Scholengemeenschap Enkhuizen
december ' 19
INHOUDSOPGAVE
1. Toelichting op de begroting
1.1 Algemene informatie pagina 5
1.2 Belangrijkste elementen van het beleid pagina 6
1.3 Ondertekening door bestuurder en toezichthouders pagina 10
2. Begroting
2.1 Gecomprimeerde begroting pagina 20
2.2 Grondslagen pagina 21
2.3 Toelichting op de begroting pagina 24
3. Meerjarenperspectief
3.1 Balans pagina 22
3.2 Resultatenrekening pagina 22
3.3 Prognose liquide middelen pagina 22
3.4 Kengetallen pagina 23
5 1.TOELICHTING OP DE BEGROTING
1.1 ALGEMENE INFORMATIE
Doel van de Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
De stichting heeft ten doel het voor Enkhuizen en omstreken aanbieden en onderhouden van hoogwaardig openbaar voortgezet onderwijs aan de school die onder haar gezag valt, in zoveel mogelijk onderwijsafdelingen, met inachtneming van artikel 42 van de Wet Voortgezet Onderwijs (WVO). Om het doel te verwezenlijken kan de stichting gebruik maken van alle middelen die daaraan dienstbaar zijn.
Juridische structuur
Op 1 augustus 1991 werd het bestuur van de Rijksschool overgedragen aan de Gemeente Enkhuizen. Hiervoor werd een Openbaar Lichaam als bestuursvorm voor de RSG opgericht. Vanwege de wens de bestuurlijke verantwoordelijkheid en de regiefunctie voor het lokaal onderwijsbeleid van de Gemeente Enkhuizen te scheiden, werd per 1 januari 1999 een openbare stichting gevormd: Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen.
De wettelijk verplichte scheiding tussen bestuur en toezicht is per 1 juni 2011 geregeld door invoering van het Raad van Toe- zichtmodel.
Samenstelling van het College van Bestuur, de Raad van Toezicht en de schoolleiding (per 31 december 2019)
College van Bestuur
Voorzitter de heer E.C.M. Kramer
Raad van Toezicht
Voorzitter de heer G. Mos (vertrekkend lid per 01-01-2020)
Lid de heer J.P.M. Jong
Lid de heer W.H. Karsemeijer
Lid mevrouw A. van der Meij
Lid mevrouw M.J.L. Terpstra
Op 1 januari 2020 treedt dhr. J.P.M. Jong aan als voorzitter van de Raad van Toezicht.
Schoolleiding
De schoolleiding wordt gevormd door het College van Bestuur en onderstaande directieleden.
Directielid de heer N. Broerse afdeling brugklas en vmbo-tl Directielid de heer J. Scheerman afdeling havo
Directielid mevrouw V. Tervoort afdeling atheneum
Directielid mevrouw M.A.G. Kuper HRM en strategische onderwijsontwikkeling
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
6 1.2 BELANGRIJKSTE ELEMENTEN VAN HET BELEID
1.2.1 Inleiding begroting 2020
Het College van Bestuur presenteert hierbij de begroting 2020 van de RSG Enkhuizen. In dit hoofdstuk wordt de huidige begroting gekoppeld aan de vorige meerjarenbegroting en daarna volgt op hoofdlijnen een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen in het landelijk beleid van de overheid. Vervolgens wordt beschreven wat de betekenis hiervan is voor het beleid van de RSG Enkhuizen.
Het beleid waarop de begroting is gebaseerd, vloeit voornamelijk voort uit het geactualiseerde sectorakkoord van 2018 en het strategisch beleidsplan RSG Enkhuizen 2018-2020.
De begroting in perspectief van de voorgaande begroting
De afgelopen jaren heeft de RSG gewerkt met een methodiek waarbij de begroting en de meerjarenbegroting (MJB) aan elkaar gekoppeld waren en gezamenlijk werden gepresenteerd in één publicatie die telkens in het najaar verscheen. Dit is de eerste keer dat met deze handelingswijze wordt gebroken als gevolg van de herinrichting van de financiële cyclus. De begroting voor het komende boekjaar en de meerjarenbegroting worden uit elkaar getrokken. De begroting voor het komende boekjaar wordt in november-december opgeleverd en de meerjarenbegroting verschijnt in mei-juni.
Om aansluiting te houden met de meerjarenbegroting zoals deze de vorige jaren is opgesteld, wordt deze begroting 2020 wel van een meerjarenperspectief voorzien.
Terugblik 2016-2019
Vanaf 2016 was er in de meerjarenbegroting sprake van een sterke disbalans in de baten en de lasten, zowel op het personele als op het materiële vlak. In 2016 was een negatief saldo zichtbaar van bijna 600.000 euro in 2019 (MJB 2016-2019). Om wijziging in deze situatie aan te brengen, is in 2016 een ombuigingsplan opgesteld, met daarin een aantal structurele ingrepen in de organisatie.
Vanaf augustus 2017 zijn de interventies uit het ombuigingsplan gerealiseerd en is het effect hiervan ook zichtbaar geworden in de volgende meerjarenbegrotingen.
Huidige situatie
Inmiddels is er sprake van een situatie waarbij de baten en lasten structureel in balans zijn gebracht en is er in de begroting ruimte ontstaan om te investeren in het onderwijs. Ook de hoogte van de reservepositie van de school is zodanig dat verdere toename van de reserve niet wenselijk is en dat gericht extra investeren vanuit de reserve mogelijk is. Bij de verandering in klimaat van ‘noodzakelijk bezuinigen’ naar ‘gericht investeren in het onderwijs’ blijft waakzaamheid geboden omdat op de achtergrond nog altijd een drietal ontwikkelingen aanwezig zijn:
o demografische krimp;
o autonome stijging van de gemiddelde personeelslasten;
o stijging van de materiële lasten.
