Bijlage 1: enquête
Geachte heer/mevrouw,
Deze enquête wordt gehouden in het kader van een kwaliteitsonderzoek naar
flensverbindingen. De enquête zal ongeveer 10 minuten in beslag nemen. Met
behulp van uw antwoorden proberen we meer inzicht te krijgen in de situatie
zoals u die vóór de montage aantreft, de daadwerkelijke montage en de
instructies ten aanzien van de montage.
Deze enquête zal alleen worden gebruikt in het kader van dit onderzoek. Naar
aanleiding van dit onderzoek kunnen aanbevelingen gedaan worden ter
verbetering van de situatie en de gebruikte methodes. Zo zou men de veiligheid
meer kunnen waarborgen en het lekverlies aan flensverbindingen tegen kunnen
gaan.
Deze enquête is geheel anoniem!
Alvast bedankt voor uw medewerking!
Ruimte voor opmerkingen / aanvullingen ten aanzien van bovenstaande vragen: ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… Hebt u ervaring met het sluiten van flensverbindingen (open en/of
dicht maken)?
Zo ja, hoeveel jaar ervaring heeft u op dit gebied?
Hebt u een cursus / opleiding gevolgd ten aanzien van het sluiten van flenzen?
Zo ja, bent u in het bezit van een certificaat / diploma? Zo ja, welk certificaat / diploma bezit u?
(KIWA: NEN-EN-ISO 17024, voorheen NEN-EN 45013, TOP B.V. opleidingstraject)
(Kenteq- of bedrijfscertificaat: Deltalinqs opleidingstraject)
Als u in het bezit bent van een KIWA certificaat, welke bezit u? Als u in het bezit bent van een Kenteq certificaat, welke bezit u?
Ja / Nee 1-2 / 3-5 / 6-15 / 15 of meer Ja / Nee Ja / Nee Kenteq / KIWA Anders namelijk: ………... Instap/ Basis/ Gevorderd/ TenTorc
De volgende vragen gaan over de situatie zoals u die aantreft vóórdat u de flensverbinding gaat sluiten (vast maken):
Het komt regelmatig voor dat ik een flens moeilijk kan sluiten (vast maken)
Zo ja, geef aan wat de belangrijkste oorzaken zijn (meerdere antwoorden mogelijk)
Het komt regelmatig voor dat ik een flensverbinding moeilijk kan openen (los maken)
Als de flensdelen scheefstand (niet evenwijdig) vertonen wordt er altijd gemeten (in mm) hoeveel de afstand bedraagt.
Scheefstand wordt gecorrigeerd doormiddel van de volgende methode(n) (meerdere antwoorden mogelijk)
Als de afstand tussen de twee flensdelen te groot is, wordt dit aangepast door de volgende methode(n) (meerdere antwoorden mogelijk)
O O O O O
….. % Flenzen niet evenwijdig ….. % Afstand flenzen te groot ….. % Afstand flenzen te klein ….. % Bereikbaarheid flens ….. % Boutgaten niet recht tegen over elkaar
O O O O O
O O O O O
O - d.m.v. flenzenspreider O - beperkt en gericht aanhalen van de moeren
O - aanpassen van de constructie O - methode vormend sluiten O - anders, namelijk:
………. O - naar elkaar toe trekken van de twee flensdelen d.m.v. krachtwerktuigen
O - naar elkaar toetrekken van de
A B C D E
Kruis het vakje aan en geef u waardeoordeel!
