Bijlage bij nota naar aanleiding van verslag 35 483 Regels over inburgering in de Nederlandse samenleving (Wet inburgering 20..)
Inventarisatie inburgeringsplicht
A. De volgende groepen vreemdelingen zijn inburgeringsplichtig1 (behoudens eventuele vrijstellingen):
• asielstatushouders2
• gezinsmigranten (tenzij de hoofdpersoon een vreemdeling is die voor een tijdelijk doel3 in Nederland verblijft)
• verblijf op niet-tijdelijk humanitaire gronden
• verblijf als economisch niet-actieve langdurig EU-ingezetene
• discretionaire vergunning (tenzij bij de verlening uitdrukkelijk is bepaald dat het verblijfsrecht tijdelijk is)
• geestelijk bedienaren.
B. Niet inburgeringsplichtig zijn houders van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd, die is verleend onder een beperking verband houdend met4:
a. uitwisseling, al dan niet in het kader van een verdrag;
b. studie;
c. seizoenarbeid;
d. lerend werken;
e. arbeid in loondienst;
f. grensoverschrijdende dienstverlening;
g. arbeid als niet-geprivilegieerd militair of niet-geprivilegieerd burgerpersoneel;
h. arbeid als kennismigrant;
i. verblijf als houder van de Europese blauwe kaart in de zin van richtlijn 2009/50/EG van de Raad van 25 mei 2009 betreffende de voorwaarden voor toegang en verblijf van onderdanen van derde landen met het oog op een hooggekwalificeerde baan (PbEU L 155);
j. onderzoek in de zin van richtlijn (EU) 2016/801;
k. arbeid als zelfstandige;
l. het zoeken en verrichten van arbeid al dan niet in loondienst;
m. verblijf als familie- of gezinslid bij een persoon die voor een tijdelijk doel in Nederland verblijft;
n. medische behandeling;
o. het afwachten van een verzoek op grond van artikel 17 van de Rijkswet op het Nederlanderschap;
p. tijdelijke humanitaire gronden;
q. verblijf als vermogende vreemdeling als bedoeld in artikel 3.29a van het Vreemdelingenbesluit 2000;
r. overplaatsing binnen een onderneming.
Gehele en gedeeltelijke vrijstellingen van de inburgeringsplicht worden opgesomd in artikel 5 van de Wet inburgering jo artikelen 2.3, 2.4, 2.4a, 2.5 en 2.5a van het Besluit inburgering.
C. Vrijstellingen
Niet inburgeringsplichtig5 indien:
• jonger dan 16 of de pensioensleeftijd bereikt
• acht jaar in Nederland gedurende leerplichtige leeftijd in Nederland verbleven
1 De Chavez-ouders (ouders-derdelanders van minderjarige kinderen die wel Unieburgers zijn) vallen op dit moment niet onder artikel 3 van de Wet inburgering en zijn dus niet-inburgeringsplichtig, omdat zij geen verblijfsvergunning nodig hebben, maar hun verblijf rechtstreeks ontlenen aan artikel 20 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
2Vanaf 1 mei 2020 zijn Turkse asielstatushouders ook inburgeringsplichtig.
3 Artikel 2.1 Besluit inburgering.
4 Artikel 2.1 Besluit inburgering.
5 Artikel 5 Wet inburgering.
• diploma WO, HBO, AVO, MBO niveau 2 (Nederlandstalig)
• kwalificatie- of leerplichtig
• aansluitend aan leer-of kwalificatieplicht een opleiding wordt gevolgd die uit zal monden in een diploma
• onderdanen van een lidstaat van de Europese Unie/EER, of Zwitserland en hun gezinsleden die onderdaan zijn van een derde land en die gebruik maken van hun recht op vrij verkeer van personen (Richtlijn 2004/38/EG).
• in een andere lidstaat van de EU/EER al voldaan aan een inburgeringsvereiste om de status van langdurig ingezetene te verkrijgen
• op grond van bepalingen van verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties niet inburgeringsplichtig6.
Verder zijn niet inburgeringsplichtig degenen die beschikken over de volgende diploma’s/certificaten7:
• een onderwijsdiploma, vanaf mbo niveau 2 behaald in België of Suriname
• een diploma/certificaat behaald in Bonaire, Sint Eustatius of Saba, of in Aruba, Curaçao of Sint Maarten
• het diploma van het Europees baccalaureaat van de Europese school
• het getuigschrift International Baccalaureate Middle Years Certificate, International General Certificate of Secondary Education of Internationaal Baccalaureaat
• het certificaat bedoeld in de Wet inburgering nieuwkomers
• het certificaat, bedoeld in de Regeling certificaat inburgering oudkomers
• de Korte Vrijstellingstoets
• een inburgeringsdiploma van vóór inwerkingtreding van de Wet inburgering van 13 september 2012.
6Onder deze bepaling vallen op dit moment de Turkse nieuwkomers, gelet op de Associatieverdragen EU- Turkije. Mede gelet op recente jurisprudentie van het Hof van Justitie van de EU zullen Turkse nieuwkomers met de inwerkingtreding van het nieuwe inburgeringsstelsel inburgeringsplichtig worden.
7 Artikel 2.3 Besluit inburgering.