• No results found

01-02-1998    Agnes van Burik, Essy van Dijk Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam, omvang jeugdcriminaliteit in Amsterdam in de eerste helft van 1996 – Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam, omvang jeugdcriminaliteit in Amsterdam in de eerste he

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-02-1998    Agnes van Burik, Essy van Dijk Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam, omvang jeugdcriminaliteit in Amsterdam in de eerste helft van 1996 – Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam, omvang jeugdcriminaliteit in Amsterdam in de eerste he"

Copied!
49
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam

Omvang jeugdcriminaliteit in Amsterdam in de eerste helft van 1 99 6

Amsterdam, februari 1998 Essy van Dijk

Agnes van Buri k

(2)

1 1 . 1 1 . 2 1 . 3 1 . 4

2 2 . 1 2. 2 2 . 3 2.4

3 3 . 1 3 . 2 3 . 3 3 . 4

4 4 . 1 4 . 2 4.3 4.4

5 5 . 1 5 . 2 5 . 3

6 6 . 1 6 . 2 6 . 3

7 7 . 1 7 . 2 7 . 3 7.4 7.5

8 8 . 1 8 . 2 8 . 3 8 . 4 8.5 8 . 6

Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3

Pagina 2

Inhoudsopgave

Inleiding I nleidi ng

Onderzoeksverantwoording Samenvatting

Leeswijzer

Jeugdcriminaliteit 1 996 Inleiding

Persoo nskenmerken Gepleegde delicten Concl u sies

Harde kern, licht-criminelen en first-offenders I nleiding

Persoonskenmerken Gepleegde delicten Conclusies

Jeugdcriminaliteit per stadsdeelcluster I nleidi ng

Jeugdcriminal iteit 1 996

H arde kern, licht-criminelen en first-offenders Conclusies

Halt-jongeren I nleiding

Algemene kenmerken H a lt-cliënten Concl u sies

1 2-minners Inleiding 1 2-minners Conclusies

Veranderingen in jeugdcriminaliteit vanaf 1 99 5 I nleiding

Jeugd criminaliteit 1 995/1 996

H arde kern, l i cht-crim inelen en first-offenders 1 995/1 996 Halt-jongeren

Conclusies

Samenvatting

Omvang jeugdcriminaliteit 1 996

H arde kern, l i cht-criminelen en first-offenders Jeugdcrimi naliteit per st,adsdeelcluster

Halt-jongeren

Omvang jeugdcrimi naliteit onder jongeren tot 1 2 jaar Veranderingen in jeugdcr i m i naliteit vanaf 1 99 5

Indeling harde kern, licht-criminelen e n first-offenders Gehanteerde begrippen

Aanvullende tabellen

Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam

3 3 3 5 5

7 7 7 1 1 1 4

1 6 1 6 1 7 1 8 20

2 1 2 1 2 1 2 3 24

25 25 2 5 2 7

28 28 28 28

30 30 30 33 3 5 3 6

3 8 3 8 3 9 40 40 4 1 4 1

43 45 46

DSP - Amsterdam

(3)

1 Inleiding

1 . 1 Inleiding

I n 1 995 hebben het rijk e n de vier g rote sted en van Nederl and , waaronder A msterd a m , voor een peri ode van v i er jaar het Convenant Grote Steden be­

leid afgesloten . O n d erdeel van dit convenant vormt het thema Jeugd en Veilighei d . O nd e r d i t thema i s een d r ietal convena ntsdoelen geformu leerd, waarvan de eerste, kort sam engevat, luidt d at het aantal jongeren dat i n de convenantsperiode met de politie i n aanraking komt, ten gevolge van pre­

ventieve e n repressi eve i ns p a n n i n g e n , zal dalen met 30 p rocent . De wijze w aarop de gemeente Am sterdam dit (en andere doelste l l i ngen) w i l reali­

seren, is neergelegd in het onderdeel Jeu g d e n Veil i g heid van het

Amsterdamse beleidsprogramma ter bestrijd i n g van de jeugdcr i m i n aliteit, Bin den of Boei e n .

Conform de voorwaarden voor de rijksfi nanciering v a n d e projecten Jeu gd en Vei l i g heid , zal worden nagegaan in hoeverre het eerste convenantsdoel behaald is. H iertoe heeft de Ge meente Amsterdam het a dvies- e n onder­

zoe ksbu reau Van Dijk, Van Soomeren en Partners opdracht gegeven om gedurende d e looptijd van het Convenant jaarl ijks de o m vang van de jeugd­

criminaliteit i n A m sterdam i n kaart te bren g e n . H et ond erhavige rapport bevat de meting voor de ee rste helft van het jaar 1 996 .

Voor de analyse van de o m vang van d e jeug d criminaliteit zijn voorwaarden gesteld , wel ke zijn neergelegd i n de notitie ' Ee n heid van Beg r i p 11" . In d it onderzoek wordt hier zoveel mogelijk aan vastgehouden. I n dit verband d i ent wel vermeld te worden dat de zogenaamde risico-g roep n iet i s be­

schreve n . In 1 99 7 heeft de gemeente Amsterdam de Stichting I ntraval opdracht gegeven tot een i nventariserend ond erzoek naar beschi kbare gegevens ten aanzien van trends in jeugd cri m i nalite it. Dit onderzoek maakt duidelij k d at e r weinig specifieke Am sterd amse gegevens besch i k baar zijn waarmee de zogenaamde risicogroep in kaart ge bracht kan word e n . Op basis van bes c h i k bare o n derzoe kslite ratu u r (Ferweda e . a 1996 ) kan wel een aantal criteria gefor m u leerd worden d i e bepalen of een jongere tot de risico­

g roep behoort . Deze criteria zijn echter zo alg emeen en breed dat een g root deel van de A msterd a m se jeugd tot de risicog roep gere kend kan worden. I n overleg met de opd rachtgever (gem eente A m sterdam) i s d a a r o m besloten om d eze g roep niet nader in beeld te breng e n .

1 .2 Onderzoeksverantwoording

Noot 1

I n de notitie ' Eenheid van Beg rip 11' wordt o n d erscheid gemaakt tussen de leeftijd sg roepen 0- 1 1 jaar, 1 2- 1 7 jaar en 1 8- 2 4 jaar . Over de eerstgenoem­

de g roep is ec hter weinig kwantitatieve i nformatie voo rhanden . Dit komt vooral omdat verdachte jo ngeren uit deze leeftijdscategorie nergens structu­

reel worden gereg i streerd . Voor i nformatie over deze g roep is men daarom afhankelijk van speciaal voor deze g roep opgezet onderzoe k . De resu ltaten uit dit onderzoe k hebben d a arom vooral betrekk in g o p de leeftijdsg roepen 12- 1 7 jaar e n 1 8- 2 4 jaar. In een apart hoofdstuk ( hoofdstu k 6) wordt summ iere i nformatie gegeven over de groep 1 2-minners .

Notitie "Eenheid van Begrip 11" Gemeensc happelijk begrippenkader ten behoeve van GSB­

rapportage. M inisterie van Justitie, maart 1997.

(4)

Noot 2

Noot 3

Voor het vaststellen van de omvang van de jeugdcriminaliteit onder jonge­

ren i n de leeftijd van 1 2 tot 24 jaar, is gebru i kt gemaakt van d e volgende i nformatiebronnen :

i nformatie van de politie Amsterd am-Amstelland;

i nformatie van Bureau H alt A msterdam-Amstelland . Deze bronnen worden h i eronder n ader toegeli cht.

De i nformatie die door de politie Amsterdam-Amstel land is aangeleverd, betreft een bestand met verdachten i n d e leeftijd van 1 2 tot 24 jaar, die i n Amsterdam wonen en waarvoor i n de eerste helft van 1 996 b i n nen d e gemeente Amsterda m een verbaal v a n oplossing is opgemaakt. E e n verbaal van oplossing is een proces-verbaal waarin een verdachte als ( m ogelij ke) dader gekoppeld is aan één of meerdere gepleegde feiten2•

Verdachten waarvan een oplossingsverbaal is opgemaakt worden meestal ter kennis van het Openbaar m i nisterie g ebracht, waarna een strafrech­

tel ij ke afhandeling volgt. Het is echter ook mogelij k dat hun zaak gesepo­

neerd wordt . Dit kan zowel door de politie als door Justitie geschieden, en om verschillende redenen . Afhankelijk van het type sepot bl ijft de verdachte wel of niet in het pol itiebestand (en d u s i n het onderzoeksbestand) geregis­

treerd . Een persoon bl ijft wel gereg istreerd bij alle sepots die door de politie worden afgegeve n . Ook bl ijven verdachten gereg istreerd bij J u stitie-sepots om één van de volgende d rie redenen: een persoon is ten onrechte als dader aangemerkt, het feit is niet strafbaar en de dader is niet strafbaar . Bij de volgende J u stitie-sepots wordt het betreffende antecedent volledig uit het bestand verwijderd: gebrek aan bewijs, zaak niet ontvankelijk en burger­

rechter niet bevoegd .