Deze ontwikkelingen beperken mogelijk de ruimte die de komende jaren in de begroting ontstaat.
De demografische krimp is merkbaar in de regio West-Friesland, tot 2035 geldt een geprognosticeerde afname van het aantal leerlingen met 10 – 15 %. Voor de komende jaren geldt voor de RSG Enkhuizen dat er sprake is van een redelijk stabiele situatie met lichte krimp. De leerlingenpopulatie zal tot 2025 vermoedelijk tussen de 1450 en 1500 leerlingen liggen.
1.2.2 Landelijk beleid overheid
Hieronder volgt een aantal landelijke ontwikkelingen die van belang zijn bij het opstellen van deze begroting:
Wijziging bekostigingssystematiek
De huidige landelijke bekostigingssystematiek betekent voor de RSG Enkhuizen dat de school een relatief lage bekostiging ontvangt per leerling. De aangekondigde wijziging van dit systeem laat voor wat betreft de uitvoering op zich wachten.
Het is nog niet duidelijk wanneer een wijziging van de bekostigingssystematiek zal plaatsvinden, als mogelijk jaar van invoering geldt nu 2021. Zoals eerdere berekeningen hebben uitgewezen, zou een wijziging van de bekostigingssystematiek voor de RSG een verbetering van ongeveer € 200.000,-- per jaar betekenen.
Efficiencykorting
In het voorgaande regeerakkoord, dat zich liet kenmerken door bezuinigingen, is een efficiencykorting opgelegd aan de sector onderwijs. Ondanks het feit dat het economisch beter gaat, heeft de overheid nog niet besloten deze korting te schrappen. De VO- raad houdt in haar overzicht van de verwachte ontwikkeling in de bekostiging geen rekening met deze korting, daarom is deze mogelijke korting niet verwerkt in de begroting 2020.
Sectorakkoord
Bij het tot stand komen van deze begroting is het geactualiseerde sectorakkoord uit 2018 leidend.
De politiek beschouwt onderwijs als hét middel bij uitstek voor economische groei op de lange termijn. De doelstelling is dat Nederland deel uitmaakt van de top vijf van sterkste kenniseconomieën. Deze doelstelling is het vertrekpunt geweest voor het sectorakkoord. De zeven ambities van het sectorakkoord zijn:
o uitdagend onderwijs voor elke leerling;
o eigentijdse voorzieningen;
7 o brede vorming voor alle leerlingen;
o partnerschap in de regio;
o scholen als lerende organisaties;
o toekomstbestendigheid organiseren;
o nieuwe verhoudingen in verantwoording en toezicht.
De zeven ambities zijn door de school als kader genomen om te komen tot de kerndoelen van het Strategisch Beleidsplan 2018- 2020.
CAO en pensioenontwikkeling
De overlegpartners in het VO zijn in september 2019 het gesprek aangegaan voor een nieuwe cao. De huidige cao kent een looptijd van 1 juni 2018 - 1 oktober 2019. Doordat de cao door beide partijen niet is opgezegd loopt deze door tot 1 oktober 2020. Dat betekent dat de arbeidsvoorwaarden die in de cao zijn opgenomen in elk geval tot die datum doorlopen. De lasten die verbonden zijn aan een komende cao zijn niet opgenomen in de begroting, maar omdat hier hoogstwaarschijnlijk ook de baten op worden aangepast zal het effect gering zijn.
Passend onderwijs en andere transities
Per 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs van kracht. In de regio is een samenwerkingsverband ingericht. Het
ondersteuningsaanbod op de reguliere VO-scholen is vastgesteld in de zin dat de basis- en de breedtezorg door de scholen zelf wordt verzorgd. Het doel leerlingen zoveel mogelijk thuisnabij onderwijs aan te bieden, ligt aan deze keuze ten grondslag. Alleen leerlingen die in aanmerking komen voor dieptezorg worden verwezen naar het speciaal onderwijs. Per 1 januari 2015 zijn ook de transities WMO, Jeugdzorg en de Wet Werken naar vermogen ingevoerd. Op het gebied van passend onderwijs, de WMO en de Jeugdzorg vindt afstemmingsoverleg plaats tussen de gemeentes in de regio en de samenwerkingsverbanden PO en VO. De risico’s vanuit het samenwerkingsverband nemen de komende jaren wel toe, mogelijk leidt dit tot een verdere vermindering van de inkomsten voor de RSG Enkhuizen. Per 1 augustus 2019 is er sprake van een korting van 15% op de inkomsten, die doorloopt in 2020. Voor het begrotingsjaar 2020 geldt een verlaagde bijdrage vanuit het SWV van ongeveer € 35.000,--. Deze verlaging is opgenomen in de begroting.
Ontwikkelingen in landelijke wet- en regelgeving
Met ingang van januari 2020 wordt de wet normalisering rechtspositie ambtenaren (wnra) doorgevoerd. Dit betekent dat het openbaar onderwijs gelijk wordt getrokken met het bijzonder onderwijs en dat personeelsleden onder het private arbeidsrecht gaan vallen. De ambtelijke aanstelling maakt plaats voor een arbeidsovereenkomst, inhoudelijk veranderen de arbeidsvoorwaarden niet.
Eén van gevolgen is dat de werknemer vanaf januari bij vertrek recht heeft op een transitievergoeding. Er is voor gekozen hier geen rekening mee te houden in de begroting, eventuele kosten worden ten laste gebracht van de algemene reserve. Bij de
eerstvolgende inventarisatie in het kader van het risicomanagement wordt deze ontwikkeling meegenomen. De recent ingevoerde privacywetgeving (AVG) en energiewetgeving vragen ook het komende jaar de aandacht.
