• No results found

Uitvoerig en principiëel hetoog van de heer Cornelissen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uitvoerig en principiëel hetoog van de heer Cornelissen "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

'

VRIJHEID ·11 DEMOCRATIE

Zaterdag 25 Sept. 1954 - No. 320

De Middenstandsnota in de Tweede Kamer

<Zie pag. 2)

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE

D TROON·REDE

· Sinds de bevrijding is de plechtige opening der Staten-Generaal omgeven van een praal als met een voortschrijdende democra- tisering onzer openbare instellingen nauwe- lijks verenigbaar schijnt en in een land qat vechten m~t voor zijn bestaan weinig ver- antwoord, tenzij het oude "brood en spelen"

tot de essentialia ook der moderne democratie gerekend moet worden.

Men kan ·het ook vriendelijker stellen en dan bijv. van de gedachte uitgaan dat onze dankbare blijdschap voor de bevrijding zich wel uitleven moest in een ma~sale, demonstra- tie met tevoren ongekende luister, juist bij deze plechtigheid, hoogtepunt immers van onze constitutioneel-parlementaire regerings- vorm, welks herstel mede inzet was van de strijd, die wij met onze bondgenoten tegen het alle vrijheid dodende Nazisme moesten voeren en voor welks behoud wij ook in de toekomst wîllen palstaan. De schittering en kleurenrijkdom onzer garde-korpsen, die onze radio-omroepers op Prinsjesdag niet moede worden in ietwat stuntelig proza te bezingen en die de honderdduizenden, in onze residen- tie dan saamgestroomd, in één verrukking brengen mogen we dan zien als het mis- schien wat te uitbundige maar toch door ons allen wel hartgrondig toegejuichte teken onzer grimmige vastberadenheid om te blij- ven wat we zijn: een volk dat zich op de hoogtepunten van zijn nationale leven be- wust is van het hoge voorrecht, in vrijheid één te zijn met zijn Vorstin, die aan de ge- meenschappelijke arbeid van haar ministers en de gekozen volksvertegenwoordigers door

moèten worden in een meer pregnante vorm- geving. Wij behoren niet tot de gelukkigen, die de openingszitting mogen bijwonen en kunnen dus niet beoordelen, welk effect deze . troonrede op de aanwezigen maakte. Voor wie haar door de radio · volgden, was ze zo lang, dat zelfs de 'Voortreffelijke . dictie, waar- van onze Koningin het geheim bezit, niet in staat was de toch wel belangstellende luiste-.,

raar van begin tot einde te boeien. Dat be- treuren wij niet alleen omdat wat één orato- rische genieting moest zijn dus zijn doel mist, maar vooral omdat het ons een eis van demo- cratie schijnt, dat heel het volk, nu de tech- niek dit mogelijk maakt, waarlijk als een parlementair hoogtepunt medebeleeft en ervaart wat toch inderdaad zulk een hoogte- punt is.

Dit gevoel deed zich, het zij gaarne erkend,

· aan ons voor onder het aanhoren van de eerste zinsneden, waarin Hare Majesteit herinnerde aan de gebeurtenissen van voor tien jaar. Dat kwam, mede alweer door de bewogen intonatie, als uit het hart der Ko- ningin-zelve en het vond zijn weg dan ook direct tot het hart, tot het hart van iedere Nederlander. De lange rest onderscheidde zich niet van de wat dorre opsomming van constateringen en voornemens, waaruit de troonreden steeds meer zijn gaan bestaan, al mocht het geheel een opgewekter toon doen horen - begrijpelijk - dan in jaren het ge- val was.

haar hoge tegenwoordigheid meer dan sym- - bolische wijding geeft.

.•

..

wij gevoelen, ook als we voor matiging ten aanzien van de luister die dit alles sinds '46 omgeeft wel zouden willen pleiten, alles voor een stijlvolle opening van het par- lementaire jaar. En wij menen dat het kabi- net daartoe zou kunnen bijdragen door een versobering juist daar, waar Prinsjesdag zijn hoogste climax moet bElreiken, namelijk in de Troonrede zelve. Wij beweren niet, dat deze zich aan lyriek te buiten gaat. Eer schijnt ons het tegendeel het geval en zou op een naar de vorm wat meer gestyleerde troonrede aan- gedrongen mogen worden als meer overeen- komstig de hoge waardigheid van Haar, die zich met de voorlezing ervan belast. Maar dan zal de verbetering allereerst gezocht

verblijdend als dit laatste moge wezen, . rijst toch al dadelijk de vraag of de Regering ook in dit staatsstuk, gelijk ook in recente uitingen van ministers individueel het geval was, de gunstige zijden in ons huidige economische bestel niet wat al te geredelijk belicht. Wij wagen ons niet aan conjunctuur-voorspellingen, maar menen dat er in de huidige conjunctuur nog voldoende zwakke steeën zitten, om tot de uiterste be- hoedzaamheid te nopen. De jongste loonronde kreeg haar beslag op een wijze, die toch wel ernstige twijfel wekt aan de doeltreffendheid van het tót dusver op dit punt gevolgde be- leid. Nauw daarmede samen hangt wat de regering voornemens is positief te doen ten aanzien van de p.b.o. en op dit punt is de troonrede vaag als op vele andere.

ne passages aan de internationale toestand . gewijd munten uit aoor 'n .weinig-zeggend- beid, die in de recente "ontwikkelingen", · waarbij veel bloot kwam te liggen dat tot · voor kort veilig beschut scheen, ten dele haar verklaring vindt, maar die naar ons be- sef, zowel de Staten-Generaal als de Regering aansporing moge zijn tot nieuwe bezinning en activiteitsontplooiïng. Wij kunnen op dit punt slechts herhalen, wat wij reeds meer dan eens betoogden: De internationale situatie be- heerst de nationale volledig.

