De kikkers en de ganzen
Henr. de Holl
bron
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen. G.B. van Goor, Gouda 1920
Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/holl065kikk01_01/colofon.php
© 2010 dbnl
[De kikkers en de ganzen]
Wrok, wrok, rek-rek-rek, hoor de kikkers kwaken!
Ze hebben alle dolle pret,
Ze gaan nog in geen uur naar bed, Die gekke, groene snaken.
Hupsa, een-twee-drie,
zie ze daar eens springen!
De jongen doen de ouden na, Ze letten goed op Pa en Ma, Ze willen ook zoo zingen.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
6
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Trip, trap, in-het-gras, Kijk de gansjes stappen!
Die houden ook van dans en spel, Zoo'n dansje, dat bevalt hun wel, En dol zijn ze op grappen.
Een, twee, in-de-maat, toon dat je kunt dansen.
De pootjes netjes neer gezet, De kopjes schuin en wat koket, Dat hoort zoo bij ons ganzen.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
8
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Rek, kek, wie-zijn-dat, komen die ook feesten?
Wat hebben ze een gekke snuit, Zoo roept een jonge kikker uit, O, wat een enge beesten.
O, o, dat-is-naar,’
zoo zuchten alle kikkers.
‘Wij zingen graag den heelen dag, Voor volkje van ons eigen slag, Maar niet voor zulke dikkers.’
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
10
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Wip, wap, in-de-sloot, springt het heele zootje.
Ze houden zich als muizen stil, Ze gluren uit het kikkerdril En lachen in hun pootje.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
12
Gak, gak, zie-je-dat, weg zijn ze geloopen!
Ze lijken wel wat bang voor ons, Dat komt misschien wel van ons dons, Dat kunnen zij niet koopen.
Gak, gak, weet-je-wat, kikkers zijn niet deftig.
Ze maken wel veel jool en pret, Maar dat is toch voor ons niet net, Ze zijn ons veel te heftig.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
14
Weg, weg, sliep-ze-uit, nu een rondedansje!
Wij kikkeren van kikkersteen, Wij hebben 't rijk nu weer alleen,
En lachen om zoo'n gansje.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
16
Kom, kom, kin-ders-hier, nu is 't uit met springen!
Nu breekt de tijd van slapen aan, Nu moet je zoet naar bed toe gaan, Wij zullen nog wat zingen.
Wrok, wrok, rek-kek-kek, hoor de ouden kwaken!
De jongen liggen nu in bed, Ze droomen zalig van de pret, Die morgen zij weer maken.
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
18
Ha, ha, kijk-eens-goed, zie je wat ze droomen,
Ze zijn voor gansjes niet meer bang, Al zijn die halzen nog zoo lang, Ze durven, nu ze droomen!
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen
Henr. de Holl, De kikkers en de ganzen