• No results found

Lees hier het hele verslag.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Lees hier het hele verslag."

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

‘Verschuivende rollen en veranderende verantwoordelijkheid’

Door Willem Heesen, projectleider Water en Ruimte Platform31

Het thema van de Leergemeenschap Water en Ruimte Noord was ‘verschuivende rollen en veranderende verantwoordelijkheid’. Om dit vanuit de praktijk te belichten reisden Michiel Koetsier (provincie Gelderland) en Wouter van der Gaag (Hoogheemraadschap van Rijnland) met de voorbeelden van de Gelderse ‘cocreatieve Omgevingsvisie’ en de Rijnlandse ‘ja, tenzij keur’ naar Leeuwarden. Ervaring uit de regio zelf kwam onder andere van Desmond de Vries, projectleider van de Groningse provinciale omgevingsvisie, en van Johan Grijpstra, projectleider van de Friese veenweidevisie.

Provinciale omgevingsvisies, twee andere benaderingen Gelderland wilde het anders doen. Meer betrokkenheid, meer meedenkers, het meenemen van meer belangen in de vorming van de provinciale omgevingsvisie. Voorheen werden provinciale streekplannen gebruikt om een ‘beschrijving van Gelderland’

voor de komende 10 jaar vast te leggen. Tijden veranderen en beleid moet mee met de verandering (zie afbeelding hiernaast).

Het nieuwe credo is sturen op doelen en kwaliteiten en niet op een eindbeeld. ‘Hoe willen we omgaan met de dynamiek in de provincie in plaats van ‘mag het wel of mag het niet’’ , is volgens Koetsier nu de leidende vraag. Niet op voorhand regels stellen, ma ar sturen op doelen. In Groningen zijn andere keuzes gemaakt. In een hoge tijdsdruk is de provincie uitgegaan van de opgaven van de provincie en de provinciale belangen. Naar het voorbeeld van de SVIR die werkt vanuit rijksbelangen stelt de provincie een Omgevingsvisie op aan de hand van twaalf provinciale belangen. Ruimte, milieu, water en mobiliteit zijn samen gepakt. Desmond de Vries (projectleider Omgevingvisie Groningen) licht de andere keuze toe. De doelgroep van een provinciale omgevingsvisie zijn de gebruikers (provincie, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties etc.), maar niet perse de burgers. Het was daarom een bewuste keuze het proces niet in cocreatie in de breedste zin van het woord vorm te geven, maar heel gericht op deze specifieke doelgroepen.

Loslaten, betrekken of toch zelf doen?

De cocreatieve aanpak van Gelderland heeft als doel om ‘samen met iedereen die actief is in de provincie: haar inwoners, ondernemers en beleidsmakers’ aan de toekomst van de provincie te werken. Dit is mede een politieke keuze, het college van gedeputeerde staten ondersteunde de cocreatieve aanpak. De cocreatie bestond vooral uit het aanschuiven van de provincie bij al lopende initiatieven. Daarbij moet ook niet alles worden dichtgeregeld. 20 pagina’s was de doelstelling (die helaas niet gehaald is). Het vraagstuk bepaald de horizon, niet het omgevings-plan. De dynamiek in de economie en samenleving vragen om een dynamisch plan.

Een digitaal plan dat goed met de tijd mee kan bewegen. Dit uit zich o.a. in de insteek over hoe met natuur om te gaan. Het is niet meer wat wel en niet mag, maar kernkwaliteiten worden beschreven. Koetsier: ‘Wanneer u daar wilt ontwikkelen dan moeten de kernkwaliteiten er per saldo op vooruit gaan. De ontwikkeling mag, alleen het ligt bij u om de kwaliteiten te verbeteren’. Uitgaan van ontwikkelen, een veel verkennende opstelling van de provincie en omschreven kernkwaliteiten per gebied. Dit is een enorme cultuuromslag. Mensen die werken met de omgevingsvisie zoals de ambtenaren bij de provincie zijn niet verandert. 95% van de mensen zijn hetzelfde als tijdens het oude structuurplan. ‘Deze mensen moeten ook mee in de verandering’, aldus Koetsier. Digitaal uitgaan van een kaart als weergave van de omgevingsvisie is anders dan bladeren in een dik boek. De omgevingsvisie moet zo toegankelijk mogelijk zijn voor iedereen.