• • •

De woningnood noemt de Troonrede het nijpendste probleem waarvoor wij bin- nenslands nog gesteld zijn. Wij kunnen het daarmee eens zijn, wanneer men de woning- nood niet enkel ziet als economisch probleem

(doet men dit wel, dan ware het moeilijk tot een objectief juiste rangorde te komen!).' Dit wil intussen niet zeggen, dat wij op dit stuk uit. deze Troonrede veel wijzer geworden zijn, wèl dat ons veel van wat gezegd en niet gezegd wordt verontrust. "Beperking van de totstandkoming van andere bouwwerken"

(dan woningen) is een weinig bemoedigend vooruitzicht voor al die lichamen en instel- lingen, voor welke nieuwbouw al bijna even schreeuwend nodig is als voor de honderd-·

duizenden woningzoekenden, voor wie ge- streefd wordt naar de verwezenlijking van een bouwprogramma van 65.000 woningen.

Op het stuk van de bij de regering in over- weging zijnde verdere huurverhoging, die dan maar weer naar socialistische trant zon wol-den afgeroomd door een "bestemmings- heffing" voor de bouw van nieuwe wonin- gen, zwijgen wij vooralsnog. Daarover en over de verdere financiële voornemens der regering staat de discussie eerst open, wan- neer wat in de troonrede vagelijk aangeduid wordt in concrete vorm voor ons ligt. Voor- lopig trooste ons volk zich met de verwach- ting dat er (in 1956!) belastingverlaging in het voornemen ligt.

• • •

De zitting der Staten-Generaal is geopend.

Weldra zal het grote parlementaire steekspel beginnen. Wij zien er met meer dan gewone belangstelling naar uit, nu het Kabinet op brede basis zijn derde jaar ingaat en het tussen de partijen waarop het stoelt, nog wat minder dan tevoren koek en ei is.

Dat het landsbelang daarbij boven alles ga!

de R.

(2)

"

VRLJIIIliD ICN DÉMOORATIIl U SEPTEMBER l9U- PAG. I

De Middenstandsnota in de Tweede Kamer

Uitvoerig en principiëel hetoog van de heer Cornelissen

"Het toekomstige overheidsbeleid dient gericht te zijn op de handhaving en bevordering van een gezonde ontwikkeling van midden- en kleinbedrijf in. het maatschappelijk bestel, op een nieer. doelmatige bedrijfsvoering en op verdere ontplooüng van het zelfstandige ondtlll'Demerschap.

Daarbij zal, uaar de principiële op- vatting van de V.V.D.-fractie, zelf- werkzaamheid van de betrokken be- drijfsgenoten voorop moeten staan en de overheidstaak derhalve .subsidi- aire betekenis moeten hebben.

De overheid dient o.m. bij het bepalen van haar sociale, economische en fiscale politiek zo gunstig mogelijke ontwikkelingsmogelijkheden voor midden- en klein-

bedrijt te scheppen en belemmerende gevolgen te vermijden. In de vrije en publiekrechtelijke organisaties zal de middenstand vóór aJies zijn kracht en zijn toevlucht moeten zoe]!:en. Overheidsingrijpen kan slechts geoorloofd zijn, wanneer deze krachten tekort schieten eD wan- neer in het belang van een ordelijk economisch verkeer - dus mede in het algemeen tielang - aJieen de Rijkswetgever uitkomsf; kan bieden.

Zij bevordere en steune, waar zulks mogelijk is, de zelfwerkzaamheid der be- drijfsgenoten, zoals deze in de onderscheidene samenwerkingsvormen tot uiting komt".

De Kamer heeft het blijkbaar niet nodig geacht, aan het einde van haar beraad ever de door minister Zijlstra en staatssecretaris Veldkamp in Februari van dit jaar ingediende Middenstandsnota een concrete uitspraak te doen omtrent het doel van het door de overheid te voeren middenstandsbeleid.

Was zij daartoe wel bereid geweest, dan zou zij niet beter hebben kunnen doen dan bovenstaande tekst over te nemen, waarin onze geestverwant, de heer Cor- Delissen, deze doelstelling op zo heldere en principieel-juiste wijze had omschreven.

En ofschoon zijn verwachtingen in dit opzicht niet te hoog gespannen waren, meende hij toch, dat verdere ontwikke- ling van de publiekrechtelijke bedrijfsor-

ganisa~e de middenstand in de toekomst de materiële middelen en bevoegdheden zou kunnen verschaffen, welke het zelf- doen regel, het zich beroepen op de Rijkswetgever uitzondering zou doen zijn.

Onze middenstands-meaewer.Ker stelt zich voor, volgende week aan het Ka- merdebat, dat in de laatste week van het parlementaire zittingsjaar in de Tweede Kamer over de Middenstandsnota werd·

gehouden, een principiële beichouwing te wijden. Daarbij zullen dan vanzelf ook in het bijzonder in het licht worden gesteld de resultaten - voor zover men daarvan kan spreken - welke zijn voortgevloeid uit de redevoeringen van de staatssecre- tarissen Veldkamp en Van den Berge en uit de replieken.

Ons hier dus beperkend tot hetgeen onze woordvoerder, de heer Cornelissen, in eerste aanleg als voornaamste in het midden bracht, zij voorop gesteld, dat hij zich wat het totaal-oordeel over deze nota betreft kon aansluiten bij de op- merkingen in het request van de Kamer van Koophandel te 's-Gravenhage, na- melijk, dat de nota niet ten volle had be- antwoord aan de verwachtingen.

· Hij betreurde het dan ook, . dat met Dame in de r.k. pers ten onrechte bij de middenstanders de verwachting kon zijn gewekt, dat de behandeling van deze no- ta fundamentele veranderingen in de middenstandspolitiek der Regering tot gevolg zou hebben. Opmerkelijk achtte hij het dan ook, dat enkele dagen voor dit debat begon, in een publicatie in "De Volkskrant" nog te elfder ure - en zijns inziens terecht - op deze verwach- tingen een domper was gezet.

Anderzijds achtten zijn fractiegenoten en hij het toch wel van bijzondere bete- kenis, dat thans in ruimere mate dan zulks bij de begrotingsbehandeling het geval was, door Regering en Volksvèr- tegenwoÓrdiging van gedachten kon wor- den gewisseld over het gevoerde en te voeren beleid met betrekking tot het middenstandsbedrijfsleven.

. Wonderen mocht men van dit debat echter niet verwachten, ook al niet, om- dat in tal van opzichten nog onvoldoende feitelijke gegevens voor het funderen van een verantwoord toekomstig beleid

~eschikbaar waren.

