• No results found

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van nr. WJZ/30023811(13339), houdende wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten in verband met een verlenging van de werkingsduur

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van nr. WJZ/30023811(13339), houdende wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten in verband met een verlenging van de werkingsduur"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van

nr. WJZ/30023811(13339), houdende wijziging van de Subsidieregeling instandhouding monumenten in verband met een verlenging van de werkingsduur

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Gelet op artikel 7.7, eerste lid, van de Erfgoedwet;

Besluit:

Artikel I

In artikel 43, tweede lid, van de Subsidieregeling instandhouding monumenten wordt ‘1 januari 2022’ vervangen door ‘1 januari 2027’.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Ingrid van Engelshoven

(2)

Toelichting

Algemene toelichting

Bij brief van 8 juli 2021 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de evaluatie van de

Subsidieregeling instandhouding monumenten (hierna: Sim).1 Een belangrijke conclusie uit het evaluatierapport is dat de Sim op effectieve en efficiënte wijze de instandhouding van monumenten stimuleert. Om te voorkomen dat de Sim desondanks per 1 januari 2022 zou vervallen vanwege het bereiken van de vervaldatum in artikel 43, tweede lid, wordt de werkingsduur met een periode van vijf jaar verlengd. Deze wijzigingsregeling is beperkt tot een verlenging en bevat geen uit de evaluatie voortvloeiende wijzigingen. Over deze voorgenomen wijzigingen is de Tweede Kamer geïnformeerd met het verslag van het schriftelijk overleg van 29 oktober 2021 (Kamerstukken II 2021/22, 32156, nr. 111). Door de verlenging van de Sim apart te regelen, wordt vermeden dat een inhoudelijke bespreking van de voorgenomen wijzigingen een tijdige verlenging zou

verhinderen en daarmee de Sim als geheel zou verdwijnen.

Artikelsgewijze toelichting Artikel I

In artikel 43, tweede lid, is opgenomen dat de Sim vervalt met ingang van 1 januari 2022. Met de wijziging in artikel I wordt bewerkstelligd dat de regeling vervalt met ingang van 1 januari 2027.

De regeling wordt daarmee verlengd met vijf jaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Ingrid van Engelshoven

1 Kamerstukken II 2020/21, 32156, nr. 110.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inzichten opgedaan in flexibel deeltijds en duaal hoger onderwijs dat in het kader van de experimenten worden uitgevoerd leiden na evaluatie en effectmeting tot besluitvorming over

Indien een aanvraag na toepassing van artikel 20, vijfde lid, alsnog voldoende wordt beoordeeld voor elk van de criteria, bedoeld in artikel 21, tweede lid, wordt deze aanvraag

De Minister kan binnen het raamwerk van een strategisch partnerschap subsidie verlenen voor activiteiten die strekken tot of dienstig zijn aan het realiseren van gendergelijkheid

In het vijfde lid van artikel 9.6a van de WSF 2000, artikel 9.5a van de WTOS en artikel 7.4a van de WSF BES is geregeld dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld over

De CDM stelt voor om de mediane waarden te gebruiken voor het afleiden van de forfaits in bijlage I van de Uitvoeringsregeling van de Meststoffenwet.. Mediane waarden zijn

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant

In aanvulling op artikel 4:35 van de Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 12 en 13 van het Kaderbesluit BZK-subsidies kan de Minister de subsidieverlening gedeeltelijk

Het onderzoek laat zien dat schoolbesturen in de periode 2010–2014 gemiddeld 11 procent meer geld uitgaven aan de onderzochte PvE’s dan de vastgestelde normbedragen.. Aan