1
Organisatie- en functieprofiel
Directeur
Samenwerkingsverband Twente Noord 23-01
voor primair en speciaal (basis)onderwijs
2
Inhoud
Vooraf ... 3
Wie zoeken wij? ... 3
Sollicitatieprocedure ... 3
Informatie ... 3
Indienen sollicitatie ... 3
Procedure ... 4
Planning ... 4
Organisatieprofiel ... 4
Functieprofiel ... 8
Context ... 8
Werkzaamheden ... 8
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden ... 10
Kennis en vaardigheden ... 10
Contacten ... 11
Beloning ... 12
Beoordelingskader directeur SWV Twente Noord PO ... 12
3
Vooraf
Het bestuur van Samenwerkingsverband Twente Noord PO start een sollicitatieprocedure voor de functie van directeur. De huidige directeur zal per 1 oktober 2020 vanwege pensionering vertrekken.
Samenwerkingsverband Twente Noord is een vereniging voor Passend Onderwijs.
De schoolbesturen van het basisonderwijs/primair onderwijs (PO), het speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO cluster 3 en 4) in de
gemeenten Tubbergen, Almelo, Wierden, Twenterand, Hellendoorn en Rijssen-
Holten werken samen aan de opdracht van Passend Onderwijs. Dit doen ze binnen het kader van de wet op Passend Onderwijs.
Per schooljaar 2020-2021 zal een nieuw bestuur aantreden, dat een brede afspiegeling is van de leden van het samenwerkingsverband, de schoolbesturen PO en S(B)O in de regio Twente Noord. Ook zal de algemene ledenvergadering aangevuld worden met 2
onafhankelijke toezichthouders.
Wie zoeken wij?
Het Samenwerkingsverband Twente Noord PO is op zoek naar een op inhoud en visie verbindende directeur en krachtige leider. De directeur is een enthousiaste en betrokken leidinggevende met een aantoonbare passie voor passend onderwijs en voor de
doelgroep, leerlingen die meer nodig hebben om goed te gedijen op een passende onderwijsplek. De directeur is nieuwsgierig, met een oprechte interesse in anderen.
Hij/zij handelt koersvast vanuit een intrinsieke betrokkenheid, waarbij hij/zij soepel weet te schakelen tussen strategisch, tactisch en operationeel niveau. Kwaliteiten waar de nieuwe directeur over beschikt zijn:
o gerichtheid op mensen;
o communicatief sterk en diplomatiek;
o bestuurlijke en politieke sensitiviteit;
o procesgericht persoonlijk leiderschap;
o relatiegericht en toegankelijk, zowel intern als extern;
o ondersteunend, coachend leiderschap;
o daadkrachtig en handelend.
Sollicitatieprocedure
Informatie
Voor meer informatie kan contact opgenomen worden met:
R.J.M. Benneker, voorzitter bestuur SWV Twente Noord: 06-30414580
Indienen sollicitatie
U kunt uw uitgebreide CV met motivatiebrief inzenden tot uiterlijk 10-01-2020 naar secretariaat@swv-twentenoord.nl
4
Procedure
De sollicitatiegesprekken zullen plaatsvinden op vrijdag 31 januari 2020.
Er zal een gesprek plaatsvinden met een afvaardiging van het bestuur, de sollicitatiecommissie.
Een tweede gesprek zal plaatsvinden met collega’s uit het samenwerkingsverband, de benoemingsadviescommissie.
Uiterlijk 6 februari 2020 zal de sollicitatiecommissie besluiten over de uitkomst van de gesprekken.
Een ontwikkel assessment zal deel uit maken van de procedure.
De aanstelling start per 1 september 2020.
Planning
Belangrijke data:
§ Sluitingsdatum inzenden brieven: 10-01-2020
§ Voorselectieronde: week van 13 januari 2020
§ Sollicitatiegesprekken: 31-01-2020
§ Assessment: februari 2020
§ Besluit benoeming: eind februari 2020
Organisatieprofiel
Het samenwerkingsverband (SWV) is georganiseerd als een vereniging en draagt de naam: “Samenwerkingsverband Twente Noord PO”.
Leden van het SWV zijn de besturen van de basisscholen en de scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) die in de regio Twente Noord gevestigd zijn. Ook de besturen van scholen voor speciaal onderwijs (SO), behorend tot cluster 3 en 4, zijn lid.
