• No results found

Meetnet zoetwatervis IBW

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Meetnet zoetwatervis IBW"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

kopvoorns meer uir re 7.erren. Dir i· om Je naruurlijkc: rl'-krurcring alle kansen re geven en zo opnieuw een zichzdf insrandhoudende Nerepopulatie re ontwikkelen.

Johan

Coeck. Stmdra Colazzo

&

RafBa

eyens

(IN, UI~)

Info

:

www.

instn

a

t.

be

e

n

www.uia.ac

.

belbiolecobe

Onderzoek vismigratie in de Ringvaart

Her Instituut voor Natuurbehoud (IN) onderzocht, in op-dracht van de Administratie Waterwegen en Zeewezen, af-deling Bovenschelde, in welke mate het sluis-stuwcomplex op de Ringvaart in Merelbeke een belemmering vormt voor migrerende vissen. Aangezien er in de Zeeschelde geen migratiebarrières aanwezig zijn kunnen vissen vanuit de Noordzee vrij landinwaarts migreren tot in de Ringvaart in Merelbeke. Het onderzoek toonde aan dat verdere migratie naar de Bovenschelde grotendeels verhinderd wordt door het sluis-stuwcomplex. Enkel wanneer bij hoge waterafvoer de stuw van Merelbeke volledig opgehaald wordt, slagen bepaalde vissoorten erin om stroomopwaarts de Boven-schelde in te trekken tot aan het sluis-stuwcomplex van Asper. Ttjdens de onderzoeksperiade in 2002 gebeurde dit slechts enkele keren in januari en februari. Vissen moeten echter het hele jaar kunnen migreren om paaigronden, overwinteringgebieden of opgroeigebieden met voldoende voedsel op te zoeken waar ze vijanden kunnen ontlopen. Ze moeten zich ook vlug kunnen verplaatsen wanneer een slechte waterkwaliteit hen hierroe dwingt. Het wegwerken van vismigratieknelpunten is dan ook van het grootste be-lang voor het herstel van visgemeenschappen.

Goed nieuws is dat het aantal vissoorten in de Ringvaart en in de Bovenschelde opnieuw sterk is toegenomen. Door de bouw van waterzuiveringsstations verbetert de waterkwaliteit van de Schelde lang7.aam, al wordt op bepaalde ogenblik-ken nog een sterke terugval vastgesteld. De onderzoekers stelden dit o.a. vast tijdens de maand september 2002, met ernstige vissterfte tot gevolg. In het totaal werden tijdens

het onderzoek maar liefst 29 vissoorten gevangen. Het gaat

dan voornamelijk om een aantal algemene soorten zoals blankvoorn, rietvoorn, brasem, giebel, karper, kolblei, riviergrondel, zeelt, pos, baars, snoekbaars en tiendoornige stekelbaars. Minder algemene riviervissoorten waren winde, kopvoorn, serpeling, alver, verje en beekforeL Zeldzame

Ui nonen van een fuik - Fo<o: J. Coeck

soorten zoab bittervoorn en zdf~ een juvcnide curopcse meerval werden ook aangcrroH~·n. Tenslorre werden ook een aanral exoten zoal Amerikaanse Jwcrgmecrval. Ame-rikaanse dikkopelrirs. blauwbandgrondel en ook nog een brakwarervisje, het dikkopje opgcmcrkL Er werden daar-enboven ook nog eens 5 echte migratoren aangetroffen: paling, bot. rivierprik, spiering en het migrerende type van de driedoornige stekelbaars. Wie weet mogen we in de toe-komst, door een verdere verbetering van de waterkwaliteit en het wegwerken van migratieknelpunten in de Boven-schelde, nog 1 of meerdere van de 8 uitgestorven grote migratoren begroeten zoals houting, grote marene, elft, At-lantische steur, zeeprik, fint, Atlantische zalm of zeeforel?

David Buyss

e,

Johan

Coeck, Seth Martens

&

RafBaryens

(IN)

-Info

:

www.instnat

.

b

e

• Meetnet Zoetwatervis (Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer (IBW))

Sedert 1996 wordt de kwaliteit van de visstand in Vlaande-ren op systematische wijze gemeten. De verzamelde gege-vens geven informatie over de verspreiding en de stand van zaken van de verschillende vissoorten in Vlaanderen. Daar-naast geeft deze informatie ook een aanwijzing van de kwa-liteit van her milieu. Dit laat ook toe om de saneringsin-spanningen in aquatische ecosystemen te evalueren. De re-sultaten worden zowel voor de uitvoering van een planma-tig visstandbeheer als onderandere voor de jaarlijkse milieu-rapportage, in de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM) rapporten, in de Aquafin jaarverslagen en in de landin-richtingsplannen gebruikt.

Om tot zulk een meetnet te komen, werd eerst per type water een gestandaardiseerde methode uitgewerkL Daarna werden volgens deze methode, tussen 1996 en 1999, onge-veer 1300 meetpunten op stromende waters, kanalen, polderwaterlopen en stilstaande wareren onderzocht. De verzamelde gegevens werden van 2000 tot 200 1 in een overzichtelijke en werkbare databank opgeslagen. Op basis van deze informatie werden ook verspreidingskaarren op-gemaakt. Vervolgens werd uit deze gegevensbank een "net zoetwatervis" geselecteerd van ongeveer. 825 meet-plaatsen op stromende waters, kanalen, polderwaterlopen en stilstaande en afgesloten wateren.

De meetpunten werden op basis van de volgende parame-ters gekozen: hun representatief karakter, bevisbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid. Bij de keuze van de meer-punten werd ook rekening gehouden met de bestaande meetnetten omtre~t waterkwaliteit, waterbodemkwaliteit, verontreinigingen (polluenten) in paling en de ecologische kwaliteit. Na een inloopperiode in 2001 draait het meetnet zoetwatervis nu op kruissnelheid. Het doel van dit meetnet is om een aantal zorgvuldig gekozen meerplaatsen regelma-tig te onderzoeken (bemonsteren) om zo de veranderingen {evoluties) en tijdelijke verlopen (trends) in de visbesranden vast te stellen.

Gerlinde

\&n

Thuyne

&

Claude

Belpaire

Info

:

www. ibw. vlaanderen.

be

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Daarnaast zijn de statistische kentallen berekend voor de zomer van 1999, de winter van 1998-1999 en de EU- referentieperiode (= het meteorologische jaar, welk loopt van 1 april

Aarhus University, Aarhus, Denmark (K M Iburg PhD); Bashkir State Medical University, Ufa, Russia (B T Idrisov MD); Boston Medical Center, Boston University, Boston, MA, USA (B

Het probleem van de posseiros blijkt zich vooral voor te doen in het Noorden van Brazilië en in de af­ gelegen binnenlanden (zie Kruse).. Een arbeiderswoning van het type pau-o-pique

Ten einde vas te stel hoe prinsipale en lektore die taak van die prinsipaal met betrekking tot gemeenskapsonderwys sien en om die huidige stand van

Rbb's zijn biotopen die niet op de Europese beschermingslijst staan, maar naar biologische waarden en belang voor de biodiversiteit vergelijkbaar zijn en in Vlaanderen een

Tabel 13: Overzichtstabel (2010) van de totale vangsten op de Dijle met per soort: de geviste aantallen (N), de aantalpercentages (N%), de geviste biomassa (G in g) en de

De rivierdonderpad migreert vanuit de Kleine Nete verder stroomopwaarts op de Grote Nete.. Voor het eerst in dit reguliere meetnet vonden we bot op drie locaties op de