• No results found

Harde aanpak brievenbusfirma’s is nodig

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Harde aanpak brievenbusfirma’s is nodig"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

Harde aanpak brievenbusfirma’s is nodig

Cremers, Jan

Published in:

Zeggenschap: Tijdschrift over Arbeidsverhoudingen

Publication date:

2017

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Cremers, J. (2017). Harde aanpak brievenbusfirma’s is nodig. Zeggenschap: Tijdschrift over

Arbeidsverhoudingen, 2017(1), 32-34.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

LuxLeaks en andere spectaculaire onderzoekspublicaties). De OESO spreekt in dit verband van ‘papieren gen, schelpfirma’s, geldkistbedrijven, oftewel ondernemin-gen die zijn opgezet op basis van de minimale vereisten inza-ke organisatie en registratie in een bepaald land. De feitelij-ke commerciële activiteiten vinden plaats in een ander land.’ Deze definitie is thans algemeen in gebruik in de meeste OESO-landen en wordt ook door de EU gebruikt bij schoor-voetende maatregelen tegen belastingparadijzen.



De constructies worden opgezet om vennootschapsbelas-ting te ontduiken en, zo blijkt uit de publicaties, ook ver-mogensbelasting vormt een belangrijk motief. De con-structies zijn en worden gepromoot (en deels opgericht en beheerd) door trusts en grote namen uit de wereld van de business consultants.

Intussen is het gebruik echter ‘gedemocratiseerd’ en kunnen door het dereguleren van het ondernemingsrecht in Europa

           



 



Jan Cremers is als onderzoeker bij de Tilburg Law School verbonden aan het INT-AR project. Doelstelling is de internationalisering van de Neder-landse arbeidsmarkt en de grensoverschrijdende arbeidsrekrutering te analyseren en te documenteren.

Harde aanpak

brievenbusfirma’s

is nodig

B

Brievenbusconstructies worden opgezet voor meer dan een reden. De afgelopen jaren is een hele industrie ontstaan van bedrijfsadviseurs die, in de zoektocht naar goedkope arbeid, kunnen uitleggen welke mogelijkheden van grensoverschrij-dende rekrutering van arbeid volkomen legaal kunnen wor-den benut. Of deze constructies ook moreel verantwoord zijn, staat daarbij meestal niet ter discussie.

Het idee dat brievenbusconstructies gebruikt kunnen wor-den voor malafide praktijken is van relatief recente datum. Enkele decennia terug werd voor het eerst melding gemaakt van (overzeese) postbussen die in belastingparadijzen bleken te zijn gevestigd. En nog steeds gaat de grootste aandacht uit naar het gebruik van dit soort constructies bij de zoge-naamde ‘fiscale optimalisering’ (getuige de Panama-papers,

Harde aanpak

brievenbusfirma’s

is nodig

(3)

33

Zeggenschap 1-2017

ook kleinere spelers handig gebruik maken van buitenland-constructies. De postbusfirma heeft zo’n vijftien jaar geleden haar entree gemaakt op het terrein van de sociale zekerheid en de arbeidsvoorwaarden. Dit leidde tot een nieuwe vorm van regime-shopping op de Europese binnenmarkt. De FNV spreekt in dit verband van een verdienmodel. Een van de eerste bedrijfstakken waar gretig gebruik werd gemaakt van de mogelijkheid te werken met buitenlandse constructies was de transportsector, zowel bij het ‘omvlaggen’ van sche-pen als bij de oprichting van dochters die uitsluitend dienden om verplichtingen in het land van oorsprong te omzeilen. De Europese discussie over dit verdienmodel kwam goed op gang bij de discussie over de Dienstenrichtlijn van Eurocom-missaris Bolkestein. Vooral vanuit de Europese vakbeweging werd gewezen op de risico’s bij de ongebreidelde vrije dienstverlening indien deze vrije dienstverlening de moge-lijkheid zou scheppen met buitenlandse entiteiten een markt te betreden zonder de verplichting de werklandbeginselen na te leven. Gevreesd werd voor misbruik, dat zich zou toe-spitsen op het ontduiken van loon en arbeidsvoorwaarden, sociale bijdragen en andere verworvenheden (‘sociale dum-ping’). Destijds werd er al op gewezen dat de bevoegdhe-den van nationale inspecties en andere nalevingsorganen vaak eindigen bij de territoriale grenzen.

