• No results found

Op grond van de Wet milieubeheer wordt de gemeente geacht elk jaar een milieuprogramma en een milieujaarverslag op te stellen.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Op grond van de Wet milieubeheer wordt de gemeente geacht elk jaar een milieuprogramma en een milieujaarverslag op te stellen."

Copied!
38
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Aan

de Gemeenteraad

Nr.

Bijl.nr.

Onderwerp Milieujaarverslag 2002

Inleiding

Op grond van de Wet milieubeheer wordt de gemeente geacht elk jaar een milieuprogramma en een milieujaarverslag op te stellen.

In het Milieujaarverslag wordt aangegeven tot welke prestaties het Milieuprogramma 2003 heeft geleid en hoe de middelen zijn ingezet. In het verslag is tevens een samenvatting opgenomen van de verrichtingen van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid/ gebiedsteam Dordrecht. De directeur van de MZHZ is gemandateerd voor de uitvoering van de taken Wet milieubeheer (milieuvergunningverlening en handhaving).

De uitvoering van het Milieuprogramma 2003 en de uitvoering van de taken wet milieubeheer hebben zowel personele als financiële consequenties. In het milieujaarverslag is een

hoofdstuk financiën opgenomen.

Uit het jaarverslag van Milieudienst Zuid-Holland Zuid/gebiedsteam Dordrecht valt onder andere op te maken dat de voorgenomen productie van het aantal vergunningen niet is gerealiseerd. Een belangrijke reden hiervoor was het niet op orde zijn van de personele capaciteit. Het blijkt moeilijk te zijn goed gekwalificeerd personeel te vinden.

Bij Stadsontwikkeling heeft een grote overschrijding van de apparaatskosten plaatsgevonden bij bodem en milieuzorg en in een iets minder mate bij externe veiligheid, energie en

luchtkwaliteit.

De overschrijding bij bodem is veroorzaakt door het project 'overdracht Wbb-taken'.

Dit project heeft ertoe geleid dat de gemeente per 1-1-2003 bevoegd gezag Wet bodembescherming is geworden.

De overschrijding bij milieuzorg is onder meer het gevolg van een inhaalslag die gepleegd is in de milieuprogrammering. Het milieuprogramma 2002 (voorjaar)en 2003 (najaar) zijn in 2002 opgesteld.

Bij Stadswerken is bij het groenonderhoud een overschrijding van de programmakosten opgetreden. Deze is veroorzaakt door onder meer stormschade en een uitbraak van de iepenziekte.

Het doel is om het milieujaarverslag vanaf 2004 parallel te laten lopen met de gemeentelijke j aarrekening.

Procedure

Op 27 augustus j l heeft behandeling plaatsgevonden in de commissie Wonen en

Leefbaarheid. De commissie is akkoord gegaan.

(2)

Voorstel

Wij stellen u voor:

akkoord te gaan met het Milieujaarverslag 2002;

het milieujaarverslag voortaan parallel te laten lopen met de gemeentelijke jaarrekening.

Ontwerp-besluit

De Raad van de gemeente Dordrecht;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 januari 2003, nr besluit:

in te stemmen met het Milieujaarverslag 2002;

het milieujaarverslag parallel te laten lopen met de gemeentelijke jaarrekening.

Aldus besloten in de openbare vergadering van 18 maart 2003.

de griffier de voorzitter

(3)

Stadsontwikkeling

Milieujaarverslag 2002

Status

In opdracht van Redactie

Datum Document Kenmerk Afschrift

AGENDASTUK voor B en W directie Stadsontwikkeling Martijn van den Bosch 1 5-7-2003

so/beleid

(4)

INHOUDSOPGAVE

1. Uitwerking van het voorstel 2. Consequenties van het voorstel 3. Verdere procedure en planning 4. Adviezen over het voorstel 5. Gevraagde B&W-beslissing

(5)

1. Uitwerking van het voorste!

Op grond van de Wet milieubeheer wordt de gemeente geacht elk jaar een

milieuprogramma en een milieujaarverslag op te stellen. Bij dit agendastuk treft u het Milieujaarverslag 2002 aan.

In het verslag wordt aangegeven tot welke prestaties het Milieuprogramma 2003 heeft geleid en hoe de middelen zijn ingezet. In het verslag is tevens een

samenvatting opgenomen van de verrichtingen van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid/ gebiedsteam Dordrecht. De directeur van de MZHZ is gemandateerd voor de uitvoering van de taken Wet milieubeheer (milieuvergunningverlening en

handhaving). Het is voor het eerst dat het jaarverslag van de MZHZ integraal onderdeel uitmaakt van het milieujaarverslag van de gemeente.

Het doel is om het milieujaarverslag vanaf 2004 parallel te laten lopen met de gemeentelijke jaarrekening.

Het verslag dient voor 1 augustus te worden aangeboden aan de VROM-inspectie.

2. Consequenties van het voorstel

De uitvoering van het Milieuprogramma 2003 en de uitvoering van de taken wet milieubeheer hebben zowel personele als financiële consequenties. In het milieujaarverslag is een hoofdstuk financiën opgenomen.

Uit het jaarverslag van Milieudienst Zuid-Holland Zuid/gebiedsteam Dordrecht valt onder andere op te maken dat de voorgenomen productie van het aantal

vergunningen niet is gerealiseerd. Een belangrijke reden hiervoor was het niet op orde zijn van de personele capaciteit. Het blijkt moeilijk te zijn goed gekwalificeerd personeel te vinden.

Verder zal in 2003 onderzocht worden of de kengetallen voor vergunningverlening wel juist zijn, aangezien het beeld reeds enkele jaren negatief is.

Bij Stadsontwikkeling heeft een grote overschrijding van de apparaatskosten plaatsgevonden bij bodem en milieuzorg en in een iets minder mate bij externe veiligheid, energie en luchtkwaliteit.

De overschrijding bij bodem is veroorzaakt door het project 'overdracht Wbb-taken'.

Dit project heeft ertoe geleid dat de gemeente per 1-1-2003 bevoegd gezag Wet bodembescherming is geworden.

De overschrijding bij milieuzorg is onder meer het gevolg van een inhaalslag die gepleegd is in de milieuprogrammering. Het milieuprogramma 2002 (voorjaar)en 2003 (najaar) zijn in 2002 opgesteld.

Bij Stadswerken is bij het groenonderhoud een overschrijding van de

programmakosten. Deze is veroorzaakt door onder meer stormschade en een

uitbraak van de iepenziekte.

(6)

3. Verdere procedure en planning

Behandeling B&W : 29-7-2003 Cie Wonen&Leefbaarheid : 27-8-2003 Gemeenteraad : 9-9-2003

4. Adviezen over het voorstel

Diverse diensten en afdelingen hebben een bijdrage geleverd aan het milieujaarverslag 2003.

5. Gevraagde B&W-beslissing

In te stemmen met het Milieujaarverslag 2002.

Akkoord te gaan met het raadsvoorstel.

(7)

MILIEUJAARVERSLAG 2002

JUNI 2003

(8)

INHOUDSOPGAVE

1. INLEIDING

2. LEEFBAARHEID EN BEHEER 2.1 THEMA GELUID 2.2 THEMA LUCHT

2.3 THEMA EXTERNE VEILIGHEID 2.4 THEMA AFVAL

2.5 VERGUNNINGVERLENING EN HANDHAVING 3. FYSIEKE OMGEVING

3.1 THEMA GROEN EN ECOLOGIE 3.2 THEMA WATER

3.3 THEMA KLIMAAT 3.4 THEMA BODEM 4. EXTERNE INTEGRATIE

4.1 MAATSCHAPPELIJK DUURZAAM ONTWERPEN 4.2 MILIEU EN GEZONDHEID

4.3 MILIEUCOMMUNICATIE 5. MILIEUMONITORING

6. FINANCIEN

Bijlage 1 Jaarverslag Gebiedsteam Dordrecht Milieudienst Zuid-Holland Zuid

(9)

1. INLEIDING

Eind 2001 heeft de gemeenteraad van Dordrecht ingestemd met de nota Milieu- en Leefomgevingsbeleid. De intentie bestond om het milieuprogramma voor 2002 kort na vaststelling van deze nota aan te bieden. Capaciteitsproblemen hebben er echter toe geleid dat het programma pas in juni door het college is vastgesteld en in het najaar door de raad. Inmiddels is het milieuprogramma voor 2003 door de raad vastgesteld.

Het milieuprogramma voor 2004 wordt het 2e/3e kwartaal opgesteld en loopt op dat moment op met de begrotingscyclus van de gemeente. Alvorens gestart wordt met het programma is inzicht nodig in de geleverde (milieu) prestaties in 2002. In het Milieujaarverslag 2002 wordt hier uitvoerig op ingegaan.

De opzet van het Milieujaarverslag 2002 sluit aan bij de opzet van het Milieuprogramma 2003. In het verslag wordt gerapporteerd over de in het milieuprogramma 2002 opgenomen activiteiten en de financiële stand van zaken.

De Milieudienst Zuid-Holland Zuid (MZHZ) voert de Wet milieubeheertaken uit voor de gemeente. De directeur MZHZ, die gemandateerd is voor de uitvoering, legt jaarlijks verantwoording af. Als bijlage bij dit milieujaarverslag is het jaarverslag 2002 van het gebiedsteam Dordrecht van de milieudienst "Zuid-Holland zuid gevoegd.

