• No results found

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03)"

Copied!
9
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT inzake handhaving aanpassing referentieaanbod (H.09.03) OPTA/IBT/2003/202084

Besluit van het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: de Tw) jo artikel 5:31, eerste

lid, van de algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) tot het opleggen van een last onder dwangsom tegen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid KPN Telecom B.V., gevestigd te ‘‘s-Gravenhage (hierna: KPN) wegens overtreding van artikel 3, eerste en derde lid, van Verordening (EG) Nr. 2887/2000 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 december 2000 inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk1 (hierna: de Verordening) jo artikel 6.10 van de Tw

jo artikel 6.9 van de Tw jo artikel 6.6 van de Tw.

A. VOORGESCHIEDENIS

1. Op 15 oktober 2002 heeft het college een besluit genomen inzake een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid CLEC Netherlands B.V., h.o.d.n. BaByXL Broadband DSL, thans BaByXL B.V., gevestigd te ’s-Gravenhage, alsmede de besloten vennootschap Tiscali B.V., gevestigd te Vianen (hierna: Tiscali) enerzijds en KPN anderzijds (hierna: het Besluit). Het Besluit houdt kort gezegd het volgende in. De periodieke tarieven die KPN rekent worden door het college beoordeeld op kostenoriëntatie. Het college baseert zich hierbij, in lijn met zijn beleidsregels inzake collocatietarieven2, op de gemaakte kosten volgens de EDC-systematiek.3 Het college is daarbij

uitgegaan van de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan zijn besluit inzake goedkeuring van kostentoerekeningssystemen voor interconnectie en bijzondere toegang.4 Het college heeft

vervolgens de tariefgrondslagen gesplitst in huisvestingskosten en gezamenlijke - en projectkosten. Voor de huisvestingskosten is uitgegaan van de huurprijs voor vergelijkbare bedrijfsgebouwen. Dit deel leidt tot een gemiddeld uniform tarief. Voor de projectkosten heeft het college geconcludeerd dat meer kosten worden opgevoerd dan op grond van efficiency te verantwoorden is. Onder meer de post “verlies aan vorderingen” is ten onrechte opgevoerd. Daarnaast heeft het college correcties toegepast op de toerekening van de gemaakte kosten. Allereerst dient het meerjarenvenster vijf jaren te zijn in plaats van drie. Verder is het college, anders dan KPN, van oordeel dat het totale aantal potentiële collocatieposities als basis gehanteerd moet worden, niet het aantal door andere aanbieders geaccepteerde posities. Zo komt het college uiteindelijk op tarieven per af te nemen collocatiepositie. Deze tarieven gelden voor de periode tot aan 1 juli 2003. Hierna zal een beoordeling van het huurtarief deel uitmaken van de jaarlijkse EDC-beoordelingen. 2. In het Besluit heeft het college de volgende regels tussen partijen gesteld.

1 PbEG 2000 L 336/4

2 Richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot de aansluitlijn van 20 december 2000,

kenmerk OPTA/IBT/2000/203357.

3 EDC staat voor Embedded Direct Costs. Het betreft een wijze van meenemen van kosten voor de beoordeling van

de kostentoerekening van bijzondere toegangsdiensten.

(2)

a) Het college stelt de tarieven welke BaByXL respectievelijk Tiscali verschuldigd is aan KPN als periodiek tarief voor het gebruik van de collocatieruimten ten behoeve van fysieke

collocatie respectievelijk het gebruik van de mogelijkheid van aanpalende collocatie ten bate van MDF Access dienstverlening vast als volgt:

Totaal tarief per configuratie per jaar Fysieke collocatie: hele configuratie Fysieke collocatie: halve configuratie Aanpalende configuratie Indirecte huisvestingskosten per configuratie 577,55 346,53 0 Project- en gezamenlijke kosten

per configuratie

1.737,80 1.737,80 1.737,80

Totaal tarief per type configuratie (in EURO)

2.315,35 2.084,33 1.737,80

b) De onder a) genoemde tarieven gelden tot 1 juli 2003.

c) KPN dient, op basis van de onder a) genoemde tarieven, binnen één maand na dagtekening van dit besluit, te komen tot een verrekening met BaByXL respectievelijk Tiscali van de in de periode tot 1 januari 2002 respectievelijk vanaf 1 januari 2002 ontvangen betalingen op basis van de periodieke tarieven voor collocatieruimten.