Spreker kon het waarderen, dat de sa- menstellers de nog veelvuldige tekort- komingen ruiterlijk hadden erkend. In het bijzonder uit statistisch en documentair oogpunt bezien staat de Nota op smalle basis en moeten de getrokken conclusies met de nodige reserve worden beschouwd. ·

Gezegd mag dan ook worden, dat de everbeid bij het in de afgelopen periode gevoerde beleid gezeild heeft zonder be- trouwbaar kompas en zonder goede zee- kaarten.

Na dit alles vooraf te hebben vastge- steld, kon de heer Cornelissen ge- tuigen van zijn waardering voor de aan- kondiging in de Nota van de inrichting ener uitgebreide middenstandsstatistiek en van de in de M. v. A. bekendge- maakte voornemens tot uitbreiding van de eenmalige telling van de gehele mid- denstand en de daarmede gepaard &aan- de coördinatie van de werkzaamheid van diverse instellingen, die op dit terrein gegevens plegen te verzamelen.

Daarnaast echter, zo merkte onze geest- verwant op, zullen zowel het Directo- raat-Generaal voor de Middenstand als de middenstandsorganisaties en haar in- . stellingen hun apparatuur en personeels- bezetting zodanig moeten aanpassen, dat het verkregen materiaal behoorlijk kan worden verwerkt en benut.

CORNELISSEN

Bovendien, zo voegde hij daaraan toe, zullen de middenstanders verstandig doen, het goede voorbeeld van de werk- nemers en van de industriële en agra- rische ondernemers te volgen door zich krachtig in de vrije organisaties aaneen te sluiten en deze financieel in staat te stel- len, haar taak naar behoren te verrichten.

Er is geen uitvoerige middenstandsno- ta voor nodig om het feit te constateren, dat de kern van de gehele middenstands- problematiek juist in onvoldoende orga- nisatiebesef en gebrek aan economische samenwerking is gelegen.

• • •

•••..• overheidsingrijpen zij subsidiair · - Het in het verleden gevoerde beleid

De heer Cornelissen sprak ·ook zijn waardering uit voor het werk van de staatssecretaris, die twee jaar geleden speciaal met de behartiging van de mid- denstandsbelangen werd belast, ofschoon zijn vroegere werkkring hem toch maar zeer zijdelings in aanraking heeft ge- bracht met de vraagstukken van de mid- denstand.

en de grondslagen, waarop dit berust, kunnen - zo kon de heer Cor- nelissen verklaren - over het algemeen de instemming van mijn fractie hebben.

Het beleid vertoont onmiskenbaar een liberaal karakter, ·althans wat het Mi- nisterie van Economische Zaken be- treft. Ook in de toekomst zal dit beleid erop gericht moeten zijn, een gunstig klimaat voor de sociaal-economische ontwikkeling te scheppen.

Wat de verhouding overheid-bedrijfs- leven betreft achtte de heer- Cornelissen hoofdzaak, dat men tot een juiste afba- kening van taak en bevoegdheid op het gebied van het midden- en kleinbedrijf tussen de overheid en het georganiseerde bedrijfsleven komt.

Daartoe echter zullen ook de andere Departementen, welke met het midden- standsbedrijf te maken hebben, hun bij- drage moeten leveren.

En op dat punt kon onze woordvoer- der - hij haalde dat met voorbeelden

DEZE BURGER

is het wel helemaal ééns geweest met die andere, hogere, machtiger Burger, die zijn minachting heeft uitgesproken over de omroep, die meneer Paulus de Ruyter voor liedjestekstjesmaker maar weer in dienst genomen heeft. "Ik walg er van" heeft de hoge Burger gezegd en dat doet de z e burger ook.

Ach nee, ik roep niet: "hoe is het mense-mogelijk dat mensen z6 iets doen!"

Ik ken sommige mensen goèd genoeg om niet te b e g rijp en, maar wel om aan te nemen dat zij het doen; ik ken het karakter van sommige mensen goed genoeg om te weten dat het niet aanwezig is.

Maar weet u: die Paulus maakt de beste tekstjes van Nederland en dus - "dus" zeggen sommige mensen - m o e t en wij hem hebben. Ongeacht die andere tekstjes, die de knapperd in de oorlog gemaakt heeft. U moet ze eens zien te krijgen en dan moet u eens proheren ze te lezen zonder te gaan overgeven.

Wat er nu gebeurd is, is trouwens een formele bestendiging van een be- staande toestand: Paulus leverde al lang zijn vlotte tekstjes, maar de heren - ik zeg: de heren - zonden die vermomd uit.

Ik hou zo van vermommingen. Ik heb zo'n respect voor lekker-stiekum-toch- doen wat eigenlijk niet mag. Net zo (weet u nog?) van die roman onder pseudoniem; die geschreven was door iemand, die nog geen roman mocht uitgeven. Voordie handigheid heb ik ook veel waardering gehad.

De handige heren van de omroep, waar mijnheer Burger zo van walgt, moeten toch <i>cht die vroegere leuke liedjes van hun lievelingsliedjesmaker eens overlezen. ·

Ik denk dat zij zullen zeggen: "Nou ja, dat is al zo lang geleden, nietwaar?"

En dat is dan dat .

Voor hen alle hoogachting van

DEZE B.URGER.

aan- minder waarderend oordelen. De staatssecretaris had trouwens zelf ook getuigd van "teleurstellende er-varin- gen", met de Interdepartementale Corn.:

missie voor Middenstandsvraagstukken opgedaan, onder aankondiging. dat -·maatregelen werden beraamd om tot·

verbetering van de werkwijze te komen.

Uit deze verklaring, welker vl]('nhar- tigheid hij waardeerde, bleek, naar de heer Cornelissen terecht vaststelde, on- dertussen duidelijk, dat de opeenvolgen- de bewindslieden aan Economische Za- ken er niet in geslaagd waren, de inter- departementale samenwerking tot een bevredigend resultaat te voeren. en dat .dientengevolge aan de hi>mogeniteit van het Regeringsbeleid veel heeft ontbro- ken.