In de algemene ledenvergadering (ALV) overlegt elk bestuur vanuit een eigen
schoolbestuurlijk belang, maar ook vanuit het maatschappelijke belang rond passend onderwijs.
Het bestuur van het SWV heeft de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de wettelijke taken en moet verantwoording kunnen afleggen aan stakeholders (waaronder overheid, inspectie) over de besteding van de middelen en de daarmee bereikte
resultaten.
In de ALV is ieder bestuur vertegenwoordigd door een bestuurder. De ALV ziet toe op de naleving van de wettelijke verplichtingen en het maatschappelijke belang. Ook
beoordeelt zij de begrotingen en het jaarverslag.
Jaarlijks wordt ten minste één algemene vergadering gehouden.
De volgende 20 besturen maken deel uit van het SWV.
1. Attendiz 2. Aquila
3. Stichting Speciaal Onderwijs Twente en Oost Gelderland 4. Ver PC BSO
5. S.C.O. De Roerganger
6. Stichting Vrijescholen Athena 7. VGPO De Oosthoek
8. Vereniging voor PC-onderwijs te Holten 9. PCBO Vroomshoop
10. Verion
11. Stichting ROOS 12. Quo Vadis
13. Stichting PC Onderwijs Noord Twente 14. Stichting Ieder Kind Telt CPO
15. Vereniging voor PC PO te Rijssen
5 16. TOF Onderwijs
17. SCO Twenterand e.o.
18. Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand 19. Stichting OPOA
20. SOCA
De veerkracht van het SWV ontstaat door te werken vanuit de principes:
o liever kleinschalig en nabij organiseren dan groot en veraf o liever eenvoudig dan complex organiseren
o liever decentraal ruimte geven dan centraal deze ruimte te beperken
o oplossingen ontstaan door ruimte voor improvisatie bij de uitvoering te geven i.p.v. bureaucratie leidend te laten zijn
Het thema voor 2018-2022 is:
“Samen voor Passend onderwijs:
van centrale afstemming naar decentrale kracht”
Belangrijke ontwikkelingen in de periode 2018-2022 zijn:
1. De bestuurssamenstelling, bestuursgrootte en de onafhankelijkheid van het toezicht wordt geëvalueerd en aangepast aan de ontwikkeling van het SWV en de landelijke actualiteit en regelgeving.
2. De afdelingenstructuur maakt plaats voor een structuur van bestuurlijke netwerken.
Netwerkcoördinatoren behouden de coördinerende rol naar de bestuurlijke
netwerken. Verantwoordelijkheden en taken van deze coördinatoren worden opnieuw vastgesteld en afgestemd op de nieuwe organisatiestructuur.
3. De huidige afspraken over de basisondersteuning, het SOT en de concepten HIA met de onafhankelijk trajectbegeleider worden gehandhaafd. Toegewerkt wordt naar kwalitatief uitstekend functionerende SOT’s. De relatie van het SWV t.a.v. de afgifte van toelaatbaarheidsverklaringen met deze SOT’s wordt drempelloos afgestemd op de procesbegeleiding door het SWV via onafhankelijke trajectbegeleiding. Deze
afstemming is een ontwikkeling vanuit twee richtingen, SWV en scholen.
4. Het behoud van expertise is van belang. Echter zal de afbouw van het Expertise- en Dienstenteam (E&D) vanuit de zware ondersteuningsmiddelen (ZO) halverwege deze planperiode feitelijk worden. Ook bij de omvang van de formatie voor schoolcoaches via de lichte ondersteuningsmiddelen (LO) wordt kritisch gekeken naar behoud van expertise en de noodzakelijke caseload.
5. Bij de verdeling van de ZO en LO middelen, verkregen via OC&W, wordt toegewerkt naar het schoolmodel voor beide systemen. Besturen worden vanuit het SWV gefinancierd voor ZO en LO. Afdelingen als tussen-financieringsvorm worden opgeheven.
6. De huidige bekostiging van het SBO via de afdelingenstructuur wordt geëvalueerd. De wijze van financiering wordt aangepast aan de wijze van beschikken door OC&W. Het systeem van intern grensverkeer tussen afdelingen wordt losgelaten.