2. LEEFBAARHEID EN BEHEER

2.1 THEMA GELUID • >.

Geluidsscherm A16 Krispijn <

Het geluidsscherm langs de oostzijde van de A16 ter hoogte van de wijk Krispijn is in voorbereiding. Momenteel wordt gewerkt aan het bestek. Het doel is om van circa 700 woningen de geluidbelasting met 5 dB(A) te reduceren. Deze woningen hebben nu een geluidbelasting die varieert van 56 dB(A) tot 74 dB(A). Het scherm wordt in 2004 opgeleverd.

Autonome geluidssanering

De A- en raillijst van Dordrecht bevat in totaal 179 woningen. Dit is exclusief de woningen die worden gesaneerd door het plaatsen van een geluidsscherm langs'de A16 ter hoogte van Krispijn.

In 2002 zijn 15 woningen van de raillijst gesaneerd. Bij 5 woningen zijn daadwerkelijk geluidwerende voorzieningen aangebracht aan de gevel. Bij een woning bleek uit onderzoek dat er geen voorzieningen nodig waren. Negen eigenaren hebben geen medewerking verleend of hebben de voorzieningen geweigerd, sanering van deze woningen is dan ook niet mogelijk. De woningen worden beschouwd als zijnde gesaneerd.

(10)

Gemeentelijk geluidsbeleid

Aanvankelijk lag het in de bedoeling dat in 2003 of 2004 de nieuwe wetgeving van kracht ZQJJ gaan in het kader van de 'Modernisering Instrumentarium

Geluidhinder' (MIG). Op grond hiervan zouden gemeenten meer ruimte krijgen voor het voeren van een eigen geluidsbeleid. In regionaal verband is in 2001 reeds gestart met de ontwikkeling hiervan. In 2002 heeft het project nagenoeg stilgelegen vanwege onduidelijkheid van het Rijksbeleid. Dit heeft alles te maken met het verschijnen van de EU-richtlijn omgevingslawaai. Wat de consequenties hiervan zijn voor het MIG is nu nog niet helder.

2.2 THEMA LUCHT Besluit Luchtkwaliteit

Op 11 juni 2001 is het Besluit Luchtkwaliteit in werking getreden. In dat kader is dit jaar een inventarisatie van de luchtkwaliteit 2001 uitgevoerd zowel langs de A16 en N3 als langs lokale wegen.

Uit de resultaten blijkt dat onder meer in Wielwijk en Krispijn de concentratie stikstofdioxide hoger is dan toegestaan. Er is sprake van een overschrijding van de plandrempel en de streefwaarde voor 2010. Dit geldt ook voor een aantal lokale wegen, zoals Wilgenbos, Achterhakkers en Burgemeester de Raadtsingel.

Op grond van deze overschrijdingen is de gemeente verplicht een plan van aanpak op te stellen. Dit plan van aanpak dat voor 1 mei 2003 gereed moet zijn, moet ertoe leiden dat in 2010 de grenswaarden uit het Besluit Luchtkwaliteit gehaald worden.

Duurzaam veilig

Uitgangspunt bij duurzaam veilig is het concentreren van verkeer op hoofdroutes waardoor andere wegen in de verblijfsgebieden verkeersluw en dus schoner worden.

Uitvoering van Duurzaam veilig gebeurt aan de hand van wijkverkeersplannen. In het algemeen geldt dat elk wijkverkeersplan een uitvoeringsprogramma heeft waarin allerlei maatregelen zijn opgenomen. De maatregelen zijn onderverdeeld in prioriteiten:

1. wegens wet "Bromfietsers op de rijbaan"en "Voorrang fietsers van rechts";

2. overige maatregelen vanuit eerdere afspraken uit de wijkschetsen en jaarplannen;

3. dringend gewenst voor 2002;

4. maatregelen na 1-1-2002.

In 2002 is het volgende gebeurd:

Sterrenburg; prioriteiten 1 en 3 zijn grotendeels uitgevoerd; prioriteit 4 (fietspaden langs gebiedsontsluitingswegen) wordt meegenomen in het Fietsplan;

Krispijn; prioriteit 1 is deels uitgevoerd; prioriteit 3 niet uitgevoerd; prioriteit 4 onder andere de fietsbrug over de A16 zit in de planning;

Wielwijk/Crabbenhof/Zuidhoven: prioriteiten 1, 2,3 zijn uitgevoerd. Prioriteit 4 (rotondes, fietsvoorzieningen) is afhankelijk van beschikbare financiële middelen;

Staart: prioriteiten 1, 2, 3 zijn uitgevoerd; uitvoering prioriteit 4 is afhankelijk van beschikbare financiële middelen;

Stadspolders; prioriteiten 1, 2, 3 zijn uitgevoerd. Prioriteit 4 is deels uitgevoerd (fietsvoorzieningen rotonde Groene Zoom).

Voor alle wijkplannen geldt dat de busdrempels niet aangelegd zijn vanwege ontoereikend budget. De busdrempels staan nog wel op het programma. Uitvoering is afhankelijk van financiën.

(11)

2.3 THEMA EXTERNE VEILIGHEID

Algemeen

Bij externe veiligheid gaat het - kort samengevat - om het beheersen van de risico's als gevolg van het produceren, bewerken of transporteren van gevaarlijke stoffen.

Veiligheid is een actueel onderwerp. En dat blijft het waarschijnlijk ook. Niet in de laatste plaats omdat de problemen die in Dordrecht voorkomen op gebied van externe veiligheid niet één-twee-drie zijn op te lossen. Dit heeft meerdere oorzaken, maar een belangrijke is dat de gemeente in sommige opzichten weinig tot geen invloed kan uitoefenen op de bron van de verminderde veiligheid, maar wel met de (mogelijke) gevolgen ervan zit.

In het milieuprogramma 2002 is op het gebied van externe veiligheid een 4-tal activiteiten genoemd:

« Project Risico-inventarisatie Drechtsteden;

• Eindbeeldonderzoek spoortracé Rotterdam-Belgie (ROBEL);

« Veiligheidsstudie spoorzone Dordrecht-Zwijndrecht

« Knelpunten Infrastructuur Externe Veiligheid (KIEV) Project Risico-inventarisatie Drechtsteden

In het kader van het Project Risico-inventarisatie Drechtsteden heeft de MZHZ in samenwerking met de brandweer alle bedrijven met een mogelijk risico voor de omgeving geïnventariseerd. Via aanvullende handhavingsactiviteiten wordt sinds 2001 gewerkt aan een totaalbeeld van de risico's. Het project zit in een afrondende fase waarbij de potentiële bronnen voor externe veiligheid zijn geïdentificeerd. Op grond van de uitkomsten wordt bepaald of aanvullende

maatregelen bij deze bedrijven of de omgeving noodzakelijk zijn. Vanuit dit project zal de MZHZ namens de deelnemende gemeenten de benodigde gegevens aan het rijk leveren. Het leveren van deze gegevens wordt, in het kader van de wettelijke registratieplicht van risicosituaties met gevaarlijke stoffen, naar verwachting per 1 januari 2004 verplicht gesteld.

Eindbeeldonderzoek spoortracé Rotterdam-Belgie (ROBEL).

Het eindbeeldonderzoek onder leiding van RWS is voortgekomen uit de bestuurlijke afspraken die gemaakt zijn tussen de provincie Brabant en enkele west-Brabantse gemeenten met de Minister V&W, in het kader van de m.e.r. VERA. Doel van het project is besluitvorming voor te bereiden over het toekomstige spoortracé

Rotterdam-Roosendaal e.v.. Dit onderzoek heeft derhalve betrekking op de lange termijn. Het standpunt van de gemeente is dat het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor op de lange termijn buiten de Drechtsteden om dient te gaan (tevens standpunt gemeente Zwijndrecht). De te onderzoeken alternatieven variëren van een geheel nieuw tracé tot 'opwaardering' van het huidige spoor. Wat betreft dit laatste alternatief hebben Dordrecht en Zwijndrecht ingebracht dat voorwaarde is dat opheffing van (minimaal) de huidige problematiek (overschrijding groepsrisico) voor hen uitgangspunt is. Er wordt gewerkt aan een zogenaamde koepelnota. In deze nota wordt het eindbeeld en de tussenfasen op weg naar het eindbeeld beschreven. Op grond van de koepelnota kunnen de aan het project deelnemende provincies en gemeenten een advies aan de minister van V&W over het project uitbrengen.

Veiligheidsstudie spoorzone Dordrecht- Zwijndrecht

Het vervoer per spoor in Dordrecht en Zwijndrecht brengt grote risico's met zich mee. Echter de gemeente heeft geen enkele invloed op omvang en frequentie van dit vervoer, terwijl eventuele consequenties van ongevallen op haar bordje komen. Samen met de brandweer (initiatiefnemer), Zwijndrecht en met betrokkenheid van de ministeries van VROM, BZK en V&W wordt een Veiligheidsstudie gedaan voor de spoorzones. Een opdracht hiervoor is verstrekt aan TNO en de TU-Delft. Deze

(12)

veiligheidsstudie, die mede vanuit het perspectief van de rampbestrijding/hulpverlening wordt opgesteld, is medio2003 gereed en moet een afwegingskader genereren voor de projecten in de spoorzone.

Knelpunten Infrastructuur Externe Veiligheid (KIEV)

Allerlei ontwikkelingen langs belangrijke infrastructuur stagneren als gevolg van externe veiligheidsproblematiek. Het rijk heeft het initiatief genomen een (landelijk) project, genaamd KIEV, te starten om in gezamenlijk overleg een oplossing te zoeken voor de knelpunten. Het gaat hierbij om oplossingen op het niveau van concrete projecten. Dordrecht participeert in KIEV met het BIRK-project 'Ontwikkel (de) Spoorzone (spoortracé door Dordrecht). In het kader van de aanvraag voor BIRK (Besluit Investeringen Ruimtelijke Kwaliteit) zijn concrete maatregelen voorgesteld zoals ondertunneling van de drie resterende gelijkvloerse kruisingen. De subsidie aanvraag is in 2002 niet gehonoreerd. Een aangepaste aanvraag gericht op de ondertunneling van de Laan der Verenigde Naties wordt in 2003 ingediend. Naast het BIRK-project wordt ook de veiligheidsstudie spoorzone Dordrecht - Zwijndrecht aan het KIEV gehangen.

Externe integratie

Ten behoeve van de bestemmingsplannen Leerpark en voor de locatie Quick-terrein zijn veiligheidsanalyses uitgevoerd. Hiervoor is voor het eerst gebruik gemaakt van de door de provincie Zuid-Holland ontwikkelde CHAMP methodiek. CHAMP is hierbij het acroniem voor de volgende wijze van motiveren:

1. Communicatie- en informatieplicht: met belanghebbenden communiceren en hen informeren over het risicoaspect van het desbetreffende voornemen;

2. Horizonplicht: bij de afweging rekening houden met toekomstige ontwikkelingen die het risicoaspect beïnvloeden (tijdshorizon 10 jaar, zijnde de bestemmingsplanperiode);

3. Anticipatieplicht: rekening houden met effectbeperkende maatregelen;

4. Motivatieplicht: motiveren waarom een stijging c.q. overschrijding van het groepsrisico noodzakelijk is (waarom die activiteit/dat voornemen op die plek);

5. Preparatieplicht: situatiegerichte invulling van de formele taak om goed voorbereid te zijn op een incident of een ramp (calamiteiten- en rampenbestrijdingsplan).

Daurnaast is een risicoanalyse beoordeeld voor de bouw van een moskee en zijn de effecten van het verplaatsen van het vervoer van gevaarlijke stoffen van de N3 naar de A16 onderzocht.

Spoorbundel

In 2000 is duidelijk geworden dat langs het spoor in Dordrecht en Zwijndrecht overschrijdingen van de oriënterende waarde voor het groepsrisico plaats vinden. De wens van de gemeenten om te komen tot verdichting rondom het spoor en de wens van vervoerders om een groei in het transport van gevaarlijke stoffen per spoor te realiseren staan op gespannen voet met elkaar.

De gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht hebben in de zomer van 2000 het initiatief genomen om in overleg te treden met de provincie Zuid-Holland, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, Railned en Railinfrabeheer over de (externe) veiligheidssituatie rondom het spoor. Doel van het overleg was draagvlak te vinden voor het project Spoorzone en inzicht te krijgen in mogelijke oplossingsrichtingen voor de (externe) veiligheidssituatie. Naar aanleiding van dit overleg is besloten een

gemeenschappelijke nota over de (externe) veiligheidssituatie langs het spoor te maken. In 2002 is het concept van deze nota becommentarieerd. Begin 2003 is dit concept omgezet naar een definitieve nota.

(13)

2.4 THEMA AFVAL

Programma Afvalbeleid 2002/2003

Begin 2002 heeft de gemeenteraad de Nota Afvalbeleid 2001-2005 en het Programma Afvalbeleid 2002/2003 vastgesteld. De nota geeft onder meer de

hoofddoelstellingen voor de komende 4 jaar: verbeteren van de afvalscheiding, verbeteren van de inzamelvoorzieningen, afval van de straat en het verhogen van de efficiency. Voor 2002 stond het volgende op het programma:

Intensivering afvalcommunicatie

Ten behoeve van de intensivering van afvalcommunicatie is 0,5 formatieplaats bij Weizigt NMC gerealiseerd. Daarnaast is € 11.500,- beschikbaar gesteld voor het project Oud-Krispijn Schoon, het hoofdproject van Weizigt/afvalcommunicatie. Het project zal in 2003 doorlopen.

Uitvoeren sorteeranalyses

In het najaar is een sorteeranalyse uitgevoerd. De rapportage volgt in 2003.

Ontwikkeling afvalmonitor

Er is afgezien van een apart afvalmonitoringssysteem. Er wordt aangesloten bij de milieumonitoring die jaarlijks zal verschijnen. De afgegevens zullen betrekking hebben op inzamelresultaten, sorteeranalyses, en SGB-onderzoek. De gegevens voor 2002 worden in 2003 verzameld en aangeboden aan het college en de commissie Wonen&Leefbaarheid.

Intensivering papierinzameling •/

De intensivering van de papierinzameling is in 2002 niet gerealiseerd. Wel zijn verkennende gesprekken gevoerd en is de papierinzameling opgenomen in het Stadspanelonderzoek van het SGB. De uitkomsten die pas in 2003 beschikbaar komen worden gebruikt voor de realisering van het project.

Reiniging groene minicontainers in de zomerperiode .

In de zomerperiode zijn de groene minicontainers driemaal gereinigd. De reiniging is goed verlopen en het aanbod van containers en GFT laat in die periode een stijging zien ten opzichte van vergelijkbare resultaten van het voorgaande jaar. In 2003 wordt met de proef doorgegaan. De containers zullen dan viermaal worden gereinigd uitgesmeerd over een langere periode. Halverwege zal over de resultaten worden gerapporteerd met het oog op een voorstel voor vervolg.

Verbeteren KCA-inzameling

Met ingang van 2002 is de KCA-inzameling gewijzigd. De halteplaatsen zijn teruggebracht tot 1.2 en de KCA-wagen staat daar 6 keer per jaar (op de toplocaties 12 keer per jaar) van halverwege de ochtend tot het begin van de avond. De eerste indruk is echter dat dit niet heeft geleid tot een verhoogd aanbod van KCA. De KCA- inzameling is daarom meegenomen in het Stadspanelonderzoek.

Voorbereiding ondergrondse containerisatie buiten de Binnenstad

In 2002 is hard gewerkt aan de rapportage over de invoering van ondergrondse containers in de Binnenstad en aan het voorstel voor een vervolg daarvan in de overige wijken. De rapportages en voorstellen worden in 2003 afgerond.

7

(14)

Afvalstoffenverordening

Los van het afvalprogramma is in 2002 gewerkt aan de actualisering van de Afvalstoffenverordening 2001. Aanleiding daarvoor waren enkele foutjes met betrekking tot de strafbepaling en een wijziging van de Wet milieubeheer die binnen een termijn van twee jaar verwerkt dient te worden. Daarbij is gewerkt aan een

uitvoeringsbesluit, waarin bijvoorbeeld de aanbiedregels verder zijn uitgewerkt. Het uitvoeringsbesluit ontbrak nog bij de Afvalstoffenverordening 2001 en dat was een gemis voor de Milieucontroleurs.

Beide voorstellen worden naar verwachting in 2003 ter vaststelling aangeboden.

Bedrijfscontainers openbare ruimte

Daarnaast is gewerkt aan de aanpak van bedrijfscontainers in de openbare ruimte. Nadat een eerdere aanpak mislukt is (kon niet op steun van het OM rekenen) is naar een nieuwe aanpak gezocht. Een voorstel wordt in 2003 ter vaststelling worden aangeboden.

Stadspanelonderzoek

In het najaar van 2002 is een Stadspanelonderzoek uitgevoerd met voor afval de onderwerpen glas, papier en KCA. De uitkomsten voor glas en papier worden meegenomen bij de voorstellen voor intensivering van de inzameling. Een verdere verbetering van de KCA-inzameling staat niet voor 2003 geprogrammeerd.

Subsidie uitvoering afvalprogramma

Tot slot is in 2002 een subsidie-aanvraag opgesteld voor de uitvoering van het Programma Afvalbeleid 2002/2003. Bij de vaststelling van het Programma was daarvoor een bedrag van circa € 90.000,- ingeschat. In juli 2002 is een bedrag van € 194.000,- toegekend voor de programmaperiode.

2.5 Vergunningverlening en handhaving Kwaliteitsverbetering.

Vergunningverlening en handhaving worden voor de gemeente uitgevoerd door de Milieudienst Zuid-Holland Zuid. In 2002 is een belangrijke kwaliteitsslag voor zowel vergunningverlening als toezicht beleidsmatig voorbereid en uitgevoerd. Zo hebben in 2002 vrijwel alle toezichthouders en vergunningverleners een cursus energie gevolgd. Tevens is binnen de milieudienst het handboek energie vastgesteld. Daarnaast is er in 2002 veel capaciteit gestoken in het verbetertraject "toezicht", hetgeen heeft geresulteerd in de ontwikkeling en geleidelijke invoering van nieuwe werkmethoden.

Handhaving.

Ook dit jaar is speciale aandacht uitgegaan naar risicovolle bedrijven. Deze bedrijven worden vanaf 2001 jaarlijks gecontroleerd. Verder is er veel capaciteit ingezet op specifieke veiligheidsinspecties bij bedrijven die onder het BRZO (Besluit Risico's Zware Ongevallen) vallen alsmede het beoordelen van rapportage's van de bedrijven.

Het totaal aantal geplande controles is vrijwel geheel gerealiseerd. Het traject 'Professionalisering van de handhaving' is in 2002 gestart, waarvoor extra capaciteit moest worden aangetrokken. Net als bij vergunningverlening waren eind van het jaar nog niet alle vacatures opgevuld. Voor de nieuwe toezichthouders die wel werden aangetrokken moest een inwerk- en opleidingstraject worden opgesteld en gevolgd. Invoering van de nieuwe werkwijze kost tijd, verbetering van de kwaliteit ook.

