Uw internist of diabetesverpleegkundige heeft de behandeling met een insulinepomp met u besproken. Als u voldoet aan de indicatie en de criteria dan wordt deze behandeling volledig vergoed door de ziektekostenverzekering. Een insulinepomp geeft volgens een voorgeprogrammeerd schema automatisch snelwerkende insuline af waarmee wordt voorzien aan de basisbehoefte van insuline gedurende 24 uur per dag. Er zijn ook pompen die gekoppeld zijn aan een glucosesensor waarbij de insulineafgifte automatisch bepaald wordt door de hoogte van de glucosewaarde gemeten door de glucosesensor. Dit is het
“Closed loop systeem”. Of u in aanmerking komt voor deze vorm van pomptherapie heeft te maken met de indicatie. Uw diabetesverpleegkundige zal dit toelichten.
De standaard systemen zijn verdeeld in pompen met infusie slang en “draadloze” pompen met een pod waarvoor bepaalde criteria gelden. Welk systeem voor u het beste is, bepaalt u samen met de diabetesverpleegkundige.
Insuline die u nodig heeft voor een maaltijd wordt met alle systemen “gebolust”, dat is met een druk op de knop van de pomp of op de afstandsbediening, een extra hoeveelheid insuline toedienen. De pomp heeft een boluscalculator. Deze berekent hoeveel insuline u nodig heeft om de koolhydraten die u eet te verwerken. De calculator is dus een handig en noodzakelijk hulpmiddel.
Het is van belang om gemotiveerd te zijn voor deze behandeling omdat het vooral in het begin zeer intensief is. Kennis, inzicht, therapietrouw en het willen werken met de
boluscalculator zijn criteria.
Behandeling van diabetes mellitus met een
insulinepomp
Indicaties:
Kinderen, tieners, type 1 diabetes patiënten.
Diabetes type 2 patiënten die niet goed te reguleren zijn met injectietherapie.
Ernstige hypoglycemieen.
Zwangerschapswens of zwangerschap bij type 1 of 2 diabetes.
Diabetescomplicaties.
Criteria:
Voordelen van de behandeling:
U heeft uw eigen persoonlijke reden om voor deze behandeling te kiezen. Er worden afspraken gemaakt tussen u en het behandelteam over de te behalen doelen. Wederzijdse afspraken worden vastgelegd in een “Behandelovereenkomst”.
Samen met de diabetesverpleegkundige en met gebruik van informatie via
www.pompnet.nl wordt de pompkeuze gemaakt. De diabetesverpleegkundige vraagt de pomp aan bij uw ziektekostenverzekeraar. De technische instructie wordt thuis gegeven door een medewerker van de pompfirma. Als u de datum weet wanneer de medewerker van de pompfirma komt, dan geeft u deze door aan de diabetesverpleegkundige. Dan kan de startdatum gepland worden.
Als er een indicatie is voor de ”Closed loop” insulinepomp volgt er een apart traject voor het instellen. Instructie van de Medtronic pompen gebeurt bijvoorbeeld tijdens
groepssessies en door een medewerker van Medtronic.
Als u voor het eerst een pomp gaat gebruiken krijgt u persoonlijke thuisinstructie voor de pomptechniek. In de groep krijgt u instructie over de sensor, de automodus en het beheer van gegevens. Na de thuisinstructie kunt u oefenen met de pomp. U beheerst voor de start:
Er hoeft niet meer geïnjecteerd te worden.
De insuline wordt gelijkmatiger toegediend.
U krijgt alleen snelwerkende insuline.
Er is meer flexibiliteit in eet- en leefpatroon.
Er kan gemakkelijker ingespeeld worden op bijzondere omstandigheden.
Er zijn minder hypo’s en hypers.
Door dit alles wordt de kwaliteit van leven verhoogd.
Nadelen van de behandeling:
De bediening kan soms wat ingewikkeld zijn (in het begin).
De pomp kan zichtbaar zijn onder de kleding.
Er zit constant iets aan uw lichaam.
Alarmen kunnen hinderlijk zijn.
De pomp moet ook ’s nachts gedragen worden.
Technische problemen kunnen de diabetes ontregelen.
De pleister die de pompnaald vasthoudt kan huidproblemen geven.
Doel van deze behandeling:
Voorbereiding op de pomptherapie:
stop en startstand;
vullen reservoir en katheter;
Als het langer dan een jaar geleden is wordt er een afspraak gemaakt voor een
fundusscopie (oogfoto). U krijgt een verwijzing voor de diëtist voor het leren tellen van koolhydraten en het werken met de calculator. U krijgt een recept voor de insuline. Het gebruik van GlucaGen voor injectie en een bloedketonenmeter wordt besproken. Naast insuline voor de pomp heeft u een voorgevulde insulinepen nodig die u kunt gebruiken bij technische storingen van de pomp. U vraagt de pompbenodigdheden aan bij uw
leverancier van diabeteshulpmiddelen.