7. Om in tijden van krimp de dekkendheid van het aanbod te handhaven, is
samenwerking tussen SO en SBO belangrijk. Schooldirecteuren van het SO en SBO dragen ideeën aan voor deze samenwerking. Initiatieven voor nieuwe samenwerking worden door het SWV ondersteund.
8. S(B)O’s ontwikkelen in samenwerking met het BaO een actief doorplaatsingsbeleid en werken dit uit in procedures.
9. De samenwerking tussen onderwijs en gemeentelijke jeugdhulp wordt op diverse niveaus strategisch, tactisch en operationeel gestimuleerd. Streven is om de afstemming zodanig in te richten, dat leerlingen, ouders en leerkrachten maximaal profijt hebben van de inzet van financiële en formatieve ondersteuning.
10. Een goede en efficiënte afstemming tussen medewerkers van jeugdhulporganisaties en het E&D team wordt besproken en ontwikkeld met deze organisaties en de gemeenten.
6 11. Maatschappelijke ontwikkelingen hebben invloed op passend onderwijs. Pestgedrag,
integratie, zorgtaken, achterstandenbeleid, verbindingen met jeugdhulp,
gezinsproblematiek, de inclusieve samenleving: scholen worden van meerdere kanten aangemoedigd om hun functie te verbreden. De landelijke en lokale politiek speelt daar een rol in, maar ook ouders verwachten meer van scholen. Soms wordt gesproken over de grenzen die er zijn aan de maatschappelijke opdracht van de school. Het bestuur wil oog hebben voor de posities van scholen in dit
maatschappelijke krachtenspel en daar bij de uitwerking van passend onderwijs op anticiperen.
Missie, visie en doelen
De missie van het SWV is, het zodanig ondersteunen van de scholen dat leerlingen met specifieke ondersteuningsbehoeften een ambitieus ontwikkelperspectief geboden wordt en een ononderbroken ontwikkeling kunnen doorlopen. Dit op een voor de leerling zoveel mogelijk passende onderwijsplek. Alle leerlingen krijgen een passend onderwijs aanbod dat zo inclusief mogelijk, zo licht mogelijk, zo dichtbij mogelijk wordt georganiseerd in samenwerking met betrokken onderwijs- en jeugdhulppartners.
De besturen, scholen en het SWV maken dit mogelijk door:
a) De standaarden basisondersteuning1 van het SWV te onderschrijven en deze actief in de praktijk te brengen.
b) De principes volgens handelingsgericht werken en handelingsgericht integraal arrangeren in praktijk te brengen.
c) Een goede en productieve relatie tussen school en ouders te realiseren: ouders als opvoedkundig partner betrekken bij onderwijskundige en pedagogische vragen rondom hun kind.
d) De ambities m.b.t. Passend Onderwijs te verwoorden in het
schoolondersteuningsprofiel (SOP) en deze ambities planmatig uit te werken.
e) Leerkrachten te ondersteunen en te stimuleren actief te werken aan verdere
professionalisering volgens de standaarden basisondersteuning, inspectienormen en het SOP van de school.
f) Met de beschikbare middelen gezamenlijk te zorgen voor een dekkend netwerk van arrangementen, waarbinnen optimaal rendement voor leerling en leerkracht kan worden gerealiseerd.
g) Proactief de deskundigheid van alle partners in en buiten het SWV aan te wenden om voor iedere leerling een passend arrangement mogelijk te maken.
h) De noodzakelijke expertise te betrekken, te ontwikkelen en te borgen zodanig dat leerlingen, leerkrachten en scholen de missie uit kunnen voeren.
i) Zorgmiddelen efficiënt en transparant toe te delen zodat leerkrachten en leerlingen hier optimaal profijt van hebben.
Het SWV werkt bovenstaande missie en visie in de komende planperiode uit door de volgende ambities en doelen te stellen:
1. Het uiteindelijke doel is het opvangen van zoveel mogelijk leerlingen in de reguliere school in een zo inclusief mogelijke situatie. Het bestuur hanteert hier de landelijke deelname-gemiddelden (2017) als streefdoel. De totale deelname aan het SBO is daarom niet hoger dan 2,0%. Voor het SO is deze deelname eveneens niet hoger dan 2,0%.
