en effectiviteit op kan leveren.

Met het voorzieningenbeleid van de Wmo willen we de zelfredzaamheid van burgers stimuleren.

We gaan ons Wmo-beleid meer ontwikkelen langs de lijn van de methodiek van de Kanteling. Kort gezegd: het stimuleren van zelfredzaamheid en sociale verbanden van burgers als iemand ook zelfstandig of met behulp van de sociale omgeving kan participeren in de samenleving. Dit vraagt een andere houding en werkwijze van de gemeente. Niet de voorziening staat centraal, maar de mogelijkhe- den en beperkingen van de mensen. Dat maakt het mogelijk naar oplossingen te zoeken die het beste passen bij de aanvrager en de beperkingen die hij ondervindt: maatwerk dus. Onderdeel van deze methodiek is dat er meer algemene en collectieve voorzieningen komen die voor iedereen gemakkelijk toegankelijk zijn.

5 Maatschappelijke participatie

Belangrijke randvoorwaarde is de betaalbaarheid van de individuele voorzieningen die nodig blijven.

De Wmo-benchmarks van de afgelopen jaren laten zien dat Oss voor de bezuinigingen uit de program- mabegroting 2012-2015 relatief veel geld per inwo- ner aan individuele voorzieningen uitgaf. Omdat we de solidariteit met kwetsbare burgers ook in deze tijden voorop blijven stellen, zijn we continu op zoek naar manieren om ons zorgstelsel betaalbaar én toegankelijk te houden.

Veranderingen in de opgave voor welzijn, ontwikkelingen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

Welzijn draagt in belangrijke mate bij aan het voor- komen dat problemen verergeren, waardoor later in het proces zwaardere hulp of zorg moet worden ingezet. In het kader van de kanteling van de Wmo en de drie transities (AWBZ, WWnv en Jeugdzorg) in het sociale domein veranderen de maatschappelijke opgaven voor het welzijnswerk. Mensen moeten hun eigen mogelijkheden en hun sociaal netwerk meer (kunnen) benutten. Als ze het vervolgens niet red- den, kunnen ze een beroep doen op voorzieningen.

Landelijk wordt gesproken over Welzijn Nieuwe Stijl.

Welzijn Nieuwe Stijl kent drie hoofddoelstellingen:

- gemeenschappelijker: de gemeente stelt de maatschappelijke agenda op (maatschappelijke doelen), in samenspraak met instellingen en burgers.

- professioneler/effectiever: sturen op resultaten en maatschappelijke effecten in plaats van sturen op producten.

- efficiënter (op macro niveau): van individuele oplossingen naar collectieve oplossingen.

Naast deze drie opgaven willen we de overlap aan activiteiten en voorzieningen opheffen en de samen- werking binnen het welzijnswerk in Oss versterken.

Op het terrein van wonen, welzijn en zorg willen we ondersteuning zo dichtbij mogelijk bieden, en dat is bij voorkeur in en door de eigen omgeving, de nulde lijn. De eerste lijn (algemene voorzieningen als de huisarts, maatschappelijk werk en welzijn) en de tweede lijn (collectieve of individuele voorzieningen die niet vrij toegankelijk zijn, maar slechts op basis van een afgegeven beschikking) hebben als taak om die omgeving te ondersteunen.

We richten de professionele ondersteuning zo in dat deze aanvullend is op en ondersteunend aan de ondersteuningsmogelijkheden uit de directe omgeving. Door ook ondersteuning te bieden aan mantelzorgers, vrijwillige hulp- en dienstverlening en algemene voorzieningen houdt de eigen omge- ving het bieden van ondersteuning beter en langer vol. Hierdoor is het voor mensen beter mogelijk om langer thuis of in de eigen vertrouwde omgeving te blijven wonen en langer geen professionele onder-

(31)

5 Maatschappelijke participatie

We willen dat meer mensen uit de bijstand uitstromen naar regulier werk. Regulier werk is het beste middel om te participeren in de samenleving.