In de week voor de start, stuurt u de diabetesverpleegkundige vier bloedglucose dagcurves toe met bijbehorende insuline dosering. U controleert direct twee voor en na de maaltijd en voor het slapen. De diabetesverpleegkundige berekent de pompstanden en koolhydraat ratio’s. U krijgt adviezen hoe u de langwerkende insuline moet aanpassen omdat deze wellicht in een verminderde dosering gegeven moet worden de dag voor start. Er wordt met u besproken of u ziekteverlof moet opnemen.
Ongeveer twee weken na de thuisinstructie wordt de behandeling onder begeleiding van de diabetesverpleegkundige in het ziekenhuis gestart. (Dit geldt niet voor “closed-loop”
systemen).
inbrengen van de naald;
instellen van de basaalstand;
het geven van een bolus;
het verwisselen van de batterij.
Starten met de pomptherapie:
U start poliklinisch, aan het begin van de week, onder begeleiding van de diabetesverpleegkundige.
U heeft de langwerkende insuline aangepast volgens afspraak.
U neemt uw normale dosering kortwerkende insuline bij het ontbijt.
U neemt alle pomp hulpmiddelen mee naar het ziekenhuis. Vergeet de insuline niet mee te nemen!
De pomp wordt ingesteld op de basaalstand. De boluscalculator wordt ingesteld.
De pomp of pod wordt voorzien van insuline. De naald wordt ingebracht.
U krijgt adviezen ten aanzien van de behandeling van een te hoge of lage bloedglucose.
Er worden afspraken gemaakt over het doorgeven van de glucosewaarden.
U krijgt een controleafspraak.
Instelfase:
Vermijd extreme variaties in de koolhydraatintake.
Vermijd extreme activiteiten.
Gebruik hiervoor bij voorkeur de gekoppelde sensor (CGM) of de Libre sensor (FGM). Als u geen sensor heeft, gebruikt u de eigen bloedglucosemeter. Om de bolus te bepalen is het beter om de eerste week te calculeren met bloed in plaats van sensor glucosewaarde.
Bepaal de glucosewaarde direct voor en 2 uur na de maaltijden en voor het slapen gaan.
Kijk de volgende ochtend terug in uw pomp of sensor hoe de waarden in de nacht zijn geweest. Lees de pomp of sensor voor het einde van de week uit en laat de
diabetesverpleegkundige meekijken, of geef de meterwaarden door via e-mail of telefoon.
Dit vindt plaats in overleg met de diabetesverpleegkundige. Als de waarde binnen 2 uur na de maaltijd afwijkt wordt de koolhydraatratio aangepast. Als de waarde tussen 2 uur na de maaltijd tot voor de volgend maaltijd afwijkt, wordt de basaalstand aangepast.
De calculator gebruikt de volgende gegevens om te komen tot een bolusadvies:
Deze instellingen zijn aan veranderingen onderhevig, afhankelijk van uw leefstijl en omstandigheden.
Monitor de gegevens door middel van uw sensor of door extra controles met de bloedglucosemeter.
Reageer niet te snel op een daling of stijging maar meet liever na 30 minuten nogmaals. Bij waarden lager dan normaal voor het slapen (maar wel boven de 5 mmol/l) hoeft u geen actie te ondernemen maar controleer om 03.00 uur nogmaals.
Behandel een hypoglykemie met 5-7 druivensuiker tabletten of 3 eetlepels ranja. Een boterham is alleen nodig als u erg actief bent en/of als het langer duurt dan 2 uur voordat er een maaltijd volgt. U controleert uw glucosewaarde na 20-30 minuten nogmaals en zo nodig herhaalt u bovenstaande als de glucosewaarde niet gestegen of onder 4 mmol/l is. Voor algemene adviezen ten aanzien van zelfregulatie bij pomptherapie: zie de folder “zelfregulatie bij pomptherapie”.
Zelfcontrole na start:
Aanpassen van de insulinedosering:
De boluscalculator:
Het doel van de gewenste glucosewaarde voor de maaltijd, dat is vaak 5 mmol.
De werkingsduur van de insuline, dat is vaak 3 uur
De koolhydraatratio: dat is de hoeveel koolhydraten die verwerkt worden door 1 E- insuline (individueel).
De correctiefactor: dat is de hoeveelheid mmol/l dat de glucosewaarde zakt op 1 E- insuline (individueel).
Meestal wordt er gekozen voor een tefloncanule omdat deze prettig is in gebruik. Bij pleisterproblemen kan er Tegaderm of Cavilonspray onder de pleister geplaatst of gespoten worden. Bij snel loslaten van de pleister kan Skin Tac Wipe op de huid aangebracht worden voor het inbrengen.
In de eerste weken na start is er regelmatig contact met de diabetesverpleegkundige. Met uw toestemming kan met het gebruik van digitale systemen (telemonitoring) “op afstand”
door de diabetesverpleegkundige gekeken worden naar uw glucosewaarden. U krijgt adviezen over eventuele aanpassingen in bolus of basaalstanden. Voor overige informatie ten aanzien van ontregeling van de glucosewaarden kunt u de folder “Zelfregulatie bij insulinepomp therapie” raadplegen.
