• No results found

Bijeenkomst van de Trojka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bijeenkomst van de Trojka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

P5_TA(2003)0264

Bijeenkomst van de Trojka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa

Resolutie van het Europees Parlement over de bijeenkomst van de Trojka en de landen die deelnemen aan het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa

Het Europees Parlement,

– gezien de drie parlementaire conferenties van de landen van het Stabiliteitspact, die op respectievelijk 16-17 september 2001 te Brussel, 6-7 juni 2002 te Boekarest en 14-16 oktober 2002 te Tirana hebben plaatsgevonden,

– gezien de aanbevelingen over de "vernieuwing van het stabilisatie- en associatieproces voor Zuidoost-Europa en de toetredingsperspectieven" welke zijn aangenomen op de 4de

parlementaire conferentie van de landen van het Stabiliteitspact, die door het Europees Parlement in Brussel is georganiseerd in het kader van het voorzitterschap van de Trojka voor parlementaire samenwerking uit hoofde van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa, A. in overweging van het versterkende effect dat het stabilisatie- en associatieproces (SAP) bij

wijze van aanloopstadium in de voorbereiding op het proces van toetreding tot de Europese Unie heeft gehad op de nationale politieke instellingen,

B. overwegende dat de snelle implementatie van het stabilisatie- en associatieproces in directe correlatie staat met de uitbreiding van de financiële en technische steun voor de respectieve landen,

C. zich bewust van de noodzaak zo snel mogelijk werk te maken van de ernstige problemen in verband met de hoge werkloosheid en de geringe economische ontwikkeling, een zwak overheidsbestuur en het toenemende risico op verlies aan vertrouwen in de

staatsinstellingen, en van het feit dat de nationale parlementen van de landen van Zuidoost- Europa zich er krachtig voor beijveren hun landen dichter bij de EU te brengen en ze te integreren in de euro-atlantische structuren; overwegende dat deze strategie vereist dat elk land afzonderlijk garant staat voor zijn eigen autonomie als soevereine staat en, waar nodig, het proces van "directe betrokkenheid" en overdracht van bevoegdheden van de

internationale gemeenschap naar zijn eigen instellingen met succes voltooit,

D. overwegende dat in een vernieuwd stabilisatie- en associatieproces ook de noodzaak besloten moet liggen van een nauwere sociale en economische cohesie, en dat daarbij o.a.

prioriteit moet worden gegeven aan financiële en technische bijstand in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit, corruptie, mensen-, drugs- en wapenhandel en illegale

immigratie, verscherping van de grensbewaking, intensievere regionale samenwerking in de sectoren communicatie, vervoer en energie, bevordering van financiële steun voor het onderwijsbestel, en uitwisselingsprogramma's voor studenten en jonge vakmensen, alsook aan de ontwikkeling van een actieve burgermaatschappij,

E. zich ervan bewust dat de processen van verzoening en integratie in de EU en andere euro- atlantische structuren onderling nauw zijn verbonden en elkaar versterken; erop wijzend dat

(2)

de verdere integratie in de Europese Unie - een gemeenschap van waarden - zal worden bepaald door het vermogen om een actieve burgermaatschappij te bevorderen en te

ontwikkelen, dat zich met name richt op het stimuleren van burgerparticipatie, verzoening en een democratische samenleving, waar culturele diversiteit wordt ervaren als een

verrijking voor Zuidoost-Europa en de Europese Unie,

1. betuigt zijn tevredenheid over de vorderingen die in de SAP-landen zijn geboekt op het stuk van democratie en rechtsstaat; spoort de parlementen en regeringen van de SAP-landen ertoe aan hun stabilisatiebeleid in het kader van de democratische waarden van de Europese Unie voort te zetten, waarbij als eis dient te gelden dat internationale en nationale

akkoorden moeten worden nageleefd en dat lering moet worden getrokken uit het verleden;

2. onderstreept dat integratie in de Europese Unie alleen werkelijkheid kan worden op

voorwaarde dat aan de politieke en economische criteria wordt voldaan, met name waar het de versterking betreft van de regionale en grensoverschrijdende samenwerking, die een essentiële voorwaarde vormt voor nauwere integratie in de EU;