Hoewel de Wet werken naar vermogen vooralsnog niet doorgaat onderschrijven we de doelstelling van het wetsvoorstel. Het beoogt te bereiken dat meer mensen uit de bijstand regulier gaan werken. Het hebben van regulier werk draagt het meeste bij aan het participeren in de samenleving en stelt mensen het beste in staat om voor zichzelf te zorgen. We ver- wachten van mensen dat ze, ook als er sprake is van beperkingen, het arbeidsvermogen dat ze hebben aanspreken en benutten. Van werkgevers verwach- ten we dat ze deze mensen die mogelijkheid willen bieden. Tegelijkertijd zijn de financiële middelen die landelijk specifiek voor reïntegratie beschikbaar worden gesteld gedaald.

In de regio Brabant-Noordoost werken 12 gemeen- ten samen op het terrein van werk en inkomen. Dat doen ze al lange tijd in het Werkvoorzieningschap (voor de uitvoering van de WSW) en in het bestuur- lijk overleg arbeidsmarktbeleid.

We verwachten dat ook het nieuwe kabinet zal komen tot een herziening van de regelingen aan de onderkant van de arbeidsmarkt en willen de opge- bouwde samenwerking met het oog op komende ontwikkelingen voortzetten en in stand houden.

2. Wat gaan we daarvoor doen?

Met het voorzieningenbeleid van de Wmo willen we de zelfredzaamheid van burgers stimuleren.

We gaan de methodiek van de Kanteling invoeren.

Hierbij wordt niet uitgegaan van specifieke individu- ele voorzieningen, maar wordt aan de hand van één of meerdere gesprekken eerst in beeld gebracht wat het probleem van de aanvrager is. Er wordt bekeken wat iemand zelf kan doen en vervolgens wat er in het eigen sociale netwerk opgelost kan worden.

Mocht dan nog sprake zijn van beperkingen die onvoldoende worden gecompenseerd, dan komen algemene en/of collectieve voorzieningen aan bod.

Te denken valt aan rolstoel- of scootermobielpools.

Vervolgens kunnen indien nodig individuele voorzie- ningen worden aangeboden. De nieuwe verordening gaat op 1 januari 2013 in en nieuwe algemene voor- zieningen worden de komende jaren opgezet.

Veranderingen in de opgave voor welzijn, ontwikkelingen op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

- In overleg met de welzijnsinstellingen in Oss wordt de nieuwe maatschappelijke opdracht voor het welzijnswerk in het kader van de Kanteling en de drie transities geconcretiseerd.

- Nieuwe projecten op het terrein van wonen, wel- zijn en zorg zijn bijvoorbeeld Stimulab en project Goal. In Stimulab werken de deelnemende orga- nisaties samen aan oplossingen voor de nadelige effecten van de maatregelen in de curatieve en langdurige geestelijke gezondheidszorg. In het project Goal werken allerlei organisaties samen aan integrale en laagdrempelige wijkzorg aan kwetsbare ouderen in hun eigen woonomgeving.

Het motto van dit project is: dichtbij wat kan en verder weg waar nodig.

Oss is ook één van de initiatiefnemers om met steun van het ministerie van VWS een pilot te starten voor de ontwikkeling, toepassing en evaluatie van gebiedsgerichte bekostiging op het terrein van wonen, welzijn en zorg.

We willen dat meer mensen uit de bijstand uitstromen naar regulier werk. Regulier werk is het beste middel om te participeren in de samenleving.

Er wordt regionaal en lokaal beleid opgesteld om meer mensen uit de bijstand, ondanks hun beper- kingen, naar vermogen te laten werken.

- is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000

Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016

Taakstelling Aanzet -50 -100 -175 -175

3. Wat gaan we niet meer doen/

minder doen/anders doen?