Convenant november 2019
Op 1 november 2019 is een convenant gesloten tussen de sociale partners en het kabinet over extra investeringen in het funderend onderwijs. Het geld wordt beschikbaar gesteld om het lerarentekort en de werkdruk aan te pakken. Het gaat voor het VO om een incidentele investering voor 2020 en 2021. Het convenant voorziet in 150 miljoen euro voor het VO, ongeveer € 150,-- per leerling en dat betekent een bedrag van circa € 200.000,-- voor de RSG. In de begroting 2020 is vanwege het tijdstip van bekendmaking geen rekening gehouden met deze plus aan inkomsten van ongeveer € 100.000,-- voor dit begrotingsjaar.
1.2.3 RSG-beleid
Hieronder volgt een aantal ontwikkelingen binnen de school die van belang zijn bij het opstellen van deze begroting:
Van Strategisch beleidsplan 2018-2020 naar Schoolplan 2020-2024
In 2017 heeft de school de onderwijsvisie beschreven in de notitie “Richting geven en ruimte bieden”. De hoofdlijnen van het overheidsbeleid, samengebracht in het geactualiseerde sectorakkoord dat in 2018 is gepubliceerd, zijn niet wezenlijk veranderd. De onderwijsvisie en het sectorakkoord vormen samen het kader voor het strategisch beleid van de RSG Enkhuizen.
De ambitie van de RSG is het bieden van het best mogelijk onderwijs, dat de leerlingen optimaal voorbereidt op hun toekomst in een wereld die snel verandert en zal blijven veranderen.
Om dit te bereiken is het beleid van de school samengevat in vier kerndoelen voor de periode 2018-2020:
o Maatwerk leveren en talentontwikkeling stimuleren door gepersonaliseerd leren en uitdagend onderwijs voor elke leerling.
o Onderwijs bieden door ondersteuning van het leren van de leerling met inzet van technologische hulpmiddelen, waarbij docenten optimaal gebruik maken van ICT en e-didactiek.
o Professionalisering van docenten, onderwijsondersteunend personeel en schoolleiders in een lerende cultuur gericht op het gebied van maatwerk en eigentijds onderwijs.
o Toekomstbestendig onderwijs bieden met goede resultaten en efficiënte bedrijfsvoering.
In het najaar van 2019 wordt er gewerkt aan de totstandkoming van het schoolplan 2020-2024. De verwachting is dat de besluitvorming over het nieuwe schoolplan in december 2019 wordt afgerond. Het schoolplan krijgt in het voorjaar van 2020 een financiële vertaling. De investeringen die noodzakelijk zijn om de doelstellingen van het plan te realiseren, worden opgenomen in de meerjarenbegroting die in mei-juni 2020 wordt opgeleverd. In de begroting 2020 is een bedrag van € 200.000,-- opgenomen als buffer
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
8
om ruimte te bieden voor investeringen in het kader van het nieuwe schoolplan.
Onderwijs
Het bieden van onderwijs toegesneden op de mogelijkheden van de leerling, met waar mogelijk maatwerk, talentontwikkeling, passend onderwijs en voorkomen van onderpresteren vraagt om ‘leerprogramma’s’ waar leerlingen gemotiveerd voor gaan. Dit vraagt een investering in deze programma’s, maar het betekent ook extra uitgaven in verband met het beperken van de klassenomvang om dit onderwijs een kans te geven. Extra investering als gevolg van klassensplitsing met name in de onderbouwklassen blijft ook de komende jaren wenselijk.
Al enige jaren biedt de RSG versterkt talenonderwijs, onder meer met tweetalig onderwijs (TTO) in de onderbouw en Cambridge Engels in de bovenbouw. De afgelopen jaren is ingezet op verbreding van het TTO-programma naar het vmbo-tl. Deze ontwikkeling krijgt de komende jaren een vervolg in de opeenvolgende leerjaren van het vmbo-tl.
De afgelopen jaren zijn de onderwijsrendementen van de drie afdelingen verbeterd. De opbrengstenkaart van de onderwijsinspectie maakt duidelijk dat er nog een verbeterslag in het atheneum (vwo) nodig is, dit zorgt ervoor dat een extra investering noodzakelijk is.
HRM-beleid
Het model voor strategische personeelsplanning dat ontwikkeld is, maakt dat de ontwikkeling op het personele vlak in het zicht is gebracht. Het krimpende leerlingenaantal zorgt ervoor dat de formatiebehoefte de komende jaren licht afneemt. Het model laat zien dat de afnemende formatiebehoefte in de pas loopt met de uitstroom van personeel als gevolg van pensionering en mobiliteit. Bij enkele vakken is er landelijk en regionaal sprake van een steeds verder toenemend lerarentekort. Binnen de RSG Enkhuizen is het een goed gebruik om tijdig eigen docenten te stimuleren een opleiding te volgen om zo te voldoen aan de toekomstige
personeelsbehoefte. In het algemeen lukt het de RSG, mede door de goede contacten vanuit de regionale opleidingsschool ROWF, om kwalitatief hoogwaardig personeel te werven en te binden. Mogelijk leidt het steeds verder toenemende landelijke lerarentekort tot een toename van de mobiliteit. De kans bestaat dat als gevolg hiervan extra kosten gemaakt moeten worden voor scholing of tijdelijke inhuur van onderwijzend personeel.