3. geeft uiting aan zijn ernstige bezorgdheid over de economische en sociale toestand;

onderstreept dat de oplossing van deze cruciale vraagstukken de sleutel is voor een stabiele ontwikkeling van deze landen; doet een beroep op de regeringen en de EU om aan de economische en sociale ontwikkeling hoge prioriteit te geven;

4. merkt op dat de regionale samenwerking zich dient te concentreren op de ontwikkeling van het bestaande netwerk van vrijhandelsovereenkomsten tot een vrijhandelszone, de

vaststelling van een regionale strategie in infrastructurele sectoren zoals vervoer,

communicatie en energie, de afschaffing van de visumplicht tussen SAP-landen onderling, de toepassing van een geïntegreerd grensbeleid en de succesvolle bestrijding van

georganiseerde criminaliteit en corruptie;

5. wijst er met nadruk op dat het stabilisatie- en associatieproces niet alleen bevorderlijk moet zijn voor de regionale samenwerking, maar daarnaast ook inzichtelijker moet worden gemaakt en moet worden geïntensiveerd door:

- duidelijke jaarlijkse referentiecriteria vast te stellen voor elke land;

- toe te staan dat vertegenwoordigers van SAP-landen geregeld worden betrokken bij de tenuitvoerlegging van het GBVB/EVDB van de EU, waarbij zij de mogelijkheid moeten krijgen zich bij EU-verklaringen aan te sluiten;

- mobiliteitsprogramma's voor studenten en jonge vakmensen in Zuidoost-Europa en de EU (die toegang geven tot de EU-programma's SOCRATES en LEONARDO) aan te moedigen;

- hervormingen in de onderwijssystemen conform de gemeenschappelijke normen en waarden van de EU te bevorderen en te ondersteunen;

- systemen te ontwikkelen met het oog op een betere gezamenlijke uitvoering van communautaire programma's ten behoeve van SAP- en kandidaat-landen op terreinen van gemeenschappelijk belang (CARDS en PHARE);

- zo spoedig mogelijk de afschaffing van visumvereisten voor de EU te overwegen;

(3)

6. betuigt zijn tevredenheid over de EU-toetredingsaanvraag van Kroatië, die een belangrijke stap vooruit is en een duidelijk voorbeeld van een bijdrage van het stabilisatie- en

associatieproces aan de ontwikkeling van een land; wijst nogmaals op het belang van controle door de nationale parlementen op de verdere afwikkeling van deze aanvraag, en spreekt opnieuw de hoop uit dat Kroatië concrete stappen zal ondernemen om te voldoen aan de criteria van Kopenhagen en tegelijkertijd zijn volle medewerking zal verlenen aan het Internationaal Oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY);

7. onderstreept dat de toekomstige integratie van de SAP-landen in de EU heel wat tijd zal vergen en zal moeten worden beoordeeld in het licht van het vermogen van elk land om te voldoen aan zijn verplichtingen jegens de EU, zoals neergelegd in de criteria van

Kopenhagen;

8. verzoekt de parlementen van de lidstaten van de EU de ratificatie van de nog niet afgeronde stabilisatie- en associatieovereenkomsten te bespoedigen;

9. uit zijn voldoening over de versterking van de complementariteit tussen het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa en het stabilisatie- en associatieproces (SAP);

10. acht een versterking van de regionale dimensie van het stabilisatieproces van de gehele Zuidoost-Europese regio van essentieel belang en acht het noodzakelijk ervoor te zorgen dat de betrokken landen deelnemen aan het buurlandenbeleid van de Europese Unie en dat de in de desbetreffende mededeling van de Commissie vermelde doelstellingen worden bereikt;

11. spoort de parlementen van de SAP-landen ertoe aan hun activiteiten en het parlementair toezicht op hun regeringen vooral te concentreren op:

- een actief beleid ter bestrijding van georganiseerde criminaliteit en mensen-, drugs en wapenhandel, waarbij ook moet worden gedacht aan het opzetten van adequate structuren voor informatievergaring, gerechtelijk onderzoek en vervolging en, waar nodig, aan de hervorming van het juridisch en justitieel apparaat,

- het creëren van de basisvoorzieningen en wettelijke voorwaarden voor een effectieve internationale samenwerking tussen de politiële en justitiële structuren, o.a. via uitwisseling van relevante gegevens,

