• No results found

Liegende evolutionaire kunst: Haeckels domme aapmens

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Liegende evolutionaire kunst: Haeckels domme aapmens"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Liegende evolutionaire kunst:

Haeckels domme aapmens

http://wayoflife.org/database/wolfwhale.html, 10-2-2011 Vertaling en plaatjes door M.V.

Men zegt wel eens “een afbeelding is duizend woorden waard”, en ik twijfel er niet aan dat mensen meer door plaatjes dan door woorden beïnvloed werden om in evolutie te geloven. Van bij haar aanvang werd darwiniaanse evolutie gepopulariseerd door kunstige afbeeldingen - liegende kunst.

HAECKELS DOMME AAPMENS

Ernst Haeckel, uitvinder van de iconische evolutionaire embryokaart was ook de uitvinder van de domme holbewonende aapmens, en dit was gebaseerd op niets wetenschappelijkers dan zijn eigen rijke verbeelding. Zoals we zagen in “Liegende evolutionaire kunst - Haeckel’s Embryokaart”

(http://www.verhoevenmarc.be/PDF/Haeckel-fraude.pdf) schrok Haeckel er niet voor terug om al- lerlei “feiten” uit zijn duim te zuigen.

Redenerend dat het belangrijkste verschil tussen mensen en apen de bekwaamheid is van de mens om te spreken, en aannemend dat evolutie waar is en dat de mens evolueerde uit dieren, conclu- deerde Haeckel dat de voorouder van de mens een domme holbewonende aapmens was. Hij vond zelfs een wetenschappelijke naam uit voor dit mythische schepsel: Pithecanthropus alalus (“sprake- loze aapmens”).

Haeckel had een artiest, Gabriel Max, die de afbeelding maakte, en Max beeldde een heel Pithecan- thropus gezin af. Zie plaatje hierboven. De dikbuikige vader, met een apenhoofd en een harig mensachtig lichaam, dat recht staat en leunt op een dikke tak, en zo dwaas kijkt als maar kan. De arme domme moeder zit neer met gekruiste benen en voedt een kleine aapmensbaby. Ze heeft lang warrig haar maar ziet er minder aapachtig uit dan haar “man”, behalve dan voor haar aapachtige voeten.

(2)

2

Nadat Haeckels student en discipel Eugene Dubois enkele fossielen vond op het eiland Java (zie afbeelding boven), waarvan hij achtte dat het de missing link was, liet Haeckel een levensgroot mo- del maken van de mythische Javamens en stelde hem tentoon in museums doorheen Europa. Het staat nog steeds in de kelderverdieping van het Leidense Natuurhistorische Museum (Naturalis).

De Javamens verscheen in talloze publicaties als bewijs voor evolutie. Hij was hoogst invloedrijk, maar het was een enorm bedrog.

“Mensen spraken over de Pithecanthropus alsof het om Pitt of Fox of Napoleon ging. Populaire historische verhalen publiceerden portretten van hem zoals de portretten van Charles I of George IV. Geen mens die naar zijn zorgvuldig getekende gelaat zag zou het in zijn hoofd halen dat dit por- tret eigenlijk samengesteld was vanuit slechts een dijbeen, enkele tanden en een fragment van de schedel” (G. K. Chesterton, quoted from Francis Hitching, The Neck of the Giraffe, p. 180).

In elk detail presenteerden deze stukken van evolutionaire kunst en verzonnen mythe, gecreëerd in een poging de Bijbel in diskrediet te brengen en te bewijzen dat evolutie waar is.

De fossiele “mens” van Dubois bestond uit een aapachtige schedelkap, gevonden in 1891, en een menselijk dijbeen ontdekt op 50 voet daar vandaan, het volgende jaar. Het was op basis van dit magere en dubieuze bewijsmateriaal (wie kon ooit zeggen dat de beenderen tot het zelfde individu behoorden), na beraadslaging met Haeckel, dat Dubois de ontdekking aankondigde van een schep- sel dat “voortreffelijk geschikt was voor de rol van missing link”.

In de volgende 30 jaren weerhield Dubois de belangrijke informatie dat hij ook twee “moderne”

schedels had ontdekt nabij de locatie van de Javamensfossielen.

Dr. Duane Gish merkt op:

“Als dit feit onthuld was geweest in die tijd [niet achtergehouden] dan zou het moeilijk geweest zijn, zo niet onmogelijk, dat deze Javamens zou geaccepteerd zijn als een ‘missing link’” (Duane Gish, The Fossils Still Say No, p. 281).

Niettegenstaande het magere bewijs en het gebrek aan consensus over da natuur van de ontdekking, verspreidden de media het nieuws wijd en zijd. Plaatjes werden getekend met daarop de aapmens van Dubois. De mythische Javamens verscheen in museums. Slechts gebaseerd op een schedelkap, een paar tanden en een dijbeen (gevonden, zo moeten we herhalen, op verschillende plaatsen en zonder enig bewijs dat ze tot hetzelfde individu horen), hebben wetenschappers geargumenteerd dat het schepsel rechtop liep!

Dit, mijn vrienden, is bedrog en er niets “wetenschappelijks” aan.

Melvin Lubenow merkt op:

“Het is gewoon een van de vele illustraties van het feit dat evolutionisten wat dan ook als ‘bewijs’

willen gebruiken om evolutie te verkopen aan het grote publiek, ongeacht zijn wetenschappelijke authenticiteit” (Bones of Contention, p. 96).

Lees verder:

http://www.verhoevenmarc.be/#Schepping

verhoevenmarc@skynet.be - www.verhoevenmarc.be - www.verhoevenmarc.be/NieuwsteArtikelen.htm

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Men zegt wel eens “een afbeelding is duizend woorden waard”, en ik twijfel er niet aan dat meer mensen door plaatjes dan door woorden beïnvloed werden om in evolutie te geloven..

Soms beweren evolutionisten dat ons bloed een erg gelijkende samenstelling van elementen bezit (natrium, chloor, enz.) als die van zeewater, en dat wijten zij aan onze

Niettegenstaande dit bedrog en niettegenstaande dat dit werd ontmaskerd, bleef Haeckel nog 30 jaar werken als professor in Jena en bleef hij verder wijd en zijd zijn

Dawson was bij sommige van zijn opgravingen verge- zeld van Arthur Smith Woodward, conservator van de geologische afdeling aan het British Natural History Museum en de

“De rechtszaak die een keerpunt werd in de onderwijsgeschiedenis in de VS, en die niet noemens- waardig bestreden werd in de volgende halve eeuw, werd naar zijn verdict geleid door

In 2009 vergaderden antropologen in het Institute of Human Origins in New York om Lucy te be- spreken, en een verslag in de New York Times gaf de volgende interessante conclusie:

Russell Tuttle heeft geargumenteerd dat een schepsel zoals Lucy, met lange gebogen tenen, de voetafdrukken niet kon gemaakt hebben en concludeert: “we zouden de

De peper-en-zoutvlinder wordt aanzien als een bewijs van het darwiniaanse mechanisme van survi- val of the fittest of natuurlijke selectie, die evolutie veroorzaakte van een lichte