(Kruis aan wat van toepassing is) Correcties op deze manier aangeven:
A = volledig van toepassing O O O O O
B = gedeeltelijk van toepassing
C = matig van toepassing De onderstreepte is juist D = niet van toepassing
Ruimte voor opmerkingen / aanvullingen ten aanzien van de vragen: ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ……… ………
De volgende vragen gaan over de montage van de flensverbinding:
Bij het aanhalen van de bouten van een flensverbinding werk ik altijd met een momentsleutel
Als er zichtbare gebreken zijn aan een flens wordt de flens niet gesloten
Bij het aanhalen van de flensbouten controleer ik altijd de boutspanning
Ik sluit een flens altijd kruiselings
Ik maak altijd gebruik van beperkte aanhaalmomenten
Tijdens het aanhalen van een flens komt het nooit voor dat deze scheeftrekt
Een pakking (afdichting) wordt nooit meerdere keren gebruikt Ik zorg altijd dat de pakking die ik gebruik schoon is
Na het sluiten wordt er altijd gecontroleerd of de flens voldoende gesloten is en dus geen lekkage vertoont
Er wordt naast zichtbare lekkage ook gecontroleerd op niet zichtbare lekkage
Als de flens na het sluiten nog lekt haal ik de bouten opnieuw aan Ik acht mijn kennis om op een zorgvuldige manier een flens te
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O A B C D E
Kruis het vakje aan en geef u waardeoordeel!
(Kruis aan wat van toepassing is) Correcties op deze manier aangeven:
A = volledig van toepassing O O O O O
B = gedeeltelijk van toepassing
C = matig van toepassing De onderstreepte is juist D = niet van toepassing
De volgende vragen gaan over de instructies / procedures die u krijgt ten aanzien van het sluiten van flenzen:
HARTELIJK BEDANKT VOOR UW MEDEWERKING
- EINDE -
Mijn werkgever wijst mij op het nut van het goed sluiten (vast maken) van flensverbindingen
De procedures / instructies die het bedrijf geeft ten aanzien van het sluiten van flenzen zijn bij mij bekend
Ik krijg uitgebreide instructies om een flens op een goede manier te sluiten
Ik krijg altijd informatie t.a.v. welk smeermiddel ik voor de bouten moet gebruiken
Ik krijg altijd instructies over wanneer ik een flens moet afkeuren Deze instructies zijn voor mij altijd toegankelijk
Ik krijg altijd informatie over het juiste aanhaalmoment om een flens te sluiten
De veiligheidsmaatregelen ten aanzien van het sluiten van een flens zijn mij bekend
Ik heb wel eens te maken gehad met een calamiteit (b.v. blow-out) met betrekking tot een flensverbinding
Ik acht de procedures / instructies die ik krijg voor het sluiten van flenzen van voldoende kwaliteit
Tijdens het in bedrijf zijn van de fabriek wordt er steekproefsgewijs gecontroleerd op niet zichtbare lekkage van flenzen
Er is altijd toezicht op of een flens zorgvuldig gesloten is / wordt
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O A B C D E
(Kruis aan wat van toepassing is) Correcties op deze manier aangeven:
A = volledig van toepassing O O O O O
B = gedeeltelijk van toepassing
C = matig van toepassing De onderstreepte is juist D = niet van toepassing
Bijlage 2: interviewschema
Interviewverloop:Dit interviewverloop is op basis van het ontworpen conceptueel model. Naar gelang de
expertise van de geïnterviewde kan er een keuze worden gemaakt welke variabelen behandeld worden. De vragen die hier worden genoemd zijn uitsluitend als richtlijn bedoeld. Het is een open interview!
Onderhoud & montage flensverbindingen (begin):
- In hoeverre is het noodzakelijk te werken met flensverbindingen in pijpleidingsystemen?
- Bent u op de hoogte van de hoeveelheid diffuus lekverlies aan ‘koude’ verbindingen?
Gereedschappen:
- Met welke gereedschappen wordt er aan flensverbindingen gewerkt? - Wat is de kwaliteit van deze gereedschappen?
- Met welk gereedschap wordt de juiste pakkingdruk gerealiseerd?
Flensmonteur:
- Wordt er in de industrie gewerkt met opgeleide monteurs? (welke opleiding etc.) - Hoe schat u de kennis in van de gemiddelde flensmonteur op het gebied van
flensverbindingen
- Hoe schat u het niveau in van de gemiddelde flensmonteur met betrekking tot het sluiten van flensverbindingen?