(32)

5 Maatschappelijke participatie

+ is nadeel: hogere uitgaven/lagere inkomsten - is voordeel: lagere uitgaven/hogere inkomsten bedragen x € 1.000 Omschrijving 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Wet Werk en Bijstand (WWB) -1.185 -494 197 168 168

Wmo – primaat terugleggen bij CVV -200 -200 -200 -200

Wmo – algemeen gebruikelijke voorzieningen -50 -50 -50 -50 Junicirculaire 2012: maatschappelijke opvang -88 188 188 188 188

Junicirculaire 2012: aanpak fraude WWB 7 13 13 13 13

Junicirculaire 2012: emancipatiebeleid 20 20 20

Septembercirculaire 2012: 113 113 113 113 113

maatschappelijke opvang

Septembercirculaire 2012: Wmo 180 318 318 317 317

Septembercirculaire 2012: -85 -85 -85 -85

kinderopvangtoeslag doelgroepouders

Begeleiding vluchtelingen 22 22 22 22 22

Afboeken activa 37 -3 -3 -3 -3

4. 3O-ontwikkelingen

Toelichting bezuinigingsvoorstellen Taakstelling Aanzet

• Toelichting

We willen Aanzet een bezuinigingstaakstelling opleggen. Het gaat om een bedrag van € 50.000 in 2013, € 100.000 in 2014 en een structureel bedrag van € 175.000 vanaf 2015.

• Argumentatie

Het sociale domein is sterk in beweging. Dat heeft ook effect op Aanzet. De beweging heeft onder an- dere te maken met de transitie AWBZ en een andere organisatie van het veld via de principes van ‘Welzijn nieuwe stijl’ (de Kanteling). Hierdoor zijn besparin- gen mogelijk, onder meer door:

- zoveel mogelijk overheveling van hulp en onder- steuning naar de 0e lijn. Bijvoorbeeld ‘formulie- renbrigades’ die verschillende vrijwilligersver- banden uitvoeren (vakbonden, ouderenbonden en dergelijke).

- aaneenschakelen en bundelen van aanbod en voorzieningen. Hiermee wordt ook eventuele overlap in diensten en activiteiten eruit gehaald.

- een actievere en faciliterende rol van zorgverze- keraars.

• Maatschappelijke effecten

De verwachting is dat de maatschappelijke effecten beperkt zullen zijn. Er blijft voor alle cliënten kwalita- tief goede hulpverlening door Aanzet beschikbaar. Op onderdelen, zeker voor de meer eenvoudigere zaken, zullen hulpvragers terecht kunnen bij alternatieve voorzieningen en verbanden. De gemeente houdt kwetsbare groepen nadrukkelijk in beeld en maakt hier met samenwerkingspartners afspraken over.

(33)

5 Maatschappelijke participatie

Toelichting 3O-ontwikkelingen Wet Werk en Bijstand (WWB)

In het verleden hebben we geprobeerd om de ont- wikkelingen binnen de WWB zo goed mogelijk in te schatten. Hierbij hebben we niet alleen te maken met de ontwikkelingen in Oss, ook de landelijke ontwikkelingen hebben grote invloed op onze ramin- gen. Hierdoor werd de raad steeds geconfronteerd met zeer uiteenlopende cijfers.

We hebben gekozen voor een nieuwe gedragslijn waarbij we er in het meerjarenperspectief vanuit gaan dat de kosten van uitkeringen volledig worden afgedekt door de inkomsten van het Rijk. Dit is finan- cieel solide en past binnen de huidige economische ontwikkelingen.

- Huidige gedragslijn

Het rijksbudget voor de WWB wordt op basis van een objectief verdeelmodel over de individuele gemeen- ten verdeeld. Het totaal van dit macrobudget is vol- doende om alle kosten van uitkeringen af te dekken.