ICT-beleid
Om eigentijds onderwijs te kunnen bieden en zo de leerlingen voor te bereiden op een rol en een positie in een sterk gedigitaliseerde samenleving is de komende jaren investering in ICT van belang. Het ICT-beleidsplan geeft richting aan deze ontwikkeling. De komende jaren wordt geïnvesteerd in verdere versterking van de visie op digitaal ondersteund leren, op scholing van onderwijsgevenden, op optimalisering van de digitale infrastructuur en op de inrichting van de digitale leeromgeving en de aanschaf van digitale leermiddelen. Naast deze leermiddelen zal de komende jaren ook hard copy gebruikt worden. Dit brengt extra kosten met zich mee omdat dit regelmatig een dubbele investering zal vergen. Het onderzoek naar de vraag op welke wijze
leerlingen over een persoonlijk device kunnen beschikken, om zo de inzet van digitaal lesmateriaal nog effectiever te laten verlopen, is in 2019 nog niet afgerond. Dit onderzoek zal in 2020 een vervolg krijgen. Voor een deel van de ICT-middelen die momenteel worden ingezet binnen de RSG, (laptops, IPads en vaste systemen) geldt dat zij hun maximale inzetbaarheidstermijn hebben bereikt. Er wordt een plan opgesteld voor vervanging.
Huisvestingsbeleid
Voor de looptijd van deze begroting zijn geen ingrijpende verbouwingen gepland. Over de renovatie van de grote aula wordt het gesprek gevoerd met de gemeente Enkhuizen. Het is nog onduidelijk welke financiële investering vanwege onderwijskundige aanpassingen aan de aula vanuit de school noodzakelijk is.
Schoolgebouwen dienen vanuit het oogpunt van duurzaamheid aan steeds hogere eisen te voldoen als het gaat om energiebesparing en kwaliteit van het binnenklimaat, ook hierover wordt in 2020 het gesprek gestart met de gemeente.
Facilitaire zaken
In 2018 en 2019 heeft een onderzoek plaatsgevonden in het kader van de risico-inventarisatie en evaluatie (RI&E). In de rapportage wordt onder andere aangegeven dat de ergonomische kwaliteit van het meubilair voor het personeel verbeterd kan worden. Ook voor het leerlingenmeubilair geldt dat het gewenst is dat er meer diversiteit wordt geboden. Op beide fronten vergt dit een investering. De plaatsing van een supermarkt dicht bij de school heeft gevolgen voor de hoogte van de kantineomzet. Er wordt geïnvesteerd in contactloos betalen wat naar verwachting zal leiden tot een hogere omzet.
Ontwikkelingen op het gebied van toezicht, bestuur en management
Versterking van de bestuurskracht is zowel voor de politiek als voor de VO-sector een belangrijke prioriteit. De Code goed Onderwijsbestuur die is ontwikkeld door de VO-raad, is leidend voor de RSG Enkhuizen. Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht hebben zich hieraan verbonden. De schoolleiding is in 2019 weer op de gewenste sterkte teruggebracht.
Risicomanagement
In 2016 is de hoogte van de benodigde reserve bepaald nadat een risico-inventarisatie heeft plaatsgevonden. In 2017 en 2018 hebben gesprekken plaatsgevonden over dit onderwerp met verschillende functionarissen. Deze gesprekken maken duidelijk dat de risicopositie ongewijzigd is. Inmiddels is de reservepositie gegroeid tot op een niveau dat ligt boven het noodzakelijke maximum.
Verdere groei van de reserves is vanuit het oogpunt van risicomanagement niet noodzakelijk.
De kengetallen solvabiliteit, current-ratio en het weerstandsvermogen tonen aan dat de RSG een financieel gezonde basis heeft, ook de rentabiliteit laat voor de komende jaren een evenwichtig beeld zien.
9 Samenwerken in de regio
De RSG Enkhuizen neemt actief deel aan meerdere vormen van samenwerking in de regio en het noordelijk deel van de provincie.
De belangrijkste verbanden van samenwerking zijn:
o de academische opleidingsschool ROWF;
o het samenwerkingsverband VO West-Friesland;
o de Topgroep Noord Holland-Noord;
o het bestuurlijk overleg VO West-Friesland;
o het REA-overleg (regionaal educatieve agenda) met gemeenten, besturen PO en VO in West-Friesland.
Er wordt constructief samengewerkt met het Martinuscollege op een aantal terreinen. Deze samenwerking zal de komende jaren waar mogelijk verder worden geïntensiveerd om met elkaar een passend antwoord te vinden op de krimp die zichtbaar is in de regio.
Leerlingprognose
De meerjarenprognose heeft dezelfde uitgangspunten als vorig jaar, namelijk de door- en uitstroomgegevens zijn op basis van gemiddelden van de laatste drie jaar en de instroomgegevens zijn op basis van het belangstellingspercentage van de laatste drie jaar in combinatie met het aantal leerlingen dat nu werkelijk op de aanleverende basisscholen aanwezig is.
De nieuwe leerlingprognose (exclusief VAVO-leerlingen) eindigt over vier jaar lager dan de vorige meerjarenprognose.
