• No results found

Rapport meetnet zoetwatervis 2009: toestand vlaamse rivieren stabiel

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Rapport meetnet zoetwatervis 2009: toestand vlaamse rivieren stabiel"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

inbo

nieuwsbrief

van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Rapport Meetnet Zoetwatervis 2009

Toestand Vlaamse rivieren stabiel

In het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ bevisten we vorig jaar

159 locaties verspreid over tien bekkens in Vlaanderen. Afgezien

van enkele uitzonderingen stellen we vast dat de vissamenstelling

van de bemonsterde beken weinig veranderd is ten opzichte van de

vorige bevissingen in 2004-2006.

In het Dijlebekken bevisten we de IJse. Belangrijkste vaststelling was de verdere toename van het aantal bermpjes door de herkolonisatie vanuit de Dijle. De herko-lonisatie is nu mogelijk omdat de migratiebarrières opgeheven zijn. Voorts namen we een afname van het stekelbaars-, riviergrondel- en blankvoornbestand waar. We vingen er ook de recent geherintroduceerde kwabaal.

De vangstresultaten op de Demer zijn vergelijkbaar met die van de andere cam-pagnes in de jaren 2000. Soorten zoals blankvoorn, riviergrondel en blauwband-grondel blijven goed vertegenwoordigd. Goed nieuws is de vangst van 15 grote modderkruipers. De laatste keer dat we deze beschermde en zeldzame soort aan-troffen op de Demer was in 1999.

Op de Mark en zijlopen in het Maasbekken zijn de gevangen aantallen laag, al wer-den daar recent een aantal migratiebarrières opgelost en uit onderzoek blijkt dat vissen er nu kunnen passeren. We stelden in onze campagne ook een meer diverse levensgemeenschap stroomopwaarts de gesaneerde barrières vast. Toch bleven de verhoopte resultaten wat uit.

De rivierdonderpad migreert vanuit de Kleine Nete verder stroomopwaarts op de Grote Nete. Voor het eerst in dit reguliere meetnet vonden we bot op drie locaties op de Grote Nete. Deze diadrome soort (vis die tussen zoet en zout water migreert) trekt vanuit de Schelde naar de zijrivieren. Hun aanwezigheid in de Grote Nete duidt op een verbetering van de connectiviteit.

Het visbestand op ‘t Liefken (Gentse kanalen) ging lichtjes vooruit, de visstand op de Burggravenstroom dan weer lichtjes achteruit. Op de Zwinnevaart in de Brugse polder vingen we tien soorten, ten opzichte van vroegere campagnes is hier een verbetering merk-baar. In 1996 was hier geen visleven, in 2005 vingen we slechts twee soorten.

Je kan het rapport downloaden of bestellen op www.inbo.be.

Van Thuyne, G. en Breine J. (2010). Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het ‘Meetnet Zoetwa-tervis’ 2009. Rapport van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, INBO.R.2010.42, Groenendaal.

Gerlinde Van Thuyne, gerlinde.vanthuyne@inbo.be Jan Breine, jan.breine@inbo.be

13

de

jaargang, oktober 2010

W

etenschappelijke instelling

van de Vlaamse overheid

www.inbo.be

inbo

Kliniekstraat 25, B-1070 Brussel T. +32 2 525 02 00 - F. +32 2 525 03 00 nieuwsbrief@inbo.be

Indicatoren 2010

In de Natuurindicatoren 2010 evalueert het INBO de toestand van de Vlaamse natuur aan de hand van 22 indicatoren. Het verlies van biodi-versiteit is in 2010 niet gestopt. Het is enerzijds van belang om de bron-nen van de verschillende verstoringen nog grondiger aan te pakken, en anderzijds een basisnatuurkwaliteit te garanderen.

Download het rapport op de INBO site of bestel je exemplaar

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze afmetingen worden in de literatuur het meest genoemd voor de lithofiele soorten, waarvan verwacht wordt dat ze duurzame populaties kunnen vormen in de Grote Nete en haar

Tabel 13: Overzichtstabel (2010) van de totale vangsten op de Dijle met per soort: de geviste aantallen (N), de aantalpercentages (N%), de geviste biomassa (G in g) en de

www.inbo.be Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren in het kader van het ‘Meetnet Zoetwatervis’ 2009 19 driedoornige stekelbaars 38% bermpje 35% serpeling 9% riviergrondel

www.vub.be/hydr NARA SCENARIO REPORT HYDROLOGY PART 59 Figure 58: Average groundwater head difference between reference scenario 2005 and the scenario with land-use change RR30

44 Case Kleine Nete: moerasvegetaties www.inbo.be Figuur 23: Procentuele toename van de berekende potentiële oppervlakte van de. geselecteerde vegetatietypen voor de

De potentiële oppervlakte voor vegetatietypen die zich bij zeer natte standplaatscondities kunnen handhaven (bij- voorbeeld het verbond van zwarte zegge), neemt voor bijna elk

− De grondwaterpeilen in de vallei van de Grote Nete liggen momenteel in de winterperiode te laag voor een optimale ontwikkeling habitattype 6430 ‘Vochtige zoomvormende ruigte’ het

We vingen meestal weinig individuen waarbij de soortendiversiteit zich meestal beperkt tot enkele soorten (van twee tot zes soorten met een gemiddeld van 3,4). Meestal zijn