I n d e richtlijnen voor deze eval u atie, zoals geformuleerd i n d e notitie 'Een­

heid van Begrip 11', wordt, als peildat u m , een voorkeu r u itgesproken voor de datum waarop een del i ct is gepleegd . Dit stu itte i n de praktij k echter op bezware n . De delictdatu m is in relatief veel gevallen namelijk o nbekend of beslaat een (langere) periode. Bij een selectie op del ictd atum zou in ieder geval de eerstgenoemde g roep buiten beeld blijven . Besloten is d aarom om, zoals bij de pol itie gebrui kelijk i s , u it te gaan van de zogenaamde anteced­

ent-datu m . Dit is de datum waarop het politieonderzoek is afgesloten en de dader(s) (eventueel) ter kennis van het parket worden gebracht.

Voor het verkrijgen van het politiebestand met statistische verdachteni nfor­

m atie zijn d iverse d atabasebestanden uit HKS aan el kaar gekoppeld . Dit is g ebeurd door de heer J a n Spijkerman van de Centrale Recherche Dienst Amsterdam Amstelland . Bovendien is het noodzakelijk d at, voordat met bewerking en a nalyse van de gegevens wordt aangevangen, u itgebreide 'opschoni ng ' plaats vi ndt. De 'opschoning' is bijvoorbeeld noodzakel ij k omdat de invoer van de gegevens is niet altijd eenduidig en consequent heeft plaats gevonden en omdat d e d oor de politie gehanteerde invoercodes voor d it onderzoek omgecodeerd m oeten worden. Bovendien worden de d ata op 'del ict-niveau ' aangelever d , dat wil zeggen dat i n het bestand personen aan delicten zijn gekoppel d . De data moeten dus geaggregeerd worden tot een bestand op verdachtenniveau, d at wil zeggen een bestand waarin voor elke geregistreerde verdachte wordt weergegeven welke delic­

ten hij/zij in zijn/haar cri m i nele loopbaan heeft gepleegd3 .

Van gepleegde delicten wordt in bepaalde gevallen aangifte gedaan, maar in andere gevallen niet. Soms omdat dit onmogelijk, zoals bijvoorbeeld het geval is bij het delict rijden onder invloed . Soms omdat de aangifte-bereidheid ontbreekt . Dit is bijvoorbeeld vaak het geval bij drugsdelicten. In dit onderzoek zijn zowel delicten zonder als delicten met aangifte-verbalen opgenomen .

Overigens ziin de bestanden volledig geannonimiseerd . Een persoon wordt weergegeven met een nummer, waarvan alleen de politie de personalia kent .

Pagina 4 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP - Amsterdam

(5)

Deze 'opschoning' is door de onderzoekers uitgevoerd .

Verder zijn i n 1 996 ook jongeren in de leeftijdscatego r i e 1 2- 1 7 jaar naar Bu­

reau Halt z ijn doo rgestu urd . Eén van de kerntaken van d i t bureau i s het ui tvoeren van alternatieve straffen voor jo ngeren van 1 2 t/m 1 7 jaar, die voor de ee rste keer i n co ntact met de politie komen . Door via H alt een alternatieve straf te vervu l l e n , krijgen deze jongeren de kans om vooralsnog uit het justitiële circuit te bl ijve n . Het uiteindelijke doel is dat jongeren op deze manier worden behoed voor een verdere stap in de cr i m i n a l iteit. Voor dit onderzoek i s gebru i k gemaakt van een apart, door Bu reau H a lt Amster­

d a m-Amstelland a a ngeleverd, besta nd .

I n dit onderzoek wordt, i n overeenstemming met de ri chtlijnen zoals gefor­

mu leerd i n d e notitie ' Eenheid van Beg rip 11', al leen gerapporteerd over de e ers te he/ft van h et jaar 1 996 . Alle resu ltaten i n dit rapport hebben dus betre k ki ng o p d e eerste zes maanden van het jaar 1 996 , tenzij nadruk kelijk anders wordt verme l d .

I n d it onderzoek wordt on derscheid gemaakt tussen verschill ende type jeugdige daders, namelijk d aders die behoren tot de zogenaamde harde

kern, li cht-cri m i nelen, fi rst-offe nders en H a lt-jo ngere n . De i ndeling van de jeugdige verdachten in d eze categorieën i s gebaseerd o p de ri chtlijnen, zoals gefo rmu l eerd in d e notitie' Eenheid van Begrip 11' e n wordt besch reven in bijlage 1 .

1 .3 Samenvatting

De meti ng Jeugd en Vei l i g heid Amsterdam 1 996 heeft betre k k i n g op twee g roepen jongere n .

A l l e jongeren van 1 2 tot 2 5 jaa r :

die i n Amsterdam wonen;

waartegen een of meer PV's zijn opgemaakt in d e eerste helft van 1 996;

voor een of meer delicten gepleegd i n Amsterd am ;

waar bij dit PV n iet door Justitie werd geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, zaak niet ontva n kelijk of bu rgerrechter ni et bevoeg d .

2 Alle jo ngeren van 1 2 tot en met 1 7 jaar:

die i n aanra k i n g kwamen met de politie en op g ro n d daarvan,

i n de eerste helft van 1 996 door Bureau HALT zijn afgehandeld .

1 .4 Leeswijzer

De rapportage is als volgt opgebou w d .

H oofdstu k 1 vormt e e n i n leidin g o p het onderzoek. H i e r i n i s tevens de ond erzoe ksverantwoo rding opgenome n . Hoofd stuk 2 biedt een algemene beschrijving van de omvang van d e jeugdc ri m i nal iteit i n de eerste helft van 1 996 i n A m sterd a m . In hoofdstu k 3 word en d rie type criminele jongeren met elkaar vergeleken, namelijk jongeren die tot de harde kern behoren , l i c ht-cri m i nelen en first-offe nders . I n hoofdstu k 4 wordt een beeld ges chetst van de jeu gdcriminal iteit per stad sdeelcl uster. In hoofd stuk 5 worden de jongeren beschreven die in de eerste helft van 1 996 bij H alt terecht zijn gekome n . Hoofdstuk 6 biedt beper kte informatie over de jeug d cr i m i nal iteit onder jo ngeren beneden de 1 2 ja a r . I n hoofd stu k 7 worden politie- en H alt­

cijfers van 1 995 e n 1 996 met elka ar vergele ken . In hoofdstuk 8 tensl otte wordt een s ame nvatti ng v a n het rapport g egeven.

(6)

I n bijlage 1 wordt besch reven volgens wel ke criteria de jo ngeren zijn i nge­

deeld in de catego rieën harde kern, l i cht-crimi nelen en fi rst-offende r s . I n bijlage 2 worden de g e brui kte beg ri ppen toegeli cht.

Bijl age 3 bevat e n kele aanvul lende tabel l e n . H i er wordt, wanneer d it rele­

vant i s , i n het rapport naar verweze n .

Het i s mogelijk dat sommige tabel len i n dit rapport niet optellen tot een totaa l van exact 1 00 % . De oorza a k hi ervan i s gelegen in het feit d at alle percentages worde n afg erond tot hele getal len .

I n het rapp ort wordt, om het le esgemak te verg roten, af en toe gesproken over 'g epleegde d e l i cte n ' en ' d aders' . Dit i s formeel gezien echter niet ge­

heel juist. H et bestand bevat namel ijk jongeren die verdach t worden van het plegen van een feit . Of zij dit feit i nderdaad gep leegd h e b ben, zal i n een proces nog m oeten blijke n .

Wanneer gesproken wordt over het jaar 1996, dan wordt steeds bedoeld d e eerste helft van 1996, dat w i l zeg gen, de maanden j a n u ari tot en met juni 1996 . Datzelfde geldt ook voor het jaar 1 99 5 .

