1
Embolisatie
vena spermatica
Embolisatie vena spermatica
Er kan sprake zijn van een soort spatader van de teelbal. De ader die het bloed van de teelbal afvoert, is dan kronkelig en te wijd. Dit noemen we een ‘varicocèle’. De ader die het bloed van de teelbal afvoert, heet vena spermatica. Een varicocèle kan de vruchtbaarheid verminderen en pijn en een zwaar gevoel in de balzak geven. Met een embolisatie van de vena spermatica sluiten we deze ader af. De klachten zullen hierdoor verminderen of verdwijnen.
De behandeling voeren we uit op de afdeling Radiologie. We gebruiken hierbij röntgenfoto’s die we op de computer bewerken.
Afspraak
U heeft met uw arts besproken dat u dit onderzoek krijgt. Ook heeft u hiervoor uw toestemming gegeven. De afdeling Opname belt u over de dag dat het onderzoek
plaatsvindt en waar u zich dan moet melden. Ben u verhinderd? Laat ons dit dan zo snel mogelijk weten. We kunnen dan op die tijd een andere patiënt uitnodigen.
Voorbereiding
U hoeft niet nuchter te zijn voor dit onderzoek. Op de dag van het onderzoek mag u ’s ochtends een licht ontbijt nuttigen. Als het onderzoek later op de dag op de agenda staat, kunt u ’s ochtends een licht ontbijt nemen en daarna een lichte lunch. Met een lichte maaltijd bedoelen we één à twee beschuiten en een kopje thee.
Meld u op de verpleegafdeling voor dagopname op locatie Hilversum. Welke afdeling dit precies is, hoort u via de afdeling Opname. Op de Dagopname krijgt u een ziekenhuisjasje aan en brengen we een infuus in. We brengen u vanaf deze afdeling in bed naar de afdeling
2
Radiologie. Hier voeren we de behandeling uit.
Behandeling
Een radioloog en speciaal opgeleide laboranten voeren het onderzoek uit. Het onderzoek duurt 1 tot 2 uur.
U ligt op uw rug op de onderzoekstafel. U krijgt een prik in de liesader. Hiervoor scheren en desinfecteren we de lies. Om infecties te voorkomen, dekken we u toe met een steriel laken. De radioloog en de laborant dragen ook steriele kleding.
De radioloog verdooft de lies. Daarna schuiven we een ‘introducer’ – dit is een klein hol buisje – in de ader.
Via deze introducer kan de radioloog katheters (slangetjes) naar de gewenste plaats
brengen, om zo de bloedvaten in beeld te brengen. De radioloog spuit door de katheter een contrastmiddel in de bloedbaan, tegelijkertijd maken we opnamen.
Het contrastmiddel kan een u een warmtegevoel geven. Dit duurt dan maar kort. Het is belangrijk dat u stil blijft liggen. Soms vraagt de radioloog u de adem even – maximaal tien seconden – vast te houden. Als de bloedvaten zijn afgebeeld, begint de
embolisatieprocedure.
Embolisatieprocedure
Tijdens de embolisatie zoeken we met een katheter de vena spermatica op. Deze sluiten we af met speciaal embolisatiemateriaal: dit zijn een soort metalen spiraaltjes (coils). Vaak zijn meerdere coils nodig om het bloedvat volledig af te sluiten. De coils blijven daar voor altijd zitten, dit heeft geen nadelige gevolgen voor uw gezondheid. Na het plaatsen van het embolisatiemateriaal maken we nogmaals een opname van de bloedvaten. Dit doen we om te controleren of de ader helemaal afgesloten is.
Tot slot verwijdert de radioloog de katheter en de introducer. De opening in de ader sluiten we af door de ader in de lies dicht te drukken totdat het bloeden stopt. U kunt dit
vergelijken met het afdrukken van de ader in de arm na bijvoorbeeld een bloedafname. De ader in de lies is wel groter dan in de arm, daarom duurt het afdrukken wat langer. U krijgt een lichtdrukkend verband in de lies en blijft na het onderzoek nog even in het ziekenhuis ter observatie.
Na de behandeling
We brengen u terug naar de verpleegafdeling. U ligt nog plat op uw rug in bed. Hoe lang u moet blijven liggen en wanneer u naar huis mag, is afhankelijk van het verloop van het onderzoek en de resultaten.
3
Complicaties
De plaats waar u bent geprikt, kan gaan nabloeden. We moeten het gaatje in de ader dan opnieuw afdrukken en verbinden.
Inwendige bloeding
Bloeduitstorting in de lies.
Soms veroorzaakt het bewegen van de katheters tijdens de behandeling een neiging tot flauwvallen. Dit duurt meestal kort. Als dit bij u optreedt, zijn de arts en
laboranten bij u om u te helpen.
Heel zelden kunnen tijdens deze procedure andere complicaties ontstaan, zoals een acute afsluiting van een ander bloedvat of een bloeding. De behandeling hiervan wisselt, de opnameduur kan hierdoor wel wat langer worden.
Belangrijk
Blijf de medicijnen gebruiken zoals uw arts dat met u heeft afgesproken vóór het onderzoek.
Let op: als u antistollingsmedicatie gebruikt, kan uw behandelend arts dit medicijn enkele dagen vóór de behandeling stoppen, afhankelijk van de soort antistolling.
Bent u allergisch voor jodiumhoudend contrastmiddel? Mogelijk heeft dit invloed op de voorbereiding op uw onderzoek. Meld het daarom aan uw behandelend arts. Meld het op de dag van het onderzoek ook aan de radiodiagnostisch laborant die het
onderzoek bij u uitvoert.
Meld het als u diabetespatiënt bent.
U kunt deze behandeling niet kunt ondergaan als u vijf dagen voorafgaand aan dit onderzoek een darm- of maagonderzoek heeft gehad met bariumpap.
Drink na het onderzoek wat meer dan normaal om het contrastmiddel zo snel mogelijk kwijt te raken (minimaal 1 liter).
Regel vervoer terug naar huis. Wij raden u aan niet zelf auto te rijden.
Pas uw activiteiten gedurende 24 uur na de behandeling aan: niet persen, niet bukken, zo min mogelijk de traplopen, niet zwaarder tillen dan vijf kilo.
Tot slot
Na uw verblijf in het ziekenhuis ontvangt u bij uw ontslag schriftelijke informatie. Hierop leest u met wie u contact kunt opnemen bij vragen over medicijnen, de beschikbaarheid bij zorgafronding of overplaatsing. Heeft u deze informatie niet ontvangen? Vraag er dan om bij uw behandelaar.
Vragen
Heeft u nog vragen over het onderzoek? Neem dan tijdens kantooruren contact op met de afdeling Radiologie.
4
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur