• No results found

Natuur.oriolus 2009-1 Een vroeg broedgeval van Boomvalk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Natuur.oriolus 2009-1 Een vroeg broedgeval van Boomvalk"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VLAAMS DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT VOOR ORNITHOLOGIE - ERK. P706369

JANUARI - FEBRUARI - MAART 2009 - JAARGANG 75 - NUMMER 1 België-Belgique P.B.

ANTWERPEN X 3/1485

atuur.orio us

(2)

Na t uu r.a r ia lu s

VLAAMS TIJDSCHRIFT VOOR ORNITHOLOGIE

www.natuurpunt.be/o rio lus

Natuur.oriolus

is een voortzetting van het vroegere tijdschrift

Oriolus

Voormalige redactiesecretarissen:

Voormalige hoofdredacteuren

'1i' F. Segers (1935-1957)

'1i' F. Grootaers (1958-1980)

'1i' H. Meeus (1981-1987)

Voormalige redactiesecretarissen

'Û' Rogier De Fraine (1988-1997)

'1i' Paul Herroeien (1997-1998)

Redactiesecretaris:

Koen Leysen, pla Graatakker 11, B-2300 Turnhout koen.leysen@natuurpunt.be

Redactieraad:

Anny Anselin, Walter Belis, Marieke Berkvens, Ron Demey, Jenny De Laet, Gunter De Smet, Koen Devos, Gerald Driessens, Wouter Faveyts, Marc Herremans, Michel Louette, Guy Robbrecht, Jan Stevens, Dirk Symens, Wim Van den Bossche, Bert Van Der

Krieken, Dries Van Nieuwenhuyse, Glenn Vermeersch

Abonnement

Wie lid is van Natuurpunt (jaarlijks lidmaatschap 20) kan voor

8,5 ook een abonnement nemen op Natuur.orio/us.

Van Natuur.orio/us verschijnen 4 nummers per jaargang. Indien u bij dit abonnementbundel tevens ook inschrijft op Natuurfocus (een jaargang kost normaal ook 8,5) kosten het lidmaatschap en beide abonnementen samen slechts 34,5 in plaats van 37.

Instituten, verenigingen en bibliotheken kunnen een groepsabonne- ment zonder lidmaatschap nemen. Dit groepsabonnement kost 25.

Betaling van het abonnementsgeld kan door overschrijving op het rekeningnummer 230-0044233-21. Buitenlandse abonnees betalen

25 om Natuur.oriolus te ontvangen.

Nederland: 20 per abonnement, 50 voor de 3 abonnementen samen.

Natuurpunt vzw

Natuurpunt vzw is een vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt 80.000 leden en beheert 16.700 hectaren natuur-

Oplage: 4.800 exemplaren

gebied. Kerntaken zijn natuurbehoud en -beheer, landschapszorg, beleidswerking, natuurbeleving, natuurstudie, vorming en educatie.

Natuurpunt Studie vzw

De kerntaak natuurstudie wordt binnen Natuurpunt uitgebouwd door Natuurpunt Studie. Dit omvat o.a. het uitbouwen van thematische en taxonomische werkgroepen, netwerkvorming met vrijwillige mede- werkers in heel Vlaanderen en dienstverlening door professionele stafmedewerkers.

Opgelet

Ledenadministratie en abonnementen:

Natuurpunt, Coxiestraat 11, B-2800 Mechelen 015/29 72 20, info@natuurpunt.be

Artikels en correspondentie

Manuscripten, brieven betreffende de inhoud van Natuur.orio/us, tekeningen en foto's dienen naar de redactiesecretaris te worden gezonden (uitzondering: foto's bij seizoensoverzichten, zie aldaar) Boeken die ter bespreking worden aangeboden dienen eveneens opgestuurd worden naar de redactiesecretaris.