In een onderzoek van de Stichting Onderzoek Multinatio-nale Ondernemingen (SOMO) in opdracht van het EVV1

wordt het fenomeen als volgt omschreven: ‘Bij een brie-venbusconstructie handelt het zich om een onderneming die zich vestigt in een EU-lidstaat terwijl de feitelijk werk-zaamheden worden uitgevoerd in een of meerdere andere lidstaten, met het oogmerk de toepasselijke wettelijke en sociale verplichtingen te omzeilen (belasting, lonen en ove-rige arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheidsbijdragen).’



Bij de controle op de naleving van rechtmatig handelen van een onderneming doen zich verschillende problemen voor: • Er bestaat geen eenduidige definitie van de rechtmatige onderneming, noch in Nederland, noch op EU-niveau. Ieder land heeft eigen regels, bovendien verschillen de definities, voor zover aanwezig, per beleidsterrein.

• De deregulering van het ondernemingsrecht heeft er voor gezorgd dat ondernemingen zonder al te veel plichtplegingen kunnen worden opgezet. Een bezoek aan zoekmachines op internet (naar ‘ready made compa-nies’) werkt zeer verhelderend.

• De vrije vestiging die in de EU geldt, in combinatie met het vrij verkeer van diensten, maakt het mogelijk dat deze ondernemingen vervolgens overal hun diensten kunnen aanbieden. Het Europese Hof en de Europese Commissie zien er ook nauwlettend op toe dat lidstaten niet te veel barrières opwerpen voor ‘buitenlandse’ dienstverleners.

• De bevoegdheden van bijvoorbeeld de inspectiedien-sten houden op bij de landsgrenzen. Zodra in de relatie tussen een werkgever en een werknemer een tussencon-structie in het buitenland wordt geschoven, wordt de inspectie afhankelijk van buitenlandse diensten.

• De bevoegdheden van het werkland om een elders gere-gistreerd bedrijf te controleren op rechtmatigheid, en bij ernstige indicaties van de markt te weren, zijn te beperkt. • De EU kent geen register van ondernemingen, laat staan een Europese lijst met bedrijven die in een lidstaat zijn veroordeeld vanwege onoorbare sociale praktijken.



In een nog lopend onderzoek naar de nalevingsonderzoeken die in het kader van het Sociaal Akkoord 2013 zijn uitgevoerd (dat in het voorjaar zal verschijnen) wordt duidelijk wat dit betekent. Een belangrijk deel van de in Nederland gemelde buitenlandconstructies blijkt vanuit Nederland opgezet, al dan niet met buitenlandse katvangers. Dat is eigenlijk ook logisch, want het valt moeilijk te verwachten dat iemand uit de boerenbuiten in Roemenië of Cyprus weet heeft van de behoefte op de Nederlandse arbeidsmarkt. Als je wat verder zoekt in de binnen- en buitenlandse registraties van bedrij-ven kom je na enig zoeken vaak uit bij een Nederlandse directeur-eigenaar. In een geval wist de enig directeur-eige-naar van een Nederlandse en een buitenlandse BV, in het bij-zijn van bij-zijn advocaat, haarfijn uit te leggen dat de inspectie voor vragen over de buitenlandse dochter toch echt in dat betreffende land navraag moest gaan doen.

>>>

(4)

34 Zeggenschap 1-2017

En voor zover er regels zijn, is het de vraag in hoeverre Nederland daar iets mee doet. In een eerder artikel over schijnconstructies in de transportsector maakte ik melding van de Cyprus route2. De betreffende onderneming, een

bureau dat chauffeurs en eigenrijders op hun payroll zet en daarmee administratief naar Cyprus verplaatst, is nu diverse malen door zowel de Sociale Verzekeringsbank als de rech-ter aangemerkt als een schijnconstructie. Raadpleging van het register van de KIWA, de organisatie die in Nederland de vergunning voor de toegang tot het internationaal weg-transport verzorgt, toont echter aan dat deze onderneming nog steeds beschikt over een zogenaamde

aanwijzingsbe-schikking. Met die legitimering biedt het bedrijf nu dezelfde dubieuze constructies en werft hiervoor onder andere Belgi-sche chauffeurs aan. Het probleem dat zich hier voordoet is tweeledig. Enerzijds werken sancties op basis van overtre-dingen in het sociale domein niet door op het terrein van het ondernemingsrecht, dat is een nationaal probleem dat door de verkokering (en de versoepeling van de toegang tot de markt) niet een, twee, drie is op te lossen. Anderzijds hebben dergelijke sancties ook geen directe grensoverschrijdende werking en is het dus mogelijk om elders op dezelfde manier weer aan de slag te gaan (zoals ook enkele voorbeelden in de Eemshaven hebben aangetoond).