Het effect van een hoger of lager rijksbudget op het budget dat individuele gemeenten krijgen hangt af van het verloop van het aantal uitkeringsgerechtig- den in de gemeente ten opzichte van de landelijke ontwikkeling. Als landelijk de uitkeringen sneller stijgen dan op lokaal niveau dan leidt dat tot een voordeel voor de gemeente. Als landelijk de uitkerin- gen sneller dalen dan heeft de gemeente een financi- eel nadeel.

Om de hoogte van het Osse aandeel in het rijksbudget te kunnen inschatten moeten we dus niet alleen de lokale ontwikkelingen inschatten maar ook de lan- delijke ontwikkelingen. Beide zijn moeilijk gebleken.

Reden waarom sprake was van wisselende cijfers.

- Nieuwe gedragslijn

We hebben nader onderzoek gedaan naar hoe an- dere gemeenten omgaan met stijgingen en dalingen van de uitkeringen.

Meerjarig gezien gaan vele gemeenten er vanuit dat de kosten van de uitkeringen volledig gedekt worden door het rijksbudget. Met andere woorden: het meerjarig verloop van de uitkeringen is budgettair neutraal in de meerjarenraming verwerkt.

Deze werkwijze willen we vanaf nu ook gaan hante- ren in onze meerjarenraming. Het voordeel hier- van is dat in de toekomst geen sprake meer is van structurele 3O-ontwikkelingen op dit gedeelte van

Als we te maken hebben met een nadeel en het nadeel is meer dan 10% van de totale gemeente- lijke kosten voor de WWB dan compenseert het Rijk (onder bepaalde voorwaarden) het meerdere. Voor Oss betekent dit dat maximaal 10% van circa € 15 miljoen voor eigen rekening blijft. Het incidentele nadeel kan dus oplopen tot maximaal € 1,5 miljoen per jaar.

- Wat zijn de financiële effecten van deze wijziging?

Het doorvoeren van deze gedragslijn leidt tot de volgende financiële effecten: een voordeel van

€ 1.185.000 in 2012, een voordeel van € 494.000 in 2013, een nadeel van € 197.000 in 2014 en een structureel nadeel van € 168.000 vanaf 2015.

Wmo – primaat terugleggen bij CVV

In 2001 werd het primaat voor de vervoersvoorzie- ningen Wmo bij het Collectief Vervoer (CVV) gelegd, waardoor 90% van alle cliënten met een vervoers- voorziening hun individuele voorziening (VVK) kwijt- raakte. Door beleidswijzigingen in 2003 en 2004 werd voor veel categorieën cliënten een inbreuk op het primaat CVV gemaakt. Daarnaast werd in de periode 2003-2010 individueel vervoer op grond van maatwerk toegekend.

In de programmabegroting 2012-2015 van vorig jaar is in het kader van de bezuinigingen besloten het primaat weer bij het CVV te leggen. In 2011, vóór het invoeren van deze maatregel, was de verhouding CVV-VVK 24%-76%. De inschatting was dat, na het doorvoeren van de maatregel, 30% tot 40% van de mensen met een individuele vervoersvoorziening een CVV-indicatie zou krijgen. Na zorgvuldige ge- sprekken en beoordeling van alle individuele klanten blijkt dit percentage beduidend hoger te liggen, na- melijk 70% tot 75%. Hierdoor zal de besparing vanaf 2013 structureel € 200.000 hoger zijn dan vooraf was ingeschat (€ 275.000).

Er wordt voorgesteld deze ontwikkeling mee te nemen bij overwegingen over eventuele toekomstige bezuinigingen.

Wmo – algemeen gebruikelijke voorzieningen

Algemeen gebruikelijke voorzieningen zijn voorzie- ningen die normaal in de winkel te koop zijn, niet duurder zijn dan vergelijkbare producten en niet speciaal voor mensen met een ziekte of gebrek zijn

(34)

5 Maatschappelijke participatie

De besparing als gevolg van deze maatregel is vooraf ingeschat op een bedrag van € 30.000 in 2012 op- lopend naar € 75.000 vanaf 2013. Nu de maatregel daadwerkelijk is ingevoerd zien we over de eerste periode dat de uitgaven aan kleinere woningaan- passingen sterker dalen dan vooraf is begroot. De besparing valt vanaf 2013 € 50.000 hoger uit.