- Wordt een pakking meerdere keren gebruikt, welke wordt gebruikt en hoe wordt hij gemonteerd?
- Worden bouten en moeren meerdere keren gebruikt en hoe worden deze gemonteerd?
Montagesituatie:
- Hoeveel flenzen kunnen moeilijk worden gesloten?
- Welke redenen heeft dit: scheefstand (niet parallel), boutgaten niet tegen over elkaar, afstand flensdelen?
- Welke instructies krijgt een flensmonteur ten aanzien van het sluiten van flensverbindingen?
- Weten de flensmonteurs welke aanhaalmomenten ze moeten gebruiken?
- Welke eisen en normeringen worden vanuit de overheid en vanuit het bedrijf gesteld aan de onderdelen die worden gebruikt bij een flensverbinding? (bouten, pakkingen etc.)
- Welke instructies zijn er ten aanzien van de installatie van deze onderdelen? - Zijn de instructies / procedures altijd voor de flensmonteur toegankelijk?
Toezicht:
- Hoe wordt er toegezien opdat een flensverbinding volgens de instructies gesloten wordt?
- Hoe wordt er gecontroleerd of flensverbindingen gesloten zijn: zowel visueel als lektesten?
- Wat is de frequentie hier van?
- Hoe wordt er toezicht gehouden of de juiste pakkingen worden gebruikt?
Normeringen / eisen:
- Welke normeringen zijn er (overheid, bedrijfsleven) ten aanzien van de flensverbinding? (monteur, ontwerp etc. etc.)
- Welke beperkingen zijn er aan de hoeveelheid uitstoot ten aanzien van V.O.S.? - Hoe wordt dit gemeten en hoe wordt ermee omgegaan?
Onderhoud & montage flensverbindingen (eind):
- Denkt u dat er een kwaliteitsslag kan worden gemaakt ten aanzien van flensverbindingen?
- Weegt dit op tegen de kosten die aan deze kwaliteitsverbetering ten grondslag liggen?
Contactgegevens:
H.J. Loman i.s.m. de Rijksuniversiteit Groningen Nieuwe Boteringestraat 38a
9712 PM Groningen (T) 06 – 41312488
Bijlage 3: gegevens enquête
Aantal bedrijven: 9
Soort bedrijven: Contractor: 3
Installatie-eigenaar: 4
Uitzendbureau: 2
Aantal enquêtes: 47
ENQUETE (gemiddelden en standaarddeviatie):
Gem. St. dev. cat1+2 cat3+4 st 1+2 st 3+4 cat1+2 cat3+4 st 1+2 st. 3+4
1 2 3 4 5 6 7 8 2,74 0,93 9 10 2,62 0,90 11 2,70 1,53 12 13 14 2,23 1,16 15 2,13 0,97 16 3,19 1,01 17 2,11 1,27 18 3,15 1,27 19 1,09 0,28 20 2,66 1,13 2,50 2,52 1,29 1,24 2,80 2,79 1,48 0,80 21 2,04 0,95 1,75 2,00 0,96 1,00 2,20 2,14 0,45 1,10 22 2,49 1,54 3,50 2,04 1,73 1,40 2,80 2,93 1,79 1,54 23 1,09 0,35 1,50 1,09 1,00 0,29 1,00 1,00 0,00 0,00 24 1,43 0,85 1,50 1,43 1,00 0,73 1,00 1,43 0,00 1,09 25 2,51 1,14 2,50 2,52 1,73 1,12 1,60 2,79 0,55 1,12 26 1,83 1,01 2,25 1,96 0,50 1,07 1,20 1,71 0,45 1,14 27 1,62 1,01 2,50 1,48 1,73 0,90 1,80 1,43 0,84 0,94 28 1,53 0,88 3,00 1,43 1,41 0,73 1,40 1,36 0,89 0,63 29 2,06 1,19 1,50 2,22 0,58 1,24 1,20 2,36 0,45 1,28