Bloedvat-
onderzoek,
dotteren, stent
Bloedvatonderzoek (DSA), dotteren (PTA), stent (buik, bekken, benen)
DSA is de afkorting voor digitale subtractie angiografie. Bij dit onderzoek maken we afbeeldingen van de bloedvaten van buik, bekken en/of benen. De röntgenfoto’s die we maken, bewerken we met de computer. PTA staat voor percutane transluminale
angiografie, een ander woord is dotteren. Met deze behandeling heffen we vernauwingen op in de bloedvaten.
Om verwarring te voorkomen: bij dotteren denken mensen vaak aan de kransslagaderen rond het hart. Niet zo gek: dotterbehandelingen van deze kransslagaderen komen vaak voor. Ook kunnen we in deze kransslagaderen stents plaatsen. Een interventiecardioloog voert dit onderzoek en deze dotterbehandeling uit op een speciaal hiervoor ingerichte katheterisatiekamer.
In andere bloedvaten in het lichaam kunnen we ook bloedvatonderzoek doen, dotteren en stents plaatsen. Dus niet bij het hart, maar in de rest van het lichaam. Over deze
onderzoeken gaat deze informatie. Interventieradiologen voeren dit onderzoek uit op de afdeling Radiologie. Vaak werken zij samen met vaatchirurgen.
Doel
Met een DSA-onderzoek willen we meer zicht krijgen op de bloedvaten in bepaalde lichaamsdelen. We maken röntgenfoto’s én spuiten contrastvloeistof in. Door deze foto’s kunnen we beter bepalen wat de oorzaak is van uw klachten. En als we de oorzaak weten, kunnen we u beter behandelen.
Afspraak
De afdeling Opname belt u wanneer het onderzoek plaatsvindt en op welke
verpleegafdeling u zich moet melden. Bent u verhinderd? Laat ons dit zo snel mogelijk weten.
Voorbereiding
U mag vier uur voor het onderzoek niet eten, niet drinken en niet roken. Als uw onderzoek later op de dag op de agenda staat, mag u ’s morgens een licht ontbijt gebruiken. Met een licht ontbijt bedoelen we één à twee beschuiten en een kopje thee. Maar ook dan geldt:
zorg ervoor dat u vier uur voor de start van het onderzoek nuchter blijft.
Op de verpleegafdeling krijgt u voorafgaand het onderzoek een operatiejasje aan. Ook brengen we een infuus bij u in.
Onderzoek
We voeren het onderzoek uit op de afdeling Radiologie. Dit neemt 1 tot 3 uur in beslag. Een interventieradioloog en speciaal opgeleide laboranten voeren het onderzoek uit. U ligt tijdens het onderzoek op uw rug op de onderzoekstafel. Om uw bloedvaten in beeld te krijgen, geven we u een prik in een slagader. Meestal kiezen we voor de liesslagader. We scheren en desinfecteren dan de liezen. Om infecties te voorkomen, dekken we u toe met een steriel laken. Ook de radioloog en laboranten dragen steriele kleding.
De radioloog verdooft de lies die wordt gebruikt voor het onderzoek. Dit kunnen ook beide liezen zijn of een slagader in de arm. Daarna brengen we een ‘introducer’ (een klein hol buisje) in de slagader in. Via deze introducer schuift de radioloog de katheter (slangetje) naar de plaatsen in de bloedvaten die we willen onderzoeken.
Via de katheter spuiten we een contrastmiddel in uw bloedbaan. Door deze contraststof komen uw bloedvaten op de röntgenopnamen goed in beeld. Dit contrastmiddel kan u een warmtegevoel geven; dit trekt snel weer weg. Tijdens het maken van de opnamen moet u stil blijven liggen. De radioloog kan u vragen de adem even vast te houden. De vraag kan zijn dit maximaal tien seconden vol te houden.
Afhankelijk van wat de radioloog tijdens dit onderzoek ziet, kan een PTA-procedure volgen. De medische term voor een PTA is percutane transluminale angioplastiek. Deze behandeling is bekender onder de naam dotterbehandeling.
Behandeling
De dotterbehandeling (PTA)
Als een vernauwing in de bloedvaten aanwezig is, kan de radioloog proberen die
vernauwing op te rekken. Dit doet hij door een dotterballon over een geleidingsdraad op te schuiven tot de plaats van de vernauwing.