(15)

Voor het aantal behandelde AmvB-meldingen geldt dat dit aantal iets hoger is dan was gepland.

Periodieke controles AmvB-Meldingen

gepland 439 70

gerealiseerd 393

79

percentage 90%

113%

Vergunningverlening

De productgroep Vergunningverlening levert in hoofdzaak de volgende producten:

oprichtings-, uitbreidings- en revisievergunningen;

actualisaties en ambtshalve wijzigingen;

meldingen ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer;

nadere eisen bij inrichtingen die onder een AMvB vallen;

intrekkingen van milieuvergunningen.

Voor wat betreft het jaar 2002 kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen productie van het aantal vergunningen niet is gerealiseerd.

Een belangrijke reden hiervan is dat de personele capaciteit nog niet op orde was. Getracht is het tekort deels op te vullen door interne inhuur. Maar ook bij externe bureaus bleken nauwelijks ervaren en beschikbare vergunningverleners aanwezig. Daarnaast moesten vergunningverleners steeds vaker ook andere taken uitvoeren (bijvoorbeeld BRZO). Deze staan weliswaar in direct verband met vergunningverlening, maar dragen niet zichtbaar bij aan de realisatie van bovengenoemde

producten. Als gevolg hiervan moesten prioriteiten worden gesteld. Dit is een van de belangrijkste redenen dat met name ambtshalve wijzigingen en actualisaties achter bleven en termijnen werden overschreden. Er blijft getracht worden nieuwe vergunningverleners aan te trekken.

vergunningen

gepland 67

gerealiseerd 37

percentage 55%

Handhavingsprogramma 2003

In 2002 is door het programmabureau Veiligheid voor het eerst een handhavingsprogramma opgesteld (Programma 2003) met als doel de bestuurlijke aandacht en verantwoordelijkheid voor de handhaving te versterken.

in 2002 heeft het werk zich gericht op het opstellen van het programma, het formuleren van gezamenlijke handhavingprioriteiten waarbij het accent ligt op de fysieke veiligheid.

(16)

3. FYSIEKE OMGEVING

3.1 THEMA GROEN EN ECOLOGIE nota 'Dordrecht, Kleurrijk Groen' (DKG).

De evaluatie van de nota 'Dordrecht, Kleurrijk Groen' is inmiddels afgerond. Besluitvorming heeft nog niet plaatsgevonden. Het voorstel is het ingezette beleid op hoofdlijnen te handhaven, waarbij twee doelen centraal staan:

groen technisch onderhouden;

vergroting tevredenheid bewoners.

Er wordt een meer wijkgerichte benadering nagestreefd, chemische bestrijdingsmiddelen worden afgeschaft en er wordt een voorstel gemaakt voor een

kwaliteitsimpuls van de parken. Qua wijkaanpak ligt de prioriteit bij Wielwijk, Bleijenhoek, Oud-Krispijn Zuid en de Staart (uit het MOP-GSB). In het kader van MJP 2002-2006 is in 2002 extra geld beschikbaar gekomen( G 689000 - op jaar basis extra).

Strategisch Groenproject/Ruimte voor de rivier

Het Strategisch Groenproject is gericht op versterking van groen, natuurwaarden en recreatieve mogelijkheden in het buitengebied. In het kader van Ruimte voor de rivier wordt gekeken naar rivierverruimende mogelijkheden binnen het plangebied van het SGP. Het onderzoek naar het Rivierverruimingalternatief is gestart en grotendeels afgerond.

Uitvoering Beleidsplan 'Stedelijke Ecologische Structuur' (SES)

Het SES is gericht op het versterken van de stadsnatuur en koppeling hiervan aan het buitengebied. Uitvoering vindt plaats in projecten.

De Dordwijkzone wordt versterkt in aansluiting op het Strategisch Groenproject. De aparte projecten binnen de Dordwijkzone zijn Stevensweg West, Jagers- en Windhondpolder en Golf en Wonen. De Oostkilzone wordt versterkt en ingepast in het bedrijventerrein Dordtse Kil III (2). Ingezet wordt op de aanleg van natuurlijke oevers en het verbeteren van de mogelijkheid voor faunapassages.

Het recreatief knooppunt 't Vissertje, gelegen in de Wantijzone wordt eveneens versterkt.

3.2 THEMA WATER Stedelijk Waterplan Dordrecht

Het Stedelijk Waterplan wordt opgesteld door de drie waterbeheerders: de gemeente, het Waterschap de Groote Waard (WDGW) en het Zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden. Het plan is onder meer gericht op het vasthouden en bergen van water, schoon oppervlaktewater en gezonde flora en fauna. Verder is het belangrijk dat water en ruimtelijke ontwikkeling elkaar meer en meer gaan versterken (gebruik en beleving).

Het stedelijk waterplan bestaat uit een verkenningennota (gereed), visienota (gereed) en het maatregelenplan (looptijd 5 jaar). In 2002 is het concept van het maatregelenplan tot stand gekomen.

10

(17)

Baggerprogramma 2002

In 2002 is ingezet op het uitbaggeren van de watergangen en het vervangen van gemeentelijke beschoeiingen in Dubbeldam en Sterrenburg Baggerplan

Er is gestart met het opstellen van het baggerplan. Voor het opstellen wordt subsidie aangevraagd. Er is voor Dordrecht maximaal € 90756 beschikbaar.

3.3 THEMA KLIMAAT

Opstellen nota klimaatbeleid 2002-2006

De nota is niet gereed gekomen. Wel is er een 'klimaatscan' uitgevoerd en er heeft een eerste (ambtelijke) ambitiebepaling plaatsgevonden. Deze zal als basis dienen voor de nota. In 2003 zal de nota worden aangeboden aan het bestuur.

Opstellen regionaal windplan

De gemeenteraden in Dordrecht, Zwijndrecht en 's-Gravendeel hebben nog geen keuze gemaakt welke windmolenlocaties tot ontwikkeling mogen komen. Vertraging is opgetreden door o.a. onderzoeken naar vogeltrek.

Vergroten aantal aansluitingen op energiebeheer op afstand

Ingenieursbureau Dordrecht heeft zo'n acht nieuwe aansluitingen gerealiseerd. Dat brengt het totaal op 65 aansluitingen. In 2003 zal het aantal aansluitingen verder toenemen.

Energieopslag in de bodem

De vraag naar kantoren is eind 2001 ingezakt. De ontwikkelingen op Amstelwijck staan daarom nagenoeg stil. Onduidelijkheid vanuit de rijksoverheid over het voortbestaan van stimuleringsregelingen heeft daarnaast geleid tot terughoudendheid bij de projectontwikkelaars.

Stage voor milieumedewerkers uit zusterstad Varna

De stage heeft plaatsgevonden. Varna heeft vijf concrete milieuonderwerpen geselecteerd voor kennisuitwisseling: fietsvriendelijk verkeersplan, natuur- en milieucommunicatie, duurzaam renovatieproject, integraal waterplan en milieu-inspectieprogramma.

Start duurzaamheidsaanpak bedrijventerrein Dordtse Kil II!

Gemeente, provincie, milieudienst, vervoercoördinatiecentrum en gronduitgevers hebben een start gemaakt met de duurzaamheidsaanpak. Een uitvoeringsplan is in samenwerking met alle partijen opgesteld en is in maart 2003 met een samenwerkingsovereenkomst bekrachtigd.

11

(18)

3.4 THEMA BODEM

2002 is een belangrijk jaar geweest voor het Dordtse bodembeleid. In dit jaar zijn drie grote projecten afgerond, te weten de voorbereiding van de overdracht van de provinciale bodemsaneringstaken, de opstelling van het gezamenlijk bodemsaneringsbeleid Zuid-Holland en de opstelling van het meerjaren uitvoeringsprogramma bodemsanering 2003-2005.

Overdracht provinciale bodemsaneringstaken

In samenwerking met de Milieudienst Zuid-Holland Zuid en de provincie Zuid-Holland is in 2002 gewerkt aan de voorbereiding van de overdracht van de provinciale bodemsaneringstaken.

Per 1-1-2003 is de gemeente bevoegd gezag Wet bodembescherming. Voor de uitvoering van de nieuwe taken wordt bij de gemeente en de milieudienst de bestaande bodemorganisatie uitgebreid met nieuwe functies. De werving is in het laatste kwartaal gestart. In december is in alle vacatures voorzien.

Tevens is gewerkt aan de noodzakelijke hulpmiddelen, zoals een nieuw bodeminformatiesysteem, de verordening bodemsanering, standaardbrieven, checklisten, procedurebeschrijvingen, enz.

Tevens is een administratieve grondbank opgezet, waarmee het mogelijk wordt vrijgekomen licht verontreinigde grond op een efficiëntere wijze binnen de gemeente te hergebruiken conform het grondstromenplan.

Gezamenlijk bodemsaneringsbeleid Zuid-Holiand

De provincie Zuid-Holland, Rotterdam, Den Haag, Dordrecht, Schiedam en Leiden hebben gezamenlijk het Zuid-Hollandse bodemsaneringsbeleid (BOBEL 2)geactualiseerd. In december heeft het college ingestemd met de nieuwe nota (BOBEL 3). In 2003 volgt de inspraak, waarna de nota voor de definitieve besluitvorming wordt aangeboden. Aanleiding voor de actualisatie is de landelijke beleidsvernieuwing bodemsanering (BEVER).