2. Voor leerlingen die zeer speciale onderwijsbehoeften kennen en voor leerlingen die het geven van goed onderwijs aan andere leerlingen in ernstige mate belemmeren organiseert het SWV een dekkend geheel van speciale basisscholen, speciale scholen en arrangementen.
1De standaarden basiszorg uit het referentiekader en die van de kwaliteitszorg volgens inspectienormen zijn als vanzelf ook een basisnorm.
7 3. Het SWV heeft een budget van € 300.000 voor het toekennen van
onderwijszorgarrangementen (OZA). Doel van deze OZA’s is inclusief, thuisnabij, aangepast regulier onderwijs te stimuleren voor leerlingen die vanwege hoofdzakelijk fysieke of medische beperkingen extra ondersteuning nodig hebben.
4. Mede vanwege de regionale krimp en de verminderde deelname aan het S(B)O zullen besturen, daar waar nodig nieuwe samenwerking tussen scholen stimuleren. Dit om het dekkende aanbod blijvend te garanderen.
5. Het SWV richt een centraal gestuurd Expertise en Dienstenteam (E&D) in. Dit team van schoolcoaches werkt vraaggericht en schoolnabij. Het team ondersteunt de schoolontwikkeling richting passend onderwijs en faciliteert de professionalisering van de leerkrachten. De werkwijze is in hoofdzaak gericht op preventieve activiteiten, die schoolontwikkeling stimuleren. De methodiek die gevolgd wordt in de begeleiding is die van resultaat gericht coachen en adviseren. De samenstelling en omvang van het E&D is flexibel. Expertise uit SBO en SO komen samen in dit team. De omvang van het team (ZO en LO medewerkers) zal vanaf 2020 ongeveer 8 fte’s bedragen.
6. Het SWV hanteert de werkwijze van HIA met ondersteuning van een onafhankelijk trajectbegeleider bij de toewijzing van extra ondersteuning (o.a. afgifte TLV). De omvang van het team van trajectbegeleiders wordt steeds afgestemd op het aantal verzoeken van scholen om ondersteuning.
7. Schoolondersteuningsteams (SOT’s) professionaliseren zich meer en meer.
Bekendheid en vaardigheid met de wijze van handelingsgericht integraal arrangeren is meer en meer geïntegreerd in het SOT. Een goede flexibele afstemming met het SWV bij de inzet van de trajectbegeleider zal een positieve ontwikkeling doormaken, waarbij het kwalitatief goed functionerend SOT ruimte krijgt bij deze afstemming.
8. Het SWV stemt op strategisch, tactisch en operationeel niveau goed af met de gemeentelijke jeugdhulp.
9. Afstemming met de gemeenten vindt op uitvoeringsniveau plaats in de SOT’s. De gemeenten faciliteren het SOT door een schoolmaatschappelijk werker beschikbaar te stellen. Ook nemen regisseurs en jeugdconsulenten indien van toepassing deel aan het SOT.
10. Het SWV organiseert professionaliserings- en inspiratiebijeenkomsten voor de medewerkers.
Zie ook: www.swv-twentenoord.nl
8
Functieprofiel
Directeur samenwerkingsverband Twente Noord PO Context:
De werkzaamheden worden verricht binnen het Samenwerkingsverband Twente Noord PO 23-01. Het samenwerkingsverband is een vereniging waarbij 19 schoolbesturen (met 107 scholen) zijn aangesloten vanuit het primair onderwijs en het speciaal
(basis)onderwijs.
Het samenwerkingsverband heeft als belangrijkste wettelijke taak het bieden van een samenhangend geheel van ondersteuningsvoorzieningen binnen en tussen de in het gebied gelegen scholen. Daartoe realiseert het SWV dat zoveel mogelijk van de in de regio woonachtige leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doormaken en het SWV realiseert verder een zo passend mogelijke plaats in het onderwijs voor leerlingen die extra ondersteuning behoeven.