Naar zijn mening diende een ingrij- pende verandering te worden aange- bracht, daar een harmonisch midden- standsbeleid nu eenmaal niet kan wor- den gevoerd, wanneer de goede bedoe- lingen van Economische Zaken telkens door tegenstrijdige maatregelen (hij gaf daar voorbeelden van) van andere De- partementen worden doorkruist en van die zijde niet voldoende bereidheid be- staat, zich te voegen naar de gedrags- lijn, welke uit een oogpunt van alge- meen economisch beleid noodzaltelijk is.

Hij verzocht de minister dan ook, deze belangrijke zaak tot een onderwerp van diepgaande beraadslaging te maken en zich te bezinnen op interne voorzie- ningen, welke de zo gewenste homoge- niteit zouden kunnen l;levorderen.

Was het nu z o - gelijk hier en daar in de pers was gelanceerd - dat de eni- ge oplossing gezocht zou moeten wor- Jen bi het benoemen van een minister voor de Middenstand? Hij was nog niet bereid, dit als de enig mogelijke oplos- sing te aanvaarden en vermoedde, dat het instellen van een nieuw ministerie ook wei tot de vrome wensen zou blij- ven behoren .

• •

Uit de verstrekte gegevens was het wei reeds duidelijk gewi>rden, dat het aantal middenstanders, dat vto.n een bescheiden inkomen - dikwijls liggende beneden dat van de gemiddelde loon•

arbeider - moet leven, aanzienlijk is, terwijl zij sociaal en fiscaal in en on- gunstiger positie verkeren.

In dit verband vroeg hij of het moge- lijk was, enkele globale gegevens te verstrekken omtrent de ontwikkeling van het gemiddelde reële inkomen van de verschillende bevolkingsgroepen se- dert 1938.

Onze woordvoerder kon zich vereni- gen met de opvatting van de bewinds- lieden, dat het probleem van het rand• · bedrijf zonder nadere uitv<>erige docu- mentatie en diepgaande bestudering niet in al zijn facetten is te beoordelen.

De instelling van een studiecommissie had dan ook zijn volle instemming.

Ook in dit opzicht bleek, dat de beraad- slaging over de Nota niet meer is dan een eerste stap. Daarna zullen eigenlijk pas voorbereidingen kunnen worden ge- troffen voor de volgende phase: dievan nadere bestudering en uitwerking.

Met het gevoerde vestigingsbeleid kon hij zich in algemene zin verenigen. Ook de afwijzing van het behoeftecriterium in de Nota, een herhaling van een reeds eerder ingenomen standpunt, had zijn instemming.

Het overheidsingrijpen op dit gebled dient uitsluitend . .op de grondslag van objectieve normen te geschieden, anders raakt de rechtszekerheid in de ver- drukking. Sanering is primair een zaak van het bedrijfsleven zelf, onder het toeziend oog der overheid.

Behoudens in zeer bijzondere gevallen dienen de wettelijke vestiging.;;regelin- gen niet door privaatrechtelijke ver- scherping te worden aangevuld. BevQr.

dering van gezonde concurrentie ver•

dient uit algemeen-economisch oogpunt de voorkeur boven kunstmatige be- scherming.

De heer Cornelissen informeerde ook naar de voornemens, welke er bestaan ten aanzien van de erkenningsrcglemen- ten, welke o.a. in de voedselvoorzie.

ningssector bestaan.

(Vervolg op pag. 4)

(3)

*

c,tan,

WEEK to.t WEEK -*

Zes procent (I)

Z

oals in de Hjn der verwachtingen lag, heeft de Regering zich deze week accoord ver- klaard met het voorstel van de Stichting van de Arbeid om de lonen met zes procent te verhogen.

Formeel gezien houdt deze beslissing geen ver- plichting in, doch een vergunning om de lonen te verhogen. Dit betekent, dat in elke bedrijfstak onderhandelingen zullen moeten worden gevoerd tussen werkgevers en werknemers.

Er is dus minder sprake van een centraal loon- beleid, omdat de onderhandelingen per bedrijfs- tak zullen plaats hebben. Zuiver formeel be- schouwd, zou dit kunnen betekenen, dat niet in alle bedrijfstakken een loonsverhoging van zes procent van toepassing behoeft te zijn.

Immers, in feite hangt de loonsverhoging ten nauwste samen met de economische positie waar- in zich de betreffende bedrijfstak bevindt.

In de praktijk zal de loonsverhoging wel ten volle worden toegepast, mede op grond van de veelal grote vraag naar arbeidskrachten. Maar toch is er een belangrijk verschil met de vorige loonronden. Deze waren n.l. het gevolg van de gestegen kosten van levensonderhoud. De loons- verhoging van thans spruit evenwel voort uit de in het algemeen toegenomen welvaart.

Dat de jongste loonsverhoging niet in alle ge- vallen universeel kan zijn, wordt door de Stichting van de Arbeid nog eens met nadruk onderstreept met de waarschuwing, de z.g. "zwarte" lonen niet te verhogen, maar aan te passen aan het verhoog- de officiële loonpeil. Met name in de bedrijfstak- ken waar tot nu toe zwarte lonen worden betaald wil men er voor waken, dat de verschillen tussen ,.witte" en "zwarte'' lonen toenemen, instede dat deze afn"emen.

Zoals aan alle vraagstukken, zitten aan deze loonsverhoging zon- en schaduwzijden.

Een voordeel is ongetwijfeld, al is dit voor een deel dan ook veelal van theoretische aard, dat de loonsverhoging zijn beslag zal krijgen via de on- derhandelingen in de diverse bedrijfstakken.

Een nadeel is, dat de vrees niet ongewettigd blijft, dat deze loonsverhoging weer een stijging van de prijzen in de hand zal werken. Men is veelal van oordeel, dat het met een dergelijke prijsstijging wel niet zo vaart zal lopen. Maar met zekerheid kan niemand daaromtrent iets zeg- gen.

O.m. dient te worden afgewacht in hoeverre onz( export-positie door de verhoging van de lonen al dan niet in gevaar zal worden gebracht.

Dit is voor onze nationale economie wel een zeer belangrijk probleem, waarvan men zich afvraagt of dit punt wel in voldoende mate is overwogen.