Er wordt voorgesteld deze ontwikkeling mee te nemen bij overwegingen over eventuele toekomstige bezuinigingen.

Junicirculaire 2012: maatschappelijke opvang

Via de algemene uitkering ontvangen we geld uit de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg. De hoogte van de uitkering is in de junicirculaire 2012 bijgesteld. In 2012 krijgen we

€ 88.000 minder budget, vanaf 2013 wordt het budget structureel met € 188.000 verhoogd.

Junicirculaire 2012: aanpak fraude WWB

Als gevolg van de inwerkingtreding van het wets- voorstel aanpak fraude krijgen we via de algemene uitkering voortaan geld voor de aanpak van fraude door bijstandsontvangers. In 2012 gaat het om

€ 7.000, vanaf 2013 krijgen we een structureel bedrag van € 13.000.

Junicirculaire 2012: emancipatiebeleid

In de junicirculaire is voor de periode 2012-2014 een jaarlijks bedrag van € 20.000 beschikbaar gesteld voor emancipatiebeleid voor de doelgroep LHBT: les- bische vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen en transgender personen. Gemeenten die deze uitke- ring ontvangen hebben als taak zich in te zetten voor het bevorderen van de veiligheid, weerbaarheid en sociale acceptatie van deze doelgroep.

Septembercirculaire 2012:

maatschappelijke opvang

Net als in de afgelopen junicirculaire wordt in de septembercirculaire ook extra geld beschikbaar gesteld via de decentralisatie-uitkering voor maat- schappelijke opvang, verslavingsbeleid en openbare geestelijke gezondheidszorg. Het gaat om een struc- tureel bedrag van € 113.000 vanaf 2012.

Septembercirculaire 2012: Wmo

Er worden extra middelen beschikbaar gesteld voor de Wmo. Het gaat om compensatie voor prijsstijgin- gen en gestegen kosten bij het onderdeel huishoude- lijke hulp. De bedragen die we krijgen zijn € 180.000 in 2012, € 318.000 in 2013 en 2014 en structureel

€ 317.000 vanaf 2015.

Septembercirculaire 2012:

kinderopvangtoeslag doelgroepouders

De kinderopvangtoeslag voor doelgroepouders (ouders die deelnemen aan een traject naar werk, een studie volgen of als verplichte inburgeraar een inburgeringscursus volgen) wordt vanaf 2013 op een andere manier verstrekt. Tot en met 2012 verstrekken de gemeente en het UWV een deel van de toeslag. Vanaf 2013 gaat de Belastingdienst de toeslagen uitbetalen. Het budget hiervoor wordt uit het Gemeentefonds gehaald. Dit is in de totale cijfers van de septembercirculaire bij programma 13 verwerkt. Deze wijziging betekent ook dat onze geraamde uitgaven hiervoor vervallen. Het gaat om een structureel bedrag van € 85.000 van 2013.

Begeleiding vluchtelingen

Met het wegvallen van de rijksmiddelen voor inbur- gering vervalt ook de bijdrage voor de maatschappe- lijke begeleiding van vluchtelingen. Het gaat om een bedrag van € 40.000.

Daarnaast is de subsidie aan Vluchtelingenwerk

€ 18.000 te hoog geraamd. Het geraamde bedrag in het financiële systeem is hoger dan de subsidiebe- schikking. Het bedrag van € 18.000 kan vrijvallen.

Per saldo is er op dit onderdeel een structureel na- deel van € 22.000 vanaf 2012.