De gesignaleerde gebrekkige aansluiting van de nationale en EU-wetgeving op de verschillende beleidsterreinen, in combinatie met de beperkte grensoverschrijdend be-voegdheden, hebben de weg vrij gemaakt voor brieven-busfirma’s die à la minute kunnen worden opgericht overal

in Europa, die verdwijnen over de grenzen bij vermoedens van misbruik en zich op die wijze onttrekken aan vervol-ging, die gemakkelijk failliet gaan en vervolgens even zo gemakkelijk weer terugkomen in een andere gedaante (het vervolgde AFMB heeft inmiddels een nieuwe loot aan de stam in Cyprus: AFMB II). Zo wordt ogenschijnlijk effectie-ve controle op de naleving ongedaan gemaakt door het feit dat een strenge aanpak op het ene beleidsterrein niet seri-eus wordt genomen op het andere beleidsterrein. Dit leidt ook tot oneerlijke concurrentie met bedrijven die de werk-geversrol en de bijkomende verplichtingen wel serieus nemen. En de ondernemingsadviseurs die kunnen uitleg-gen dat dit allemaal wettelijk is toegestaan (en die vaak aan de wieg staan van de constructie) varen er wel bij. Het is hard noodzakelijk dat dwars door de verkokering heen actie wordt ondernomen. Bedrijven die worden ver-oordeeld vanwege sociale fraude moeten van de markt worden verwijderd. Dat kan door uitsluiting of intrekking van vergunningen, door het weren bij aanbestedingen en door het opstellen van een duidelijk register met malafide ondernemingen. Werkgevers moeten ook durven in eigen kring schoon schip te maken.

Op Europees niveau dient, opnieuw dwars door de beleids-terreinen heen, geregeld te worden dat, bij een beroep op vrije vestiging en vrij verkeer van diensten, de bevoegdheid om te oordelen of dit allemaal rechtmatig gebeurt eerst en vooral ligt bij de verantwoordelijke instanties in het werk-land. Dat vereist nogal wat aan reparatiewetgeving, op soci-aal terrein (coördinatie sociale zekerheid, grensoverschrij-dende detachering van werknemers), maar net zo goed op het terrein van het ondernemingsrecht (centrale registers, het werkland is partij bij de intrekking van vergunningen en licenties, heeft het recht het bonafide karakter na te gaan en heeft de bevoegdheid om bij twijfel bedrijven te weren). Het Europees Parlement kan daar een mooi begin mee maken bij de thans lopende herziening van de Detacheringsrichtlijn.

Noten

1 https://www.etuc.org/press/letterbox-type-practices-avoiding-taxes-and-exploiting-workers-across-eu#.WKr_j3_FASV.

2 Jan Cremers, ‘Schijnconstructies in het internationale wegtransport’, Zeg-genschap nr. 1/2014







Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het leven, handelen en wandelen van een begenadigde ziel, gelijk het een voorwerp van Gods verkiezing en gekochte door het bloed van de Zaligmaker betaamt, betonende

Hij die spreekt over liefde tot alle mensen, die zegt dat God de mens nooit gemaakt heeft om hem te verdoemen, maar dat alle mensen zalig zullen worden door de algemene verzoening,

a. Het natuurlijke geweten kan soms wel aanmoedigen tot dezelfde zaken als de Geest, maar niet uit hetzelfde beginsel. Het natuurlijk geweten is een aansporing tot

Onderwerp: Oproep van de Stichting van het Onderwijs: 'Investeer in onderwijs maar dan ook echt!' Geachte fractievoorzitters van de politieke partijen en woordvoerders van de

Voor zover de aanvragen voor een omgevingsvergunning betrekking hebben op een bouwactiviteit, kunnen deze worden voorgelegd aan de commissie Stedelijk Schoon Velsen.

Burgemeester en Wethouders van Velsen maken met inachtneming van artikel 139 Gemeentewet bekend dat de raad van Velsen in zijn vergadering van 9 september 2010 heeft besloten:. -

En geld is nu eenmaal nodig voor een Stadsschouwburg, die niet alleen een goed gerund be- drijf dient te zijn maar tevens dienst moet doen als culture-. le tempel en

De Koninklijke Nederlandse Bil- jart Bond (KNBB), vereniging Carambole, zoals dat met in- gang van 1 januari officieel heet, heeft besloten om voor het eerst met deze