• •

Zes procent (II)

De jongste loonsverhoging heeft overigens een wel zeer ernstige consequentie met zich meegebracht n.l. het opnieuw toenemen van het verschil in de hoogte van het inkomen tussen degenen, die in loondienst zijn en de z.g. "verge- ten groepen" te weten, de kleine zelfstandigen, rentetrekkers, gepensionneerden, enz.

De vergeten groepen komen opnieuw een slag achter. Doch dat niet alleen. Eventuele prijsstij- gingen door de loonsverhoging veroorzaakt zullen door deze groepen uiterst zwaar worden aange- voeld.

Daarom doet de veel gehoorde uitspraak van een "herverdeling van de nationale welvaart" dan ook wel heel schrijnend aan. Voor de vergeten groepen immers, betekent deze herverdeling een verdere stap· op de weg van de armoede.

Daarom is het dringend ·gewenst, dat zo spoe- dig mogelijk alle maatregelen worden genomen om de vergeten groepen uit hun nadelige positie te verlossen. Deze maatregelen zijn in hoge mate noodzakelijk en gedogen geen uitstel.

Advocaten tn

he~

gedrang

nat het met het inkomen in de zelfstandige beroepen lang niet alles koek en ei is, bleek wel duidelijk uit een verklaring de vorige week afgelegd door de deken van de Nederlandse

Orde van advocaten, mr A. F. Visser van IJ zen•

doorn, inzake de inkomsten van de Nederlandse juristen.

Uit een terzake onder de balie gehouden en- quête kwamen geen opgewekte resultaten te voor- schijn.

Zij is gehouden onder de groep in de leeftijd van 30 tot 60 jaar met een ervaring van ten min- ste zeven jaar. Gebleken is, dat van deze groep · 45 % nog geen f 12.000 - nevenverdiensten in- begrepen - inkomen heeft.

Ogenschijnlijk komt dit volgens mr Visser van , IJ zendoorn overeen met een salaris van een rech- ter in een van de kleine plaatsen, doch houdt men rekening met vacantie en kindertoeslagen, die een rechter geniet als hij getrouwd is en twee minder- jarige kinderen heeft en met diens pensioenrege- ling, dan blijkt, dat de advocaat met f 12.000 er heel wat slechter aan toe is.

Zorgt deze voor ongeveer gelijke pensioenrech- ten, dan houdt hij na betaling van inkomstenbe- lasting over pl.m. f 10.250.

Niet kunnen zorgen voor de oude dag, niet voor universitaire opleiding van zijn kinderen, niet de financiële ruimte genieten die nodig is om ook eens buiten de enge kring van het kantoor te kun- nen kijken, noemde spreker terecht erg. Hij vroeg zich o.m. af hoe de toestand zal zijn na een vol- gende en daarop weer volgende loonronde.

Het kan goed zijn al deze dingen nog eens te releveren. Helaas krijgt men maar al te vaak de indruk, dat het vraagstuk van de lonen te een- zijdig en te optimistisch wordt bekeken en dat er beslist te weinig aandacht wordt besteed aan die groepen, die bij een "herverdeling van de natio- nale welvaart" niet een groter, maar een kleiner stuk van de welvaartskoek ontvangen.

Wij zullen in ons land ernstig moeten oppassen, dat wij de verhoudingen in dit opzicht niet ver•

der "scheef gaan trekken.

. ""

• • •

Gedrukt en geplukt

B

ij de jongste debatten in de Tweede ·Ka- mer over de Middenstandsnota heeft de·

communistische afgevaardigde, de heer Haken,

· eehs precies verteld hoe de Nederlandse commu- nisten nu eigenlijk over de middenstand denken.

Het was weer eens een betoog onder het motto:

zo de wind waait, waait mijn jasje.

De heer Haken verklaarde n.l. zonder blikken of blozen, dat de C.P.N. niets heeft tegen de be- zittende middenstand .. Het is allemaal anders ge- worden de laatste jaren, zo wil hij ons· doen ge- loven.

Hij spaarde zijn communistische voorgangers bepaald niet, toen hij verklaarde, dat de bron van de misvattingen bij de anti-communisten ligt in de eigenaardige uitlatingen van "suffe" communis- ten in vroeger jaren.

Die wilden de middenstand nog om hals bren- gen" maar in het nieuwe Europa achter het IJze- ren Gordijn krijgt de bezittende klasse volgens de heer Haken prachtige kansen.

De heer Haken noemde de Nederlandse mid- denstand zelfs "gedrukt" en "geplukt".

Welnu, als de rode vos eh! passie preekt is het zeker nodig op zijn hoede te zijn.

Dit zullen wij onze middenstanders wel niet uitvoerig duidelijk behoeven· te maken.

Hoe dan ook, de "suffe" voorgangers van de heer Haken konden het overigens met deze ver- klaring wel doen.

• •

Bureaucratie in de lucht

De heer Max Hymans, president-directeur van de Air France heeft de vorige week in een vergadering van president-directeuren van 70 luchtvaartmaatschappijen uit 40 verschillende landen de aandacht gevestigd op de grote moei- lijkheden, welke de verschillende regeringen de luchtpassagiers bij hun reizen bezorgen.

Hij was van oordeel, dat waar de luchtvaart- maatschappijen zelf al het mogelijke doen om het reizen voor de passagiers zo aangenaam en goed- koop mogelijk te maken, het aanbevelenswaardig zou zijn, indien de regeringsinstanties hetzelfde deden.

Voor het traject Parijs-Londen besta~m er

%5 SEPTEMBER 1954 - PAG. S

bijvoorbeeld 32 verschillende combinaties van ticketprijzen. .

Deze overbodige onzin, aldus de heer Hymans, wordt veroorzaakt door de voorgeschreven regels der verschillende regeringen. Men zou op nor- male wijze een kaartje moeten kunnen kopen, ge- woon aan een loketje, zoals dat bij de spoorwe- gen het geval is.

Sir Hildred trok in zijn jaarverslag eveneens heftig van leer tegen de te laken regeringen. Hij verklaarde, dat de luchtvaartmaatschappijen reeds tien jaar strijden tegen een verstikkende bureau- cratie en hij sprak de hoop uit, dat de jonge bur- gerluchtvaart hierdoor niet gesmoord zäl worden.