Opstelling uitvoeringsprogramma bodemsanering 2003-2005

In het kader van de herijking van het bodemsaneringsprogramma 2000-2005 is in 2002 het definitieve uitvoeringsprogramma bodemsanering 2003-2005 opgesteld.

Dit programma is gebaseerd op de door met Ministerie van VROM beschikbaar gestelde bodemsaneringbudgetten, ten bedrage van € 11,9 min. Doordat dit budget minder is dan in 2001 gevraagd is in het bodemsaneringsprogramma enkele projecten slechts gedeeltelijk opgenomen, bijvoorbeeld de sanering van Gips

Houtbereiding/Kop van de Nijverheidsstraat en Penn&Bauduin.

Vanaf 1 januari 2002 is de gemeente verantwoordelijk voor de bodemsaneringen in het stedelijk gebied. In het kader van de overdracht van de werkzaamheden heeft de provincie Zuid-Holland in opdracht en samenspraak met de gemeente de werkzaamheden voortgezet ten behoeve van enkele bodemsaneringlocaties.

Project Landsdekkend beeld

Het Rijk heeft de gemeente verplicht om uiterlijk 1 januari 2004 inzicht te geven in de verontreinigingsproblematiek (alle (potentieel) ernstige bodemverontreinigingen) inclusief de geraamde kosten. Deze zogenaamde werkvoorraad wordt door VROM gebruikt als verdeelsleutel voor het toekennen van de bodembudgetten over de provincies en de grotere gemeenten.

In 2002 zijn de voorbereidende werkzaamheden voor de bepaling van de werkvoorraad voor de gemeente afgerond. Allereerst zijn alle reeds ingevoerde dossiers (2200) in het bodeminformatiesysteem aan locaties gehangen (locatiedefinitie). Deze actie leverde circa 1300 locaties op. Vervolgens zijn alle locaties (dossiers) nader bekeken en is waar nodig extra informatie toegevoegd

12

(19)

4. EXTERNE INTEGRATIE

4.1 Maatschappelijk Duurzaam Ontwerpen (MDO)

De reguliere werkzaamheden hebben plaatsgevonden. Zeven woningbouwprojecten (in totaal 250 woningen) en 24 utiliteitsprojecten (bedrijfshallen, kantoren, sportkantine, basisschool, bezoekerscentrum Hollandsche Biesbosch) zijn getoetst.

4.2 Milieu en Gezondheid Gezondheidseffectenstudie (GES).

Het is een instrument waarmee de GGD in een vroeg stadium beleidsvoornemens die in meer of mindere mate gezondheidsgevoelig zijn te toetsen op gezondheidseffecten. Daarbij gaat het vooral om de beleidsterreinen milieu, ruimtelijke ordening en verkeer. Het belangrijkste doel van het GES is om

gezondheidsbelangen mee te laten wegen in de besluitvorming. In 2002 is de GES- methodiek toegepast op het stedenbouwkundigplan van het Gezondheidspark Dordtwijk met als doel om op deze wijze ondersteuning te bieden aan het planproces. De inzichten die zijn opgedaan in de GES kunnen bijdragen aan de ralisatie van een plan dat ook vanuit oogpunt van milieu en gezondheid optimaal genoemd kan worden.

4.3 Milieucommunicatie

De pijlen van Piet Weizigt 'JXIMC richten zich niet meer alleen op het educatieve programma voor het onderwijs. In het verlengde van het gemeentelijk milieubeleid zijn projecten opgezet rond de thema's Water en Afval, gericht op de totale Dordtse samenleving. Het project" Waterzigt op Weizigt" is dit jaar voor het eerst uitgevoerd en vervolgens geëvalueerd door het SGB.De gemiddelde waardering door bezoekers, docenten en leerlingen voor vorm en inhoud kwam uit op het cijfer 7,5! De samenwerking tussen de vijf grote waterpartners is verder uitgewerkt in een organisatiestructuur, waardoor een duurzame relatie is ontstaan.

Het gemeentebestuur heeft de Afvalcommunicatie aan Weizigt NMC opgedragen. Het project "Oud-Krispijn Schoon" is daar onderdeel van. Met subsidie van de provincie Zuid-Holland en in samenwerking met de gemeenten Den Haag en Leiden is een vijftiental allochtone vrijwilligers tot voorlichter over het thema Afval opgeleid.Zij brengen de boodschap over naar de eigen achterban, waarbij nauw samengewerkt wordt met het Centrum voor Integratie Bevordering, Thuis op Straat, de Milieupolitie, Wijkbeheer en Netwerk.

Het onderwijsaanbod was ook in 2002 weer een succes. Alle Dordtse scholen hebben er gebruik van gemaakt en ondanks het toenemend aanbod van andere organisaties aan scholen loopt de deelname aan het Weizigt aanbod niet terug. Blijkbaar wordt voorzien in een behoefte, waardoor het een vast onderdeel in het onderwijsprogramma is geworden.

13

(20)

5. MILIEUMONITORING

Eind december is de Milieumonitor Dordrecht 2001 verschenen, tegelijkertijd met het milieuprogramma voor 2003. Het betreft de eerste meting in Dordrecht. De monitor geeft inzicht in de onderwerpen: externe veiligheid, geluid, lucht, stank, bodem, groen en ecologie, water, energie, afval, duurzaam bouwen en verkeer. De milieumonitor vergelijkt de feiten en trends met de beoogde doelen en resultaten uit het Dordtse milieubeleid

Met de milieumonitor krijgt de gemeente een beter inzicht in de milieuprestaties. Uit de eerste milieugegevens valt op te maken dat luchtkwaliteit en externe veiligheid de komende tijd aandacht moeten krijgen. De uitkomsten van de monitor worden gebruikt bij het opstellen van onder meer het milieuprogramma 2004.

Verder is in regionaal verband (Drechtsteden) de Monitor 2001 Milieu- en leefomgevingsbeleid Drechtsteden uitgebracht. Dit is de opvolger van de monitor 2001.

In deze monitor worden de Drechtsteden naast elkaar gepresenteerd. Het gaat hierbij vooral om onderwerpen die de Drechtsteden gemeenschappelijk hebben en gebaseerd zijn op gemeentelijk beleid.

6. FINANCIEN

Hieronder wordt een overzicht geboden van de financiële stand van zaken. De gegevens zijn afkomstig uit de jaarverslagen 2002 van Stadsontwikkeling en Stadswerken

Apparaats- Programma- Kapitaal- Baten Toelichting kosten kosten lasten

Afvalinzameling Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil

80.000 83.000 -3.000

9.557.000 9.576.000 -19.000

0 0 0

0 0

Begrotingswijzing van circa € 160.000 niet opgenomen;

verder van Netwerk € 145.000 ontvangen i. v. m.

afrekening 2001. Maakt € 15.000 negatief.

Aansturing milieupolitie

Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil

12.000 12.000 0

548.000 487.000 61.000

0 0 0

Nagekomen bate van € 59.000 i.v.m. afrekening 2001

Peilbeheer oppervlaktewater (o. a. baggeren)

Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil

179.000j 285.000 -106.000

574.000 471.000 103.000

0 0 0

Groen Begroting 2002

Rekening 2002 Verschil

3.116.000 3.221.000 -105.000

2.245.000 2.920.000 -675.000

89.000 62.000 27.000

89.000 291.000 202.000

Overschrijding veroorzaakt door onder meer storm- schade, uitbraak iepenziekte en kerstbomenactie

14

(21)

Overzicht baten en lasten in 2002 X € 1000.--

Bodem

i . Lucht

Ecologie

Milieuzorg

Geluid/MIG

Stank

Externe veiligheid

Afvalbeleid

Energie

Vergunningen en milieu- handhaving

Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil Begroting 2002 Rekening 2002 Verschil

egroting 2002 Rekening 2002

erschil egroting 2002 ekening 2002 erschii

Apparaats- kosten

144 337 -793

4 g -5

17 6 11 96 198 -102

66 47 19

8 2 6

1 J

24 -11

66 27 39

35 48 -13 22 21 1

Programma- kosten

6 43 -37

0

0 13 26 -13 113 99 14 20 0 20 52 20 32 399 113 286 12 66 -54 1.078 751 327

Kapitaal- lasten

19 18 1

0

0 16 0 16 0 39 -39

0 0 0 0 0 0 23 0 23

0 0 0

0 0 0

Baten

54 -54

0

0

0 0 23 -23 45 45 0 0 0 0 299 146 153 0 -7 7 0 5 -5

Toelichting

De activiteiten hebben zich geconcentreerd op de overdracht WBB-taken. Uitvoering en dekking is j conform het bodemsaneringsprogramma

Meer capaciteit besteed tbv de opstelling van een rapportage luchtkwaliteit.

De capaciteitskosten zijn verantwoord op de projecten waarvoor ze zijn gemaakt.

Verschuiving van capaciteit van lucht en stank naar milieuzorg.

De kapitaalslasten waren niet geraamd in 2002. De overige verschillen zijn minimaal.

De activiteiten zijn gecombineerd uitgevoerd met net product milieuzorg.

3oor de intensivering van strategisch-beleidsmatige ctiviteiten zijn de apparaatskosten hoger dan begroot, ovendien waren niet alle programmagelden nodig.