De vereniging kent als organen de algemene ledenvergadering (de 19 schoolbesturen) en het dagelijks bestuur van de vereniging. De 19 schoolbesturen zijn verdeeld in
netwerken. De verbinding met de netwerken verloopt via een netwerkcoördinator welke is vertegenwoordigd in het netwerkcoördinatorenoverleg. De algemene ledenvergadering functioneert als toezichthoudend orgaan voor het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur is belast met het vaststellen van het richtinggevende strategische beleid van het SWV en de in de statuten genoemde bestuurlijke taken en bevoegdheden. De algemene
ledenvergadering toetst het voorgenomen en ontwikkelde (strategische) beleid aan de algemene bestuurlijke kaders, waaronder de te bereiken kwalitatieve en kwantitatieve resultaten van het SWV.
De directeur van het SWV is door het dagelijks bestuur belast met (gemandateerde) bestuurlijke taken en bevoegdheden (met uitzondering van de aan het dagelijks bestuur voorbehouden taken), zoals het dagelijks leidinggeven aan het samenwerkingsverband, het voorbereiden en uitvoeren van het (strategisch) beleid en de activiteiten van het samenwerkingsverband. De directeur is bevoegd alle daarvoor noodzakelijke
(bestuurlijke) handelingen te verrichten. De directeur is verantwoordelijk voor de coördinatie van de voorbereiding en uitvoering van het beleid van de vereniging waaronder begrepen de taken van de schoolbesturen in overleg met de
netwerkcoördinatoren.
Ook het overleg met de gemeenten en de ondersteuningsplanraad van het SWV wordt door de directeur namens de vereniging gevoerd. De directeur dient de rollen van inhoudsdeskundige en innovatieve en proactieve vormgever van het
samenwerkingsverband met respect voor de autonomie van de leden van de vereniging op een verbindende wijze vorm te geven, binnen de aan hem haar gestelde kaders. De directeur legt verantwoording af aan het dagelijks bestuur van het
samenwerkingsverband.
Werkzaamheden
1. Is belast met strategische visieontwikkeling, voorbereiden, opstellen en initiëren van beleid door:
o het voorbereiden en uitvoeren van het strategisch meerjarenbeleid en advisering aan het bestuur over het scheppen (en verbeteren) van de nodige
randvoorwaarden;
o het, aan de hand van een eigen strategische visie, mede vormgeven aan en het doen van voorstellen aan het dagelijks bestuur voor het kwaliteitsbeleid en kwaliteitszorg, financieel beleid, organisatiebeleid, het communicatiebeleid en overige beleidsthema's die aandacht behoeven binnen het
samenwerkingsverband;
9 o het signaleren van relevante onderwijskundige, maatschappelijke en/of politiek-
bestuurlijke ontwikkelingen en tendensen, de effecten hiervan kunnen inschatten en deze vertalen naar beleidsvoorstellen;
o het gevraagd en ongevraagd verschaffen van informatie en advies over nieuwe ontwikkelingen op de korte en lange termijn aan het dagelijks bestuur en eventueel de afzonderlijke leden;
o het initiëren van een integraal ondersteuningsbeleid voor het
samenwerkingsverband en het terugkerend opstellen en/of bijstellen van het ondersteuningsplan inclusief de bijbehorende financiële paragraaf ten behoeve van het samenwerkingsverband;
o het zorg dragen voor de uitvoering van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband ten aanzien van de bovenschoolse activiteiten;
o het doen van voorstellen met betrekking tot de financiële en bestuurlijk/organisatorische aangelegenheden betreffende het ondersteuningsplan;
o het ondersteunen van en adviseren over de uitvoering van het ondersteuningsplan, rekening houdend met het beschikbare ondersteuningsbudget;
o het aan de hand van ontwikkelingen bij de schoolondersteuningsprofielen en de arrangementen analyseren en bewaken van het ondersteuningsplan en zo nodig (tussentijdse) voorstellen doen voor herijking.