Pagina 6 Evaluatie Jeugd en Veiligheid A msterdam DSP - A msterdam

(7)

2 Jeugdcriminaliteit 1 996

2.1 Inleiding

2.2 Tabel 2 . 1

I n d e eerste helft van 1 996 heeft d e pol itie van Amsterdam voor i n het totaal 1 .656 verdachten, in de l eeftijd van 1 2 t/m 24 jaar en woonachtig te Amsterd a m , één of meer oplossi ngsverbalen opgemaakt. Een deel van d eze verdachten i s aan Justitie voorgeleid , een deel van de z a ken i s gesepo­

neerd . I n dit hoofd stu k volgt een beschrijving van de persoonskenmerken van de totale verd achteng roep . Van de verdachten die zij n voorgeleid aan Justitie wordt tevens een beschrijving van de door hen g epleegde delicten gegeve n .

I n onderstaande tabel staat het aantal jongeren waarvoor i n d e eerste helft van 1 996 een oplossi ngsverbaal is o pgemaakt. Het aantal aangehouden verdachten i n de l eeftijd van 1 2- 1 7 jaar l igt echter hoger dan i n de tabel wordt vermel d . Dit komt omdat niet voor alle aa ngehou den jongeren i n deze leeftij dscategorie een proces-verbaal wordt op gemaakt4• I n bepaalde geval­

len wordt een zoge naamd ' s u m m i e r rapport' opgemaakt. I n zo' n rapport staan m i nder gegevens over de verdachte en het gepleegde feit dan in een p ro ces-verbaal . Bovendien worden verd achten w aarvan een summ ier rapport i s opgemaa kt, niet geregistreerd i n het politie bestand HKS . O m dat de g egevens in het HKS de basis vormen voor dit hoofd stuk, is het aantal verd achten van 1 2 - 1 7 jaar dus een onderschatt i ng van het werkelijke aan­

tal .

Persoonskenmerken

Leeftijd van jongeren

leeftijd aantal %

12·17 jaar 539 33

18·24 jaar 1 .117 68

totaal 1.656 100

Eénderde van d e j o ngere verd a chten is jonger d a n 1 8 j a a r en daa rmee strafrechtelij k m i n derjarig . T weederde behoort tot de jon geren d i e wettel i j k gezien volwassen zij n .

In d e ondersta ande tabel wordt h et aantal je ugdig e daders i n Am sterdam afgezet teg en d e bevo l k i n gssam enstel lin g van Amsterdams .

Noot 4 De politie hanteert hiervoor geen duidelijke c riteria. G edacht moet echter worden aan jongere daders en lichte vergrijpen.

Noot 5 Peildatum : 1 januari 1996

Bron: 0 + S, het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek

(8)

Tabel 2 . 2 Aantal jongeren a l s percentage van d e bevo l k i n g Am ste rdam

Tabel 2.3

verdachten bevolking proportie van de bevolking

abs. abs. %

12-14 jaar 92 19.0 14 0,5

15 -17 jaar 447 18.365 2.4

18-20 jaar 495 2 1 .315 2,3

21-24 jaar 622 47.0 15 1,3

totaal 1 .65 6 105 .709 1,6

I n de leeftijd sgroepen 15- 1 7 en 1 8 -20 jaar i s het percentage jongeren d at van het plegen v a n een delict verdacht wordt het hoogst. Onder de jo nge­

ren van 1 2 tot 1 4 jaar is deze het laagst. O o k onder jongeren van 2 1 -24 jaar i s het perce ntage verd achten relatief laag . Dit wordt onder meer veroor­

zaakt door het feit d at het a a ntal jongeren i n de Amsterdamse populatie i n d eze leeftijdscategorie hoog i s , door d e aanwezigheid v a n studenten i n d e hoofd stad .

In de onderstaande tabel staat h et geslacht v a n de in 1 996 geverbaliseerde jongere n .

Gesl acht v a n jongeren ( i n % )

12-17 18-24 jaar totaal jaar

man 86 86 8 6

vrouw 15 14 14

totaal 100 100 100

H et merendeel van de jo ngere daders is van het mannelijke geslacht. Een­

achtste bestaat u it meisjes . O nder de m i n d erjarige verd achten bevi nden zich vrijwel net zoveel mei sjes als onder de meerderjarige .

I n d e onde rstaande tabel wordt weergeg even i n welke stadsdelen de i n d e eerste helft v a n 1 996 geverbal i seerde jo ngeren wone n .

Pagina 8 Evaluatie Jeugd en Veiligheid A msterdam DSP - Amsterdam

(9)

Tabel 2 . 4 Stadsdeel van woonplaats van jongeren (in %)

stadsdeel 1 2- 1 7 jaar 1 8-24 jaar totaal populatie

Baarsjes 3 5 5 6

Binnenstad 4 7 6 9

Bos en Lommer 6 6 6 5

Buitenveldert 0 5

De Pijp 6 7 7 5

Geuzenveld-Slotermeer 8 6 6 5

Noord 1 1 1 0 1 0 1 1

Oost 4 7 6 5

Osdorp 1 1 4 6 5

Oud-West 2 4 3 4

Slotervaart/Overtoomse Veld 1 0 5 6 5

Watergraafsmeer 2 2 2 3

West. Havengebied 0

Westerpark 4 5 5 4

Zeeburg 5 5 5 5

Zuid 3 4 4 7

Zuidoost 22 2 1 2 1 1 5

onbekend 2

totaal 1 00 1 00 1 00 1 00

I n vergelijking met d e bevolkingsomvang is het percentage aangehouden verdachten in het stadsdeel Zuidoost het hoogst. In de stadsdelen Bu iten­

veldert, Zuid en de Binnenstad is het percentage verd achten juist iets lager dan o p grond van d e bevolki ngsgegevens kan worden verwacht .

Verder wonen er, i n vergelijking met de overige stadsdelen, vaker mi nderja­

rige verdachten in de stadsdelen Osdorp en Slotervaart/Overtoomse Vel d . I n de tabel 2 . 5 wordt d e etniciteit van d e jeugd ige verdachten weergege­

ven . Volgens de h u idige, landelijk vastgelegde, defi nitie is een persoon allochtoon indien hij of zij zelf of ten m i nste één van diens ouders niet in Nederland is g ebore n . De registratie van etniciteit binnen HKS beperkt zich alleen tot gegevens omtrent geboortel and en nationaliteit van de verdachten zelf en niet van de ouders . Daarom ku nnen allochtonen 'van de tweede g eneratie' b innen dit registr atiesysteem niet goed worden o nderscheiden .

Om allochtonen toch enigszins te kunnen onderscheiden van autochtonen wordt in dit o nd erzoek zowel het geboorteland als de nationaliteit van ver­

dachten in aanmerking genomen . I ndien een persoon een niet-Nederlandse nationaliteit heeft en/of niet i n Nederland is geboren, dan wordt deze per­

soon als 'allochtoon ' aangemerkt . H iermee wordt dus afgeweken van de landelij ke defi nitie, waardoor de uitspraken in dit hoofdstu k een beperkte rei kwijdte hebben . Het aantal allochtone verdachten is volgens de door ons gehanteerde definitie in ieder geval een onderschatting van het werkelijke aanta l .

(10)

Tabel 2 . 5 Etn ische herkomst van jong eren ( i n %)

etnische herkomst 12- 17 jaar 18-24 jaar totaal

Nederland 53 47 49

Ned. A ntillen 4 4 4

Suriname 10 15 13

Marokko 25 20 22

Turkije 5 5 5

overig 4 9 7

totaal 100 100 100

Van de jeu gdige verdachten i s ruim de helft van ' a llochto ne' afkomst.

Onder deze g roep jo ngeren bevinden zich relatief veel M a rokkanen en Suri­

namers . Vooral onder d e m i nderjarige verdachten is het percentage M arok­

kanen relatief hoo g .

I n de onderstaande tabel wordt de 'etnische' herkomst v a n d e jeug dige verd achten afgezet teg en d e 'etnische' bevo l k i ngssamenstelling van de jeugd te Amsterd a m6 . Voor de bevolking scijfers is hierbij dezelfde definitie voor allochtonen g e h a nteerd als i n d e rest van d it onderzoek.

Tabel 2 .6 Etnische herkomst v a n jongeren a l s perce ntage van d e bevol king Amster­

dam

verdachten bevolking proportie van de bevolking

etnische herkomst abs. abs. %

Nederland 808 64 .421 1,3

Ned. A ntillen 66 1.345 4,9

Suriname 222 7.401 3,0

Marokko 359 10 .335 3,5

Turkije 78 5.737 1,3

Het percentage g e reg i streerde daders is, i n vergelijking met de bevol ki ngs­

omvang, onder Anti l l i anen het hoogst, namel ijk bijna vijf procent . Ook het percentage M a r o k kanen en Surinamers dat i n d e eerste helft van 1 996 werd aangehouden is relatief hoog .