3e uitvoering van het programma afvalbeleid blijft chter bij de raming.

r zijn meer bijdragen aan projecten geleverd dan as begroot. De programmakosten waren voor erstrekte subsidies en voor een risicoanalyse.

e onderschrijding op de programmakosten komt oordat de Milieudienst minder werk heeft verzet

2002 i)

1) Onderschrijding is verder veroorzaakt door niet gereserveerde nagekomen facturen ad € 179.950 die na het vaststellen van de jaarrekening bekend werden, 15

(22)
(23)

Bijlage 1 Jaarverslag Gebiedsteam Dordrecht Milieudienst Zuid-Holland Zuid

16

(24)

JAARVERSLAG 2002 (samenvatting)

GEBIEDSTEAM DORDRECHT

17

(25)

Samen met de gemeente werken aan een duurzaam, leefbaar en veilig Dordrecht

MISSIE MILIEUDIENSTZUID-HOLLAND ZUID

"De Milieudienst Zuid-Holland Zuid staat voor het leveren van een meetbare bijdrage aan de duurzame verbetering van de leef- en milieukwaliteit in de regio Zuid-Holland Zuid.

Wij zijn ervan overtuigd dat dit alleen gerealiserd kan worden door intensieve en respectvolle samenwerking met de opdracht gevende bestuurders, gemeenten, bedrijven en bewoners.

Alleen dan zijn we in staat precies de kwaliteit te leveren die van ons wordt gevraagd.

Onze aanpak is doe/matig en efficiënt en we onderscheiden ons door een integrale aanpak van milieuvraagstukken.

We geloven in heldere en open relaties met de opdrachtgever en met elkaar.

We zijn enthousiast, betrokken, doen wat we zeggen en zeggen wat we doen."

versie 23-4-2003

18

(26)

INLEIDING

Voor u ligt het concept-jaarverslag in samenvatting van het gebiedsteam Dordrecht over het jaar 2002.

In dit samengevatte verslag wordt kort aangegeven op welke wijze het gebiedsteam Dordrecht zich het afgelopen jaar heeft ingezet voor het milieu in de gemeente Dordrecht.

Dit jaarverslag komt later uit dan gebruikelijk, omdat er pas onlangs een nieuwe gebiedsmanager is aangetreden die dit plan moest opstellen en vooral ook omdat de dienstcontroller die de jaarrekening moest opstellen langdurig ziek is geweest.

In dit verslag zal soms ook heel kort worden teruggekeken op de voorgaande jaren en soms alvast een doorkijkje worden gegeven naar 2004.

Een goede cijfermatige verantwoording kan helaas nog niet worden gemaakt, omdat zoals eerder gemeld door langdurige ziekte van de dienstcontroller op het moment van opstellen van dit plan de exacte cijfers van de jaarrekening 2002 voor Dordrecht nog niet beschikbaar waren. Een aantal voorlopige conclusies over de resultaten van het jaar 2002 kan echter wel al worden getrokken. In de jaarrekening van de gehele Milieudienst, die hopelijk binnenkort zal uitkomen, zullen de definitieve cijfers worden gepresenteerd en toegelicht.

Vanaf het jaar 1999 is de Milieudienst Zuid-Holland Zuid gaan werken vanuit een nieuwe gebiedsgerichte organisatie; er zijn vier gebiedsteams opgericht, waaronder het gebiedsteam Dordrecht, met ieder een eigen gebiedsmanager. In 2000 heeft de nadruk gelegen op het opbouwen van de afdeling en het werken aan

teambuilding. Immers nieuwe mensen met diverse disciplines moesten samenwerken. Daarnaast heeft het accent gelegen op het kennismaken met de gemeente en vormgeven aan nieuwe werkwijzen die de vernieuwde (organisatie)structuur met zich meebracht.

Ook in 2001 hebben deze speerpunten uit 2000 weer centraal gestaan. Alleen is het kennismaken rnet de gemeente uitgebouwd tot het worden van een verlengstuk van de gemeente. Verder is de teamvorming gericht geweest op een kwalitatieve en kwantitatieve groei van de afdeling, nodig om alle afgesproken werkzaamheden behoorlijk te kunnen uitvoeren. De ontwikkeling waarbij verschillende medewerkers van de afdeling Dordrecht vanuit diverse disciplines samenwerken heeft geleidelijk meer gestalte gekregen.

In lijn met het ondernemingsplan van de Milieudienst Zuid-Holland Zuid, het Plan van Aanpak en het voorste! voor een Strategienota moet ook de afdeling Dordrecht (verder) in de rol groeien van een collegiale, professionele en zelfbewuste afdeling.

In 2002 heeft de gemeentelijke benadering steeds verder vorm gekregen. Met name op het gebied van vergunningen en toezicht en in mindere mate op het gebied van bodem en geluid, zijn medewerkers gekoppeld aan vaste gemeenten. Voor toezicht begint dit goed te werken. Voor het taakveld vergunningen was de personele capaciteit ook nog problematisch waardoor de ingezette lijn nog niet optimaal functioneert. De algemeen adviseurs werken veelal aan (sub)regionale projecten en zijn derhalve niet direct gekoppeld aan een gemeente.

De gebiedsmanager Dordrecht, Hilton Weidema.

(27)

JAARVERSLAG 2002

(28)

1 Algemeen

In de afgelopen jaren heeft het proces bij de Milieudienst om samen te werken in een gebiedsteam vorm gekregen.

In 2002 zijn, deels noodgedwongen omdat de gebiedsmanager haar taak moest combineren met die van interim-directeur van de Milieudienst, meer contacten met de gemeente via medewerkers van het gebiedsteam gelopen. Zoals reeds aangeduid in de inleiding, lijkt dit een goede ontwikkeling die ook door de nieuwe gebiedsmanager wordt onderschreven. Dit betekent onder meer dat de gebiedsmanager niet meer in hoofdzaak fungeert als doorgeefluik van problemen. Er zijn meer directe lijnen tot stand gekomen met de gemeenteambtenaren. Dit betekent een aanzienlijke ontlasting van de gebiedsmanager doordat veel van de lopende zaken direct via de medewerkers worden afgehandeld. De gebiedsmanager heeft nu in principe alleen rechtstreeks contact met de wethouder voor milieuzaken en met de gemeentelijke contactambtena(a)r(en)en heeft daardoor meer tijd voor zijn

managementtaken. Daarnaast is er vanuit de gemeente de wens geuit om nauwere contacten op managementniveau te onderhouden, aan welke wens de nieuwe gebiedsmanager graag wil voldoen.

Dit alles moet ertoe leiden dat de gemeente de milieudienst steeds meer als een verlengstuk van de eigen organisatie gaat zien, medewerkers van de gemeente de medewerkers van de Milieudienst gaan beschouwen als collega's en er meer betrokkenheid wordt gevoeld bij eikaars organisaties.

2. Nadruk op kwalitatieve groei

In 2001 is een start gemaakt met enerzijds het in de breedte ontwikkelen van een aantal medewerkers (generalisten), waardoor meer integraal kan worden gewerkt, en anderzijds het meer in de diepte ontwikkelen van een aantal medewerkers (specialisten). In 2002 heeft dit proces verder vorm gekregen. Steeds meer medewerkers ontwikkelen zich op een breder niveau. Dit blijft een voortschrijdend proces. Dit blijft ook noodzakelijk om als team flexibeler te kunnen opereren bijvoorbeeld om een plotselinge groei van bepaalde diensten en producten te kunnen opvangen.

Daarnaast is bij het aannemen van nieuwe mensen gekeken naar een goed evenwicht tussen ervaren en minder ervaren medewerkers.

Voor wat betreft de kwantiteit kan worden opgemerkt dat om aan de toenemende vraag te voldoen in 2002 het aantal medewerkers van het gebiedsteam ook in aantal is gegroeid. Eind 2002 hoefden nog maar enkele vacatures binnen het gebiedsteam te worden vervuld, maar een goede invulling hiervan op korte termijn is noodzakelijk om de afgesproken taken voor de gemeente op een kwalitatief en kwantitatief goed niveau te vervullen.

3. Enige bijzonderheden jaar 2002

Het jaar 2002 is een bijzonder hectisch jaar in de geschiedenis van de Milieudienst geweest. De besluitvorming inzake het ondernemingsplan is aangehouden. In plaats daarvan is veel tijd en geld gestoken in het op orde brengen van de ondersteunende diensten. Verwachting is dat de Milieudienst in de loop van het jaar 2003 hiermee een belangrijk stuk zal zijn gevorderd.

Daarnaast is er veel capaciteit gestoken in het verbetertraject toezicht. Als gevolg van het autonoom ingezette proces en als gevolg van het project Professionalisering van de Handhaving is een nieuwe werkmethode ontwikkeld en geleidelijk ingevoerd. Hierdoor heeft er in de loop van 2002 een relatief grote instroom van nieuwe medewerkers plaats gehad.

(29)

4. Financiën

Het financieel resultaat over 2002 blijkt flink nadelig te zijn, veroorzaakt door onder meer de volgende factoren:

een forse overschrijding van de regionale taken die niet kunnen worden doorberekend een voortdurende, noodzakelijke inhuur bij met name de afdeling Control

een hoog ziekteverzuim bij de ondersteunende diensten, waardoor extra inhuur nodig was

"productieverlies" als gevolg van de instroom van relatief veel nieuwe medewerkers, met name bij de productgroep Toezicht.

Daarnaast zijn veel kosten gemaakt voor de noodzakelijke uitvoering van het Plan van Aanpak, bedoeld om de ondersteunende afdelingen op orde te krijgen.

Het gevolg is dat de Milieudienst het jaar 2003 begint met een uitgeholde algemene reserve.