Afboeken activa

Bij de controle van de jaarrekening 2011 heeft de accountant geadviseerd om een investering in het woonzorgcomplex Maren-Kessel versneld af te schrijven. Dit betekent een extra last van € 37.000 in 2012. Het afboeken levert vanaf 2013 een structureel voordeel van € 3.000 op als gevolg van wegvallende kapitaallasten.

Budgettair neutrale 3O-ontwikkelingen Inspecties peuterspeelzalen

Een budget van € 10.000 voor de inspectie van peuterspeelzalen dient in 2012 van programma 4 naar dit programma overgeboekt te worden. Deze wijziging verloopt budgettair neutraal.

Diverse projecten

De onderzoeken uit de bezuinigingsmonitor van programma 5 over de gevolgen van de bezuinigin- gen voor de kwetsbare groepen worden in 2012 uitgevoerd en gefinancierd uit de reserve ontwik- kelbudget zorg. Daarnaast worden uitgaven voor alcoholpreventiebeleid uit deze reserve afgedekt. In totaal gaat het om een bedrag van € 27.000.

Per saldo is sprake van een budgettair neutrale wijziging.

(35)

5 Maatschappelijke participatie

+ is netto-uitgaven - is netto-inkomsten bedragen x € 1.000 Programma 2012 2013 2014 2015 2016 2016 inci-

denteel

Bestaand beleid

Lasten 75.759 74.422 73.202 73.158 73.157 0

Baten -42.645 -41.971 -41.867 -41.890 -41.890 0

Saldo 33.114 32.451 31.335 31.268 31.267 0

Stortingen reserves 61 60 60 29 29 0

Onttrekkingen reserves -435 -421 -134 -12 0 0

Saldo mutaties reserves -374 -361 -74 17 29 0

Totaal bestaand beleid 32.740 32.090 31.261 31.285 31.296 0

Bezuinigingsvoorstellen 0 -50 -100 -175 -175 0

3O-ontwikkelingen -884 -158 533 483 483 0

Overige ontwikkelingen 0 0 0 0 0 0

Totaal programma 31.856 31.882 31.694 31.593 31.604 0

5. Overige ontwikkelingen

N.v.t.

6. Wat mag het kosten?

Hierna wordt een financieel overzicht van het programma gegeven.

(36)
(37)

Kunst en cultuur

6

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De aanvullende subsidie voor het bereiken en het beheer van het natuurstreefbeeld onbeheerde climaxvegetaties (enkel voor natuurbeheerplan type 4): vanaf een bosleeftijd van 100

Als eerste kunnen we uw raad mededelen dat ten aanzien van de BDU-subsidie er door de provincie mondeling uitstel is verleend tot 31 december 2020.. Door enkele raadsleden is er

De doelgroep (zowel de ouderen als hun mantelzorgers) trekt vaak pas aan de bel als de mantelzorger zwaar overbelast is waardoor logeerzorg niet meer preventief kan worden ingezet!.

“Indien ten behoeve van het werk in gebruik zijnde hulpmiddelen, zoals vaartuigen, werktuigen, ankers, kettingen of andere voorwerpen, dan wel voor het werk bestemde bouwstoffen

Naast een alge- mene inleiding over de historie en achtergrond van de botanische tuinen bevat het beschrijvingen van alle tuinen die bij de Neder- landse Vereniging voor Botanische

De positieve impact die de aanwezigheid van everzwijnen op de natuur en op andere soorten kan hebben, wordt door de respondenten van Natuurpunt en van Hubertus Vereniging

Wetenschapssymposium: Carmen Horjus wint 'artikel van het jaar' Op het 7e Rijnstate Wetenschaps- en innovatiesymposium, dat op 6 juli plaatsvond, heeft MDL-arts Carmen Horjus de

3 1 BO 60020300 34396 Wijkgericht Werken Dorpspark Heegemunde 15.000 Voor het opknappen van het Dorpspark Hegemunde is een bedrag van € 15.000,00 gereserveerd vanuit het