2. Is belast met de dagelijkse aansturing door:
o het zorg dragen voor de (verdere) inrichting van het samenwerkingsverband;
o het leidinggeven aan de medewerkers die op basis van ondersteuningsmiddelen binnen het samenwerkingsverband werkzaam zijn, alsmede aan de interne personele organisatie;
o het adviseren van het dagelijks bestuur over het (strategisch) personeelsbeleid en de ontwikkeling van medewerkers en het zorg dragen voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde (strategisch) personeelsbeleid;
o het bewaken van de voortgang van activiteiten en de kwaliteit van de uitgevoerde werkzaamheden van het samenwerkingsverband (i.c. de kwaliteitszorg);
o het bewaken en realiseren van de grondslag en doelstelling van het
samenwerkingsverband, alsmede de goede uitvoering van het door het bestuur vastgestelde (strategische) beleid en het hierbij zorg dragen voor een hoge mate van commitment van de aangesloten besturen;
o het vertegenwoordigen van het SWV in externe overlegsituaties met onder andere de aangesloten besturen, onderwijsondersteuningsinstellingen, ouders/verzorgers, andere samenwerkingsverbanden, inspectie/externe toezichthouders en
(gemeentelijke) overheden (w.o. het OOGO);
o het vertalen van taakstellende deelplannen naar operationele planning van te ondernemen activiteiten en/of projecten en het daarbij organiseren van
randvoorwaarden en de afstemming met ander beleid en het (laten) coördineren van de uitvoering;
o het (verder) ontwikkelen en bewaken van de planning & controlcyclus binnen het SWV;
o het (laten) bewaken van wettelijk vereiste dossiervorming en het dossierbeheer.
3. Is belast met het toezicht houden op een efficiënte leerlingondersteuning door:
o het toezien op / monitoren van de procesmatige aspecten inzake afgiften TLV’s;
o het adviseren van de coördinator trajectbegeleiding in zaken met betrekking tot door het SWV afgesproken beleid en speelruimte;
o het vervullen van de in de bezwaarprocedure (inzake de toelaatbaarheid) voor de directeur/bestuurder afgesproken rol;
o het (laten) zorg dragen voor de afwikkeling van met betrekking tot de
bovenstaande elementen (commissie / procedure / bezwaar) genomen besluiten;
10 o het (laten) zorg dragen voor het administratief/organisatorisch, inhoudelijk en
procesmatig correct voorbereiden en laten verlopen van de vergaderingen;
o het (laten) bewaken van de procedures en de beschikbare bovenschoolse middelen;
o het jaarlijks evalueren van de besteding van de middelen voor extra
ondersteuning uit het ondersteuningsbudget en het afleggen van verantwoording hierover aan het dagelijks bestuur.
4. Is belast met financieel adviserende en ondersteunende werkzaamheden door:
o het bewaken / monitoren van de voortgang en het evalueren van de resultaten in een jaarverslag, een balans en een staat van baten en lasten (met toelichting);
o het verantwoordelijk zijn voor het opstellen van een (meerjaren)begroting;
o het zorg dragen voor de verantwoording richting de overheid en andere belanghebbenden over het gevoerde beleid en de inzet en besteding van de middelen door het samenwerkingsverband via de verantwoordingsinstrumenten (waaronder tenminste begrepen jaarrekening en jaarverslag);
o het verzamelen en aanleveren van gegevens voor het opstellen van de begroting;
o het voortdurend monitoren van de inkomsten en uitgaven in relatie tot het beschikbaar gestelde budget.
Kader, bevoegdheden & verantwoordelijkheden
o de directeur van het samenwerkingsverband legt binnen een jaarlijkse
gesprekkencyclus (op basis van de statuten en managementstatuut) rekening en verantwoording af aan het dagelijks bestuur van het samenwerkingsverband over het voorbereiden en uitvoeren van het strategische beleid van het
samenwerkingsverband, over de dagelijkse aansturing van het
samenwerkingsverband, over de kwaliteit, de coördinatie en de voortgang van de werkzaamheden van het samenwerkingsverband en over het blijven binnen de grenzen van de (gemandateerde) handelingsruimte van de directeur/bestuurder;
o de directeur van het samenwerkingsverband werkt binnen beleidslijnen op het betreffende gebied van het Ministerie van OCW en in algemene termen
geformuleerde beleidslijnen van het dagelijks bestuur van het
samenwerkingsverband (in het bijzonder de statuten en managementstatuut) voor wat met name betreft de beoogde (strategische) resultaten, de ontwikkeling van het strategisch beleid en de voortgang binnen het samenwerkingsverband;
o de directeur van het samenwerkingsverband neemt beslissingen bij/over de inhoud van de (strategische) beleidsadviezen richting het dagelijks bestuur, bij/over het periodiek bij te stellen ondersteuningsplan (als voorstel aan het bestuur en algemene ledenvergadering), bij/over het meerjarenbeleid- en de (meerjaren)begroting en is mede richtinggevend voor de wijze waarop besluiten binnen het samenwerkingsverband worden vormgegeven en uitgevoerd.