Books to be reviewed shou/d be sent to the editoria/secretary Koen Leysen p/a Graatakker 11,B- 2300 Turnhout;

koen./eysen@natuurpunt.be

Natuur.orio/us ontvangt wisselnummers van Acta Zo%gica Lituanica, A/u/a, Ardea, Argus, Aves, Bird Study, Charadrius, Ciconia, Der Fa/ke, Der Ornithologische Beobachter, De Takkeling, Die Voge/warte, Dutch Birding, Egretta, Het Vogeljaar, Irish Birds, Le Héron, journa/ of Ornith%gy, Larus, Limosa, Mergus, Nos Oiseaux, Ök%gie der Vögel, Ornis Sveccica, Ornithologische Mitteilungen, Ornithos, Regu/us, Scottish Birds, SOVON- nieuws, Voge/k. Nachr. Oberösterreich, Var Fage/vär/d, Vogels

Dank aan Walter Belis voor de Franse samenvattingen, Mike Witt Voor de Engelse en Marieke Berkvens voor de opmaak van de meeste tabellen en grafieken. Gerald Driessens staat in voor de foto's (gerald.driessens@natuurpunt.be)

Verantwoordelijke uitgever:

Willy Ibens, Coxiestraat 11, B-2800 Mechelen

UITGAVE VAN

BirdLife' ~

INTERNATIONAL

Natuurpunt vzw en Natagora (Reserves Naturelles as bi en Aves) zijn de Belgische partner van BirdLife International. Dit is een wereldomspannende natuur- beschermingsorganisatie die in bijna 100 landen werkt aan het behoud van natuur-

waarden en de soortenrijkdom. http://www.birdlife.net

n atu U rp U nt Studie

IN HET VELD

Natuurorlolus 1

75(1) 1-4

Een vroeg broedgeval van Boomvalk Fa/co subbuteo, met aandacht voor herkenning van verschillende leeftijdsklassen

WOUTER FAVEYTS & KELLE MOREAU

Beschrijving

In 2002 onderzocht Kelle Moreau (verder KM) in het kader van het veldwerk voor de Vlaamse broedvogelatlas het atlashok FS2335 in Korbeek-Lo, deelgemeente van Bierbeek, (VB). Dit hok wordt gekenmerkt door een grote landschappelijke diversiteit, en bevat dan ook een gevarieerde broedvo- gelfauna. Vanaf mei werd meermaals een Boomvalk Fa/co subbuteo opgemerkt, soms vergezeld van een tweede exemplaar. De vogels, beide adulten, jaagden veelvuldig op libellen en andere insecten in het gebied, maar gingen ook vaak zangvogels achterna, waaronder Oeverzwaluwen Riparia riparia die hier vanuit een nabije kolonie kwamen foerageren. Op 11 juli 2002 bezocht KM het gebied tijdens de late namiddag en avond in de hoop voor enkele soorten een hogere broedzekerheidscategorie te kunnen vast- stellen. Hierbij merkte hij een onhandig fladderend valkje dat aanvankelijk leek te moeten neerstrijken op de grond, maar dan toch met veel moeite op een telefoonpaal kon gaan zitten. Het was, alleen al op basis van de moeizame vlucht, onmiddellijk dui- delijk dat het hier om een recent uitgevlo- gen juveniele vogel ging. Groot was de ver- bazing toen een blik door de verrekijker leerde dat het om een kraakverse juveniele Boomvalk ging. Niet alleen had KM hier nooit duidelijk territoriaal gedrag waarge- nomen (wel de voortdurende aanwezigheid van de soort tijdens de twee voorgaande maanden), 11 juli was bovendien een wel zeer vroege datum voor een vliegvlugge juveniele Boomvalk. Maar toch klopte alles, de lichte veerranden op de bovendelen, de beige-achtige onderdelen zonder een spoor van rood op de broek en de anaalstreek en zelfs nog enkele donsresten op de kop.

Gedurende een half uurtje bleef de jonge- ling op zijn verheven zitpost bekomen van wat mogelijk zijn luchtdoop moet zijn geweest, terwijl de oudervogels intussen vanuit een nabije bomenrij naar hun jong bleven roepen. Uiteindelijk waren er enkele rakelingse passages van één van de ouders nodig om hem ertoe te bewegen zijn vol- gende poging in de lucht te wagen. Hierop

verdween het gezelschap in de boomkrui- nen. Tijdens enkele latere bezoeken, waar- van het eerste pas twee weken later plaats- vond, werden er geen Boomvalken meer in het gebied waargenomen. Nochtans blijven jonge Boomvalken doorgaans tot enkele weken na het uitvliegen in de buurt van het nest. De langdurige aanwezigheid van twee adulte vogels en de waarneming van 11 juli suggereren dat de nestlocatie in de onmid- dellijke omgeving moet geweest zijn. Het nest zelf werd niet gevonden. Hoe het met deze vroeg geboren Boomvalk verder is afgelopen is onbekend. Mogelijk duidt het snelle verdwijnen van de jonge vogel (én zijn ouders) uit het gebied, en het feit dat er slechts één uitgevlogen juveniel werd waar- genomen (wat weinig is voor Boomvalken), op de negatieve gevolgen van een te vroege timing van het broed proces (zie onder).