B1 B1-
T T2 T2-
T T3 T4 H2 H2-
T H3 H3-
T H4 H5 A2 A2-
T A3 A3-
T A4 A5 A6 Totaal Mutatie 19-20 217 91 102 122 127 75 30 74 26 139 127 41 29 42 38 79 64 66 1.489 0 20-21 212 86 109 20 115 119 65 27 79 24 147 131 51 39 36 27 69 74 61 1.494 5 21-22 206 85 106 18 142 112 65 26 73 22 146 137 51 36 43 36 53 67 68 1.494 -1 22-23 203 83 99 17 137 134 63 29 74 23 141 133 53 35 42 33 66 54 64 1.482 -12 23-24 200 81 100 17 130 132 62 27 72 24 145 130 49 35 44 32 61 65 52 1.459 -23 -30 Bekostiging
De verwachte ontwikkelingen in de bekostiging zoals gepubliceerd door de VO-raad (zie onderstaand overzicht), zijn verwerkt in de begroting 2020. Met uitzondering van een geringe verhoging van de regeling Prestatiebox, zijn er door het kabinet geen relevante extra middelen beschikbaar gesteld.
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
1.3 ONDERTEKENING DOOR BESTUURDER EN TOEZICHTHOUDERS
Vaststelling door het College van Bestuur op 10 december 2019
……….………...
dhr. E.C.M. Kramer
Voorzitter College van Bestuur
Goedkeuring door de Raad van Toezicht in de vergadering van 10 december 2019
……….
dhr. G. Mos
Voorzitter Raad van Toezicht
……….………...
dhr. J.P.M. Jong Lid Raad van Toezicht
……….
dhr. W.H. Karsemeijer Lid Raad van Toezicht
……….
mw. A. van der Meij Lid Raad van Toezicht
……….
mw. M.J.L. Terpstra Lid Raad van Toezicht
* De openbare versie van dit document bevat geen handtekeningen
*
2. BEGROTING
2.1 Gecomprimeerde begroting Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
BATEN
Rijksbijdrage 11.262.300 11.198.100 11.282.700
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 5.000 0 9.700
Overige baten 625.300 617.100 691.800
TOTAAL BATEN 11.892.600 11.815.200 11.984.200
LASTEN
Personele lasten 9.960.000 9.679.700 9.745.100
Afschrijvingskosten 342.400 347.400 345.100
Huisvestingslasten 580.800 577.100 613.000
Overige lasten 1.197.600 1.193.300 1.240.700
TOTAAL LASTEN 12.080.800 11.797.500 11.943.900
SALDO BATEN EN LASTEN -188.200 17.700 40.300
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 1.000 4.500 1.000
RESULTAAT * -187.200 22.200 41.300
* Specificatie resultaat
Saldo personeel -154.300 19.818 116.400
Saldo materieel 42.100 85.153 12.000
Saldo gebouwen & terreinen -59.700 -67.870 -67.800
Saldo kantine -15.600 -15.400 -19.800
Saldo reis- en schoolfonds en stromenschool 300 500 500
-187.200 22.200 41.300
- hogere rijksbijdrage en meer ROWF-vergoedingen
- lagere loonkosten (inclusief meer inhuur) a.g.v. lager inzet personeel
- er is minder gebruik gemaakt van externe advisering en juridische ondersteuning
** De grootste posten, die het verschil veroorzaken tussen de begroting 2017 en de JEV 2017 zijn:
- indexering rijksbijdrage
- minder afschrijvingskosten i.v.m. uitgestelde investeringen
- incidenteel onderhoud (€ 32.000,--) i.v.m. aanpassing aula is niet uitgevoerd.
2.2 GRONDSLAGEN
Afschrijvingen op materiële vaste activa
Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Op terreinen wordt niet afgeschreven.
Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.
De activeringsgrens voor inventaris en apparatuur bedraagt € 5.000,--. Afschrijvingen op de activa vinden plaats vanaf het moment dat het object voor gebruik beschikbaar is. De afschrijvingstermijn is afgestemd op de verwachte gebruiks- of nuttigheidsduur, dan wel de termijnen die het Ministerie in het vergoedingstelsel van het betreffende activum hanteert.
Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroom genererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde. De realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde.
Vorderingen
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie.
Liquide middelen: De liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito's met een looptijd korter dan twaalf maanden en deze worden gewaardeerd tegen de nominale waarde.
Eigen Vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen.
De Algemene Reserve: De Algemene Reserve is ontstaan uit zowel personele als materiële vergoedingen. Deze reserve is bedoeld voor het af- dekken van toekomstige risico's in de financiële bedrijfsvoering en dient als financieringsbron voor nieuwe activiteiten en investeringen.
Bestemmingsreserve Bapo-spaarverlof (publiek): Tot 1 augustus 2009 hadden personeelsleden de mogelijkheid om vanaf het 52- t/m 54-jarige leeftijdsjaar hun Bapo-uren te sparen, in plaats van ze direct op te nemen. Deze bestemmingsreserve is ter dekking van deze gespaarde uren.
Bestemmingsreserve Schoolfonds (publiek): Deze bestemmingsreserve komt voort uit de activiteiten van de Stichting Belangenbehartiging. De bestedings- doelen van deze reserve moeten gerelateerd kunnen worden aan het schoolleven (bijvoorbeeld faciliteiten voor inrichting van de verblijfsruimtes, het schoolterrein, activiteiten met een cultureel, sportief of onderwijskundig doel) of aan faciliteiten die van bijzondere en duurzame toegevoegde waarde zijn aan het onderwijs dat de leerlingen op de RSG volgen.
Bestemmingsreserve Kantine (publiek): De bestedingsdoelen van deze bestemmingsreserve moeten worden gerelateerd aan bijzondere leerling activiteiten, zoals bijvoorbeeld een lustrumfeest, aan andere leerling- activiteiten, mits deze de gehele leerlingpopulatie betreffen en voor zaken die te maken hebben met de inrichting van de kantine.
