Stuwwal, de ‘tuin’ van Stollenberg
VormingBewoners van appartementencomplex Stollenberg wonen in een bijzonder geomorfologisch gebied: een stuwwal. Ongeveer 150.000 jaar geleden, Fjdens de ijsFjd Saalien (een na laatste ijsFjd, 230.000-126.000 jaar geleden), trokken ijstongen vanuit Scandinavië naar Nederland en reikten tot aan het gebied waar nu het Rijk van Nijmegen ligt. Het ijs schoof préglaciaal zand (glaciaal = ijsFjd) voor zich uit, verbreedde door de duwkracht de dalen (bv. de bekken van Groesbeek) en stuwde door zijn gewicht de aardlagen tussen de dalen tot heuvelruggen (bv. de Duivelsberg en St. Jansberg). Water verzamelde zich in de laaggelegen gebieden (bv. het huidige natuurgebied de Bruuk). De zandige ondergrond werd bedekt door een leem- en lösslaag waar bovenop zich een veenpakket gevormd heeV.
A". Stuwwallen in de omgeving van Nijmegen
In het Weichselien (laatste ijsFjd, 150.000 tot ca. 12.000 jaar geleden) bereikte het landijs Nederland niet meer, maar er kwamen zeer koude en naXe perioden voor, die hier een poolwoesFjn veroorzaakten. De bodemlagen in de ondergrond bleven ook in de zomer bevroren
(permafrost). Op deze harde ondoorlatende laag stroomde in het stuwwalgebied gedurende de
zomerperiode (sneeuw)smeltwater over de helling naar de laagste plekken. Ontdooid moddermateriaal werd daarbij meegevoerd (soliflucFe), wat zorgde voor de vorming van (droog)dalen (bv. bij de
Zevenheuvelenweg).
Het afstromende regenwater heeV in de stuwwal dalen uitgeslepen. Vaak treffen we daar bronnen aan (bv.
Bronnenbos de ReVer), die op hun beurt beekjes voeden (zoals in Beek-Ubbergen). Het
bronwater is óók regenwater, dat echter niet over de hellingen is afgestroomd, maar door de zandige bodem naar beneden is gezakt om uiteindelijk over dieper gelegen, minder doorlatend, leempakket af te gaan stromen.
Vegeta6e
De boomlaag bestaat op wat rijkere plaatsen (lössgrond) uit Beuk, Zomereik en Wintereik, Tamme kastanje, Zoete kers en Ruwe berk. In de struiklaag zijn vooral de volgende soorten te vinden: Hazelaar, Sleedoorn, Meidoorn, Ruwe berk en Lijsterbes. Belangrijke soorten in de kruidlaag van het armere type (zand- en grintgronden) zijn Kamperfoelie, Brede stekelvaren, Mannetjesvaren, Ruige veldbies, Pilzegge, WiXe klaverzuring en BochFge smele. In een wat rijkere grondsoort kunnen in de kruidlaag nog voorkomen: Grote veldbies, Klimop, Gewone salomonszegel, Eenbloemig parelgras, Gevlekte dovenetel en Gele dovenetel. Op de verlaten akkers staat een regenererend bos . Als pionierbomen treden Boswilg en Ruwe berk op (bv. Elyseese velden) . En op de 1 2 overgang van de bossen naar de akker- en graslanden is Sleedoorn een vaak voorkomende vertegenwoordiger.
Voortdurend hergebruik van materialen.
1
Koloniseert een (bijna) leeg gebied waar het eerst niet voorkwam. Andere vegetaFe heeV pioniers nodig als voorbereiders om zich zelf te kunnen handhaven in een gebied.
2
A". Eiken-Beukenbos op helling (stuwwal)
Fauna
Zonder volledig te kunnen zijn; karakterisFeke diersoorten van bronmilieu ‘s zijn de platworm, de VlokreeV, de Kokerjuffers en de Kriebelmug. De Gewone pad, de Alpenwatersalamander en de Bruine kikker kome veelvuldig voor en ook Ringslangen zijn waar te nemen.