Vergelijking met gegevens uit de literatuur

Boomvalken horen bij de laatste van onze roofvogelsoorten om met broeden te star- ten. Dit ondanks het feit dat de gemiddelde aankomstdatum in Vlaanderen in de laatste decade van april ligt (Leysen & Vandesande 2003, Leysen & Herremans 2004 en Leysen 2005,2006 & 2007). De reden voor het late begin van de broed periode is vermoedelijk dat het opgroeien van de jongen zo veel mogelijk synchroon zou verlopen met een piek in het aanbod van jonge (en makkelijk vangbare) prooivogels, terwijl het uitvliegen samenloopt met de zomerse piek van insec- ten (Ferguson-Lees & Christie 2001, Hardey et al. 2006).

In de literatuur wordt het begin van de broedtijd gesitueerd in de periode eind mei tot begin juli: 31 mei - 29 juni, met een

~de Iq Boomvalk Falco sUbbuteo. Oosthoven (~), 31 augustus 2006. (Foto: Jef GeudellS) De lIc:haamsveren vertonen de bla\,lwgrljze adulte kleuren. 0p de vleugel zIjn vrijwel alle veren, zowel dekveren als slagpennen. echter nog van het juveniele kleed: het klejne aantal blauwgrij~e

adulte veten steekt duidelijk af tegen de bruine meerderheid van juveniele veren. De ~lchtbare staartveren zIJn nog llan het brull1e juvenieletype. De kruin van de kop vertoont ook nog de brui- ne sporen van het JuvenIele kleed, samen met reeds doorgekomen donkergrijze adUlte veren. De

witte kaken en cl gele washuid wijzen eveneens op een 2 KJ.exemplaar,

(3)

nest verlaten. Zelfs voor legsels die reeds eind mei van start zijn gegaan, geldt dat de jongen pas op het einde van de maand juli uitvliegen. Het feit dat de vogel nog wat donsveren op de kop had, wijst op een leef- tijd van ca. 25 dagen oud (R. Bijlsma in litt.).

Dat betekent dat de vogel reeds vroeger dan normaal het nest moet hebben verlaten, bij- voorbeeld ten gevolge van verstoring.

Wanneer we een gemiddelde broedduur van ca. 30 dagen en een daaropvolgende ver- blijf tijd in het nest van ca. 25 dagen aan- houden, en 11 juli 2002 als vermoedelijke uitvliegdatum beschouwen, kunnen we voor het broedgeval van Korbeek-Lo terug- rekenen tot een legdatum omstreeks 16 mei 2002.

2 KJ Boomvalk Falco subbuteo. Oosthoven (A), 31 augustus 2006. (Foto: Jef Geudens)

Het risico op verwarring met onvolwassen (2 KJ) Boomvalken Meldingen van juveniele Boomvalken in de loop van de maand juli komen af en toe voor. Vrijwel steeds blijkt dat niet kan wor- den uitgesloten dat het om onvolwassen exemplaren gaat, in hun tweede kalender- jaar (2 KJ). Dergelijke vogels worden vrij fre- quent waargenomen in de broedgebieden.

Ze vertonen nog niet het volledige adulte kleed en worden daardoor al eens ten onrechte voor juvenielen gehouden.

Dergelijke 2 KJ vogels sluiten zich bovendien vrij vaak aan bij gevestigde broedparen:

De grondkleur van het lichaam is wit, in tegenstelling tot bruingeel zoals bij een juveniel. De rode broek vertoont nog duidelijke streping, terwijl dit bij een adult zuiver rood zou moeten zijn.

gemiddeld begin in de eerste helft van juni (Bijlsma 1993), en 22 mei - 2 juli (Chapman 1999). Chapman (1999) voegt hier aan toe dat er geen waarneembare variatie is in begindata van de eileg binnen het zeer omvangrijke verspreidingsgebied van de Boomvalk in Eurazië, met een trend om te pieken omstreeks 15 - 20 juni. Een analyse van legdata in het kader van twee lange ter- mijnstudies in Engeland en Berlijn wijst op een zeer vergelijkbare en stabiele gemiddel- de legdatum.

Er mag worden aangenomen dat Vlaamse Boomvalken netjes in dit plaatje passen.