Voorzieningen
Voorziening Lang Cyclisch Onderhoud: Voor de toekomstige kosten van groot onderhoud aan het schoolgebouw is een voorziening voor groot onderhoud gevormd. De toevoeging aan de voorziening wordt bepaald op basis van het geschatte bedrag van het onderhoud van die kosten, die zichzelf niet egaliseren over een periode van 20 jaar. Hiervoor is een meerjarenonderhoudsplan opgesteld. In dit onderhoudsplan wordt rekening gehouden met de jaarlijkse inflatie. Dit plan is de grondslag voor de berekening van de dotatie. Jaarlijks wordt getoetst of de berekende dotatie wel/niet toereikend is voor de uitgaven over deze periode.
Voorziening Jubileum: Deze voorziening is voor de toekomstige jubileumuitkeringen (25 en 40 jaar). Uitgangspunten voor de berekening zijn datum indiensttreding, blijfkans en salarisniveau van elke individuele medewerker.
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
2.2 GRONDSLAGEN
Voorziening ADV: De cao biedt personeelsleden de mogelijkheid om jaarlijks 60 klokuren te sparen om dit in de toekomst in één keer op te nemen. Voor de dan te maken personeelskosten ter vervanging van het te genieten spaarverlof, is de voorziening ADV-spaarverlof noodzakelijk.
Voorziening levensfasebewust personeelsbeleid: Met ingang van de cao 2014-2015 is het mogelijk om 50 uur per fte te sparen in het kader van "levensfasebewust personeelsbeleid".
Voorziening WW: De hoogte van deze voorziening wordt bepaald door de ingeschatte te betalen WW-uitkeringen aan ex-medewerkers.
Overige activa en passiva
Voor zover niet anders vermeld zijn de activa en de passiva opgenomen tegen nominale waarde.
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Algemeen
De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts
opgenomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Grondslag Rijksbijdragen
Exploitatiesubsidies worden als baten verantwoord in de Staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Subsidies met betrekking tot investeringen in materiële vaste activa vallen vrij ten gunste van het resultaat naar rato van de afschrijvingskosten.
Overige baten
Overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit baten uit verhuur, detachering, ouderbijdragen en overige baten.
Personeelsbeloningen
Periodiek betaalbare beloningen
Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers.
Pensioenen
De instelling heeft alle pensioenregelingen verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premie wordt als last verantwoord. Mutaties in de pensioenvoorziening worden ook in de staat van baten en lasten verwerkt. Het bedrag dat als pensioenvoorziening is opgenomen, is de beste schatting van de nog niet gefinancierde bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen.
Materiële kosten
De materiële kosten worden op grootboekniveau begroot. De begrote bedragen komen tot stand op basis van
ervaringsgegevens en de behoeften van de organisatie. Per grootboekkaart wordt beoordeeld hoe het kostenverloop de komende jaren zal zijn. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met de leerlingendaling c.q. -stijging en een mogelijke indexering van de kosten. Het gebruikte indexpercentage varieert per kostensoort van 0% tot 3%.
Financiële baten en lasten
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen.
Belastingen
Over het resultaat wordt geen belasting berekend.
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
2.3 TOELICHTING OP DE BEGROTING
BATEN
RIJKSBIJDRAGE
Normvergoeding personeel
Vergoeding Lumpsum normatief (1) 8.876.300 8.840.400 8.860.300
Vergoeding Lumpsum aanvullende vergoedingen 4.100 4.100 14.400
Totaal 8.880.400 8.844.500 8.874.700
(1) In de begroting van 2019 was rekening gehouden met een indexering van 2,8%. In werkelijkheid is de GPL met 3,13%
verhoogd, hiervan is 0,8% nog als ruimte aangemerkt. De verwachting is dat deze ruimte geheel of voor het grootste deel zal worden gevuld met cao-afspraken of andere arbeidsvoorwaardelijkezaken als pensioenpremies. Daarbij is het denkbaar dat een afspraak over 2019 wordt gemaakt, die pas in 2020 tot uitbetaling zal komen.
De vergoeding voor 2020 is gebaseerd op 1495 leerlingen, waarvan 6 gedetacheerd zijn bij het VAVO.
Hiernaast wordt de GPL verhoogd met 0,3% als gevolg van de afspraken uit het convenant leerkracht.
Mutatie in leerlingenaantal 5.500
Convenant leerkracht 10.500
Totale mutatie 16.000
Normvergoeding materieel
Vergoeding Exploitatiekosten 1.137.300 1.137.800 1.136.800
Vergoeding Leermiddelen 472.900 474.800 474.200
Totaal 1.610.200 1.612.600 1.611.000
Overige subsidies OCW
Vergoeding Prestatiebox (1) 507.300 441.200 483.300
Vergoeding Lerarenbeurs 62.000 69.200 64.800
Incidentele overige doelsubsidies OCW (2) 10.500 0 30.500
Vergoeding aanpak Voortijdige schoolverlaters 19.900 19.900 19.900
Totaal 599.700 530.300 598.500
(1) De normvergoeding prestatiebox is voor 2019 vastgesteld op € 323,50 per leerling. In de begroting is gerekend met € 300.
In de miljoenennota is voor 2020 een indexering opgenomen van ongeveer 5%. Het bedrag zal hiermee uitkomen op € 340 per leerling.
(2) Dit betreft een subsidie voor zij-instroom en de doorstroom VMBO-HAVO.
Ontvangen rijksbijdrage van SWV
Rijksbijdrage SWV-passend onderwijs (1) 172.000 210.700 198.500
Totaal 172.000 210.700 198.500
(1) Binnen het samenwerkingsverband is een nieuwe verdeling van de middelen over de deelnemende scholen afgesproken. De jaarlijkse vergoeding die de RSG ontvangt, daalt hierdoor met ruim 15%.
