Vraag nr. 5
van 6 oktober 1997
van de heer JAN CAUBERGS Pentachloorfenol – Gevaren
In Duitsland werd het gebruik van pentachloor-fenol onlangs in vraag gesteld. Deze stof zou schadelijk zijn voor de gezondheid. Ze wordt onder meer veelvuldig gebruikt als houtbeschermings-middel.
1. Wat voorziet de reglementering over het ge-bruik van deze stof ?
2. Kan deze stof vrij aangeschaft worden voor in-dustrieel en particulier gebruik ?
3. Wat zijn de schadelijke gevolgen bij (niet-regle-mentaire) aanwending van deze stof ?
Antwoord
Vooreerst wens ik op te merken dat de gestelde vragen grotendeels betrekking hebben op product-normering, wat een federale bevoegdheid is. Pentachloorfenol (PCP) werd vroeger veel gebruikt als fungicide in vooral houtbeschermers, maar ook als conserveringsmiddel in bijvoorbeeld v e r f. Algemeen werd aangenomen dat PCP diep in de houtporiën binnendringt en zich daar vastzet. Een vijftiental jaar geleden werd echter duidelijk dat het product vrij komt uit het hout en dit tot zelfs jaren nadat de behandeling plaatsvond. A a n-gezien het bovendien om een stof gaat die bij rela-tief kleine concentraties toxische effecten veroor-z a a k t , is het duidelijk dat aan het gebruik ervan inderdaad risico's verbonden zijn.
De mens neemt PCP op via inhalatie, absorptie via de huid en via het maag-darmkanaal. S y m p t o m e n bij blootgestelde personen zijn uiteraard afhanke-lijk van de dosis. Duizeligheid en malaise kunnen o p t r e d e n , samen met hoofdpijn, irritatie van de s l i j m v l i e z e n , soms ook buikpijn, d i a r r e e, n e u r o p a-t h i e, k o o r a-t s, hara-tkloppingen en vermagering. D e z e atypische symptomatologie maakt de herkenning van een PCP-vergiftiging niet gemakkelijk.
Het gebruik van PCP is in België evenwel aan zeer strenge toelatingsvoorwaarden gebonden. H e t gebruik ervan als bestrijdingsmiddel is nagenoeg verboden (KB 5 juni 1975, KB 25 juli 1985, KB 5 november 1991). Voor andere toepassingen stelt het koninklijk besluit van 25 februari 1996 (dat een
omzetting naar Belgisch recht is van de Europese richtlijn van 24 maart 1991 (91-172-EEG)), dat het behoudens enkele uitzonderingen verboden is pro-ducten op de markt te brengen met een PCP-gehalte groter dan 0,1 massaprocent.
De terzake bevoegde dienst van de federale over-heid meldt mij dat in de praktijk momenteel in ons land geen enkele toelating bestaat voor het com-mercialiseren van PCP-houdende producten, n o c h als bestrijdingsmiddel, noch als conserveringsmid-del.