2008 2016
Kans op
instroom in het hoger onderwijs In onderbouw
vo veel niveau- verschuiving t.o.v.
basisschooladvies
In de onderbouw van het voortgezet onderwijs vinden veel verschuivingen in niveau plaats. Leerlingen met lager opgeleide ouders stromen tussen leerjaar 1 en 3 vaker af naar lagere onderwijsniveaus dan leerlingen met hoger opgeleide ouders.
De afgelopen jaren daalden de kansen op hoger onderwijs voor bijna iedereen. De daling was het sterkst bij potentiële studenten waarvan de ouders een mbo 2- diploma of lager hadden. Aan deze daling is in 2016 een einde gekomen.
PERCENTAGE INSTROOM HO NAAR OPLEIDING OUDERS
90
50 60 70 80
Wo Wo
Hbo
Mbo-4
Mbo-3
Po Mbo-1 Mbo-2
Gelijke kansen k G
19,9 10,2 49,6
10,3 9,9
18,9 15,9
51,2
Wo
8,3
12,1 10,9
8,7
52,9 10,0
11,4 12,1
11,5
55,2
9,3
12,0 7,6
62,6 11,7 11,1
7,0 Mbo-1
en lager
PERCENTAGE VERSCHUIVINGEN NAAR OPLEIDING OUDERS
Mbo-2
en mbo-3 Mbo-4 Hbo
Eén of meer niveaus hoger
Half niveau lager Eén of meer niveaus lager
Half niveau hoger Gelijk
G
Toename VERSCHIL IN % WERKLOOSHEID T.O.V. GEDIPLOMEERDEN ZONDER MIGRATIEACHTERGROND
ongelijkheid bij intrede op arbeidsmarkt
De laatste jaren verschillen de werkloosheidspercentages tussen gediplomeerden met een verschillende achter- grond sterker dan in de jaren daarvoor. Dit geldt het sterkst voor mbo- gediplomeerden.
Mbo, niet-westerse migratieachtergrond Mbo, westerse migratieachtergrond Hbo, niet-westerse migratieachtergrond Hbo, westerse migratieachtergrond
2001 2015
11,5
2,0 4,7
1,1 0,8 1,7
6,2
1,5
Veel verschillen
Leerlingen met een gelijke score op de Centralein overgang van
Eindtoets komen oppo naar vo
verschillende plekken in het voortgezet onderwijs terecht.% LEERLINGEN NAAR BRUGKLAS EN TOETSSCORE
Vwo Havo/ vwo Havo Vmbo-g/t/havo Vmbo-g/t Vmbo-k Vmbo-b/vmbo-k Vmbo-b Breed
550 549 548 547 546 545 544 543 542 541 540 539 538 537 536 535 534 533 532 531 530 529 528 527 526 525 524 523 522 521 520 519
PERCENTAGE LEERLINGEN IN HOMOGENE VWO-BRUGKLAS NAAR OPLEIDING OUDERS
Bij een score van 545 (Centrale Eindtoets) zitten leerlingen met hoger opgeleide ouders vaker in een vwo- brugklas.
In leerjaar 3 zit een hoger percentage van hen op het vwo dan van de leerlingen die in een havo/vwo- 52,0
28,7
31,1 39,0 29,8
Mbo Mbo Mbo Hbo Wo brugklas zijn begonnen.
1 2-3 4
PERCENTAGE VWO LEERJAAR 3 GEGEVEN OPLEIDING OUDERS EN TYPE BRUGKLAS
Havo/vwo Vwo
76
47,8 36,5
68
40,7 47,3
79 85,7
56,4 90
518
0 20 40 60 80 100 Mbo-1 Mbo 2-3 Mbo-4 Hbo Wo
Bronnen: IvhO, 2017; ROA, 2017