3. Onder randnummer 123 van het Besluit heeft het college het volgende overwogen5:

“Het college ziet geen reden om aan te nemen dat de door KPN gemaakte kosten welke aan de hier weergegeven tarieven ten grondslag liggen, respectievelijk het marktconforme huisvestingstarief voorafgaand aan 1 juli 2002 in enigerlei relevante mate verschilden van de kosten respectievelijk het marktconforme huisvestingstarief zoals dat na 1 juli 2002 aan de hier weergegeven tarieven ten grondslag liggen, en ziet derhalve ook geen reden om af te wijken van het uitgangspunt zoals dat in eerdere besluiten is ingenomen. Conform de in de beslissing op bezwaar d.d. 11 februari 2003, respectievelijk het besluit van 14 mei 2002 gehanteerde systematiek, is het college dan ook van oordeel dat de in onderhavig besluit vastgestelde tarieven gelden voor al de in het kader van de onderhavige dienstverlening door KPN aan BaByXL in de periode voorafgaand aan 1 juli 2002 geleverde diensten. Daarenboven gelden deze tarieven eveneens voor de diensten welke in de periode vanaf 1 juli 2002 tot 1 juli 2003 aan BaByXL geleverd worden respectievelijk geleverd zullen worden. KPN dient aan de hand van de vastgestelde genoemde tarieven te komen tot een

verrekening met de in het verleden reeds door haar van BaByXL in het kader van de onderhavige collocatiedienstverlening ontvangen betalingen.”

5 De genoemde besluiten in het citaat verwijzen naar a) de beslissing op bezwaar inzake het besluit van het college

(3)

4. Onder randnummer 125 van het Besluit heeft het college het volgende overwogen:

“Het college wijst er op dat de door hem ontwikkelde tariferingsystematiek leidt tot niet geografisch gedifferentieerde tarieven voor de verschillende typen collocatie. Dit houdt in dat de periodieke tarieven per type collocatie (hele, halve of aanpalende) gelijk zullen zijn, ongeacht de MDF-locatie waar de collocatie positie zich bevindt en ongeacht de afnemer van de collocatie dienstverlening. Wellicht ten overvloede wijst het college in dit verband op het beginsel van non-discriminatie.”

5. Op 24 maart 2003 is door het college beslist op de bezwaren6 van Tiscali en KPN tegen het Besluit.

In de beslissing op bezwaar (hierna: de BOB) heeft het college het bezwaar van KPN ten aanzien van de datum waarop de regels tussen partijen hebben te gelden, gegrond verklaard. Het college heeft vastgesteld dat de regels van het college uit het Besluit gelden tussen partijen vanaf 1 januari 2002. Het college heeft de overige bezwaren van partijen aangaande hoogte en de berekening van de tarieven ongegrond verklaard.

B. FEITEN

Voor het onderhavige besluit zijn de volgende feiten van belang:

6. Op 17 april 2003 heeft het college bij brief KPN op de hoogte gesteld van zijn voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom7, door middel van een Vooraankondiging (hierna: de

Vooraankondiging van 17 april 2003). In deze vooraankondiging stelt het college dat KPN in strijd handelt met artikel 3, eerste lid, van de Verordening door de thans geldende kostengeoriënteerde tarieven voor de collocatiedienstverlening niet in haar referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten (waaronder collocatie) op te nemen. 7. Het college stelt in de Vooraankondiging, dat hij, gelet op het feit dat het college bevoegd is

daartegen op te treden en gelet op het feit dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die ertoe nopen om van handhaving af te zien, het voornemen heeft om over te gaan tot oplegging van een dwangsom aan KPN.

8. Bij brief van 5 mei 2003 heeft KPN haar zienswijze gegeven op de Vooraankondiging van 17 april 2003 (hierna: de zienswijze van 5 mei 2003). KPN stelt daarin onder meer dat de verplichting tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven eerst op 5 oktober 2001 in werking is getreden met de invoering van artikel 6.10 van de Tw.

C. WETTELIJK KADER

9. In artikel 1.1, onder j, van de Tw is bepaald dat onder bijzondere toegang wordt verstaan “toegang tot een telecommunicatienetwerk op andere punten dan de netwerkaansluitpunten die aan de meeste gebruikers wordt aangeboden”.

(4)

10. Op grond van artikel 6.9, eerste lid, van de Tw dienen aanbieders, welke op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw zijn aangewezen door het college, te voldoen aan alle redelijke verzoeken tot bijzondere toegang. Ingevolge artikel 6.9, derde lid van de Tw, jo artikel 6.6, eerste lid, van de Tw

geldt voor aanbieders die op grond van artikel 6.4, eerste lid, van de Tw zijn aangewezen door het college de verplichting dat de tarieven voor bijzondere toegang op transparante wijze worden bepaald en op kosten zijn georiënteerd. KPN is aangewezen als aanbieder met aanmerkelijke

marktmacht als bedoeld in artikel 6.4 van de Tw en dient derhalve aan andere aanbieders bijzondere toegang te verstrekken tegen kostengeoriënteerde tarieven.

11. Het college heeft in het besluit inzake het geschil tussen EnerTel en KPN d.d. 17 december 19978

vastgesteld dat een verzoek om toegang tot onderdelen van het aansluitnet van KPN aan te merken is als een verzoek om bijzondere toegang. In dat besluit bepaalde het college onder meer dat er bij verzoeken om toegang tot onderdelen van KPN’s aansluitnet geen sprake is van verzoeken om interconnectie, maar van verzoeken om bijzondere toegang.

12. Het college heeft in zijn richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn9 reeds aangegeven dat het geboden krijgen van een mogelijkheid voor

collocatie een essentiële randvoorwaarde vormt voor het realiseren van ontbundelde toegang tot het aansluitnet.

13. Dit standpunt heeft het college herhaald in het besluit op de bezwaren van KPN Telecom B.V. en BaByXL Broadband DSL B.V, gericht tegen het besluit van het college d.d. 15 augustus 2001, kenmerk OPTA/IBT/2001/102893, randnummer 126. Bijgevolg is het wettelijk regime dat van toepassing is op de dienst ontbundelde toegang tot de aansluitlijnen, te weten artikel 6.9 in samenhang met de artikelen 6.3, 6.5 en 6.6 van de Tw eveneens van toepassing op collocatie. 14. Op 2 januari 2001 is de Verordening van kracht geworden. Bij wet van 14 september 2001 tot

wijziging van de Tw en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit10 ter uitvoering

van deze Verordening is de Tw gewijzigd in die zin dat in artikel 6.10 Tw het college onder andere is aangewezen als de nationaal regelgevende instantie, als bedoeld in artikel 4 van de Verordening. 15. De Verordening voegt slechts één element toe aan de verplichtingen die op grond van het geldende

wettelijk en regelgevend kader in Nederland reeds op KPN van toepassing waren, namelijk de verplichting tot de publicatie door KPN van een referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot haar aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten en de mogelijkheid voor de nationale

regelgevende instantie, het college, om in gerechtvaardigde gevallen wijzigingen van het referentieaanbod op te leggen.

8 Oordeel Interconnectiegeschil EnerTel-KPN d.d. 17 december 1997, kenmerk: OPTA/MI/97/1158.

9 Richtsnoeren over collocatie en eenmalige kosten met betrekking tot toegang tot de aansluitlijn, 20 december

2000, kenmerk OPTA/IBT/2000/203357

(5)

16. In artikel 3, eerste lid, van de Verordening is bepaald dat KPN per 31 december 2000 een referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot haar aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten dient te publiceren en dit regelmatig dient bij te werken.

17. In artikel 3, derde lid, van de Verordening is bepaald dat KPN ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten tegen kostengeoriënteerde tarieven dient aan te bieden.

18. In artikel 4, tweede lid, onder a, van de Verordening is bepaald dat de nationale regelgevende instantie in gerechtvaardige gevallen wijzigingen van het referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten kan opleggen, met inbegrip van tariefswijzigingen.

19. Het college is ingevolge artikel 15.2, tweede lid, van de Tw bevoegd tot toepassing van

bestuursdwang ter handhaving van de verplichtingen, gesteld bij of krachtens de in artikel 15.1, derde lid, van de Tw bedoelde bepalingen, hier in het bijzonder artikel 6.9 van de Tw, artikel 6.6 van de Tw, artikel 6.10 van de Tw en de bepalingen uit de rechtstreeks werkende Verordening.