In Groningen wordt dit anders bekeken. ‘Richting de digitalisering doen we veel moeite om de Omgevingsvisie goed toegankelijk te maken. We richten ons hierbij primair op de uiteindelijke gebruikers van

(2)

de Omgevingsvisie.’ aldus De Vries. Uit ervaringen bleek dat ook het loslaten en overdragen van taken aan gemeenten moeilijk lag, wat naar voren kwam bij een evaluatie van een ‘spelregelmodel’ in de landbouw. Dit was in veel van de deelnemende gemeenten niet goed gegaan, waardoor de provinciale bestuurders genoeg reden zien voorlopig provinciale sturing te houden. Bij de inspraakavonden rondom een aantal specifieke vraagstukken , waren veel deelnemers aanwezig vanuit hun eigen (professionele) belang.. Er kwamen weinig burgers en veel belangenorganisaties. Hoe betrek je dan die burgers en moet je dat wel perse nastreven?

Bij de Veenweidevisie in Friesland is gekozen voor een duidelijke regierol van de provincie. ‘Cocreatie willen we graag, maar dan wel tot op zekere hoogte’, aldus Johan Medemblik van de provincie Friesland.

Bijvoorbeeld door middel van filmpjes is geprobeerd veel mensen te betrekken, maar dit was zeker geen afspiegeling van de maatschappij. Met name boeren met een duidelijk belang kwamen op de informatieavonden, van de 60 aanwezigen was zeker 80% boer. Hoe krijg je dan ook bewoners/geen boer zijnde, betrokken? Medemblik: ‘We hebben van alles gedaan om partijen met andere belangen te betrekken zoals de ANWB, natuurorganisaties, etc.. Een direct belang is een evident gegeven voor betrokkenheid en participatie. Peilverhoging/verlaging raakt boeren en hun bedrijven direct.

Ja, tenzij-keur

‘Ik vind de regels bij Rijnland een beetje raar’, zei Wouter van der Gaag op een van zijn eerste werkdagen bij het Hoogheemraadschap van Rijnland op een informeel moment tegen een bestuurder. Dat zette de bestuurder aan het denken en de kiem voor de nieuwe ‘ja, tenzij-keur’ was gelegd. Daarbij bleek dat het waterschap 1.5 miljoen Euro kwijt was aan vergunningverlening, en dat burgers en bedrijven circa 1.1 miljoen Euro jaarlijks kwijt zijn. Een flinke post die aanzet tot denken.

Concreet betekent het dat Rijnland in de nieuwe keur de meeste activiteiten vergunningvrij gaat maken. Wel moeten initiatiefnemers zich houden aan de zorgplicht. Burgers moeten er voor zorgen dat het watersysteem niet wezenlijk wordt aangetast. Van der Gaag: “Ik ben er van overtuigd dat burgers heel goed weten wat we daar mee bedoelen. Nu laten we het aan het gezonde boerenverstand van mensen over hoe een steigertje er uit moet zien. En die burgers snappen heus wel dat de scheepvaart er nog langs moet kunnen en dat de steiger niet voor het huis van de buren moet liggen.’ Andere belangrijke overwegingen naast de kosten is de relatie met burgers en bedrijven: sta je er als waterschap boven of is de relatie meer gelijkwaardig? Dit betekent andere regelgeving en dus opstelling van het waterschap. Daarbij: wat is de nut en noodzaak van procedures? Veel papieren werkelijkheid terwijl er in het veld geen probleem is.

De nieuwe keur houdt in: vertrouwen geven en zaken loslaten. Er is geen regel behalve een zorgplicht, die vraagt aan de initiatiefnemers om zorgvuldig te handelen. Geen risico is zorgplicht, dan worden er geen regels gesteld. Rijnland hoeft hier niet van op de hoogte te zijn. Zijn er wel risico’s voor bijvoorbeeld de doorvaarbaarheid van een kanaal, bemoeilijking van het onderhoud van de watergang, dan gelden er algemene regels en is er een vergunningsplicht. Dit geldt bij grotere ingrepen, zoals fundamentelere wijzigingen in het watersysteem. Denk hierbij aan een absoluut verbod voor duikers in een vaarweg of bomen op waterkering.

De verandering van de keur vraagt ook een aanpassing van de cultuur, houding en gedrag binnen het waterschap. Vooral met elkaar doorgaan in het proces en veel in gesprek komen. Daarmee komt er meer begrip binnen alle geledingen van het waterschap voor elkaars afwegingen en belangen. Daarbij helpt de nominatie voor de zogenaamde ‘Nu al Eenvoudig Beter-troffee’ een hoop. Het bestuur krijgt zo te zien dat de ontwikkeling niet onopgemerkt voorbij gaat.

Gouden Tips

Mensen moeten écht iets mogen vinden. Als overheid moet je duidelijk laten zien wat je wel en niet (kunt) doen met inbreng van burgers. Anders ontstaat onbegrip. Hiermee wordt in relaties geïnvesteerd: ambtelijk, bestuurlijk, burgers, bedrijven en luister serieus naar bezwaren. Wanneer je dit niet doet, ontstaat onbegrip en wantrouwen.

Participatie ontstaat waar men (boeren, burgers, bedrijven, etc..) een duidelijk belang heeft

en voelt. Een provinciale omgevingsvisie is niet het meest geschikte instrument voor

(3)

cocreatie, maar het biedt her en der wel meerwaarde en nieuwe inzichten. Het wordt pas interessant wanneer mensen energie gaan steken, meer dan alleen een mening geven.

Een andere rol/opstelling van de provincie/het waterschap vraagt naast andere

communicatie en regels, ook om een verandering intern in de organisatie. Neem als

beleidsmaker jouw collega’s (bestuur, management, vergunningverlening, handhaving) mee,

en maak daarmee duidelijk waarom dit een belangrijke verandering is.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

kunnen oplossingen aanbieden voor de mensen die geen hele zware zorg nodig hebben, maar die niet zelf in woonruimte kunnen voorzien. Genoemde

Bewoners vinden klein wonen in de stad geen probleem, zolang de prijs maar in verhouding is en er voldoende voorzieningen in het pand of de directe omgeving zijn.. Bouw waar het

Het middelste plaatje is idem in het RCP4.5 scenario van het IPCC (wat haalbaar is na een krachtig klimaatverdrag). Het rechterplaatje is idem als er geen

We geven gezinnen geen tijdelijk huurcontract, maar tijdens de verhuur kan een kind geboren worden en die moet op dezelfde plek kunnen blijven wonen.” De Woonbond ziet als

Of zoals de minister het zelf omschrijft in zijn toelichting: “Hiermee wordt binnen het huidige stelsel van de volkshuisvesting meer ruimte gemaakt voor mensen die zelf of samen

Villa van Streek, Wongema en A49 Advies BV zijn exemplarisch voor bedrijven in deze Cottage Industry.. Uit recent onderzoek in twee gemeenten, Dongeradeel in Noordoost-Friesland

Door de coronacrisis is er landelijk aandacht voor jongerenparticipatie ontstaan, want ook voor jongeren heeft deze crisis op veel leefgebieden nadelige consequenties.. Coalitie

Het nieuwe kabinet moet zo snel mogelijk zorgen voor een bijstandswet die uitgaat van een sociaal mensbeeld?. Iedereen moet kunnen bijdragen op basis van de eigen mogelijkheden