• No results found

Jeugdigen en hun naasten staan centraal en hebben de regie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Jeugdigen en hun naasten staan centraal en hebben de regie"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Jeugdigen en hun naasten staan centraal

en hebben de regie

(2)

Jeugdigen en hun naasten staan centraal en hebben de regie

Het is voor ouders en professionals vanzelfsprekend dat ouders zelf de regie nemen en houden over de opvoeding van hun kinderen, tenzij dit een onverantwoord risico voor de jeugdige oplevert. Professionals hebben een vraaggerichte houding, waarbij ze uitgaan van wat de jeugdigen en ouders/verzorgers willen en kunnen. Ze zoeken samen met de eigen omgeving en professionele hulpverleners naar oplossingen. Dit betekent praten met jeugdigen en ouders in plaats van over hen, en in de hulpverlening aansluiten op wat jeugdigen en ouders/verzorgers en hun sociale netwerk zelf kunnen en waarvoor zij zelf verantwoordelijkheid kunnen dragen.

(3)

Ruimte voor

professionele autonomie

(4)

Ruimte voor professionele autonomie

Vertrouw meer op de professionaliteit van de jeugdhulp­

professionals en ­aanbieders en geef voldoende ruimte om samen met de jeugdigen en hun ouders/verzorgers oplossingen te vinden voor de hulpvragen die zij hebben. Professionals hebben die ruimte nodig om de juiste keuzes te maken en beslissingen te nemen.

(5)

Ontwikkeling, reflectie en deskundigheidsbevordering

(6)

Ontwikkeling, reflectie en deskundigheidsbevordering Professionals willen kwalitatief goede hulp bieden. Dat vraagt voortdurende ontwikkeling, reflectie en deskundigheids­

bevordering. Het faciliteren en stimuleren van bij­ en nascholing, learning on the job en reflecteren is daarbij van belang.

Professionals, aanbieders en gemeenten hebben hierin een gezamenlijke verantwoordelijkheid.

(7)

Juiste professional op de juiste plek

(8)

Juiste professional op de juiste plek

Zorg voor voldoende en vakbekwame professionals op de juiste plek. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van professionals, aanbieders en gemeenten. Bij het toedelen van taken aan professionals wordt rekening gehouden met hun specifieke kennis en vaardigheden. In beginsel wordt gewerkt met BIG­ of SKJ­geregistreerde professionals, tenzij werken met niet­geregistreerden niet afdoet aan de kwaliteit of nodig is voor de kwaliteit.

(9)

Jeugdhulp is een vak en vraagt om erkenning

(10)

Jeugdhulp is een vak en vraagt om erkenning

Het werken met jeugdigen en hun ouders/verzorgers met complexe problematiek vraagt speciale expertise. De beroepen van de jeugdprofessionals (pedagoog, psycholoog, jeugd­ en gezins­

professional, arts, verpleegkundige of psychotherapeut) zijn een feit en hebben een kwaliteitskeurmerk. Niet iedereen kan en mag zomaar in gezinnen en met jeugdigen aan de slag. Niet iedereen is kundig om jeugdigen en hun ouders/verzorgers de ondersteuning te bieden die (soms) nodig is. Dat vraagt vakbekwaamheid en deskundigheid. Geregistreerde professionals moeten kunnen werken volgens de voor hen geldende professionele standaarden.

(11)

Administratief ontlasten (regeldruk en privacy)

(12)

Administratief ontlasten (regeldruk en privacy) Uit de tussenevaluatie van de Jeugdwet blijkt dat professionals in hun werk belemmerd worden door de bureaucratie en de regel­ en verantwoordingsdruk waarmee ze dagelijks worden geconfronteerd. Gemeenten en aanbieders verminderen de regeldruk door goed na te denken welke informatie echt nood­

zakelijk is voor verantwoording.

(13)

Maatwerk

(14)

Maatwerk

Zorgvuldig luisteren is de basis voor maatwerk. Een plan wordt door en voor de jeugdige en de ouders/verzorgers zelf gemaakt.

Goed genoeg is voldoende. Luister naar elkaar. Probeer open te staan voor elkaar. Neem iemand mee die de jeugdige vertrouwt.

(15)

Ruimte voor leren, experimenteren

en innoveren

(16)

Ruimte voor leren, experimenteren en innoveren Ruimte voor innovatie en onorthodoxe oplossingen in concrete casussen. Zorg als werkgever dat professionals in gesprek kunnen gaan over de transformatiedoelen en over wat deze doelen betekenen voor hun professioneel handelen. Juist in een tijd waarin de werkdruk hoog is, is het belangrijk dat aan de professionals voldoende ruimte wordt geboden om daad­

werkelijk te kunnen innoveren.

(17)

Vertrouwen en partnerschap

(18)

Vertrouwen en partnerschap

Professionals en cliënten werken op een gelijkwaardige wijze samen. Dat betekent invulling geven aan gezamenlijk partnerschap en van daaruit vertrouwen opbouwen.

(19)

Samenwerken

(20)

Samenwerken

Samenwerken met en voor jeugdigen en gezinnen staat hoog op de agenda van bestuurders, beleidsmakers en professionals. Zij zoeken naar nieuwe en betere vormen van samenwerking. In de overtuiging dat samenwerken bijdraagt aan het tijdig signaleren van problemen van kinderen en gezinnen, het creëren van betere onderwijskansen van kinderen met een ondersteuningsbehoefte, en het realiseren van een effectiever en passender hulpaanbod.

(21)
(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het Kennisplatform Integratie & Samenleving heeft een toolkit ontwikkeld met instrumenten die u kunnen helpen die samenwerking goed vorm te geven; met een gelijkwaardige rol

Er is bij het beschrijven van deze competenties een onder- scheid gemaakt tussen competenties waarover alle professionals in het Centrum voor Jeugd en Gezin beschikken en die

In tegenstelling tot de vragenlijst zijn hier de werk en leerprojecten samengevoegd, aangezien de respondenten bij deze vragen (la en lb) dezelfde antwoorden hebben gegeven; de vore

Wij zeggen dat een professional meer ruimte heeft naarmate zijn handelingen minder gevolgen hebben voor zichzelf.. De term ruimte zegt dus niet alleen iets over de

Ook is onderzocht in hoeverre dit prosociaal gedrag positief beïnvloed wordt door (1) de mate waarin men zich identificeert met de organisatie, en/of het team, (2) de

- Jeugdigen die in Nederland verblijven maar in het buitenland (België of Duitsland) naar school gaan: Deze groep zal niet te vinden zijn op leerlingenlijsten, maar wel in de GBA

‘Spange chick ’, ‘die mooi meisje’, ‘doe niet zo báát’ en ‘hun hebben gelijk ’ – ze zeggen het, maar het komt er net niet lekker uit.. Nu zijn ze

De leergangteams laten zich ten eerste leiden door hun inschatting van wat goed in de markt ligt, ten tweede door kerndoelen, examenprogramma’s en Cito-toetsen, en ten derde