20. Artikel 5:32, eerste lid, van de Awb bepaalt dat een bestuursorgaan dat bevoegd is bestuursdwang toe te passen, in plaats daarvan aan de overtreder een last onder dwangsom kan opleggen. Ingeval van overtreding van een bij of krachtens de in artikel 15.1, derde lid, van de Tw bedoelde

voorschriften kan het college ingevolge artikel 15.4, derde lid, van de Awb aan de overtreder een boete opleggen van ten hoogste €450.000,-.

D. SAMENVATTING ZIENSWIJZE KPN

21. Bij brief van 5 mei 2003 reageert KPN op de Vooraankondiging van 17 april 2003. KPN verwijst in haar zienswijze van 5 mei 2003 primair naar hetgeen is aangevoerd in de brief van haar

gemachtigde van 23 januari 2003 waarin – kort samengevat, voorzover van belang – het volgende is aangegeven:

- Het Besluit heeft geen gelding in de relatie met andere partijen;

- Het Besluit is volgens KPN kennelijk onrechtmatig nu daarin te lage tarieven zijn vastgesteld; gelet op deze onrechtmatigheid rust op KPN de verplichting de daaruit voor haar voortvloeiende schade te beperken;

Op grond hiervan concludeert KPN dat er geen aanleiding bestaat om over te gaan tot het opleggen van de in de Vooraankondiging van 17 april 2003 beschreven last onder dwangsom. KPN wijst er tevens in haar zienswijze van 5 mei 2003 op dat de verplichting tot het hanteren van

(6)

publiceren als onderdeel van haar referentieaanbod. Om die reden dient, aldus KPN, dit onderdeel van de voorgenomen last achterwege te blijven.

E. OVERWEGINGEN

22. Op grond van artikel 6.9, derde lid, van de Tw jo artikel 6.6, eerste lid, van de Tw en artikel 3, derde

lid, van de Verordening jo artikel 6.10 van de Tw is KPN verplicht om ontbundelde toegang tot het

aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten tegen kostengeoriënteerde tarieven aan te bieden. 23. In de Vooraankondiging van 10 maart 200311 heeft het college opgemerkt dat KPN artikel 3, derde

lid, van de Verordening overtreedt door klaarblijkelijk geen kostengeoriënteerde tarieven in rekening te brengen voor de afgenomen collocatievoorzieningen. KPN voert aan dat de verplichting tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven eerst per 5 oktober 2001 in werking is getreden met de invoering van artikel 6.10 van de Tw. KPN miskent hiermee dat zij op grond van artikel 6.9, eerste lid, van de Tw jo artikel 6.6, eerste lid, van de Tw, reeds sinds inwerkingtreding van de Tw

verplicht is tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven voor collocatie. Op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Telecommunicatiewet (hierna: de Tw) jo artikel 5:32, eerste lid, van de

algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) is het college bevoegd tot het opleggen van een last onder dwangsom ter handhaving van overtreding van de verplichtingen volgend uit artikel 6.9 jo

artikel 6.6 van de Tw. Het argument van KPN terzake treft dan ook geen doel.

24. In de BOB heeft het college alle bezwaren aangaande hoogte en de berekening van de tarieven ongegrond verklaard. In het Besluit heeft het college ten aanzien van de vastgestelde periodieke tarieven voor collocatieruimten gesteld dat deze, conform de in de beslissing op bezwaar d.d. 11 februari 2003, respectievelijk het besluit van 14 mei 2002 gehanteerde systematiek, gelden voor al de in het kader van de onderhavige dienstverlening door KPN aan BaByXL in de periode voorafgaand aan 1 juli 2002 geleverde diensten. Daarenboven gelden deze tarieven eveneens voor de diensten welke in de periode vanaf 1 juli 2002 tot 1 juli 2003 aan BaByXL geleverd worden respectievelijk geleverd zullen worden.

25. KPN stelt dat artikel 6.10 van de Tw erin voorziet dat KPN een systeem opstelt voor de toerekening van kosten, welk systeem de goedkeuring van het college behoeft. KPN stelt dat de tariefregulering die het college nastreeft met de Vooraankondiging van 17 april 2003 zich niet verhoudt met dit wettelijk stelsel. Daarnaast stelt KPN dat zij niet hierom verplicht kan worden deze tarieven te publiceren als onderdeel van haar referentie-aanbod.