Bureaucratius zoekt het dus-blijkbaar eveneens hoger op. Een verschijnsel van onze tijd. Maar niettemin een bedènkelijk verschijnsel, dat onze samenleving in al zijn geledingen onoverkomelijke moeilijkheden oplegt, waarmee de gemeenschap allerminst is gebaat.

Wellicht, dat een krachtig protest, als het bo- venstaande, uitgesproken in een belangrijk inter- nationaal gezelschap, waar ongeveer 15 diploma- ten aanwezig waren, een stap in de goede richting betekent op de zo nodige en begeerde weg naar

vrijheid. ·

• •

,,Spreek Engels"

Helaas moet worden geconstateerd, dat de vrijheid op geheel uiteenlopende terreinen vaak in gevaar verkeert.

Een heel merkwaardig geval werd dezer dagen in een van onze d;;t.,gbladen beschreven, dat zich in Australië heeft afgespeeld, resp. zich waar•

schijnlijk nog afspeelt.

Zo af en toe vallen er in Australië symptomen waar te nemen, aldus dit bericht, van vrees voor vreemdelingen, een ziekte, waarvan onlangs de Nederlandse mevrouw M. Manning, die in 1938 in Australië arriveerde, het slachtoffer werd. · Nadat over een periode van twee weken haar telefoongesprekken in het Nederlands herhaal- delijk met vrij onbeleefde interrupties van "spreek Engels" waren afgebroken, heeft mevrouw Man•

ning uit Darlinghurst, een voorstad van Sydney,

·een klacht ingediend bij de directeur-generaal der posterijen, hetgeen nogal enige beroering heeft verwekt en waaraan het Sydney-weekblad de "Truth" een hele kolom wijdde.

Dit voorval was koren op de molen van dege.-- nen, die de Australische posterijen er van beschul-:- digd hebben, geregeld privé-gesprekken af te luisteren, hetgeen door de P.T.T. werd bevestigd.

Een weinig democratisch optreden in een toch democratisch land.

• •

Een goed voorbeeld

Dezer dagen kregen wij het eerste nummer in handen van de "Maandelijkse Medede ..

lingen", een uitgave van de afdeling Zeist van de V.V.D.

Het is een gestencild orgaan, dat de afdeling Zeist van de V.V.D. gaat uitgeven voor haar leden.

Er komen allerlei practische mededelingen in voor. Mededelingen voor de leden, die op zieh zelf belangrijk zijn, maar waarvoor toch niet steeds een ledenvergadering bijeengeroepen kan worden.

Er worden aankondigingen in gepubliceerd van vergaderingen en bijeenkomsten van de v.v.o~

van de J.O.V.D. en van de Vrouwengroep en verder al het nieuws, dat voor de plaatselijke af- deling van belang is.

Wij weten, dat de afdeling Zeist met dit schrif- telijke contact tussen haar leden niet alleen staat.

Maar de verschijning van dit eerste nummer deed ons opnieuw beseffen hoe goed het is een derge•

lijk voorbeeld te volgen.

Het is niet altijd mogelijk om voor slechts en:- kele punten de leden in vergadering bij elkaar te roepen, terwijl het toch zo nodig is de onderlinge band te verstevigen. Een eenvoudig contactorgaan kan hier wonderen doen. De leden horen steeds weer wat nieuws en men heeft meer het gevoel actief in het partijwerk betrokken te worden.

Wij kunnen daarom de afdeling Zeist niet al- leen gelukwensen met haar initiatief: doch hopen voorts, dat dit ook in andere afdelingen navolging zal mogen vinden.

Het is een eenvoudig, maar zeer doelmatig middel, waarmee de plaatselijke partijbelangen in hoge mate zijn gediend.

(4)

VRIJHEID EN. DEMOO:RA:Tm

(Vervolg van pag. 2)

Men kan deze als een aanvulling van de vestigingawetgeving beschouwen, maar ook als een nadere regeling van de mededinging. Acht men al dan niet gewijzigde voortzetting van verordenin- gen van product- en bedrijfschappen in, overeenstemming met· de Wet op de Be- drijfsorganisatie ?

Spreker voegde hieraan toe, dat hij hetgeen de heren Van de Wetering (C.H.) en Peschar (Arb.) hadden ge- zegd over de vrees, die speciaal in de bakkersbranche bestaat, volkomen on- derschreef.

Ter bevordering vàn een gezonde con- currentie, ·zo merkte hij vervolgens op, zou de bestaande wetgeving op de mede- dinging, waarbij hij in het bijzonder dacht aan artikel 328bis van het Wetboek

· van Strafrecht, aan een nader onderzoek omtrent de in de praktijk gebleken re- sultaten en juridische consequenties die- nen te worden onderworpen. Daarbij zou de wenselijkheid van een meer gespecia- liseerde wetgeving onder het oog moeten worden gezien.

. Het open-calculatieschema, zoals dit in het slagersbedrijf wordt gehanteerd, leek hem een aanbevelenswaardig middel tot sanering.

* * *

D e huidige wetgeving gaat uit van een zekere specialisatie, zoals blijkt uit de branche-omschrijving en de vak- bekwaamheidseisen.

In de Nota nu is het begrip ,.paral- lelisatie" geïntroduceerd als middel om

tegemoet te komen aan de behoeften van de bevolking, in ;het bijzonder ten plat- telande, en ter voorziening in een tekort aan concurrentie.

In het kader van de Vestiging~wet Be- drijven zou men deze parallelisatie door middel van onthe-ffingen mogelijk willen maken. Uit een oogpunt van rechtszeker- heid is dat echter niet de meest gewens- te methode.

Het wilde onze woordvoerder voorko- men, .dat het beter zou zijn, de meest voor de hand liggende afwijkingen, met name voor het platteland, in een uitzon-

deringsbepaling van het Vestigingsbesluit te regelen. Het mag hier niet gaan om een gunst, maar het moet een recht zijn.

De uitzondering behoeft niet steeds onvoo:rwaardelijk te geld!'\n, doch kan ook afhankelijk worden gèsteld van een met gunstig gevolg afgelegde proef, aan- toonbare praktische ervaring gedurende een bepaalde periode, e.d.