Uit tabel 2 .6 kan tevens worden afgeleid dat 2 8 % van d e bevo l kin g (tussen 1 2 en 24 jaar) ' a l l ochtoon' is. Binnen de total e onderzo eksgroep van aange­

houden jo ngeren l i g t dit percentage op 5 1 % . Er is dus een oververteg en­

woord iging van ' a l lochtonen' in de g roep aangehouden jongere n .

I n de onderstaande tabel wordt het percentage jongens e n meisjes binnen de ' etnis che' daderg roepe n weergegeve n .

Noot 6 Peildatum: 1 januari 1996.

Bron: 0 + S, het Amsterdamse Bureau voor Onderzoek en Statistiek

Pagina 10 Evaluatie Jeugd en Veil igheid A m sterdam DSP - Amsterdam

(11)

Tabel 2 . 7

Tabel 2 . 8

Geslacht van jongeren naar etnische herkomst ( i n %)

etnische herkomst jongens meisjes totaal

Nederland 84 1 6 1 00

Ned. Antillen 80 20 1 00

Suriname 8 1 1 9 1 00

Marokko 9 3 7 1 00

Turkije 92 8 1 00

overig 84 1 6 1 00

Onder M arokkaanse en Turkse jeugdige verdachten bevinden zich

aanmerkel ijk mi nder meisjes dan onder d e andere 'etnische' groepen . Onder A ntil lianen en Surinamers is het percentage meisjes daarentegen iets hoger dan bij de rest.

In HKS wordt een zogenaamde gevarenclassificatie gehanteerd, welke tot doel heeft politiemedewerkers op de hoogte te brengen van eventuele bijzonderheden van de betreffende verdachten7 . Van de verdachten onder de 1 8 jaar kreeg in het totaal 5 % in de eerste helft van 1 996 één of meer gevarencodes mee. Voor de groep van 1 8-24 jaar ligt dit percentage veel hoger , namelijk op 2 6 % . Welke g evarencodes het betreft staat in de onder­

staande tabel . Omdat de verdachten meerdere gevarencodes kunnen krij­

gen, telt de tabel niet op tot d e eerdergenoemde percentages.

Gevaren codes van jongeren (in % )

gevarencodes 1 2- 1 7 jaar 1 8-24 jaar totaal

alcoholist 0

harddruggebruiker 1 3 9

medische indicatie

vuurwapengevaarlijk 5 4

verzetpleger 3 1 1 8

vluchtgevaarlijk 0 0 0

zelfmoordneiging 0 0 0

Verdachten i n de leeftijd van 1 8- 2 4 j aar krijgen veel vaker dan d e minderja­

rige verdachten de code harddruggebruiker enlof verzetpleger .

2 .3 Gepleegde delicten

Noot 7

I n onderstaande tabel staat het totaal aantal del icten, dat de groep jeugdige verdachten i n de eerste helft van 1 99 6 i n Amsterdam p leegde. In deze tabel is ook het aantal delicten dat zij gemiddeld pleegden opgenomen.

Registratie van deze gevarencodes vindt echter niet geheel eenduidig en consequent plaats. Zo vindt registratie met betrekking tot de code harddrugsgebruiker alleen plaats als de verdachte zelf aangeeft dat het opgehelderde feit verband houdt met zijn/haar verslaving. Voor de andere codes bestaan weer andere (diffuse) aanwijzingen . Verdere vertekening vindt plaats doordat een eenmaal toegekende gevarencode aan alle vroegere en toekomstige antecedenten worden toegevoegd, ook als de gevarencode niet (meer) van toepassing is.

(12)

Tabel 2 .9

Tabel 2 . 1 0

Gem iddeld en totaal aantal gepleegde delicten

gemiddeld aantal totaal aantal totaal %

12-1 7 jaar (n= 539) 1,8 945 31

18-24 jaar (n = 1.117) 1,9 2 .0 79 69

totaal (n = 1.656) 1,8 3.024 100

I n 1 996 worden de verdac hten uit d it ond erzoek verantwoordelijk geacht voor het plegen van 3 . 024 del i cte n . Gemiddeld pleegden zij bijna twee del i cten per persoo n . M i nd erjarige daders pleegden gemiddeld vrijwel net zoveel delicten a l s daders in de leeftijd van 1 8-24 jaar.

Niet a l l e pro ces-verbalen van de g roep jongere verdachten hebben tot een strafrechtelijke afha ndelin g geleid; een aantal zaken i s geseponeerd8• In on­

derstaande tabel wordt weergegeven hoeveel jongeren in de eerste he lft van 1 996 een s epot kregen . Omdat jongeren in de o nderzoeks periode bij meerdere zaken betro k ken kunnen zijn , ku nnen jongeren ook zowel gesepo­

neerde als justitie-zaken o p hun naam hebben staa n . Deze jongeren zijn in de tabel opgenomen in de categorie ' beide' .

Sepots van jong eren ( i n % )

12-17 jaar 18-24 jaar totaal

aangemeld bij het Openb aar Ministerie 81 7 6 78

geseponeerd 7 7 7

beide 12 16 15

totaal 100 100 100

H et merendeel van de jongere verd achten werd , voor de delicten die zij i n d e eerste helft van 1 996 pleegde n , doorgestuurd n a a r Justiti e . Van 7 % van de jeugdige daders werd de zaak geseponeerd . 1 5 % kreeg een sepot, maar werd i n de onderzoeksperiode o o k voor één of meer del i cten naar Justitie g estu u r d . Het aantal geseponeerde zaken i s onder mi nderjarige verd achten net zo hoog als onder de meerderjarige.

Aansluitend is o nderzocht welke delicten de jo nge verdachten i n de eerste helft van 1 996 pl eegden . H et resultaat staat i n tabel 2 . 1 1 . In deze tabel zijn a l l ee n jongeren opgenomen die voor één of meer delicten d oorgestu urd zijn naar Justiti e . Dit i s dus voor 93% van de jongeren het geva l . De jongeren die a l l een bij een zaken betrokken waren, die l ater geseponeerd zijn, zijn buiten de analyse gehouden9•

I n de tabel zijn a l leen de tien meest gepleegde delicten opgenome n . De tabellen met e e n specificatie van alle door de jeugd gep leegde delicten i s opgenomen i n bijlage 3 . O m d at de jongeren verschil lende delicten gepleegd kun nen hebben, telt de tabel niet o p tot 1 00 % . Bovend ien wordt in de tabel geen onderscheid gemaakt i n d e frequentie waarmee een delict is gepleeg d : de vermelde per centages betreffe n d u s het percentage jongeren d at een

Noot 8 Zie ook paragraaf 1.2

Noot 9 Wanneer een zaak geseponeerd wordt, wordt het aangerekende delict in het registratiesys­

teem vervangen door de melding dat de zaak geseponeerd is. De delicten die deze groep werd aangerekend zijn daarom ook niet meer te achterhalen.

Pagina 12 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP -Amsterdam

(13)

Tabel 2. 1 1

Tabel 2 . 1 2

type delict i n de eerste helft van 1 996 mi nstens één keer p leegde.

Gepleegde delicten (in %)

1 2- 1 7 jaar 1 8-24 jaar totaal

gekwalificeerde diefstal' 2 9 2 5 2 6

eenvoudige diefstal2 1 1 1 4 1 3

diefstal in vereniging 1 9 1 0 1 3

diefstal met geweld 1 9 9 1 2

openlijke geweldpleging zwaar 1 1 5 7

eenvoudige mishandeling 1 0 6 7

vuurwapenwet 3 7 6

vernieling 6 5 6

handel in harddrugs 6 4

bedreiging 3 5 4

Hiertoe worden onder meer de delicten 'diefstal in vereniging met braak' en 'inbraak in woning' gerekend.

Hiertoe worden onder meer de delicten 'winkeldiefstal' en 'fietsendiefstal' gerekend.

Vermogensdeli cten worden door de jongeren het meest gepleeg d . In de meeste g evallen gaat het om gekwalificeerde d iefsta l . Minderjarige jeugd cri­

m i nelen maken zich d aarbij ook relatief vaak schuldig aan d iefstal in vereni­

ging en d iefstal met gewel d .

Onderzocht is of meisjes en jongens verschillen in het type delict dat zij plege n . De resu ltaten staan in onderstaande tabel .