Gegevens uit de Zuiderkempen bevestigen dit en tonen aan dat legsels hier meestal worden gestart in de eerste helft van juni.

Dit komt overeen met de bevindingen in Noord-Nederland (Bijlsma 1993). In de periode 2002-2006 bedroeg het gemiddel- de legbegin in de Zuiderkempen respectie- velijk 9 juni, 9 juni, 14 juni, 7 juni en 30 mei (n = 22) (Webreferentie)

Bijlsma (1980) vermeldt een legbegin op 7 mei op de Veluwe in Nederland. Dat bleek achteraf een verkeerde berekening te zijn.

De vroegste vastgestelde legdatum op de Veluwe is 15 mei (2 x), wat zeer vroeg is (R.

Bijlsma in litt.) Deze datum komt min of meer overeen met de datum van de eileg van het geval te Korbeek-Lo in 2002 (zie onder)

De broedduur bedraagt 28-32 dagen, waar- na de jongen in de regel nog 28-34 dagen in het nest blijven alvorens uit te vliegen

(Chapman 1999). Dat betekent dat er onge- veer twee maanden liggen tussen de eileg en het uitvliegen. Een gemiddelde start van de eileg in de eerste helft van juni betekent dat jonge Boomvalken in Vlaanderen in de regel pas in de eerste helft van augustus het

Bijlsma (1980) meldt dat dit in de periode 1975-1979 jaarlijks het geval was voor 22-

Juveniele (1 KJ) Boomvàlk Fa/co subbuteo. Waarbeke (0), 19 augustus 2007.

(Foto:Wouter Faveyts)

Bruingele grond~leur van de onderdelen. Inclusief de kaakstreèk. amper contrasterend met de broekveren, die overigens ook eerder warmbruin i.p.v, roodkleurig zijn. Washuid aan de sn~velbasis

en rond de ogen is blauwgrijs.

(4)

nest verlaten. Zelfs voor legsels die reeds eind mei van start zijn gegaan, geldt dat de jongen pas op het einde van de maand juli uitvliegen. Het feit dat de vogel nog wat donsveren op de kop had, wijst op een leef- tijd van ca. 25 dagen oud (R. Bijlsma in litt.).

Dat betekent dat de vogel reeds vroeger dan normaal het nest moet hebben verlaten, bij- voorbeeld ten gevolge van verstoring.

Wanneer we een gemiddelde broedduur van ca. 30 dagen en een daaropvolgende ver- blijf tijd in het nest van ca. 25 dagen aan- houden, en 11 juli 2002 als vermoedelijke uitvliegdatum beschouwen, kunnen we voor het broedgeval van Korbeek-Lo terug- rekenen tot een legdatum omstreeks 16 mei 2002.

2 KJ Boomvalk Fa/co subbuteo. Oosthoven (A), 31 augustus 2006. (Foto: Jef Geudens)

Het risico op verwarring met onvolwassen (2 KJ) Boomvalken

Meldingen van juveniele Boomvalken in de loop van de maand juli komen af en toe voor. Vrijwel steeds blijkt dat niet kan wor- den uitgesloten dat het om onvolwassen exemplaren gaat, in hun tweede kalender- jaar (2 KJ). Dergelijke vogels worden vrij fre- quent waargenomen in de broedgebieden.

Ze vertonen nog niet het volledige adulte kleed en worden daardoor al eens ten onrechte voor juvenielen gehouden.

Dergelijke 2 KJ vogels sluiten zich bovendien vrij vaak aan bij gevestigde broedparen:

De grondkleur van het lichaam is wit, in tegenstelling tot bruingeel zoals bij een juveniel. De rode broek vertoont nog duidelijke streping, terwijl dit bij een adult zuiver rood zou moeten zijn.

gemiddeld begin in de eerste helft van juni (Bijlsma 1993), en 22 mei - 2 juli (Chapman 1999). Chapman (1999) voegt hier aan toe dat er geen waarneembare variatie is in begindata van de eileg binnen het zeer omvangrijke verspreidingsgebied van de Boomvalk in Eurazië, met een trend om te pieken omstreeks 15 - 20 juni. Een analyse van legdata in het kader van twee lange ter- mijnstudies in Engeland en Berlijn wijst op een zeer vergelijkbare en stabiele gemiddel- de legdatum.

Er mag worden aangenomen dat Vlaamse Boomvalken netjes in dit plaatje passen.