26. De stelling van KPN dat de Vooraankondiging van 17 april 2003 zich niet verhoudt met het wettelijk stelsel, wordt door het college niet onderschreven. Op grond van artikel 15.2, tweede lid, van de Tw is het college bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van kort gezegd de verplichting tot het hanteren van kostengeoriënteerde tarieven voor collocatie. Artikel 5:32, eerste

(7)

lid, van de Awb bepaalt dat het college in plaats van het toepassen van bestuursdwang, de overtreder een last onder dwangsom kan opleggen.

27. Het college kan derhalve een last onder dwangsom opleggen indien de tarieven voor collocatie die KPN jegens een andere partij hanteert, niet voldoen aan de wettelijke eis van kostenoriëntatie Hierbij is naar oordeel van het college geen sprake van enige beperking van deze bevoegdheid tot die gevallen waarin eerst een kostentoerekeningssysteem is goedgekeurd. Het college heeft reeds in het Besluit vastgesteld wat de kostengeoriënteerde periodieke tarieven voor collocatie zijn. Het college is daarbij uitgegaan van de gegevens die ten grondslag hebben gelegen aan zijn besluit inzake goedkeuring van kostentoerekeningssystemen voor interconnectie en bijzondere toegang.12

Deze systematiek biedt het college voldoende houvast om de periodieke tarieven voor collocatie te beoordelen. Het argument van KPN treft dan ook geen doel.

28. Het college constateert dat KPN in het referentieaanbod inzake ontbundelde toegang tot het aansluitnetwerk en bijbehorende faciliteiten (hierna: RA ULL) voor de voorwaarden, inclusief tarieven, van de collocatiedienstverlening13 ten behoeve van ontbundelde toegang tot het

aansluitnetwerk verwijst naar de Modelovereenkomst Collocatie die ook is gepubliceerd op de website van KPN (http://www.kpn-wholesale.com). De tarieven voor de collocatiedienstverlening zijn opgenomen in de “Offer for collocation 2003, tariff schedule MDF access” versie 0.1, 15-01-200314. Het college constateert dat KPN in het RA ULL andere tarieven heeft opgenomen dan de

kostengeoriënteerde tarieven zoals die door het college zijn vastgesteld in het Besluit, welke ongewijzigd zijn gebleven na de BOB. KPN heeft aldus niet de kostengeoriënteerde periodieke tarieven voor collocatie opgenomen in haar RA ULL.

29. Zoals onder randnummer 27 opgemerkt, heeft het college in het Besluit vastgesteld welke tarieven als de kostengeoriënteerde periodieke tarieven voor collocatie hebben te gelden. Op grond van artikel 4, tweede lid, onder a, van de Verordening kan het college, in gerechtvaardigde gevallen, wijzigingen van het referentieaanbod opleggen, met inbegrip van tariefswijzigingen. Artikel 15.2 van de Tw is eveneens van toepassing op de bepalingen uit de Verordening en artikel 6.10 van de Tw. Het college is derhalve bevoegd om ter zake van wijziging van het referentieaanbod een last onder dwangsom op te leggen. Het college is van oordeel dat in onderhavig geval sprake is van een gerechtvaardigd geval, omdat door opname van de kostengeoriënteerde periodieke tarieven voor collocatie in het referentieaanbod afnemers van collocatievoorzieningen tot 1 juli 2003 aanspraak kunnen maken op de tot op dat moment bepaalde kostengeoriënteerde tarieven. Het argument van KPN terzake aanpassing van het referentie-aanbod, treft dan ook geen doel.

12 Besluit van 27 juni 2002, kenmerk OPTA/IBT/2002/201682.

13 REFERENCE OFFER FOR MDF ACCESS SERVICES KPN Telecom Collocation Service for MDF Access SERVICE

DESCRIPTION, versie RAULL 2001 3-0 15 sept 2001

14 Het document (MDF Access Tariff Schedule) is gepubliceerd op de website van KPN (

(8)

F. BELANGENAFWEGING

30. Het college betrekt in zijn afwegingen in de eerste plaats het belang dat is gediend met de naleving van de verplichting tot het in rekening brengen van kostengeoriënteerde tarieven. Dienaangaande wordt in de Verordening opgemerkt dat de regels voor de kostentoerekening en tarifering van aansluitnetwerken en bijbehorende faciliteiten transparant, niet-discriminerend en objectief moeten zijn om een eerlijke behandeling te waarborgen. Onder bijbehorende faciliteiten verstaat de

Verordening expliciet ook collocatiefaciliteiten.