Gepleegde d elicten naar geslacht ( i n % )

1 2- 1 7 jaar 1 8-24 jaar totaal

m m m

gekwalificeerde diefstal' 33 6 27 7 2 9 6

eenvoudige diefstal2 11 11 1 2 2 5 1 2 20

diefstal in vereniging 20 1 8 1 0 1 4 1 3 1 6

diefstal met geweld 20 8 1 0 2 1 4 4

openlijke geweldpleging zwaar 9 2 9 5 4 6 1 3

eenvoudige mishandeling 8 2 2 5 1 0 6 1 4

vuurwapenwet 4 8 3 6 2

vernieling 6 7 6 6 2

handel in harddrugs 0 6 3 4 2

bedreiging 2 6 5 3 4 4

Hiertoe worden onder meer de delicten 'diefstal in vereniging met braak' en 'inbraak in woning' gerekend .

Hiertoe worden onder meer de delicten 'winkeldiefstal' en 'fietsendiefstal' gerekend.

(14)

Tabel 2 . 1 3

Vermogensdelicten worden door zowel jongens als meisjes het meest ge­

pleeg d . Jongens worden echter vaker van gekwalificeerde diefstal en dief­

stal met g eweld verdacht en meisjes van eenvoudige diefstal.

Opmerkelij k is dat minderjarige meisjes zich relatief vaak schuldig maken aan openlij ke geweldpleging en eenvoudige mishandeling . In absolute aan­

tallen uitgedrukt gaat het bij openlij ke geweldpleg ing o m 2 1 van de 73 aangehouden minderjarige meisjes. Bij mishandeling g aat het om 1 6 van de 7 3 meisjes .

I n de o nderstaande tabel wordt nagegaan of jongeren van verschillende 'etnische' herkomst'O ook ander type delicten plegen. In deze analyse zijn alleen de 'etnische' g roepen meegenomen, die naar verhouding het sterkst in de daderpopulatie vertegenwoordigd zij n. Dit zijn Nederlanders, Ma­

rokkanen en S u rinamers.

Gepleegde delicten naar etnische herkomst (in % )

Nederlanders Marokkanen Surinamers

gekwalificeerde diefstal' 2 3 3 7 2 2

eenvoudige diefstal2 1 3 1 3 1 2

diefstal in vereniging 1 1 20 1 0

diefstal met geweld 1 0 1 3 2 1

openlijke geweldpleging zwaar 9 6 7

eenvoudige mishandeling 8 7 7

vuurwapenwet 5 4 8

vernieling 8 4 3

handel in harddrugs 3 7

bedreiging 4 3 7

Hiertoe worden onder meer de delicten 'diefstal in vereniging met braak' en 'inbraak in woning ' gerekend .

Hiertoe worden onder meer de delicten 'winkeldiefstal' en 'fietsendiefstal' gerekend.

S u rinamers worden vaker dan M arokkanen en Nederlanders verdacht van diefstal met geweld . Op de vermogensdelicten gekwalificeerde diefstal en diefstal in vereniging scoren Marokkanen daarentegen relatief hoo g .

2 .4 Conclusies

Noot 1 0

In d e eerste helft van 1 996 heeft d e politie van Amsterdam voor i n het totaal 1 . 6 5 6 verdachten, in de leeftijd van 1 2 t/m 24 jaar en woonachtig te Amsterd am, één of meerdere verbalen van oplossing o pgemaakt. Een ver­

baal van oplossing is een proces-verbaal waarin een verdachte als

( m ogelijke) dader gekoppeld is aan één of m eerdere gepleegde feiten. Deze jongeren worden over het algemeen ter kennis van het parket gebracht . 7 % van de jongeren i n de onderzoeksg roep kreeg echter een sepot, waardoor zij niet in het j ustitiële circuit zijn beland . Een aantal jongeren kreeg welis­

waar een sepot, m aar werd in de onderzoeksperiode ook voor één of meer zaken naar Justitie doorverweze n .

Dat wil zeggen jongeren die buiten Nederland geboren zijn en/of een buitenlandse nationaliteit hebben.

Pagina 14 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP -Amsterdam

(15)

Eénderde van de jongere verd achten i s jonger dan 1 8 jaar en behoort daar­

mee tot d e strafrechtelijk minderjarig e n . De grootste groep behoort echter tot de jongeren die wettelijk gezien volwassen zij n .

I n vergelijking met de bevolkingsomvang is d e crimi naliteit onder jongeren i n d e leeftijd v a n 1 5-20 jaar het hoogst. Onder de jongeren v a n 1 2 tot 1 4 jaar is deze het laagst .

D e meeste jonge daders zijn van het mannelij ke geslacht. Eén op de zeven daders zijn meisjes . Onder M arokkaanse en Turkse verdachten bevinden zich naar verhouding m i nder m eisjes dan onder de andere g roep e n . Verder bevinden zich onder d e mi nderjarige verdachten vrijwel net zoveel meisjes als onder d e meerderjarigen.

Van d e jeugdcriminelen is r u i m de helft buiten Nederland geboren en/of in het bezit van een buitenlandse nationaliteit . Omdat i nformatie over de herkomst van hun ouders ontbreekt, is d eze g roep in het verdere onderzoek als 'allochtoon' aangemerkt. Door deze aangepaste defi nitie is het aantal allochtonen in dit onderzoek echter wel een onderschatting van het wer­

kelij ke aanta l .

I n vergelijking met de bevol kingsomvang is de criminaliteit onder Antil lianen het hoogst, namelijk bijna vijf procent. Ook onder Marokkanen en Surina­

mers ligt dit percentage relatief hoog .

I n 1 996 wordt de groep jeugdige verdachten verantwoordelijk g eacht voor het plegen van 3 .024 delicten in Amsterdam . Gemiddeld plegen de jeugdcri­

mi nelen in de eerste helft van 1 996 bijna twee delicten per persoon . M i n­

derjarige daders plegen naar verhouding gemiddeld net zoveel delicten als daders in d e leeftijd van 1 8-24 jaar.

I n dit onderzoek is tevens gekeken naar het type del ict dat de jongeren i n de eerste helft v a n 1 996 pleegden. H ieruit blijkt dat het i n de meeste geval­

len vermogensdel icten betreft . Daarbij worden jongens vaker van gekwa­

lificeerde diefstal en d iefstal met geweld verdacht en meisjes van eenvou­

dige diefstal . Verder valt op dat vooral mi nderjarige jongens zich relatief vaak schuldig maken aan diefstal in vereniging en diefstal met g eweld.

M i nderjarige meisjes maken zich opmerkelijk vaak schuldig aan openlijke geweldpleging en mishandel ing .

Aansluitend is onderzocht of jongeren met een verschil lende 'etnische' ach­

terg rond ander type delicten plege n . Dit blijkt i nderdaad het geval . Surina­

mers worden vaker dan Marokkanen en Nederlanders verdacht van diefstal met geweld . M arokkanen daarentegen scoren hoog op de vermogensdelic­

ten gekwalificeerde diefstal en d iefstal i n vereniging .

(16)

3 Harde kern, licht-criminelen en first-offender

3.1 Inleiding

Tabel 3 . 1

I n dit hoofd stuk wordt een beschrijvi ng gegeven van d e verdachten i n de leeftijd van 1 2 -24 jaar, d i e tot de zogenaamde harde kern behore n . Deze worden vergeleken met l i cht- c r i m i nelen en fi rst-offenders. De w ijze waarop de verdachten in deze categorieën zijn i n gedeeld wordt u i tgebreid besch re­

ven in bijlage 1. Kort sameng evat komt het erop neer d at verd achten a l s fi rst-offender worden aangemerkt als z i j i n de eerste he lft v a n 1 996 voor het plegen van één d e l i ct zijn a a ngehouden en nog nooit eerder m et de politie in aanraking zijn geweest 11 . Verd achten die wel al eerder met de pol itie i n aanraking zijn gekomen of i n d e eerste helft van 1996 meer dan één delict pleegden, worden tot de harde kern g erekend als zij i n de onder­

zoeksperiode van twee of meer zware d e l i cten worden verd acht. I n alle andere gevallen worden zij beschouwd als licht-criminelen . I n de onder­

staande tabel zijn d e in de eerste helft van 1996 ge reg i streerde verdachten i ngedeeld in de genoemde categorieë n .

Type jeugdcrimi nelen

12-17 jaar 18-24 jaar totaal

abs. % abs. % abs. %

harde kern 136 25 288 26 424 26

licht-criminelen 166 31 453 41 619 37

first-offenders 191 35 235 21 426 26

onbekend 46 9 141 13 187 11

totaal 539 100 1117 100 1 656 100

I n het tota al behoort een k wart van de jeugdcriminelen tot de zogenaamde ' harde kern' . M i nderjarige verd achten behoren vrijwel net zo vaak tot de harde kern a l s meerderjarige jeugdcri m i nelen . Wel i s het percentage first­

offenders onder m i n derjarige verd achten hoger.