Gegevens uit de Zuiderkempen bevestigen dit en tonen aan dat legsels hier meestal worden gestart in de eerste helft van juni.

Dit komt overeen met de bevindingen in Noord-Nederland (Bijlsma 1993). In de periode 2002-2006 bedroeg het gemiddel- de legbegin in de Zuiderkempen respectie- velijk 9 juni, 9 juni, 14 juni, 7 juni en 30 mei (n

=

22) (Webreferentie)

Bijlsma (1980) vermeldt een legbegin op 7 mei op de Veluwe in Nederland. Dat bleek achteraf een verkeerde berekening te zijn.

De vroegste vastgestelde legdatum op de Veluwe is 15 mei (2 x), wat zeer vroeg is (R.

Bijlsma in !itt.) Deze datum komt min of meer overeen met de datum van de eileg van het geval te Korbeek-Lo in 2002 (zie onder)

De broedduur bedraagt 28-32 dagen, waar- na de jongen in de regel nog 28-34 dagen in het nest blijven alvorens uit te vliegen

(Chapman 1999). Dat betekent dat er onge- veer twee maanden liggen tussen de eileg en het uitvliegen. Een gemiddelde start van de eileg in de eerste helft van juni betekent dat jonge Boomvalken in Vlaanderen in de regel pas in de eerste helft van augustus het

Bijlsma (1980) meldt dat dit in de periode 1975-1979 jaarlijks het geval was voor 22-

Juveniele (1 KJ) Boomvalk Fa/co subbuteo.Waarbeke (0), 19 augustus ?0'b1.

(FotalWouter FaveytsJ

Bruingele grondkteul" van .de onderdéh!ll, Inclusief de kaakst;raek. amper contra:;terend m'et de broekvêren, die overigens ook eerder warmbruin i.p,v. wodkleurig zijn. Was huid aan de sna el basis

en rond de ogen is blauwgrijs.

62 % van de broedparen in zijn studiegebied op de Veluwe in Nederland.

Onder de juiste waarnemingsomstandighe- den is het mogelijk om verschillende leef- tijdsklassen van Boomvalken te onderschei- den: juveniele vogels, in hun eerste kalenderjaar (1 KJ), onvolwassen vogels in hun tweede kalenderjaar (2 KJ) en adulte vogels (ouder dan tweede kalenderjaar).

Juveniele en adulte vogels vormen de twee uitersten; 2 KJ-vogels zijn intermediair tus- sen deze beide uitersten. Juveniele exem- plaren starten hun eerste rui in de Afrikaanse winterkwartieren, waarbij vrijwel alle lichaamsveren worden geruid. De staartpennen en slagpennen blijven echter praktisch allemaal behouden. Boomvalken in hun tweede kalenderjaar zijn dan ook vooral op leeftijd te brengen op basis van het verenpatroon op de bovenzijde van de pennen in de vleugels en de staart. De oude juveniele veren hebben een doffe, bruine kleur, die contrasteert met de blauwgrijze kleur van de nieuwe adulte veren. Juveniele vogels hebben een donkerbruine bovenzijde;

de lichte veerranden geven een geschelpt effect. Adulte Boomvalken vertonen een egaal blauwgrijze bovenzijde. De kleur op de onderzijde verschilt eveneens tussen verse juveniele vogels en 2KJ vogels. Beide leef- tijdsklassen vertonen de voor de soort typi- sche zwarte lengtestreping, maar het ver- schil zit met name in de grondkleur van het lichaam: licht bruinig geel bij verse juvenie-

IN HET VEL D

Natuur.arlalus 3

75( 1) 1 4

Opvallende ZlNarte lengtestreping op een bruinig gele ondergrond;

ongestreepte bruinig gele kaakstreek

Opvallende zwarte lengtestreping op een witte ondergrond;

ongestreepte witte kaakstreek

Bruinig geel, amper contraslerend Effen roestrood, duidelijk met de grondkleur van de rest van I "o,·"",.I~J"'" m 'Yltte grondkleur contrasterend met de witte

onderdelen, m~t vaak enige d4!r o"óordelen, vaak met grondkleur van de rest van de

streping onderdelen, zonder streping

Geel

verhouding stompere

I dan de andere Scherpe vleugelpunten

Tabel 1. Vergelijkend overzicht van een aantal belangrijke verschillen in leeftijdsklassen bij Boomvalk

Tab/e 1: Comparitive overview of a number of important differences between age groups for the Hobby.