Kennis en vaardigheden
o brede theoretische kennis en praktijkkennis op het gebied van het (speciaal) basisonderwijs en ondersteuningsbehoeften in het onderwijs, met name in relatie tot Passend Onderwijs;
o brede theoretische kennis van het speciaal onderwijs alsmede van orthopedagogiek en (ontwikkelings)psychologie;
o brede kennis van onderwijskundige- en bedrijfsvoeringsprocessen;
o kennis van bedrijfsvoering, financiën, juridische zaken en (strategisch) personeelsbeleid en een verder multidisciplinaire oriëntatie;
o kennis van de beleidsontwikkelingen op de van toepassing zijnde aandachtsgebieden;
o kennis van en affiniteit met onderwijskundige, bestuurlijke en politieke ontwikkelingen en besluitvormingsprocessen;
11 o inzicht in relevante wet- en regelgeving op het betreffende onderwijsgebied,
passend onderwijs en de financiële aspecten daarvan;
o vaardigheid in het ontwikkelen, uitdragen en verdedigen van beleid, nieuwe ideeën en concepten;
o vaardigheid in het coördineren van de uitvoering van beleidsplannen en in het initiëren en begeleiden van projecten;
o vaardigheid in het coördineren van de (bestuurlijke) werkzaamheden van een samenwerkingsverband en in het bezit van goed ontwikkelde
leiderschapskwaliteiten met betrekking tot alle niveaus binnen het samenwerkingsverband;
o vaardigheid in financieel administratieve processen, budgetbeheer en budgetbewaking;
o vaardigheid in het opbouwen en onderhouden van relevante netwerken ten behoeve van een samenwerkingsverband als lerende organisatie;
o vaardigheid in het kunnen creëren van commitment / inspirerend / innovatief / proactief.
Contacten
o met het dagelijks bestuur om (strategische) beleidsvoorstellen te bespreken en deze ter vaststelling voor te leggen, om rekening en verantwoording af te leggen, om informatie uit te wisselen en de stand van zaken te bespreken, om afspraken over uitvoering te maken en om draagvlak te verwerven onder de leden van de vereniging;
o met vertegenwoordigers van in het samenwerkingsverband deelnemende besturen van scholen, directeuren en zorgcoördinatoren /
"ondersteuningsmanagers" en incidenteel ook ouders over ontwikkelingen en onderwijsmethoden om draagvlak en/of afstemming te verkrijgen over de wijze van uitvoering van beleid en om het beleid en de belangen van het
samenwerkingsverband uit te dragen, te verdedigen en te behartigen en om daarvoor draagvlak te verwerven;
o met de netwerkcoördinatoren inzake schoolontwikkelingen binnen de diverse netwerken;
o met de teamleider van het Expertise- en Dienstenteam om de visie en werkwijze van de schoolcoaches te volgen, door te ontwikkelen en te borgen en informeren en adviseren bij personeelsbeleid m.b.t. de schoolcoaches;
o met de coördinator trajectbegeleiding om te informeren naar, om informatie uit te wisselen over en om afstemming te realiseren over de wijze van uitvoering van de procesmatige kant van het toewijzingsbeleid;
o met het secretariaat inzake alle administratieve handelingen m.b.t. het monitoren, afgiften TLV’s, financiën, etc.
o met derden, zoals gemeenten, ministerie van OCW, jeugdzorg, IB-netwerken en steunpunt Passend Onderwijs, om informatie uit te wisselen, kaders af te
stemmen en/of tot positiebepaling te komen en de belangen van het samenwerkingsverband te behartigen;
o met overige externen en derden over financiën, (strategisch) personeels- en onderwijsbeleid om informatie uit te wisselen, standpunten uit te wisselen en afstemming te realiseren en waar nodig (bij tegengestelde belangen) de standpunten van het samenwerkingsverband uit te dragen en te verdedigen;
o met cluster 2 (en soms ook 1) over werkwijzen, handelswijzen en
zorgarrangementen om af te stemmen en in te kunnen spelen op ontstane situaties;
o met vertegenwoordigers van deelnemers in het samenwerkingsverband over mogelijke belangentegenstellingen om te overbruggen, medewerking te verwerven en problemen op te lossen.