5. Gedelegeerde en gemandateerde taken 5. l Vergunningverlening

De productgroep Vergunningverlening levert in hoofdzaak de volgende producten:

oprichtings, veranderings- en revisievergunningen actualiseringen en ambtshalve wijzigingen

meldingen ingevolge artikel 8.19 van de Wet milieubeheer nadere eisen bij inrichtingen die onder een AMvB vallen;

intrekkingen van milieuvergunningen.

Voor wat betreft het jaar 2002 kan worden geconcludeerd dat de voorgenomen productie van het aantal vergunningen niet is gerealiseerd (gepland:

67, gerealiseerd: 37, is 55%). Een belangrijke reden hiervan is dat de personele capaciteit nog niet op orde was. Getracht is het tekort deels op te vullen door interne inhuur. Maar ook bij externe bureaus bleken nauwelijks ervaren en beschikbare vergunningverleners aanwezig. Daarnaast moesten vergunningverleners steeds vaker ook andere taken uitvoeren (bijvoorbeeld BRZO). Deze staan weliswaar in direct verband met vergunningverlening, maar dragen niet zichtbaar bij aan de realisatie van bovengenoemde producten. Als gevolg hiervan moesten prioriteiten worden gesteld. Dit is een van de belangrijkste redenen dat met name ambtshalve wijzigingen en actualisaties achter bleven en termijnen werden overschreden. Er blijft getracht worden nieuwe vergunningverleners aan te trekken. Wat betreft de actualisering van vergunningen zal in 2003 een dossieronderzoek worden gehouden om inzicht te krijgen in de omvang van de achterstand en wat er nodig is om deze weg te werken.

In 2003 zal worden onderzocht of de kengetallen voor vergunningverlening wel juist zijn, aangezien het beeld nu al jaren achter elkaar een negatief karakter kent.

(30)

5.2 Toezicht

Voor de productgroep Toezicht is 2002 een vrij goed jaar geweest. Het totaal aantal geplande periodieke controles voor Dordrecht is vrijwel geheel gerealiseerd (439 gepland, 393 gerealiseerd, is 90%). Voor het aantal behandelde AmvB-meldingen geldt dat dit aantal iets hoger is dan gepland (79 gepland, 70 gerealiseerd, is 113%).

Veel capaciteit is ingezet voor de uitvoering van het Besluit Risico's Zware Ongevallen (BRZO).

Het traject Profesionalisering van de handhaving is in 2002 gestart, waarvoor extra capaciteit moest worden aangetrokken. Net als bij

vergunningverlening waren eind van het jaar nog niet alle vacatures opgevuld. Voor de nieuwe toezichthouders die wel werden aangetrokken moest een inwerk- en opleidingstraject worden opgesteld en gevolgd. Invoering van de nieuwe werkwijze kost tijd, verbetering van de kwaliteit ook. Deze lijn zal in een groot deel van 2003 worden doorgetrokken, hetgeen invloed zal hebben op de dit jaar gerealiseerde controles.

In 2002 hebben vrijwel alle toezichthouders (en vergunningverleners) een cursus energie gevolgd. Tevens is het handboek energie vastgesteld. In de vorm van proefprojecten wordt uitvoering gegeven aan dit aspect. In 2003 wordt dit gecompleteerd met afvalwaterpreventie.

De verantwoording over de gehonoreerde subsidie (Subsidieregeling Aanpak Milieudrukvermindering) is gebeurd. Een deel van de in het vooruitzicht gestelde subsidie is ontvangen.

5.3 Regionale taken

In stand houden wachtdienst

Het wachtdienstbudget is in 2002 besteed aan het in stand houden en verbeteren van de kwaliteit van de wachtdienst van de Milieudienst. Een groot deel van het budget is ten goede gekomen aan noodzakelijke opleidingen en trainingen voor de deelnemers (o.a, ademlucht, persoonlijke

beschermingsmiddelen, gevaarlijke stoffen, geluidsmetingen, asbest, rijvaardigheid). Daarnaast moesten er extra coördinatiewerkzaamheden worden uitgevoerd door de coördinator wachtdienst. De uitkomst vertoont een forse overschrijding ten opzichte van de begroting. Deze is mede veroorzaakt door opleidingen ten behoeve van nieuwe deelnemers aan de wachtdienst. In 2002 zijn er veel personele wisselingen geweest.

De verwachting is niet dat de kosten voor de wachtdienst substantieel omlaag kunnen: het op een acceptabel niveau in stand houden van een wachtdienst met mensen die 24 uur per dag gedurende 7 dagen per week inzetbaar moeten zijn en de daarbij behorende middelen vergt nu eenmaal een behoorlijke investering.

Regionaal handhavingsprogramma

Het budget Regionaal Handhavingsprogramma is in 2002 besteed aan de uitvoering van diverse regionale samenwerkingsprojecten in het kader van R- SEPH. De projecten zijn alle onderdeel van het regionale handhavingsprogramma 2002. De uitkomst vertoont een vrij aanzienlijke overschrijding ten opzichte van het budget. Deze wordt onder meer veroorzaakt door de vele capaciteit die is gaan zitten in speciale projecten, met name het project ter uitvoering van het herziene Vuurwerkbesluit.

(31)

Regionaal Servicepunt Handhaving Zuid-Holland Zuid (R-SEPH)

Naast de deelnemende gemeenten levert de provincie een bijdrage aan het R-SEPH. Het budget Regionaal Servicepunt Handhaving is besteed aan het coördineren en faciliteren van de handhavingssarnenwerking in de regio en het afstemmen van de doorontwikkeling van de samenwerking met het Provinciaal Servicepunt Handhaving en de overige regionale servicepunten in Zuid-Holland.

Landelijk doelgroepenbeleid

Het budget voor het doelgroepenbeleid is in 2002 met name aangewend ten behoeve van de volgende projecten:

Besluit risico's zware ongevallen (projectleiding) Bunkerstations

Metaal-electro.

De uitkomst vertoont een forse overschrijding ten opzichte van het budget. Deze wordt vooral veroorzaakt door de projecten Besluit risico's zware ongevallen (BRZO), waar meer uren aan projectleiding en voorlichting zijn besteed dan was geraamd.

In 2003 zullen er aparte budgetafspraken worden gemaakt voor de aanpak van BRZO-bedrijven en zal voor het overige worden bekeken hoe in de toekomst met het regionale budget voor doelgroepenbeleid zal worden omgegaan.

6. Fysieke omgeving en geluid

De gerealiseerde omzet op de taak "fysieke omgeving" is behoorlijk hoger dan begroot. Dit is een jaarlijks terugkerend fenomeen vanwege de

"conservatieve" manier van begroten voor fysieke omgeving.

6.7 Bodem

De Milieudienst is vertegenwoordigd in het pilotproject landsdekkend beeld van de provincie Zuid-Holland.

Per begin 2003 neemt Dordrecht de taken en verantwoordelijkheden in het kader van de Wet bodembescherming (Wbb) over van de provincie en wordt daarmee het bevoegd gezag inzake de Wbb. De daadwerkelijke uitvoering van deze taak zal plaatsvinden bij de MZHZ. In 2002 is het voorbereidingsproces afdgerond.

In 2002 is een voorstel ter uitvoering van de handhaving van het Bouwstoffenbesluit geaccordeerd door het regionale portefeuillehoudersoverleg.

6.2 Geluid

In 2002 is de EU Richtlijn Omgevingslawaai gepubliceerd. Binnen twee jaar moet de richtlijn in alle lidstaten zijn geïmplementeerd. De richtlijn verplicht de gemeente om geluidbelastingkaarten en actieplannen te gaan opstellen. Daarnaast wordt de gemeente verplicht om de bevolking te informeren en

(32)

te betrekken bij de aanpak van geluidproblemen. Eind 2002 is besloten het wetsvoorstel MIG vooralsnog niet verder te ontwikkelen. Het

gedachtengoed van MIG wordt stapsgewijs in de Nederlandse wetgeving doorgevoerd. De lopende projecten zijn aan de ontwikkelingen aangepast.

De financieringswijze voor geluidsanering door gevelmaatregelen is gewijzigd; de gelden worden via het ISV aan de gemeente ter beschikking gesteld.

6,3 Regionale taken

Projectorganisatie sanering verkeerslawaai

Het regionale budget is, conform "Plan van Aanpak/ handboek budgethouderschap sanering verkeerslawaai regio Zuid-Holland Zuid" besteed aan de regionale budgethouderstaken (o.a. financiële jaarverantwoording) en de opdrachtgeverstaken (o.a. directie-uitvoering, Awb-besluiten).

Onderhoud geluidmiddelen

Uit deze post worden de uren betaald voor het periodiek controleren van de geluidmeetapparatuur van de Milieudienst. Voorts voor het verzendklaar maken van de apparatuur voor de NKO-certificering. Daarnaast worden storingen en reparaties uit deze post betaald. Ook de uren voor de

gebruiksinstructies aan medewerkers van de Milieudienst worden hieruit betaald.

Verkeersmilieukaarten

In 1999 zijn afspraken gemaakt over de financiering van het beheer en onderhoud van de Regionale Verkeersmilieukaart (RVMK). De uitgaven variëren per jaar, afhankelijk van de geplande werkzaamheden.

In verband hiermee is er voor gekozen om de kosten over een langere periode uit te middelen, waardoor het mogelijk is per gemeente jaarlijks een zelfde bedrag op te nemen in de begroting. Afgesproken is dat eventuele overschotten gereserveerd blijven voor het project, zodat hiermee de tekorten kunnen worden gedekt in de jaren dat er meer werkzaamheden zijn gepland.