De heer Cornelissen drong vervolgens aan op het betrachten van een zo groot mogelijke soberheid bij het verstrekken

van ministeriële verklaringen, daar naar zijn mening juist deze groep van onder- nemingen de ongunstige aspecten van het randbedrijf zeer in de hand werkt.

Slechts korf wijdde onze woordvoerder

· aandacht aan het hoofdstuk ,.Onderwijs- beleid" van de Nota, omdat de belang- rijkste VI"aagstukken, welke hierbij aan de orde komen, commissoriaal "zijn ge- maakt.

Hij volstond voornamelijk met de wens uit te spreken, dat de betrokken com- missie ook aandacht zal schenken aan de werking van de Nijverheidswet, wel- ke vooral voor dè ambachtsbedrijven van grote betekenis kan worden.

De gestadige uitbreiding van de cre- dietverlening juichte de heer Cornelis- sen toe, niettemin wilde hij toch de op- merking maken, dat elke credietverle- ning nieuwi lasten voor het bedrijf in de vorm van rente en aflossing met zich brengt.

Daarom zou· -hij het een veel gezondere oplossing achten, indien de overheid door een soepeler fiscale politiek de int.~rne

financiering zou bevorderen. Vooral voor de middenstandsbedrijven, die als regel geen beroep op de kapitaalmarkt kun- nen doen, is dit bedrijfseconomisch de beste methode.

Het verheugde hem vernomen te heb- ben de totstandkoming van twee nieuwe credietmogelijkheden inzake de voor- ziening van vestigingen in nieuwe woon- woonwijken. Toch betreurde hij ·het, dat de Regering niet had gebroken met haar gewoonte, deze credietverlening alléén te doen geschieden door middel van de Nederlandse Middenstandsbank.

In dit verband wilde hij nog eens spe- ciaal de aandacht vragen voor het uit- voerige rapport met voorstellen van het College van Handel en Industrie voor de Levensmiddelenbranche.

De heer Cornelissen was bovendien van mening, dat nu de Staat een belang- rijk deel van de kosten der speciale cre- dietfaciliteiten draagt, in verschillende gevallen de normale bankrente van 6 pct _kan worden verlaagd.

Hij zou hierop met de meeste klem willen aandringen, vooral nu uitsluitend de Ned. Middenstandsbank met de ver- strekking van credie\rn is belast. E~

rentevoet van 4 pct leek hem mogelijk, daar de Staat zelf toch als de grootste aandeelhouder van deze bank kan wor- den gezien.

Van harte steunde spreker de pogin- gen van de staatssecretaris om in de ver- schillende branches belangstelling te wekken voor de oprichting van een waarborgfonds, waarbij de betreffende branche dan zelf slechts te zorgen heeft voor een bepaald stamkapitaal. ·

W at hef randbedrijf betreft was de heer Cornelissen van mening, dat de eigenaardige moeilijl~heden van dit bedrijf slechts voor een klein deel door algemene voorlichting kunnen worden opgelost. In hoofdzaak moeten zij bran- chegewijze worden aangepakt.

Ten onrechte. naar z~jn mening, wordt in middenstandskringen alleen heil ver- wacht van afstuiting van :het bedrijf, wering van concurrentie en prijsafspra- ken.

Da.t men met een zekere voorliefde in deze richting werkzaam is, vindt zijn oorzaak echter in belangrijke mate in het ontbreken van een meer gespeciali- ceerde mededingingswetgeving. Deze wetgeving zou zijns inziens een meer po- sitief karakter moeten dragen.

In dit ·opZicht zouden wij wellicht nut kunnen hebben van een studie van de Ameri'kaanse wetgeving, waarover in het rapport over de levensmiddelenhandel wQrdt gesproken.

Behalve ten dienste van haar eigen maatregelen en werkzaamheden dient de overheid zich te onthouden van de orga- nisatie van research en voorlichting en dient ~i deze aan het bedrUisleven zelf over te laten. Wel kan zij haar door sub- sidiëring bevorderen.

In dit verband dacht h~i ook aan het voornemen der Regering, middenstands- · consulenten te . benoemen.

Hij drong er o.a. op aan, dat men zich hier bli de keuzen niet zou bepalen tot academisch gevormde jongelui, maar dat men ruime plaats zou geven aan per- sonen afkomstig uit de middenstands- organisaties en uit de middenstand zelf, eventueel nadat zi.i door enige herscho- ling aan het Economisch Instituut voor de Middenstand daarvoor theoretisch en statistisch zlin voorbereid.

Wat het sociale beleid betreft, zal eerst het beraad van de Regering over de S.E.R.-adviezen inzake de ouderdoms- voorziening en dè kinderbijsla-g voor kleine zelfstandigen moeten worden af- gewacht.

De oudedagsvoorziening b reeds jaren het eerste sociale programmapunt van de. georganiseerde middenstand. Daaren-.

tegen z~in de meningen over de wense- liikheid van die kinderbij.slag voor zelf- standigen met premieheffing zeer ver- deeld.

Een nieuw probleem voor de kleine ondernemers. yormen de steeds stijgende sociale lasteri. Vooràl bij de \kleinere ambachtsbedi'ijven leidt de steeds zwaar- dere druk ·hiervan tot inkrimping van de- personeelsbèzetting. Spreker vroeg zich af, of bij de sociale lasten ook het draagkrachtbeginsel niet zou zijn toe te passen.

D i e v I u g d o e t, d o e t

w

e I.

Die o n m i d d e I lij k d o e t, d o et heter.

Veel lezers van het weekblad van de V.V.D. zijn N.R.C.- abonné's maar nog niet allen. Het aantal reacties op persoonlijk geadress~erde brieven aan hen, die nog geen

·abonné waren, getuigde van grote belangstelling, evenals de reacties op onze publicaties in dit blad. ~

Ken~ U de N.R.(:. niet"uit ei~en ervarÏDfl; van de laatste ti.id?