Heeft u technische problemen met uw pomp? Bel met de firma die uw pomp heeft geleverd. Zij bieden 24 uur per dag ondersteuning voor technische problemen. Heeft u problemen met de pomp hulpmiddelen? Bel met uw leverancier in diabetes hulpmiddelen.
Zijn er diabetes ontregelingen? Bel dan met uw diabetesverpleegkundige.
Binnen Treant Zorggroep doen we ook wetenschappelijk onderzoek. Mogelijk wordt u
Mogelijke problemen met naald of pleister:
Follow-up
Contact:
Vragen
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel ze aan de diabetesverpleegkundige.
Bent u verhinderd voor een afspraak? Neem dan contact op met de polikliniek Diabetes.
Wilt u glucosewaarden doorgeven of heeft u een probleem? Binnen kantoortijd kunt u op de aangegeven tijden bellen met de polikliniek van uw ziekenhuis. E-mailen is ook mogelijk. Bij problemen die niet kunnen wachten tot de volgende werkdag mag u buiten kantoortijd bellen met het algemeen nummer van het ziekenhuis en vragen naar een internist of arts-assistent.
Heeft u, wanneer u weer thuis bent, nog vragen of klachten die te maken hebben met uw opname of behandeling? Dan kunt u de eerste twee weken daarna nog contact opnemen. Binnen kantoortijd kunt u bellen met de polikliniek, buiten kantoortijd belt u het algemeen nummer.
Wetenschappelijk onderzoek
gevraagd om hieraan mee te doen.
Voor ieder bezoek aan het ziekenhuis heeft u een patiëntenkaart nodig.
Wij vinden het heel belangrijk dat onze patiënten online toegang hebben tot hun medisch dossier. Daarom hebben we mijnTreant: in dit portaal tonen we persoonlijke gegevens, correspondentie/ brieven (zoals specialisten- en ontslagbrieven) en (lab)uitslagen.
Daarnaast biedt mijnTreant online inzage in afspraken, inclusief aanvullende informatie die voor de voorbereiding van de afspraak relevant/belangrijk is (denk aan informatiefolders, een instructiefilmpje of een link naar een externe website van een branchevereniging). Kijk voor meer informatie op www.treant.nl/mijnTreant of log in via www.mijnTreant.nl.
Neem contact op met de afdeling Infectiepreventie indien u:
In overleg met de deskundige Infectiepreventie besluiten we of u gescreend moet worden op MRSA of andere multiresistente bacteriën.
U mag geluidsopnames maken van het gesprek met uw zorgverlener, bijvoorbeeld met uw telefoon. Wel willen wij u vragen dit vooraf te melden. Het verspreiden van de opname buiten de privésfeer zonder onze toestemming is wettelijk niet toegestaan.
Algemeen
Bezoekt u voor de eerste keer de polikliniek? Laat dan een patiëntenkaart maken.
Zijn uw gegevens gewijzigd, bijvoorbeeld omdat u een andere huisarts heeft, omdat uw verzekering gewijzigd is of omdat u een ander adres of telefoonnummer heeft?
Dan heeft u een nieuwe patiëntenkaart nodig. U heeft hiervoor een geldig identiteitsbewijs nodig (dit geldt ook voor kinderen).
mijnTreant, het online patiëntenportaal van Treant
MRSA en andere multiresistente bacteriën
in contact komt met levende varkens, vleeskuikens of vleeskalveren.
korter dan twee maanden geleden en langer dan 24 uur in een buitenlands ziekenhuis opgenomen bent geweest.
zelf MRSA positief bent of een huisgenoot van u MRSA positief is.
drager bent van een multiresistente bacterie.
op een asielzoekerscentrum woont.
Opnemen van gesprekken
Treant Zorggroep heeft in een aantal gedrags- en huisregels (die zowel in het ziekenhuis gelden als op het hele terrein, inclusief het parkeerterrein) verwoord wat het ziekenhuis van patiënten en bezoekers verwacht en wat u van ons mag verwachten: zie
www.treant.nl/regels.
Het ziekenhuis heeft goede zorg en gastvrijheid hoog in het vaandel staan.
Meer informatie vindt u op:
www.treant.nl
Diabetesverpleegkundigen 088 129 01 60
Telefonisch spreekuur van 8.15-8.45 en van 13.00- 14.00 uur
Algemeen nummer 088 129 29 29
Ziekenhuislocatie Scheper diabetespoli.scheper@treant.nl
Ziekenhuislocatie Bethesda diabetesverpleegkundigen.bethesda@treant.nl Ziekenhuislocatie Refaja diabetesconsulente.refaja@treant.nl
TRIP 370 070920
Gedrags- en huisregels
Wat vond u van de geleverde zorg?
Geef daarom uw ervaringen met ons ziekenhuis door via www.treant.nl/ervaringen- en-klachten.
Deel uw ervaring met de zorg op www.zorgkaartnederland.nl en help zo anderen met kiezen!