Ie en wit bij 2 KJ-vogels (zoals bij adulte exemplaren). Dat kleurverschil is ook zicht- baar in de kleur van de kaakstreek: de bruin- gele kaak van juveniele vogels is niet zo opvallend als de witte kaken van 2 KJ-vogels en adulten. Onvolwassen Boomvalken ver- tonen niet de diep roestrode broekveren die kenmerkend zijn voor adulten. De broekve- ren bij 2 KJ-vogels zijn eerder dof oranjer- ood, maar ze contrasteren wel opvallend met de witte grondkleur van de rest van het lichaam. Bij juveniele exemplaren is de kleur

van de broekveren bruiner, wat amper con- trast oplevert. Zowel bij 1 KJ- als bij 2 KJ- vogels vertonen de broekveren vaak enige streping. Als gevolg van verschillen in ruisnelheid kunnen sommige vogels meer adulte kenmerken vertonen dan andere, Het aanzicht van 2 KJ-vogels verandert in de loop van de zomer, doordat de meeste vogels een aantal pennen ruien. Nog een verschil tussen 1 KJ- en 2 KJ-vogels maar enkel bruikbaar van dichtbij is de kleur van de naakte delen: juveniele vogels hebben een blauwgrijze washuid aan de snavelbasis en rond de ogen; bij 2 KJ-vogels zijn deze delen geel (net als bij adulten) (Forsman 1999).Als een Boomvalk tekenen van actie- ve slagpen rui vertoont kan dat er eveneens op wijzen dat het om een 2 KJ exemplaar gaat, aangezien dergelijke rui bij adulte Boomvalken in de broedgebieden slechts zelden voorkomt (Bijlsma 1980, Forsman 1999). Een moeilijker in te schatten ken- merk, dat enige ervaring met de soort vergt, is het verschil in bouw tussen juveniele en oudere vogels (zowel 2 KJ als adult): juve- nielen hebben stompere vleugelpunten (de bu itenste handpen is korter omdat deze nog niet helemaal volgroeid is), en geven daar- door niet altijd de indruk van het typische Boomvalksilhouet. Zie tabel 1 voor een ver- gelijkend overzicht van een aantal belangrij- ke verschillen tussen de verschillende leef- tijdsklassen.

Adulte (2 KJ +) Boomvalk Fa/co subbuteo. Werken (W), 15 juli 2005. (Foto: Miel Ferdlnande)

~e combinatie van witte grondkleur van het onderlichaam, witte keel- en kaakstreek, gele was- hUid rond de snavel, ongetekende rode broekveren en onderstaart en egaal blauwgrijze bovenzijde

wijst op een adulte vogel.

Behalve kleedkenmerken kan ook het gedrag van de vogels een aanwijzing geven voor hun leeftijd. Pas uitgevlogen juveniele Boomvalken zijn, zoals alle jonge roofvogels, aanvankelijk behoorlijk stuntelig. Ze blijven zich nog een aantal dagen ophouden in de onmiddellijke 'omgeving van het nest, waar ze door de ouders worden gevoederd.

(5)

4 Natuur oriolus 75(1): 1-4

IN H ET VEL D

Wachten in de bomen tot er een ouder met voedsel komt wordt afgewisseld met korte vluchten en veelvuldig roepen (dit is een ideaal moment om succesvolle broedsels van Boomvalk te vinden!). Met andere woorden, ze zijn aanvankelijk nog niet de snelle en soepele vliegers die Boomvalken worden verondersteld te zijn. Dit laatste geldt uiteraard wel voor 2 KJ-vogels, die reeds een jaar lang hun vliegkunsten hebben kunnen perfectioneren.

Referenties

Bijlsma R. 1980. De Boomvalk. Kosmos, Amsterdam.

Dankwoord

Een woord van dank aan Rob Bijlsma voor de deskundige inhoudelijke opmerkingen op een eerste versie en aan Marieke Berkvens voor de nuttige taalkundige suggesties.

Tevens dank aan Jef Geudens en Miel Ferdinande voor het ter beschikking stellen van foto's.

Bijlsma R. 1993. Ecologische Atlas van de Nederlandse Roofvogels. Schuyt & Co. Haarlem.

Chapman A. 1999. The Hobby. Arlequin Press, Chelmsfard.