- de ratificatie en implementatie van de verdragen van de Raad van Europa, met name de verdragen inzake de strafrechtelijke en civielrechtelijke bestrijding van corruptie van 1999 en het verdrag inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbrengsten van misdrijven van 1990,

- het voeren van een effectief beleid ter bevordering van de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden en de bescherming van minderheden,

- volledige en daadwerkelijke samenwerking met het Internationaal Oorlogstribunaal voor het voormalige Joegoslavië (ICTY) overeenkomstig de door de Raad Algemene Zaken van de EU vastgestelde beginselen;

12. onderstreept dat de SAP-parlementen alles in het werk moeten stellen om te voorkomen dat er enigerlei stappen worden ondernomen - inclusief de ratificatie door nationale

parlementen van een internationale overeenkomst - waardoor de implementatie of volledige naleving van de bovenvermelde beginselen en doelstellingen, en met name de naleving van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens in het gedrang zouden

(4)

komen;

13. verzoekt de EU in haar politieke en economische engagement jegens de SAP-landen een verdere stap voorwaarts te zetten door de instrumenten en programma's van het stabilisatie- en associatieproces te actualiseren, de criteria voor toetreding tot de EU te verduidelijken door vaststelling van jaarlijkse ijkpunten, ruimere toepassing te geven aan de beginselen van individuele verdienstelijkheid en verscheidenheid en financiële ondersteuning door de EU, teneinde te garanderen dat het EU-beleid is toegesneden op het ontwikkelingpeil van elk land afzonderlijk en in overeenstemming is met het beleid dat zij in soortgelijke gevallen jegens andere landen pleegt te voeren;

14. verzoekt de EU derhalve het lopende CARDS-programma (op wetgevings- en procedureel niveau en/of op dat van de desbetreffende richtsnoeren) aan te passen, teneinde te

waarborgen dat de volgende terreinen prioritair in aanmerking komen voor EU- ondersteuning: parlementaire samenwerking, steun voor de instelling van deugdelijke rechts- en justitiële systemen, nationale en internationale strijd tegen corruptie en georganiseerde criminaliteit, met name mensen-, drugs- en wapenhandel, steun voor onderwijs- en beroepsopleidingssystemen, steun voor de opbouw van onafhankelijke en vrije media en een actieve burgermaatschappij - allemaal elementen die de aan het SAP- proces deelnemende maatschappijen dichter bij de normen en waarden van de EU zullen brengen;

15. erkent dat voor veel van deze problemen beter een oplossing kan worden gevonden door middel van een regionale aanpak, bevordering van grensoverschrijdende samenwerking en consistente coördinatie van de financiële en technische steun van de EU;

16. uit zijn voldoening over de uitgebreide en ambitieuze agenda in de strijd tegen georganiseerde criminaliteit en corruptie die op de op 25 november 2002 in Londen gehouden conferentie van de regeringen van de SAP-landen met steun van de EU is vastgesteld; en over de toezegging van de nationale parlementen van de SAP-landen op de vierde parlementaire conferentie op 21/22 mei 2003 in Brussel dat zij zich zullen inzetten voor parlementaire controle op de uitvoering van die agenda;

17. onderstreept het belang van een serieus beleid ter ondersteuning van de op dit terrein lopende initiatieven, en met name van de activiteiten van het Centrum van Boekarest en het SPOC (SP Organised Crime Initiative), die o.a. strekken tot het opzetten van een effectief systeem van getuigenbescherming, de opleiding van politie en deskundigen volgens de Europol-normen, bevordering van grensoverschrijdende operaties en de bestrijding van witteboordencriminaliteit;

18. beklemtoont dat de technische en financiële ondersteuning van de EU, de OVSE en de Raad van Europa ook voor deze sector moeten worden opgevoerd, teneinde de nog steeds

bestaande bottlenecks in de nationale rechtssystemen, die de volledige implementatie van de op de conferentie van Londen in november 2002 geformuleerde doelstellingen in de weg staan, op te ruimen;

19. wijst met nadruk op het belang van versterking van de rol van de ombudsman door in Zuidoost-Europa een netwerk van ombudsmannen c.q. -vrouwen op te zetten, dat zal bijdragen aan de versterking van het vertrouwensproces en zal fungeren als

conflictpreventiesysteem, waardoor het vertrouwen in de staatsinstellingen toeneemt;