Van de fi rst-offenders maakte i n het totaal 58% zich schul dig aan een zwaar delict en 42 % aan een l i cht del i ct . Dit pe rcentag e is voor de mi nder­

en meerd erjarige verdachten o ngeveer gelij k : van de mi nderjarige verd ach­

ten pleegde 59% een zwaar d e l i ct en van de meerderja rige verd achten 5 7 % .

D e verdachten waarvan o n b e kend i s tot welke g roep zij behoren , zijn i n de meeste gevallen verd achten wier zaak gesepo neerd is12 . I n een kle i n aan­

tal gevallen zijn d i t verdachten d i e een delict pleegden dat als 'overig' gere­

g istreerd i s . Deze totale g roep verd achten wordt in dit h oofdstu k verder buiten beschou wing gelate n .

Noot 11 Hierbij moet worden opgemerkt dat jonge ver dachten alleen vanaf de leeftijd van 12 jaar door de politie worden g eregistreerd. Of de onderzoeksgroep voor die leeftijd al eens is opgepa kt. is daarom niet na te g aan.

Noot 12 Zie ook paragraaf 2.1.

Pagina 16 Evaluatie Jeugd en Veiligheid A msterdam DSP - Amsterdam

(17)

3 . 2 Persoonskenmerken

Tabel 3. 2

Tabel 3 . 3

In de onderstaande tabel wordt het geslacht van de harde kern, licht-crimi­

nelen en first-offenders weergeven.

Geslacht van harde kern, licht-criminelen en first-offenders (in % )

geslacht harde kern

man 9 3

vrouw 7

totaal 1 00

licht-criminelen first-offenders

90 7 5

1 0 2 5

1 00 100

Alle d rie criminele g roepen bestaan voor het grootste gedeelte uit jongen s . I n d e groep first-offenders bevinden zic h echter meer m eisjes d a n in de andere g roepe n .

In onderstaande tabel wordt weergegeven i n welke stadsdelen d e harde kern, licht-criminelen en first-offenders i n de eerste helft van 1 996 woon­

den.

Stadsdeel van woonplaats van harde kern, l icht-criminelen en first-offenders (in %)

stadsdeel harde kern licht-criminelen first-offenders

Baarsjes 4 5 5

Binnenstad 5 7 6

Bos en Lommer 1 0 6 3

Buitenveldert 0 0

De Pijp 5 7 1 0

Geuzenveld-Slotermeer 7 7 6

Noord 9 1 1 12

Oost 5 7 5

Osdorp 5 6 7

Oud-West 2 4 3

Slotervaart/Overtoomse 6 6 7

Veld

Watergraafsmeer 2 2 2

West. Havengebied

Westerpark 8 5 4

Zeeburg 4 5 4

Zuid 4 3 3

Zuidoost 2 3 1 8 2 2

onbekend 2

totaal 1 00 1 00 1 00

I n het stadsdeel Bos en Lom mer wonen iets meer leden van de harde kern en iets minder first-offenders . In het stadsdeel De Pijp doet zich het omge-

(18)

Tabel 3 . 4

keerde effect voor . I n d it stadsdeel wonen iets meer first-offenders en i ets m i n der harde-ker n-Ied e n . In stadsdeel Zuidoost wonen naar verhouding i ets m i nder l i cht-cri m i n elen .

I n de onderstaa nde tabel wordt de ' etnische' herkomst van de harde kern, licht-cri m i nelen en fi rst-offend ers weergeven. De jongeren zijn h i erbij als ' a l l ochtoon' aangemerkt als zij niet i n Nederland geboren zijn en/of een n iet­

Nederlandse national iteit bezitte n .

Etnische herkomst van harde kern, licht- crimi nelen e n fi rst-offe nders ( i n % ) etnische herkomst harde kern licht-criminelen first-offenders

Nederland 46 47 55

Ned. Antillen 5 4 4

Suriname 17 12 10

Marokko 22 26 17

Turkije 5 4 6

overig 6 7 9

totaal 100 100 100

Jongeren uit de harde kern e n licht-c r i m i nelen zijn vaker van ' a l l o chtone' afkomst dan first-offenders . Vooral M arokkanen zijn i n d eze groepen naar verho uding ster ker verteg enwoo rd i g d .

3 . 3 Gepleegde delicten

I n de onderstaan d e tabel staat het totaal aantal delicten dat jongeren u it de harde kern, l i cht-cri m i nelen e n fi rst-offenders i n Amsterdam i n d e eerste helft van 1996 p l eegde n . I n deze tabel is ook het aantal delicten d at zij gemiddeld pleegden opgeno m e n .

Tabel 3 . 5 Gemi ddeld e n totaal aantal d e l i cten, gepleegd door harde ker n, l i cht-cr i m i ne­

len en fi rst-offenders

gemiddeld aantal totaa l aantal totaal %

harde kern (n = 424) 4,3 1.8 17 56

licht-criminelen ( n = 619) 1,6 997 3 1

first-offenders ( n = 426) 1,0 426 13

totaal (n = 1 .469) 2,2 3.240 100

Ruim de helft van alle gepleegde delicten kwam voor rekening van de harde ker n . De harde kern pleegde g e m iddeld veel meer delicten dan d e li cht­

criminelen. De fi rst-offenders p leeg d e n , in herent aan d e geha nteerde defi ni­

tie voor deze g roep, één d e l i ct per perso o n .

I n de onde rstaande tabel l e n staan de type del i cten, waarvan de vers chill e n­

de type jeug d cri min elen i n d e eerste helft van 1996 worden verdacht.

H i ertoe i s voor e l ke g roep een top vijf van meest gepleegde delicten samen­

gestel d . O m d at zowel harde kern-jongere n als licht-cri m i nelen als fi rst-offen­

ders vo lgens de definitie ( z i e bijlage 1 ) in principe alle type delicten ge-

Pagina 18 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP -Amsterdam

(19)

Tabel 3 .6

Tabel 3 . 7

Tabel 3 . 8

pleegd kunnen hebben, k u n n e n bepaalde delicten i n mee rdere tabellen voorkomen . Omdat jongere n meerdere versc h i l lende deli cten gepleegd ku nnen hebben, telt de tabel niet o p tot 1 00 % . Bovend i e n wordt in de tabel geen onderscheid gemaakt in d e frequentie waarmee een delict is gepleeg d : d e verm elde percentages betreffen d u s het percentage j o ngeren dat een delict i n de eerste helft van 1996 m i nstens één keer pleegde.

M eest gepleegde delicten door harde kern (in % )

delict 12-17 jaar 18-24 jaar totaal

gekwal ificeerde diefstal 58 42 47

diefstal met geweld 39 22 27

vuurwapens 7 18 14

bedreiging 10 14 12

valsheidsmisdrijven 2 16 1 1

Van de harde kern pleegde bijna de helft i n de eerste helft van 1996 ge­

kwal ifi ceerde d iefstal . O o k d i efstal met geweld wordt d oor deze g roep relatief vaak gepleeg d , met name door haar m i nderjarige lede n . De vuurwa­

penwet wordt vaker door meerderja rige jongeren overtreden.

Me est gepleegde d e l i cten door licht-crimin elen ( i n %)

delict 12-17 jaar 18-24 jaar totaal

eenvoudige diefstal 20 17 18

diefstal in vereniging 30 15 19

gekwalificeerde diefstal 20 22 22

vernieling 10 8 9

eenvoudige mishandeling 15 7 9

Vermogensdelicten worden door licht-criminelen het meest gepleeg d . M i n­

derjarige l i cht-cr i m i nelen plegen daar bij vaker di efstal in veren i g i n g dan meerderjarige l i cht-cri m i nelen. Dit geldt, i n i ets minder mate , ook voor eenvoudige mishandeling .

Meest gepleegde d e l i cten door fi rst-offenders ( i n %)

delict 12-17 jaar 18-24 jaar totaal

diefstal i n vereniging 18 10

gekwalificeerde diefstal 17 15

eenvoudige diefstal 6 14

openbare geweldpleging zwaar 13 5

eenvoudige mishandeling 9 7

Meerderjarige fi rst-offenders worden vaker opgepakt voor eenvoudige diefstal d a n m i nderjarigen. D e laatste g roep maakt zich echter i ets vaker schuldig aan diefstal i n vere n i g i n g en openbare geweld pleg i ng .

14 1 6 10 9 8

(20)

3.4 Conclusies

In dit hoofdstu k zijn jeugd criminelen die tot de zogenaamde harde kern behoren vergeleken met licht-criminelen en first-offenders. Uit d e resultaten blij kt dat een kwart van de jeugdcriminelen tot de harde kern behoort en r uim eénderde tot de groep licht-criminelen. De groep first-offenders behelst een kwart van het d aderbestand . De overige verdachten waren door ontbre­

kende gegevens niet in te delen en zijn verder buiten de analyses gehouden.