De Middelste bonte specht en de Kortsnavelboomkruiper zijn enkele bijzonder vogelsoorten in het gebied. Mezen zijn goed vertegenwoordigd, zoals de Zwarte mees, de Kuifmees en de Glanskop, evenals de Boomklever. Ook Keep, Goudvink, Appelvink en Sijs leven op de stuwwal, en zijn er Bosuilen soms zichtbaar. In waterrijke gebieden foerageert de Grote gele kwikstaart. Als insecten kunnen o.a. de Blauwe glazenmaker, de Bosbeekjuffer, het Boswitje, Keizersmantel, de Andoornbij, de Juweelzweefvlieg, het Vliegend hert, Boskrekel, Bosmier en Schorskoloniespin genoemd worden. Zoogdieren als Ree, Das, Rode eekhoorn, Steenmarter en Wilde zwijn zijn ook aanwezig, en recentelijk zijn vraatsporen van Bevers gevonden.
A". de Middelste bonte specht
Mens
De mens heeV vooral sinds de komst van de Romeinen (ca. 20 v.Chr. tot 270 n.Chr.) invloed gekregen op het stuwwalgebied Nijmegen-Ubbergen-Beek. De Romeinen richXen rond onze jaartelling een groot legerkamp op de Hunerberg (Hunnerberg) waarvandaan ze een wijd uitzicht hadden op noordelijke gebieden en hun
veldtochten tegen de Germanen konden voorbereiden. Er werden leemkuilen gegraven om materiaal te winnen voor de tegel- en poXenbakkerij, aquaducten werden aangelegd om water vanuit Berg en Dal naar het hart van de legerplaats te brengen en er werden terrassen aangelegd ten behoeve van de landbouw.
De bronnen en hun bronlopen zijn vanwege hun stromend helder water al sinds mensenheugenis gebruikt, met name als waswater. In de Middeleeuwen is de mens de waterkracht van de beekjes gaan benuXen door onderaan de beekloop een watermolen te plaatsen (bv. ‘ het Wasvrouwtje’ in Beek-Ubbergen).
Om het rendement van zo'n molen te verhogen legde men dan één of meer molenvijvers aan door in de beekdalen kleine en grotere dammetjes op te werpen. Het heldere bronwater, samen met het vaak als romanFsch benoemde landschap, de rust en de schone lucht trokken rond 1900 veel toeristen. Uit die Fjd stammen de meeste villa's die welgestelden uit vooral Nijmegen in Berg en Dal en Beek-Ubbergen lieten bouwen.
A". Bronnen en bronbeken in het stuwwalgebied A". ‘het Wasvrouwtje’ in Beek
‘de Tuin van Stollenberg’: Bosrand en Voedselbos.
Natuurlijk Integra/e
Betrokken
Voeding 3
Frieda Hunziker, composiIe 1954
3
Aandacht Bloei
Visie op ‘de tuin van Stollenberg’.
‘Een bosrand, passend in het stuwwallandschap zoals zich dat zich hee= gevormd en blij= vormen, structureel
bijdragend aan de kwaliteit en kwan/teit van leven voor alle daar kunnen en willen verblijvende en nog te verblijven organismen’.
De principes:
• Ecologische en duurzame ontwikkeling en onderhoud . 4 5
• Gebiedsgerelateerde aanpak (Bosrand en Voedselbos).
• Inheemse soorten.
Leidend tot:
• Geduld (natuur z’n gang laten gaan).
• Plant uit de grond is plant in de grond.
• Bodemkwaliteit in balans.
• AcceptaFe ‘natuurlijke rommeligheid’.
• Er is geen tuinafval (laten liggen + composteren)
• Diversiteit in flora en fauna en gebruik.
• Integrale aanpak natuur-cultuur, locaFe en omgeving.
Ecologisch: verantwoorde samenhang organismen (incl. mens) en natuur.
4
Duurzaam: aansluiten bij huidige behoeVen zonder schade aan voorziening toekomsFge behoeVen.
5
• Onnatuurlijke fysieke barrières slechten.
• Droogtegevoeligheid verminderen.
• OrganisaFe van parFcipaFe van bewoners in ontwikkeling en onderhoud.