Ferguson-Lees J. & D.A. Christie 2001. Raptars of the warld. Christopher Helm, London,

Forsman D. 1999. The raptars of Europe and the Middle East. A handbaak of field identificatian. T. & A.D. Poyser, London.

Corresponderend auteur: Wouter Faveyts, Moerbekeplein 24 bus 1, B- 9500 Geraards- bergen wouter.faveyts@telenet.be

Hardey J., Humphrey C., Wernham C., Riley H., Etheridge B. & D. Thompson D. 2006. Raptars. A field guide ta survey and monitoring. The Stationery Office. Edinburgh.

Leysen K. & A. Vandesande, 2003. Fenologie zomervogels 2002: resultaten en bespreking. Natuur.arialus 69(1): 13-19

Leysen K. & M. Herremans, 2004. Fenologie: resultaten en bespreking zomervogels 2003 en analyse trends sinds 1985. Natuur.arialus 70(1): 33-42 Leysen K. 2005. Fenologie: resultaten en bespreking zomervogels 2004. Natuur.arialus 71(1): 9-12

Leysen K. 2006. Fenologie: resultaten en bespreking zomervogels 2005. Natuur.arialus 72(1): 14-18 Leysen K. 2007. Fenologie: resultaten en bespreking zornervogels 2006. Natuur.arialus 73(1): 10-12

Webreferentie

http://www.natuurpunt.be/uploads/biodiversiteit/vogels/documenten/pag,,666_bijkomende..,gegevens.pdf.

Samenvatting - Abstract - Résumé

In 2002 werd in Korbeek-Lo (provincie Vlaams-Brabant) een uit- zonderlijk vroeg broedgeval van Boomvalk Fa/co subbuteo vast- gesteld. Op 11 juli werd reeds een uitgevlogen juveniele vogel gezien. In vergelijking met gegevens uit de literatuur is dit een zeer vroeg gegeven. In dit artikel wordt tevens ingegaan op het risico op verwarring tussen juveniele Boomvalken en Boomvalken in 2de kalenderjaar.

An early breeding occurrenee for a Hobby Falco subbuteo with attention given to the identification of different age groups In 2002 in Korbeek-Lo (province Vlaams-Brabant) an unusual/y early breeding occurrence for Hobby was established. On 11 July a juvenile was a/ready seen flying. In comparison with data from the literature this is a vel}' early occurrence. In this article atten- tion is given to the risk of con fusion between juvenile Hobbies and Hobbies in their second calendar year.

Un cas pr~coce de nidification d'un Faucon hobereau Fa/co sub- buteo avec une attention particulière pour /a reconnaissance des

diff~rentes classes d'§ge

En 2002 un cas de nidification extrêmement précoce de Faucon hobereau a été constaté à Korbeek-Lo (Brabant flamant). Le 11 juil/et, un jeune envolé a été observé. Comparé aux données connues iI s'agit d'un cas très avancé. Cet article insiste éga/e-

"ment sur Ie risque de con fusion entre /e Faucon hobereau juvéni- /e et en 2ème année.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als praktische oplossing voor bovenstaande problemen is het uit fiscaal oogpunt voor de Belastingdienst geen probleem om de opbouw van het Loopbaanbudget ook na maand 36 plaats

Het Bestuur constateert dat de Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant met de nog te nemen stappen in de periode tot 1 januari 2010 de brandweerzorg, de rampenbestrijding en

Dit evenwel op voorwaarde dat binnen afzienbare tijd een evaluatie doorgaat (cfr. supra), waarbij de noodzaak voor de verwerking van deze gegevens opnieuw dient te

Dans sa catégo In diesem Sortim en t rie au lit re / pro Liter In dit assortim. en t Da ns sa catég

Conservation of Little Owl Athene noctua in Flanders might be considered redundant since the species does not seem to be endangered at all and not even threatened.The Little Owl is

Er is ook nog een terugmelding van een eerstejaars vrouwtje Blauwborst waarvan de ondersoort niet gekend is; het werd geringd in Scania (Zuid-Zweden) op 18 augustus 1996

Omdat ze niet werden ingediend en/of omdat het BAHC geen gevallen publiceert van beoordeelde, maar afgewezen gevallen die niet door een waarnemer zelf zijn ingediend (zie

Hoewel slechts gebaseerd op een zeer beperkt aantal vogels moet het onderscheid tussen volledig don- kere Boomvalken en donkere fase Eleonora’s Valken toegespitst worden op vorm