Opvallend genoeg i s het percentage minderjarige verdachten dat tot de harde kern behoort v rijwel net zo groot als het percentage meerderjarige jeugdcriminelen . Ook is onder d e first-offenders het percentage minderjarige verdachten dat een zwaar d elict pleegde ongeveer net zo g root als het percentage meerderj arige, namelij k bijna 60%.

Zowel de harde kern-groep a l s de g roep licht-criminelen en first-offenders bestaan voor het grootste g edeelte uit jongen s . In de harde kern en onder licht-criminelen is het percentage meisjes echter veel lager dan onder de first-offenders . De g roepen verschillen nauwelij ks van e l kaar wat betreft d e stadsdelen waaruit zij afkomstig zij n .

Uit d e resultaten blij kt verder d at jongeren die tot d e harde kern behoren gemiddeld veel meer delicten plegen dan de overige g roepen. Ruim de helft van deze jongeren pleegde g ekwalificeerde diefstal, zoals inbraak (in wo­

ning ) . Ook diefstal met geweld wordt door deze groep relatief vaak ge­

pleegd, m et n ame door de minderjarige harde-kern-criminelen. M eerderjarige harde-kern-criminelen overtreden weer iets vaker de vuurwapenwet.

Licht-criminelen plegen het vaa kst eenvoudige en gekwalificeerde diefstal en diefstal in vereniging. Minderjarige licht-criminelen m aken zich daarbij vaker schuldig aan diefstal in vereniging dan meerderjarig e . Ook onder de first-offenders maken minderjarigen zich vaker schuldig aan diefstal in vereniging , evenals aan open bare geweldpleging . Meerderjarige first-offen ­ d e r s maken zich n a a r verhouding vaker schuldig aan eenvoudige diefstal . Uit het onderzoek blij kt dat jongeren uit d e harde kern e n licht-criminelen vaker van 'al lochtone' afkom st zijn dan first-offenders. Vooral Marokkanen en Surinamers zijn in deze g roepen sterker vertegenwoordig d .

Pagina 20 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP . Amsterdam

(21)

4 Jeugdcriminaliteit per stadsdeelcluster

4 . 1 Inleiding

I n d it hoofdstu k wordt een beeld geschetst van de omvang van d e jeugdcri­

m i nal iteit in zeven cl usters van stadsdelen in Amsterd a m . Deze clusters zijn als volgt samengesteld:

Centrum-OudWest:

Groot-Oost:

West/Westelij keTui nsteden:

West/Bos&Lommer/Baarsjes:

Groot-Zuid:

Noord:

Zuidoost:

Binnenstad , Westerpark en Oud-West.

Watergraafsmeer , Zeeburg , Oost Osdorp, Geuzenveld/Slotermeer, Sloter­

vaart/Overtoomse Veld Bos en Lommer, D e Baarsjes

Zui d , De Pijp, Rivierenbuurt, Buitenvel­

dert Noord Zuidoost

Deze indeling is analoog aan de indeling die bij de projecten Jeugd en Vei­

l ig heid (Grote Stedenbeleid A msterdam) wordt gehanteerd .

I n het verdachten-bestand van d e eerste helft van 1 996 zitten 24 jongeren waarvan onbekend is u it wel k stadsdeel zij komen. Deze jongeren zijn buiten de analyses in d it hoofdstu k gelaten. H et totale aantal aangehouden verdachten is in dit hoofdstu k daarom iets l ager dan i n d e eerdere hoofd­

stu kken .

4 . 2 Jeugdcriminaliteit 1 996

Tabel 4 . 1

In de onderstaande tabel wordt het aantal verdachten per stadsdeelcluster gepresenteerd en gerelateerd aan de bevolkingsomvang van de jeugd in het betreffende stadsdeelcluster .

Aantal jeugdcrim i nelen per stadsdeelcluster, als percentage van d e bevol­

king

verdachten

abs.

Centrum-OudWest 234

Groot-Oost 2 1 6

West: Westelijke Tuinsteden 307

West: Bos&Lommer/Baarsjes 1 77

Groot-Zuid 1 82

Noord 1 69

Zuidoost 347

totaal 1 .632

bevolking proportie

abs.

20.87 7 1 4. 090 1 6.254 1 2 . 3 3 6 1 8. 6 2 3 1 2 .456 1 5 . 764 1 1 0.400

van de bevol­

king

% 1 , 1 1 , 5 1 , 9 1 ,4 1 , 0 1 ,4 2 , 2 1, 5

(22)

Tabel 4 . 2

I n Zui doost e n d e Westel ijke Tui nsteden i s het percentage jongeren dat i n de eerste helft v a n 1996 d o o r de politie werd aangehouden het hoog st. I n G root-Zu i d e n Centrum-OudWest i s dit percentage het l aagst.

In de onderstaande tabel i s het aantal verdachten per stadsdeelcl uster u itgespl itst naar het a a ntal mi nderjarige en het aantal m eerderjarige ver­

d achte n .

Leeftijd van jeugdcrim in elen per stadsdeelcluster ( i n % )

12- 17 jaar 1 8-24 jaar totaal

Centrum-OudWest 2 1 79 100

G root-Oost 28 72 100

West: Westelijke Tuinsteden 50 50 100

West: Bos&Lommer/Baarsjes 2 8 72 100

Groot-Zuid 28 72 100

Noord 35 65 100

Zuidoost 34 6 6 100

I n de Weste lijke Tui nsteden i s het percentage m i nderjarige verda chten veel hoger dan i n de and ere stad sdeelclusters . In C e ntru m-OudWest i s het per­

centage m i nderjarige verdachten het la agst.

In de ond erstaande tabel staat de ' etnische' herkomst v a n de jeug dige ver­

d achten, a l s percentage van d e 'etn ische' bevol kingsg roepen in de stads­

deelcl usters . O mdat Nederla nders, Marokkanen en Suri namers de grootste g roepen b i n nen het o nderzoc hte verd achtenbestand vormen (zie tabel 2 . 5 ) , zijn allee n deze g roepen i n d e analyse meegen omen . D e tabellen met de bijbehorende aantallen zij n opgenomen i n bijlage 3, respectievel ij k tabel B3 . 8 en tabel B 3 . 9 .

Tabel 4 . 3 Aantal jeug dcri m i nelen per stadsdeel cluster, a l s percentage v a n d e etn i sche bevo l ki n gsgroepen i n Amsterdam ( i n %)

Nederlanders M arokkanen Surinamers

Centrum-OudWest 0,9 3,4 2 . 6

Groot-Oost 1,3 3, 1 2,7

West: Westelijke 1,6 4,0 2,3

Tuinsteden

West: Bos&Lom- 1,2 2,7 3,6

mer/Baarsjes

Groot-Zuid 0,9 3,9 1,8

Noord 1,2 2,5 3,7

Zuidoost 1,9 7,3 3,2

totaal

I n bijna a l l e stadsdeelcl usters is het pe rcentage jeug d c r i m i nelen on der M a­

r o k kanen het hoogst. De kroon spant stadscluster Zuido ost, waar het per­

centage M arokkaanse jeugd c r i m i nelen ruim 7 procent bedr aagt. In de overige stadscl u sters, Bos&Lommer/Baarsjes en Noord , i s de jeugdcri m i n ali­

teit onder Surinamers het hoogst.

Pagina 22 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP - Amsterdam

(23)

Tabel 4 . 4

gekwalificeerde diefstal' eenvoudige diefstal2 diefstal in vereniging diefstal met geweld

I n de onderstaande tabel staat wel ke del icten d e jongeren u it d e verschi l len­

de stadscl usters het meeste plege n .

Gepleegde delicten per stadsdeelclu ster (in % )

Cen- Groot West : West: Groot Noord Zuid-

trum/Oud- Oost Westelijke Bos&Lom- Zuid oost

West Tuinsteden mer/Baars-

jes

2 1 26 2 9 25 2 5 2 4 20

1 3 1 2 1 0 1 4 1 4 1 5 1 0

1 5 1 2 1 6 1 6 1 2 1 2 9

9 9 1 3 1 2 8 7 1 7

openlijke geweldpleging zwaar 8 6 7 1 0 6 7 4

eenvoudige mishandeling vuurwapenwet

vernieling

handel in harddrugs bedreiging

7 3 9 5 6 1 4 5

1 0 5 3 5 4 5 6

3 3 6 5 9 4 6

6 4 3 2 8

3 4 5 5 5 6

Hiertoe worden onder meer de delicten 'diefstal in vereniging met braak' en 'inbraak in wo- ning' gerekend.