(5)

20. spoort de regeringen van Servië en Montenegro, Bosnië-Herzegovina en Kroatië ertoe aan een positief en constructief akkoord te sluiten met het oog op de in juni 2003 te houden trilaterale topconferentie, teneinde zo snel mogelijk de nodige implementatievoorzieningen te kunnen treffen voor de volledige en definitieve terugkeer van vluchtelingen en

ontheemden; spoort de autoriteiten van Bosnië-Herzegovina er tevens toe aan met adequate wetgeving ter bescherming van minderheden te komen;

21. verzoekt de Assemblee van Kosovo te handelen naar de verzoeningsgezinde geest en letter van resolutie 1244 van de VN-Veiligheidsraad en naar de letter van de ontwerpconstitutie;

onderstreept dat de stabiliteit en welvaart van Kosovo nog steeds afhankelijk zijn van de eerbiediging van de rechten van al zijn burgers, en inzonderheid van de terugkeer van vluchtelingen en ontheemden, alsook van de effectieve bescherming van zijn minderheden;

22. merkt op dat het SAP een dynamisch proces is dat ten doel heeft de begunstigde landen dichter bij de EU en de euro-atlantische normen te brengen, en verzoekt de EU-instellingen derhalve na te gaan of en in hoeverre ook Moldavië bij het toetredingsproces kan worden betrokken en eventueel nader de voorwaarden vast te stellen waaraan in dat geval moet worden voldaan;

De gevolgen van het vernieuwde SAP voor de bestaande parlementaire samenwerkingspraktijk

23. wijst met nadruk op de voordelen van versterking van de bestaande coördinatie tussen de diverse initiatieven in het kader van de parlementaire samenwerking (zoals de parlementaire samenwerking tussen de Raad van Europa, het Europees Parlement en de OVSE; de met steun van de nationale parlementen ontwikkelde netwerken; de door diverse NGO's en stichtingen opgezette initiatieven in het kader van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-

Europa), alsook op de voordelen van stimulering van bestaande regionale initiatieven zoals het Zuidoost-Europese Samenwerkingsproces (SEECP), het GOS en de PABSEC

(Parlementaire Assemblee voor economische samenwerking tussen Zwarte-Zeelanden);

onderkent dat de OVSE-missies en het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa in dit opzicht ook de rol van katalysator zouden kunnen vervullen;

24. stelt voor dat de nationale parlementen van Zuidoost-Europa regelmatig samen met vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en de OVSE-Assemblee plenaire parlementaire debatten organiseren ter beoordeling van de vorderingen die door het desbetreffende land zijn gemaakt bij de implementatie van het stabilisatie- en associatieproces en eventueel van de SAP- overeenkomsten;

25. wijst tevens op het in het kader van het Stabiliteitspact gedane voorstel voor een meer gestructureerde vorm van regionale samenwerking en voor versterking van krachtige netwerkstructuren, o.a. in de vorm van twinninginitiatieven en ondersteuningsprojecten;

merkt daarnaast op dat de in oktober 2002 gehouden 3de parlementaire conferentie in het kader van het Stabiliteitspact haar steun heeft uitgesproken voor de Verklaring van Tirana, waarin werd opgeroepen tot instelling van een parlementaire structuur die de betrokken landen zou omvatten;

26. is van mening dat nog verdere vooruitgang moet worden geboekt in termen van

parlementaire samenwerking tussen de EU-lidstaten en de SAP-landen; stelt voor dat het Europees Parlement elk jaar multilaterale bijeenkomsten organiseert van

(6)

vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de nationale parlementen van de EU en de kandidaat-lidstaten, alsmede van de SAP-landen;

27. dringt er bij de Raad van Europa, de bevoegde commissie van het Europees Parlement en de OVSE op aan verslag te blijven uitbrengen over de bij de implementatie van het

Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa en het SAP-proces gemaakte vorderingen, en daarbij tevens een evaluatie op te maken van de ontwikkelingen m.b.t. het Stabiliteitspact;