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Overige overheidsbijdragen
Overige bijdragen Gemeente / Provincie (1) 5.000 0 9.700
Totaal 5.000 0 9.700
(1) In 2019 is er geïnvesteerd in energieopwekking door middel van het plaatsen van zonnepanelen. De komende 15 jaar maken we aanspraak op een subsidie van rond de € 5.000 per jaar.
TOTAAL RIJKSBIJDRAGE 11.267.300 11.198.100 11.292.400
OVERIGE BATEN
Overige personele baten
Vergoeding personeelskosten stromenschool, tweetalig onderwijs, CE 29.800 32.100 32.400
Vergoeding uit samenwerkingsverbanden 29.500 29.500 32.000
Overige vergoedingen (1) 34.000 26.500 94.400
Totaal 93.300 88.100 158.800
(1) In 2019 zijn incidentele baten ontvangen als gevolg van studieverlof en detachering.
Ouderbijdragen (1)
Vrijwillige ouderbijdrage en activiteiten 81.400 81.400 81.400
Kunst- Sport en Science & ICT-stroom 51.700 51.700 51.700
TTO, Cambridge Engels en GP 85.500 85.400 85.400
Schoolreizen 203.500 203.500 203.500
Totaal 422.100 422.000 422.000
(1) Alle baten en lasten, die voortvloeien uit de besteding ouderbijdrage worden in de begroting zo goed als neutraal verwerkt.
Overige bijdragen
Omzet Kantine 39.100 39.500 35.600
Opbrengst medegebruik 23.000 23.000 23.000
Verkoop rekenmachines, kluissloten, etc. 12.100 12.100 12.100
Vervangingsregeling Leermiddelen 5.000 2.000 8.900
Vergoeding uitwisseling buitenland (1) 10.000 10.000 10.000
Overige baten 12.600 12.600 12.600
Huurvergoeding kluisjes en sportschoenen 8.100 7.800 8.800
Totaal 109.900 107.000 111.000
(1) De vrijval van deze subsidie beïnvloedt het resultaat niet, omdat hier ook lasten tegenover staan.
\
TOTAAL OVERIGE BATEN 625.300 617.100 691.800
TOTAAL BATEN 11.892.600 11.815.200 11.984.200
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
LASTEN
PERSONELE LASTEN
Loonkosten gespecificeerd naar kostensoorten (1)
Lonen en salarissen 7.163.119 7.120.128 7.048.288
Werkgeverspremie pensioenen 1.042.377 1.024.021 1.013.663
Werkgeverspremie sociale lasten 950.404 876.051 910.648
Totaal 9.155.900 9.020.200 8.972.600
Personele lasten naar functiecategorie
College van Bestuur 149.700 144.800 153.600
Directie 430.700 530.300 357.500
OP 6.954.100 6.742.100 6.788.100
OOP 1.621.400 1.603.000 1.673.400
Totaal 9.155.900 9.020.200 8.972.600
(1) De nog beschikbare loonruimte van 0,8% is in deze begroting verwerkt in 2019.
Personeel niet in loondienst
Inhuur personeel 38.200 47.000 157.100
Totaal personeel niet in loondienst 38.200 47.000 157.100
Overige personele lasten - verzekeringen en uitkeringslasten
116.400 105.300 116.300
62.000 62.000 62.000
68.400 68.500 67.300
Uitkeringskosten OCW WGA kosten (1)
Premie WGA- en ziekteverzuimverzekering
Totaal 246.800 235.800 245.600
(1) Dit betreffende kosten van de WGA uitkeringen. Deze worden volledig vergoed door onze verzekering.
Overige personele lasten - toezicht en ondersteuning
Vergoeding Raad van Toezicht 21.600 26.200 24.000
Externe ondersteuning - ICT, juridische kosten en alarmopvolging 19.000 17.800 16.400
Stage- en vrijwilligersvergoeding 6.500 6.500 16.600
Totaal 47.100 50.500 57.000
Overige personele lasten - scholing, begeleiding, arbo en overig
Scholingskosten 132.000 131.300 128.000
Kosten Bedrijfsgezondheidsdienst en begeleidingskosten personeel 46.000 43.000 43.400 Activiteiten, representatiekosten en koffie-thee personeel 57.500 57.700 55.000
Detachering leerlingen incl. VAVO 44.800 44.600 38.400
Advieskosten en overige personele lasten (1) 249.000 56.800 97.500
Wervingskosten (2) 4.500 4.500 36.400
Totaal 533.800 337.900 398.700
(1) Voor extra investeringen in het kader van het schoolplan 2020-2024 is een buffer gecreëerd van 200.000 euro. De invulling van deze buffer wordt bepaald in de financiële paragraaf van het schoolplan in mei 2020.
(2) In 2019 zijn er extra kosten geweest in verband met de werving van twee schoolleiders.
Totaal overige personele lasten 865.900 671.200 858.400
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Mutaties voorzieningen personeel ten laste van het resultaat
Voorziening Levensfasebewust personeelsbeleid (1) 15.200 72.900 10.600
Voorziening ADV -12.400 -12.400 -7.200
Voorziening Ziekteverzuim 0 0 -10.500
Voorziening WW 0 0 0
Voorziening jubilea 17.400 9.800 13.200
Totaal mutaties voorzieningen personeel ten laste van het resultaat 20.200 70.300 6.100
(1)De mutatie betreft het saldo van de gespaarde uren en de opgenomen uren.