Hiertoe worden onder meer de delicten 'winkeldiefstal' en 'fietsendiefstal' gerekend .

De jongeren uit Zuidoost werden in de eerste helft van 1 996 naar verhou­

ding vaker opgepakt voor het plegen van diefstal met geweld dan jongeren in de andere stadsclusters. De jongeren in Noord maken zich relatief gezien iets vaker schuldig aan eenvoudige m ishandel i ng . In Centrum-OudWest wordt de v u urwapenwet iets vaker overtrede n .

4.3 Harde kern, licht-criminelen en first offenders

Tabel 4 . 5

In de onderstaande tabel staat het percentage harde kern-crim i nelen, licht­

criminelen en first-offenders per stadsdeelcluster.

Type crimi nelen per stadsdeelcluster ( i n %)

harde kern licht-criminelen first- offenders

Centrum/Oud-West 3 1 44 2 6

Groot Oost 2 6 4 8 2 6

West: Westelijke Tuinsteden 2 8 4 1 3 1

West: Bos&Lommer/Baarsjes 3 7 42 2 1

Groot Zuid 2 2 40 38

Noord 24 43 32

Zuidoost 3 2 3 7 3 1

(24)

I n Bos& Lom mer/Baarsjes i s i n vergelijking met de andere stadsclusters het percentage leden van de harde kern het hoogst . Op de tweede en derde plaats staan respectievelijk Zuidoost en Centru m-OudWest.

Verder valt op d at het percentage first-offenders i n Groot-Zuid hoger is dan i n d e andere stadsdele n .

4.4 Conclusies

In d it hoofdstu k is een beeld geschetst van de omvang van de jeugdcri­

minaliteit in zeven clusters van stadsdelen in Amsterda m , namelij k Centrum­

OudWest, Groot-Oost, West/WestelijkeTui nsteden, West/Bos&Lom­

mer/Baarsjes , Groot-Zuid, Noord en Zuidoost.

Gerel ateerd aan d e omvang van de jeugdbevolking in deze clusters, is het percentage jongeren dat i n de eerste helft van 1 996 werd aangehouden in de cl u sters Zuidoost en de Westel ijke Tui nsteden het hoogst, namelijk rond 2 % . In Groot-Zu id en Centrum-OudWest is d it percentage het l aagst.

In d e Westelijke Tui nsteden is het percentage m i nderjarige verdachten veel hoger dan in d e andere stadsdeelclusters.

Verder is onderzocht of de omvang van de jeugdcriminaliteit onder Neder­

landers, M arokkanen en Surinamers van el kaar verschi l l e n . Dit blijkt inder­

daad het geval. I n bijna alle stadsdeelclusters is het percentage jeugd­

cri m i nelen onder Marokkanen het hoogst. De kroon spant stadscluster Zuidoost, waar het percentage M aro kkaanse jeugdcrimi nelen ruim 7 procent bedraagt. I n twee stadsclusters, Bos&Lommer/Baarsjes en Noor d , is de jeugdcriminal iteit onder Surinamers het hoogst .

Onderzocht is ook i n hoeverre bewoners van de verschil lende clusters verschil lende type delicten pleg e n . H ieruit blijkt d at jongeren uit Zuidoost vaker worden opgepakt voor het plegen van diefstal met geweld dan jonge­

ren uit de andere stadsclusters. In Noord ma ken relatief iets meer jongeren zich schuldig aan eenvoudige mishandel ing. In Centrum-OudWest wordt de vuurwapenwet iets va ker overtreden .

Tot slot is per stadsdeelcl uster het percentage harde kern-crim i nelen, licht­

crimi nelen en first-offenders berekend. Hieruit blijkt dat het percentage leden van de harde kern in Bos&Lommer/Baarsjes het hoogst i s . Op de tweede en derde plaats komen respectievelijk Zuidoost en Centru m-Oud­

West. Verder valt op dat het percentage first-offenders in Groot-Zuid hoger is dan in d e andere stadsdelen.

Pagina 24 Evaluatie Jeugd en Veiligheid Amsterdam DSP -Amsterdam

(25)

5 Halt-jongeren

5 . 1 Inleiding

Bureau Halt Amsterdam-Amstelland is op 1 september 1 989 van start gegaan . Eén van de kerntaken van dit bureau is het uitvoeren van a lterna­

tieve straffen voor jongeren van 1 2 t/m 1 7 jaar, die voor de eerste keer in contact met de politie komen . Door via H alt een alternatieve straf te vervuI­

len, krijgen deze jongeren de kans o m vooralsnog uit het justitiële circuit te blijve n . H et uiteindelij ke doel is dat jongeren op deze m a nier worden behoed voor een verdere stap in de criminaliteit.

De eerste vier jaar hielden d e H alt-bureaus zich voornamelijk bezig met jongeren die zich schuldig maakten aan baldadig heid en vandalisme. Vanaf

1 994 werden ook plegers van d i efstal naar H alt verweze n . Met de invoering van het nieuwe jeugdstrafrecht in 1 99 5 , is de lijst van d elicten die door H alt worden afgedaan verder u itgebreid . De lijst o mvat momenteel onder meer d e volgende delicten: d iefsta l , heli n g , openlij k geweld tegen goederen , vernieling , baldadigheid , brandstic hting en het in bezit hebben of afsteken van vuu rwerk buiten de toegestane tijden .

In dit hoofdstu k worden d e algemene achtergrondkenmerken van d e H alt­

cliënten beschreve n . De resu ltaten in d it hoofdstu k hebben betrekking op jongeren die in de eerste zes maanden van het jaar 1 99 6 zijn doorverwezen

naar H alt. H et betreft een aparte g roep, waarvan een bestand is aangele­

verd door Bureau H alt Amsterdam-Amstell a n d .

5 . 2 Algemene kenmerken Halt-cliënten

Tabel 5 . 1

I n tabel 4 . 1 staat het totale aantal cliënten dat i n de eerste helft van het jaar 1 996 naar H alt is doorverwezen . In deze tabel is o o k het aandeel van jongens en meisjes opgenomen .

A antal H alt-cliënten, uitgesplitst naar geslacht periode

jan-juni 1 996

instroom abs.

6 1 5

jongens

% 7 8

meisjes

% 2 2

De i nstroom v a n jongeren bij bureau H alt bedraagt i n de eerste helft van 1 996 6 1 5 jongere n . De meeste jongeren die door Halt worden afgehandeld zijn jongens. Meisjes m a ken eenvijfde van d e clientèle uit .

H alt registreert bij de inta ke van jongeren zowel de geboortedatum als d e delictdatu m . Door deze g egevens t e com b i neren, i s de leeftijd van de cliënten op het m oment van het d elict bere kend . De gemiddelde l eeftijd van d e Halt-cliënten is 1 4, 8 jaar. Hierin is geen verschil tussen jongens en meis­

jes; de gemiddelde leeftijd waarop jongens en meisjes delicten plegen i s vrijwel g elij k . I n o nderstaande tabel staat h e t aantal Halt-cliënten p e r leef­

tijdscategorie.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

I n de onderstaande tabel staat het percentage leerlingen en personeelsleden dat vindt d at er op school iets aan veiligheid moet worden gedaan. Veilighei d op school

In deze samenvatting worden de belangrijkste conclusies uit het onderzoek 'Veiligheid op scholen in Amsterdam-Zuid' op een rij gezet.. Soms worden deze

Daarnaast werd de harde kern binnen district 9 twee maal zo vaak als gemiddeld binnen de regio aangehouden voor misdrijven tegen openbare orde en gezag, maar

Bij de medewerkers i s onderzocht of er verschil i s i n de ervaren onveiligheid op school tussen mannen en vrouwen, tussen jongeren en ouderen, tussen

Aan de leerlingen d i e het afgelopen jaar slachtoffer zijn geworden is gevraagd hoe de school hie rop reageerde.. Zo wordt gevraagd of de school het

Voordat leden van de doelgroep toegeleid kunnen worden naar bestaande voorzieni ngen is in eerste instantie veel tijdsi nvestering nodig in het opzetten van

Daa rentegen komen in het gebied van de stadsdelen Rivierenbuurt en Slotervaa rtiOvertoomse Veld naar verhouding wei n ig aangiften van straatroof en overige

Omdat deze jongeren niet door het OM kunnen worden vervolgd, moeten de Raad en de politie in onderling overleg bezien welke oplossingen mogelijk zijn.. Plan van