28. onderstreept de noodzaak van een sterkere rol voor de nationale parlementen bij politieke activiteiten en wijst derhalve op het belang van bijstand en ondersteuning van nationale parlementen en van stabiele partijpolitieke structuren;

29. wijst tevens met nadruk op het belang van betere communicatieverbindingen tussen de nationale parlementen van Zuidoost-Europa, alsook met het Europees Parlement en de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa en de OVSE-Assemblee, met name door het opzetten van een videoconferentiesysteem;

De gevolgen van een vernieuwd SAP voor de communautaire beheersstructuren

30. is van mening dat het bestaande proces voor de implementatie van het SAP vergezeld moet gaan van een aantal aanpassingen in de beheersstructuren van de EU-instellingen, namelijk:

- bij het Europees Parlement: de instelling na de verkiezingen van 2004 van nieuwe structuren voor een bilaterale politieke dialoog met de landen van Zuidoost-Europa, die overeenkomen met de verschillende niveaus van implementatie van het stabilisatie- en associatieproces en de met een aantal SAP-landen te sluiten stabilisatie- en

associatieovereenkomsten (oprichting van gezamenlijke parlementaire commissies);

- bij de Raad van de EU en het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa: uitbreiding van het bestaande "Informele Raadplegingscomité" tot andere belangrijke actoren in de SAP- landen, zoals de Wereldbank, het IMF, de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN in Kosovo, de Speciale Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal van de VN in Bosnië-Herzegovina en de Speciale

Vertegenwoordiger van de EU; versterking van de strategische capaciteit van de Speciale Coördinator van het Stabiliteitspact voor Zuidoost-Europa en aanpassing van het bestaande SAP-systeem van werkmethoden, teneinde de vernieuwingen in het SAP beter te weerspiegelen (herziening van het bestaande systeem van 3 "Working Tables");

- bij de Commissie: de ontwikkeling van werkprocedures voor de SAP-landen naar het voorbeeld van de bij het huidige uitbreidingsproces gangbare systemen (die

overeenkomen met de respectieve uitbreidingsinstrumenten), zoals de definitie van jaarlijkse streefdoelen en referentiecriteria per land, aanpassingen in de sfeer van screening bij en toezicht op het communautaire "acquis", aanpassing van de

bevoegdheden van het Europees Bureau voor wederopbouw zodat dit ook behulpzaam kan zijn bij "screeningactiviteiten" en bij de vaststelling van prioriteiten en

doelstellingen, alsmede instelling van een commissaris die verantwoordelijk is voor alle landen die kandidaat zijn voor toetreding tot de EU (inclusief Kroatië);

o

o o

(7)

31. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de staatshoofden en

regeringsleiders van alle landen die deelnemen aan de op 21 juni te houden top, de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van alle SAP-landen (EU-lidstaten,

kandidaatlidstaten, SAP- en andere landen), alsmede aan de Speciale Coördinator voor Zuidoost-Europa.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ook de regio’s waarmee de Noordvleugel concurreert op financiële en zakelijke dienstverlening kenmerken zich vooral door een hoge score op innovatie, maar Noord-Holland

Uit de gebreken die de Staatscommissie constateert in de inhoudelijke vertegenwoordiging door het parlement valt af te leiden dat zij meent dat de Staten­Generaal een

Figuur 2: Aantalpercentages van de gevangen vissen in de Dommel tijdens de campagne april 2007 paling 30% riviergrondel 23% baars 11% blankvoorn 8% zonnebaars 7% snoek 7

Informatiecentrum waarin de administratie Waterwegen en Zeewezen, de afdeling Natuur en het Instituut voor Natuurbehoud participeren en waarvan de uitgave mee door het Vlaams

Wanneer recente en historische gegevens specifiek voor een bepaalde vissoort worden opgevraagd om in de databank te kunnen inbrengen, kunnen andere fiches worden gebruikt waarop ook

The aim of this research was to analyse the profile of nutrition interventions for combating micronutrient deficiency with particular focus on food fortification reported in

Lise Rijnierse, programmaleider van ZZ-GGZ benadrukte dat dit het moment was om argumenten voor deze signalen aan te scherpen of te komen met argumenten voor alternatieve

A study of typical sound paths and their time intervals indicates that a transition time point may exist between early reflected sound and late reflected sound