12
Beloning
De functie van directeur samenwerkingsverband is ingedeeld in schaal 14 CAO Primair Onderwijs.
Beoordelingskader directeur SWV Twente Noord PO
1. Inleiding
Het bestuur van SWV Twente Noord PO heeft de werkgeversrol met betrekking tot de directeur van het samenwerkingsverband. Het bestuur van het samenwerkingsverband maakt periodiek met de directeur afspraken over beleidsdoelstellingen en
aandachtspunten voor de komende periode.
2. Procedurele aspecten
Het bestuur van het SWV Twente Noord PO heeft minimaal eenmaal per jaar een
beoordelingsgesprek met de directeur. Dit gesprek vindt plaats door twee leden van het bestuur van het samenwerkingsverband.
De conclusies van deze bespreking worden schriftelijk vastgelegd.
Bij de beoordeling van het functioneren van de directeur maakt het bestuur gebruik van het onderstaande beoordelingskader.
De beoordeling vindt plaats op basis van een voorafgaande zelfevaluatie door de
directeur van het samenwerkingsverband. Deze evaluatie kan essayistisch van aard zijn, rekening houdend met de aard van de verschillende onderdelen van het
beoordelingskader.
De remuneratiecommissie beschouwt het beoordelingskader als een normatief optimum dat ruimte biedt aan ontwikkeling, groei en afspraken ter zake.
3. Inhoudsaspecten beoordelingskader
Het volgende beoordelingskader wordt door het bestuur toegepast.
3.1 Strategievorming
• De directeur beschikt over een consistente en duidelijke visie en weet deze ook goed te communiceren naar alle betrokkenen in en om de organisatie.
• De directeur heeft draagvlak voor de strategie verworven.
• De directeur heeft de strategische visie omgezet in beleid.
• De directeur heeft de geformuleerde doelstellingen gerealiseerd.
3.2 Leiding geven aan de organisatie
• De directeur heeft zorg gedragen voor een transparante organisatiestructuur waarin de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het bestuur, de algemene ledenvergadering en de aangesloten schoolbesturen helder zijn beschreven.
• De directeur heeft zorg gedragen voor een goede planning en controlecyclus waarmee strategie naar beleid en acties wordt vertaald en waarvan de voortgang periodiek kan worden gevolgd en de resultaten na afloop worden geëvalueerd.
Doelstellingen en middelen zijn daarbij gekoppeld. De organisatie is in control.
3.3 Relatie met het bestuur van SWV Twente Noord PO
• De directeur onderhoudt een constructieve relatie met het bestuur en leden van het samenwerkingsverband.
• De directeur maakt effectief gebruik van de kennis en ervaring van de leden van het bestuur. De samenwerking tussen de directeur en het bestuur heeft hierdoor een duidelijke meerwaarde voor het samenwerkingsverband.
• Het bestuur wordt goed geïnformeerd over alle belangrijke zaken die spelen in het samenwerkingsverband.
13 3.4 Relatie met interne en externe stakeholders
• De directeur weet het samenwerkingsverband effectief te profileren bij ouders, personeel en besturen van de aangesloten stichtingen en externe
belanghebbenden zoals bv. jeugdzorginstellingen, gemeenten de onderwijsinspectie, PO-raad en het ministerie van OC&W. het
samenwerkingsverband staat goed op de lokale, regionale en landelijke kaart.
• De directeur onderhoudt een waardevol netwerk met relevante instanties en personen.
3.5 Bedrijfsvoering
• De bedrijfsvoering voldoet aan professionele standaarden. De begroting wordt uitgevoerd. Afwijkingen van de begroting worden tijdig en met een onderbouwing aan het bestuur gemeld.
• Over de voortgang tijdens het jaar wordt periodiek gerapporteerd.
4. Diversen
4.1 Dit beoordelingskader treedt in werking op 1 april 2015.
4.2 In gevallen waarin de beoordelingskader niet voorziet, beslist het bestuur van het samenwerkingsverband.
4.3 Bij dit beoordelingskader hoort een functieprofiel en beschrijving (versie oktober 2014)