31. Ten aanzien van de overtreding van KPN om het referentieaanbod bij te werken geldt het navolgende. Het college hecht belang aan het opheffen van de overtreding van KPN om het referentieaanbod aan te passen. Het college ziet geen bijzondere omstandigheden voor KPN om af te wijken van deze verplichting. Het college wijst KPN er voorts op dat binnen afzienbare tijd het college de periodieke collocatietarieven zal beoordelen welke zullen gelden voor de periode vanaf 1 juli 2003. Na vaststelling van deze tarieven zal KPN, indien de tarieven afwijken van de tot 1 juli 2003 geldende tarieven, het referentieaanbod dienaangaande wederom dienen aan te passen. Indien KPN de dan geldende tarieven niet opneemt in haar referentieaanbod zal het college verdergaande handhavingsmaatregelen overwegen.

G. CONCLUSIE

(9)

H. DICTUM

In het voorgaande heeft het college geconstateerd dat KPN in strijd handelt met bij of krachtens de Tw en de Verordening gestelde verplichtingen. Gelet op het voorgaande besluit het college als volgt.

I. KPN dient binnen 5 werkdagen na dagtekening van dit besluit de periodieke tarieven voor collocatie, zoals vastgesteld door het college in het besluit inzake het geschil BabyXL-KPN met betrekking tot de periodieke tarieven voor collocatieruimten van 15 oktober 2002

(OPTA/IBT/2002/203280), welke ongewijzigd zijn gebleven na de beslissing op de bezwaren van KPN en Tiscali van 24 maart 2003 (OPTA/JUZ/2003/200211), op te nemen in het

Referentieaanbod voor de ontbundelde toegang tot het aansluitnetnetwerk en bijbehorende faciliteiten. Indien KPN hieraan niet voldoet, verbeurt zij een dwangsom van €500,- per dag, tot een maximum van €10.000,-

Aldus besloten te ’s-Gravenhage op 5 juni 2003

HET COLLEGE VAN DE ONAFHANKELIJKE POST EN TELECOMMUNICATIE AUTORITEIT,

Prof. Dr. J. Arnbak, voorzitter

Belanghebbenden, die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen daartegen binnen zes weken, aanvangende met ingang van de dag na die waarop dit besluit is bekend gemaakt, een bezwaarschrift indienen bij het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit.

Het bezwaarschrift moet worden gericht aan:

Het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit Postbus 90420

2509 LK DEN HAAG

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wanneer een zorgaanbieder daadwerkelijk het aanbod van acute zorg opschort of beëindigt, dient hij de partijen die genoemd worden in artikel 8A.4, eerste lid, onderdeel i,

wijzigingen in de zeggenschap of feitelijke invloed die natuurlijke personen direct of indirect kunnen uitoefenen op het beleid van de vergunninghouder, indien die natuurlijke

Arbeid op zondag kan uitsluitend worden verricht, indien door een ieder die over het kind het ouderlijk gezag of de voogdij uitoefent of in wiens huishouding een kind is

Aan <aanvrager>, ingeschreven in het handelsregister onder nummer <KvK- nummer>, hierna te noemen: vergunninghouder, wordt een vergunning verleend voor het gebruik van

De vraag of een keurling in het verleden kanker heeft gehad is, voor zover die vraag be- trekking heeft op een vorm van kanker waarvan de keurling naar het oordeel van een

Op basis van dit besluit dient degene een bouwwerk gebruikt, tenzij het betreft een gebruik uitsluitend als woonfunctie als bedoeld in artikel 1.1, derde lid, van het Bouwbesluit

Artikel 4.833a (overgangsrecht emissie ammoniak biologisch gehouden legkippen) Bestaande stallen voor het biologisch houden van legkippen met grondhuisvesting voldoen niet aan de

Indien de vergunninghouder op de dinsdag- of zaterdagmarkt zijn vaste standplaats niet uiterlijk om 07.45 uur heeft ingenomen, wordt de betreffende standplaats voor die marktdag