()

Dan moet U be~list een mening over dit blad vormen door haar enige tijd regelmatig te lezen. Dat kan gratis en zonder enige: verplich~ing. Vra.ag de ~:R.C. 14 dagen, ma~~

denk eraan: " ••... die onmiddellg k doet, doet beter •

Adm. Nieuwe Rotterdamse Courant, Postbus 824, Rotterdam.

Verzoeke de N.RC. gratis en zonder eni~e

verplichting 14 dagen te_ bezorgen bij:

-,

Vul NU even

~ deze bon in,

plak die op een briefkaart of doe 'm in een enveloppe

en verzend deze

VANDAAG aan de

25 SEPTEMBER ·1954- PAG.' Sprekend over het fiscale beleid was de heer Cornelissen het natuurlijk eens met het standpunt (niemand denkt daar anders over), dat een afzonderlijke fis- cale behandeling van de middenstand niet mogel-ijk en niet gewenst is.

Verdere algemene belastingverla- ging 2lal ook de middenstand de zo ge- wenste verlichting moete)l brengen. Het valt echter te betreuren, dat de nog niet vervulde fiscale wensen van de midden- standsbonden pas bij de voorgenomen al- gemene herziening van het belasting- stelsel onder het oog zullen worden ge- zien.

In afwachting daarvan zou z. i. in ieder geval een verdere vermindering van de vereveningsheffing (een overblijfsel uit de bezettingstijd dat nu zo spoedig mo- gelijk zal moeten verdwijnen) moeten worden tot stand gebracht.

Men zou b\iv. 'kunnen besluiten tot een vermindering door de eerste f 10.000 loon geheel vr:l.i te stellen, over de vol- gende f 10.000 1 pCt., en ·zo vervolgl'!ns tot de huidige 4 pCt. bij f 40.000.

De heer Cornelissen besprak· vervol- gens nog de voorgenomen reorganisatie van het Directoraat-Generaal v. d. Mid- denstand, de te trage totstandkoming van de middenstandswetgeving en de wense- lijkheid . van de instelling ener Staats-

commissie. ·

,Er Z)..lllen,. zo zei hij, nog vele onder- werpen nader moeten worden bestu- deerd en uitgewerkt. In een adres v'<m de Kon. Ned. Mi.ddenstandsbond was be- pleit, daartoe een permanent werkorgaan in het leven te roepen.

In beginsel leek hem dit aanlokkelijk.

De heer Cornelissen zou er echter de voorkeur aan geven, voor dit doel een Staatscommissie van brede samenstel- ling in het leven te roepen, welke op- dracht zou kunnen krijgen, de uit deze belangrijke discussie resterende proble- men en uitvoeringsmaatregelen in studie te nemen en, naarmate haar arbeid vor- dert, interim-rapporten uit te brengen.

Ook het probleem van het randbedrijf zou dan aan deze commissie kunnen worden toevertrouwd ter a,dvies.

Tot slot stelde onze woordvoerder nog eens vast, dat de parlementaire behan- deling van de Middenstandsnota slechts de eerste stap was' op de vermoedelijk lange weg, welke naar een harmonisch en toch dynamisch overheidsbeleid en een homogene Kabinetspolitiek ten aan- zien ·,van middensta;J:l~ngelegenhed.-n

- kortom tot een gunstig klimaat, waar- in de zelfstandige ondernemers in mid- den- en kleinbedrijf hun activiteiten met profijt kunnen ontplooien - kan leiden.

A.

Vrijheid en plicht

Vrijheid geeft de mens méér verant- woordelijkheid naarmate hij in de maat- schappij méér invloed heeft of naar grotere invloed st~eeft. De scheppende kracht van de individuele mens levere haar bijdrage tot de geestelijke en stof- felijke welvaart van allen. Dat legt die mens evenwel de plicht op, zich op de hoogte te houden van allerlei toestan- den en gebeurtenissen, welke voor onze samenleving van belang kunnen zijn.

Daarbij is een goed dagblad nodig. Een dagblad, waarmee U het niet altijd in alles behoeft eens te zün, doch dat streeft naar de grootst mogelijke be- trouwbaarheid en objectiviteit. Behalve naar goede nieuwsvoorziening, waar- achtige voorlichting en objectieve be- schouwingen, gaat Uwe belangstelling waarschijnlijk in het bijzonder uit naar

goede Kamerverslagen en overzichten,

naar systematische en deskundige be- handeling van de

Europese integratie

en naar goed gedocumenteerde hoofd- ahikelen, welke de aandacht vestigen op zaken, die voor ons volk van belang zijn en die van verschillende zijden voor U in het licht worden gesteld.

Naam: ··· ···

NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT

Adres: ... !··· WITTE DE WITHSTRAAT 78 - ROTTERDAM Plaats: ... : ... . Kantoren en agentschappen in het gehele land.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op zeker moment schrijft hij: ‘Lieve moeder, nog maar net gevestigd op mijn nieuwe adres moest ik vernemen dat er een vrouw aan de deur kwam die wat beschrijving betreft

Aan de ene kant stelt het door elkaar halen van verleden, heden en toekomst van de verteller hem in staat zich te onttrekken aan de re- ductieve logica van meester Mager.. Er

Hij volgt niet uit een al- legorie, maar verdwijnt in de taal: ‘De moord verdichtte zich tot een heel glossarium van begrippen, mijn gebruikelijke retoriek, voor een dwerg

In dezelfde plooi waarin de moord op Rachels vader een plaats vindt, staat de volgende opmerking: ‘Als dan ook nog de buren op de schutting klimmen om haar lievelingshond dood

Bepaalde tekstuele structuren waar we door- gaans overheen lezen, die een narratieve lezing mogelijk maken, maar als zodanig niet narratief zijn, dringen door tot het

schaamte voor de eigen schaamte ten opzichte van de kat, die als dier, zoals Derrida ‘gelooft’ en ‘zoals gedacht wordt’, geen bewustzijn heeft van de eigen naaktheid en zich er

I expand on the diff erence between the aesthetic and the virtual based on the read- ing of Brakman; this chapter, therefore, contains an addition to the analysis of chapter 2.. Th

Is het college het met ons eens dat niet het beschikbaar stellen van een redelijke vergoeding bepalend is voor de beoordeling of voldaan wordt aan de wettelijke taak, maar de