• PosiFeve betrokkenheid primaire en secundaire stakeholders. 6 7
• Kosten tuinonderhoud reduceren.
• EducaFeve funcFe (ecologisch, sociaal) voor draagvlak en enthousiasmeren.
• Bijdragen parFcipaFe kwetsbare mensen.
• BewonersiniFaFeven in lijn met visie.
• Commissie Groen op hoofdlijnen en aanspreekpunt voor tuinder.
In termijnen (‘Back-planning’ vanuit wenselijk perspec/ef op de langste termijn):
10 jaar
Integraal ecologisch /duurzaam wonen, samen en apart: 8 9
• Natuur en cultuur als één samenhangend organisme.
• Groene gevels.
• Geheel ecologisch en duurzaam.
• Daken zijn groen (beplant), blauw (watermanagement) en geel (zonne-energie).
• Energie- en CO2-neutraal op locaFe (alleen verbruikt wat locaFe oplevert, zonder structurele negaFeve gevolgen).
• Watersysteem.
Direct betrokkenen, welke direct beïnvloed worden (zoals bewoners, omwonenden, gemeente).
6
Indirect betrokkenen, welke indirect beïnvloed worden (zoals Geldersch Landschap, Vogelbescherming).
7
• Stakeholders-proof.
Begro/ng: ? 5 jaar
Groen is ecologisch en duurzaam verantwoord:
• Bodemstructuur in balans.
• Bosrand/Voedselbos is in aanleg gereed.
• ProducFe bosrand/voedselbos zichtbaar verbeterd t.b.v. alle organismen.
• Evenwicht in onderhoud en organische groei.
• Stakeholdersmodel in balans.
• Ontwikkelingsvoorwaarden integrale aanpak zichtbaar.
Begro/ng: ? 1 jaar
De basis voor ecologisch en duurzaam groen is gelegd:
• Ecologisch en duurzaam tuinonderhoud (incl. advies- en educaFefuncFe) contractueel vastgelegd.
• Bodemstructuur grasveld verbeteren.
• Geen bestrijdingsmiddelen.
• Inzaaien inheemse wilde bloemenzaden.
• Kruidenborder.
• Verzameling zaden/stekken.
• Natuurlijk snoeien.
• Onnatuurlijke barrières weghalen/verminderen (onderzoek naar doen).
• Aanplant klimplanten.
• Behuizing insecten/zoogdieren/vogel.
• Varens op schaduwplekken.
• Regentonnen.
• Vlindervriendelijke planten aanbrengen.
• Rondom bomen op grasveld struiken en bodembedekkers aanbrengen.
• Kale muren beplanten.
• (integrale) Procesbegeleider aanstellen.
• Medebewoners in grote meerderheid akkoord met 10-5-1 jaar plan (+ bereidheid parFcipaFe).
• Integrale aanpak als leidraad voor procesbegeleider.
• Beleid primaire en secundaire stakeholders aanwezig.
• Depot tuingereedschap.
• Tuinslang per ingang.
Begro6ng: max. 5000,-
Mogelijkheden beplan6ng:
Kruidenborder Zaden/Wilde bloemen Klimplanten Struiken/Bodembedekker Eisen aan beplan6ng
Bronnen:
www.vcbio.science.ru.nl www.geopark-heuvelrug.nl
www.het-stuwwallenlanschap.weebly.com www.geologievan nederland.nl
www.vogelwerkgroepnijmegen.nl
www.bergendal.nl/zien-en-beleven/landschapsontwikkelingsplan-2015-2025 hXps://www.vlindersFchFng.nl/
hXps://www.vogelbescherming.nl/
hXps://www.bestuivers.nl/
hXps://www.vruchtbarebodem.nl/
hXps://www.natuurmonumenten.nl/
Oostwoud, M., Voedselbos, KNNV, 2019 Rozemarijn 3a
Salie 4a Lavendel 1a Tijm 2b Marjolein 2a Munt 3b Dropplant 2b Bieslook 4b
Oost-Indische kers 1c Appel
Peer Venkel 2c Duizendblad 3c Laurier 4c
Daslook 5a Judaspenning 6a Salomonszegel 7a Klimop stekken 8a Bosaardbei 5b Digitalis 6b
Hop 9a
Kamperfoelie 10a Vuurdoorn 11a Bosrank 12a Klimop 9b
Oost-Indische kers 10b Braam 11b
Bessen 12b
Planten uit direct omgeving Judaspenning 13a
Lavendel 14a Vlinderstruik 15a IJzerhard 16a Hemelsleutel 13b Herfstaster 14b Klimop 15b
Biologisch Divers
Passend in gebied
Afwisselende bloeiperiode Goed voor vogels (voedsel, schuilplaats, nestelen) Goed voor insecten (bloeiwijze)
Minder droogtegevoelig Inheems
Uitgangspunten Onderhoudsplan voor professioneel tuindonderhoud
• Ecologisch en duurzaam gecerFficeerd tuinbedrijf, met oog voor maatschappelijk kwetsbare mensen (of aantoonbaar op weg daarin).