Als de ballon op de goede plek zit, blaast de radioloog de ballon op. Op de
röntgenapparatuur kan de radioloog alles precies volgen. Het oprekken van de vernauwing kan pijnlijk zijn. Als het oprekken onvoldoende lukt en de vernauwing aanwezig blijft of
metaaldraad dat een bloedvat openhoudt.
Tot slot verwijdert de radioloog de katheter en de introducer. De opening in de slagader hechten we op een speciale manier. We kunnen ook een speciale plug (angioseal)
aanbrengen om de opening te sluiten. Als dit niet mogelijk is, drukken we de punctieplaats ongeveer tien minuten af en krijgt u een liesverband.
Na het onderzoek
We brengen u liggend in bed terug naar de verpleegafdeling. Hier moet u nog 4 tot 6 uur plat op uw rug in bed blijven liggen. U blijft in ieder geval één nacht in het ziekenhuis.
Afhankelijk van het verloop van het onderzoek en de resultaten beslissen we hoe lang u precies in het ziekenhuis moet blijven.
Complicaties
De volgende complicaties kunnen voorkomen:
De plaats waar u bent geprikt, kan gaan nabloeden. We drukken dan onmiddellijk het gaatje in de slagader opnieuw af en leggen een verband aan.
In de lies kan een bloeduitstorting ontstaan; die verdwijnt vanzelf na 3 tot 5 weken.
Er kan een aneurysma spurium ontstaan. Dit is een plaatselijke verwijding en uitstulping van het bloedvat op de plek waar de liesslagader is aangeprikt. Mogelijk dat we u hiervoor moeten behandelen.
Tijdens de dotterbehandeling of het plaatsen van een stent kunnen ook andere complicaties ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan een acute afsluiting of lekkage van het bloedvat. Dit is zeldzaam. De behandeling hiervan verschilt, mogelijk moet u dan langer in het ziekenhuis blijven.
Ook belangrijk
Blijf de medicijnen gebruiken zoals uw arts die met u heeft afgesproken vóór het onderzoek. Gebruikt u antistolling? Dan kan uw behandelend arts dit medicijn enkele dagen vóór de behandeling stoppen.
Meld ons vooraf als u (mogelijke) zwanger bent. Let op: als u probeert zwanger te worden, heeft u alleen de eerste tien dagen na de menstruatie de zekerheid dat u niet zwanger bent.
Laat ons weten als u borstvoeding geeft.
Bent u allergisch voor jodiumhoudend contrastmiddel? Mogelijk heeft dit invloed op de voorbereiding op uw onderzoek. Meld het daarom aan uw behandelend arts. Meld het op de dag van het onderzoek ook aan de radiodiagnostisch laborant die het
onderzoek bij u uitvoert.
Meld het ons als u diabetes heeft.
Een onderzoek van de buikvaten en bekkenvaten kunnen we niet uitvoeren als u vijf dagen voor dit onderzoek een darm- of maagonderzoek heeft gehad met bariumpap.
Drink na het onderzoek wat meer dan normaal om het contrastmiddel zo snel mogelijk kwijt te raken.
We raden u aan om na het onderzoek niet zelf auto te rijden; regel vervoer terug naar huis.
Pas uw activiteiten gedurende 3 tot 4 dagen aan: niet persen, niet bukken, zo min mogelijk traplopen, niet zwaarder tillen dan 5 kilo.
Als dit voor u van toepassing is, krijgt u een kaart met extra informatie mee over het systeem waarmee het bloedvat is gesloten. Deze kaart moet u 90 dagen bij u dragen
Vragen
Bij uw ontslag uit het ziekenhuis krijgt u schriftelijke informatie mee. Zodat u bijvoorbeeld weet met wie u contact kunt opnemen als u vragen heeft over uw medicijnen. Ontvangt u deze informatie niet? Vraag er dan naar bij uw behandelaar.
Contact
Radiologie / Nucleaire Geneeskunde T 088 753 15 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur
Vaatchirurgie - polikliniek T 088 753 11 10
Ma t/m vr 08:00 – 16:30 uur