Ondersteuning BSB-operatie

Uit deze post worden de uren betaald voor overleg en informatie-uitwisseling tussen het bevoeg gezag Wet milieubeheer (Wm), vertegenwoordigd door de Milieudienst en de stichting BSB (Besluit sanering in gebruik zijnde bedrijfsterreinen), opererend vanuit de Wbb. Voorts wordt informatie verstrekt aan medewerkers van gemeenten en van de Milieudienst. Het betreft informatie over de voortgang van bodemonderzoek bij bedrijven.

Gebiedsgerichte projecten

Met name in de ondersteuning van de Ambtelijke Adviesgroep en de Bestuurlijke Commissie Groen Water en Milieu in de Drechtsteden is een actieve bijdrage geleverd. De milieumonitor is een voorbeeld van een geleverd product.

(33)

Zonebeheer industrieterreinen

Het beheren van geluidzones van gezoneerde industrieterreinen is een wettelijke taak. In overleg met de provincie is deze taak ingevuld. In 2002 is het beheersysteem verder uitgewerkt, zijn de bestaande zonemodellen beheerd en is een aanzet gemaakt voor het opstellen van twee nieuwe

zonemodellen.

7. Milieubeleid en communicatie

In het kader van het provinciale beleidsplan Milieu en Water (BMW) is een jaarprogramma uitgewerkt en uitgevoerd. De in het jaarprogramma genomde activiteiten sluiten aan bij de gebiedsgerichte projecten en hebben als doel het versterken van de milieusamenwerking en het integreren van milieu in andere beleidsvelden. De provincie subsidieert deze uitvoering.

Regionale taken

Ontwikkeling en Implementatie wet- en regelgeving

Er was in 2002 een grote hoeveelheid wet- en regelgeving die moest worden geïmplementeerd.

Het regionale budget is in 2002 vooral besteed aan . ,- 'signalering van nieuwe wet- en regelgeving

verwerken van nieuwe wet- en regelgeving in algemeen beleid voor de regio ~ • bijhouden jurisprudentie

beantwoording van algemene vragen op juridisch gebied deelname aan diverse landelijke werkgroepen

uitwerking milieuparagraaf gemeenschappelijke regeling en uniforme mandaatregeling. "'""

Deze uitkomst vertoont een aanzienlijke overschrijding van het budget, die met name wordt veroorzaakt door de laatste activiteit.

Communicatieve ondersteuning

Ondersteuning van de contactambtenaren-overleggen, de schriftelijke uitgaven in de vorm van folders, brochures, het blad "Contact" en de bijdrage aan het regio-bulletin vallen hieronder. Een groot deel van het jaar moest worden gewerkt met een zeer beperkt capaciteit. De bestedingen zijn met name gericht geweest op externe inhuur. Met de intrede van de nieuwe communicatie-adviseur krijgt communicatie met ingang van 2003 een nieuwe impuls.

Natuur- en Milieueducatie (NME)

De regionale NME coördineert de vele vrijwilligersactiviteiten in de subregio's. In 2003 vindt een evaluatie plaats, waarna besloten zal worden hoe nu verder te gaan met NME.

(34)

Stuur- en verantwoordingsinstrumenten

Onder deze post vallen de bijdragen van controller, administrateur, gebiedsmanagers en productcoördinatoren ten behoeve van de begroting, de jaarrekening, het jaarverslag en de dienst- en gemeentemaraps.

Relatiebeheer

Onder deze taak vallen reguliere contacten van onder meer de gebiedsmanagers met de medewerkers en bestuurders (in Dordrecht onder andere via het tweewekelijkse maandagochtendoverleg MAO) van de regiogemeenten en het tijdsbeslag van de managers voor het bespreken van de "offertes", begroting, jaarrekening, maraps e.d. bij de gemeenten.

Gedacht vanuit de behoefte van de Milieudienst en de gemeenten om beter met elkaar te communiceren is deze begrotingspost fors overschreden.

Milieukwaliteitsmonitor

Als resultaat van intensieve samenwerking met de Drechtsteden-gemeenten is de monitor milieu- en leefomgevingskwaliteit gemaakt. De monitor vormde een prikkel om concreet te discussiëren over lokale en subregionale doelen en ambities.

(35)

Wet milieubeheer, Artikel 12.4 pagina 1 van 2

(Tekst geldend op: 24-07-2003)

Informatie bij: Artikel 12.4

Informatie voor versie

Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

1. Besluit milieuverslaglegging

Artikelen die verwijzen naar dit artikel

1. Besluit milieuverslaglegging, artikel: 1.

2. Oplosmiddelenbesluit omzetting EG-VOS-richtlijn milieubeheer, artikel: 14.

3. Wet milieubeheer, artikel: 12.5, 12.6, 12.7, 12.8, 12.9 en 21.6.

4. Wet op de ondernemingsraden, artikel: 31 a.

Artikelen die verwijzen naar het hoofdstuk, paragraaf e.d. waar dit artikel deel van uitmaakt

• Titeldeel:

1. Wet milieubeheer, artikel: 21.6.

2. Wet verontreiniging oppervlaktewateren, artikel: 29.

Overzicht van wijzigingen

~~

Datum van inwerkingtreding

01-07-2002

01-01-1999

'

Terugwerkende

kracht Bijzonderheden

Wijziging

Nieuw

Ontstaansbron Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken O: 30-01-2002 B: Stb. 2002, 102 K: 27615 O: 10-04-1997 B: Stb. 1997, 170 K: 24572

Inwerkingtreding Ondertekening Bekendmaking

0: 16-05-2002 B: Stb. 2002, 255

0: 17-11-1998 B: Stb. 1998, 654

Opmerking

Artikel 12.4

1. Degene die de inrichting drijft, stelt jaarlijks ten behoeve van het bestuursorgaan dat bevoegd is een

vergunning krachtens artikel 8.1 voor de betrokken inrichting te verlenen, een milieuverslag op. In de gevallen waarin een vergunning vereist is krachtens artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren wordt het verslag tevens opgesteld ten behoeve van het bestuursorgaan dat tot verlening van die vergunning bevoegd is.

2. Het verslag wordt opgesteld overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels. Het bevat de bij of krachtens die maatregel aan te wijzen gegevens omtrent:

a. de nadelige gevolgen voor het milieu, die de inrichting in het verslagjaar heeft veroorzaakt;

b. de technische, organisatorische en administratieve maatregelen en voorzieningen die in het verslagjaar met betrekking tot de inrichting zijn getroffen in het belang van de bescherming van het milieu;

c. de redelijkerwijs te verwachten ontwikkelingen met betrekking tot de onder a en b genoemde onderwerpen in het eerstvolgende verslagjaar.

http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/sessioned/jobprocessorprint/session = 6... 24-7-2003

(36)

Wet milieubeheer, Artikel 12.4 pagina 2 van 2

3. Bij of krachtens de maatregel kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop de gegevens, bedoeld in het tweede lid, moeten worden verkregen.

4. Als gegevens als bedoeld in het tweede lid, tweede volzin, worden slechts aangewezen gegevens die redelijkerwijs nodig zijn voor:

a. de vervulling door de bestuursorganen, bedoeld in het eerste lid, van de in artikel 18.2 van de Wet milieubeheer, onderscheidenlijk artikel 29 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren bedoelde taak,

b. de vaststelling van het door die bestuursorganen of andere bestuursorganen te voeren milieubeleid en de controle op de voortgang van de uitvoering van dat beleid, of

c. de uitvoering van een bindend besluit van de Raad van de Europese Unie of de Commissie van de Europese Gemeenschappen.

5. Bij of krachtens een maatregel als bedoeld in het tweede lid, kan worden bepaald in hoeverre een bestuursorgaan als bedoeld in het eerste lid, bij het aanbrengen van beperkingen of het verbinden van voorschriften aan een vergunning met betrekking tot daarbij aangegeven onderwerpen van bij of krachtens de maatregel gestelde regels kan afwijken of nadere eisen kan stellen. Daarbij kan worden bepaald dat de bevoegdheid tot afwijken of tot het stellen van nadere eisen slechts geldt in bij of krachtens de maatregel aangegeven categorieën van gevallen.

http://wetten.overheid.nl/cgi-bin/sessioned/jobprocessorprint/session = 6... 24-7-2003

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor een goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) zijn door VNG, IPO en het Ministerie van I&amp;M landelijke kwaliteitseisen ontwikkeld.. Provincies en

overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor de

Bij kwaliteit gaan onze gedachten uit naar: juridische houdbaarheid, volledigheid beschikkingen, (inter)actief betrekken van gemeentelijke vakafdelingen. Verzoek is de Kwantiteit

Gemeentelijke Inspectie van het Onderwijs te LEIDEN, (getypt)

In september 2013 is door een groot aantal partijen, waaronder de rijksoverheid, werkgevers- en werknemersorganisaties, natuur- en milieuorganisaties, financiële instellingen en

Organisaties en medewerkers die aan deze criteria voldoen worden geacht in staat te zijn om producten te leveren met de gewenste kwaliteit.. De criteria voor kritieke massa geven

- overwegende dat gemeenten, provincies en de gemeenschappelijke diensten die in hun opdracht werken, zich bij de zorg voor een gezonde en veilige fysieke leefomgeving met oog voor

Voor u ligt het beleid voor de uitvoering van onze wettelijke taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-beleid) van de gemeente Scherpenzeel.. In