Vragen Antwoorden
Welk budget is er voor groen?
Kosten Waco? Zie begroFng:
8560,- p/j (10.500,- begroot p/j) – 20.000,- p/j voor onderhoud w.o. groen – reservering onderhoud 2000,- p/j - totale reserve: 22.850,-
Welke mogelijke bijdrage levert gemeente?
Hoe depot tuingereedschap aanleggen?
Hoe financieren benodigdheden groen? Reservering onderhoud/Daling prijs tuinbedrijf/subsidie/donaFe bewoners Eigen budget commissie groen?
Wie is waarvoor verantwoordelijk m.b.t. groen?
Wie moet waarvoor toestemming geven m.b.t. groen?
Hoe beregenen?
Hoe parFcipaFe bewoners organiseren?
Waar is advies te vragen?
Ook groot onderhoud in eigen beheer (bv. maaimachine aanschaffen), voor werkzaamheden die zelf niet gedaan kunnen worden iemand inhuren?
Opbrengst Voedselbos?
VerwachFng meerwaarde Integrale aanpak (10-5-1 jaar) Voedselbos/
Bosrand? ProducFe voedselbos/Duurzaamheid vergroot/Woongenot hoger/
Energiekosten lager/Up-to-date/Onderhoudskosten lager/Sociale binding hoger/toename courantheid
• Bereidheid tot samenwerken met bewoners.
• Bijdrage aan (jaarlijkse) educaFe bewoners.
• Tijdig signaleren en (in overleg) ingrijpen bij ziekte, onveiligheid en noodzaak ingrijpende snoei.
• 2 maal per jaar face-to-face overleg met commissie groen.
• Inzet op langdurige samenwerking, met jaarlijkse evaluaFe o.b.v. visie, principes, doelen en ontwikkeling.
• Bevorderen en coördineren parFcipaFe onderhoud door bewoners (draagvlak, enthousiasmeren).
• AdviesfuncFe i.o.m. principes en ontwikkeling (middel) lange termijn,
• Zo min mogelijk gras maaien.
• Bodemstructuur in balans brengen en houden.
• Beregenen.
• Zoveel mogelijk natuurlijke groei en natuurlijk snoeien bomen, hagen en heesters.
• Alleen biologische/ecologische bestrijdingsmiddelen gebruiken.
• Bladverwijdering alleen op bestraFng , en geluidsarm.
• Dode bomen en takken verwijderen.
• Organisch materiaal zoveel mogelijk t.b.v. de bodemkwaliteit op de plaats zelf laten liggen.
Kruidenborder aReeldingen:
1 2 3 4 a
b
c
Zaden/Wilde bloemen aReeldingen:
5 6 7 8
a
b
Klimplanten aReeldingen:
9 10 11 12
a
b
Struiken/Bodembedekker aReeldingen:
13 14 15 16
a
b
Mogelijk vlekkenplan op termijn van 1 jaar:
:Termijn 1 jaar (zie beplan6ngsmogelijkheden: ‘Mogelijkheden beplan6ng’, p. 9)
Kl i m pl a n t e n
Vlinderstruiken - Wilde bloemen Varens
Insecthotel