Uitkeringen
Vergoeding WGA (1) -62.000 -62.000 -62.000
Vergoeding WAZO en overig -20.000 -20.000 -30.000
Totaal uitkeringen -82.000 -82.000 -92.000
(1) zie toelichting WGA-kosten op vorige pagina
TOTAAL PERSONELE LASTEN 9.960.000 9.679.700 9.745.100
AFSCHRIJVINGSKOSTEN
Afschrijvingskosten aanpassingen schoolgebouw 65.000 73.149 73.100
Afschrijvingskosten inventaris 37.000 34.377 37.200
Afschrijvingskosten apparaten en overig 29.300 22.048 28.000
Afschrijvingskosten zonnepanelen 5.800 5.783 5.800
Afschrijvingskosten leermiddelen (1) 105.100 119.220 112.800
Afschrijvingskosten hardware 68.400 74.742 88.200
Afschrijvingskosten nieuwe investeringen o.b.v. 5 jaar afschrijving 31.800 18.081 0
342.400 347.400 345.100
TOTAAL AFSCHRIJVINGENKOSTEN 342.400 347.400 345.100
(1) Er zijn minder lesmethoden waarop afgeschreven wordt aangevraagd. Enerzijds is dit het gevolg van het gebruik van zelf ontwikkelde lesmethoden, anderzijds het gevolg van de digitalisering.
HUISVESTINGSLASTEN
Huren
Huur Sportaccommodatie, velden en overig 85.200 84.200 87.000
Totaal 85.200 84.200 87.000
Dotatie materiële voorzieningen
Dotatie Voorziening Lang Cyclisch Onderhoud 115.000 115.000 115.000
Totaal 115.000 115.000 115.000
Energie
Elektra 43.800 43.800 43.800
Gas 50.900 50.900 50.900
Water 5.800 5.700 5.700
Totaal 100.500 100.400 100.400
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Onderhoud gebouw
Daken, gevels en zonwering 7.500 7.500 8.400
Klimaat- en elektrische installaties 11.800 11.800 8.200
Gas, water en sanitair 2.500 2.500 7.500
Liften 2.200 2.200 2.200
Beveiligingsinstallaties 8.500 8.500 13.000
Terreinafwerking 16.500 16.500 30.200
Diversen onderhoud 16.000 16.000 19.400
Totaal 65.000 65.000 88.900
Schoonmaakkosten
Schoonmaakcontract 184.000 181.300 183.200
Schoonmaak- en huishoudelijke middelen 18.700 19.100 19.100
Stomerijkosten en onderhoud apparaten 3.100 3.000 11.700
Totaal 205.800 203.400 214.000
Overige huisvestingslasten
Heffingen in verband met de huisvesting 9.300 9.100 7.700
Totaal 9.300 9.100 7.700
TOTAAL HUISVESTINGSLASTEN 580.800 577.100 613.000
OVERIGE LASTEN
Administratie- en beheerskosten
Kantoorbenodigdheden 6.000 6.500 7.300
Portokosten 6.800 6.800 6.800
Telefoonkosten 4.800 4.800 4.000
Kosten deelname salarisadministratiekantoor 27.500 27.500 25.000
Totaal 45.100 45.600 43.100
Abonnementen en lidmaatschappen
Abonnementen en vakliteratuur 1.700 1.700 1.600
Contributie VOS/ABB en VO-raad 23.900 24.100 25.800
Medezeggenschapsraad 4.800 4.800 4.900
Geschillencommissie en lidmaatschappen 3.400 3.400 5.400
Totaal 33.800 34.000 37.700
Bestuurskosten
4.600 4.600 4.600
Overige kosten bestuur
Totaal 4.600 4.600 4.600
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Financiële en overige beheerskosten
Verzekering- en bankkosten 6.000 6.000 5.500
Accountantskosten 17.000 16.200 19.300
Overige algemene kosten 2.500 2.500 2.500
Totaal 25.500 24.700 27.300
Onderhoud en aanschaf inventaris, apparatuur en leermiddelen
Onderhoudscontracten software 89.000 82.500 78.500
Onderhoudskosten en -contracten inventaris 11.100 10.900 12.800
Onderhoudskosten hardware 18.100 17.100 18.900
Computersupplies, inventaris klein en apparatuur (1) 35.000 35.000 52.000
Totaal 153.200 145.500 162.200
(1) In 2019 zijn incidentele kosten gemaakt.
Kopieerkosten
Papier 12.000 14.500 14.500
Kopieerkosten 16.300 24.000 20.500
Diversen en onderhoudskosten 2.200 2.200 2.700
Uitbesteed kopieerwerk 2.000 2.000 2.000
Totaal 32.500 42.700 39.700
Samenwerkingsverbanden
Regionaal Schoolleidersberaad 1.700 1.700 1.700
Overige kosten Samenwerkingsverband 7.500 7.500 7.500
Totaal 9.200 9.200 9.200
Onderwijsbegeleiding en ondersteuningskosten
Leerling-, studie- en beroepskeuzebegeleiding 31.500 31.500 23.300
ICT-kosten (1) 46.400 70.100 72.000
Uitwisseling buitenland 10.000 10.000 2.900
Licentiekosten taal-, rekentoetsen en overig 20.100 21.000 22.500
Totaal 108.000 132.600 120.700
(1) Vanaf 2020 wordt er gebruik gemaakt van de in Magister geïntegreerde elektronische leeromgeving. De kosten van de huidige ELO (itslearning) vervallen hierdoor.
Leermiddelen
Werkboeken en licenties (1) 208.000 181.000 208.000
Abonnementen 14.000 12.900 14.200
Toetsen 1.400 1.400 2.000
Proefexemplaren 2.400 2.400 2.400
Overige kosten 6.700 6.700 9.800
Totaal 232.500 204.400 236.400
(1) Omdat op dit moment nog niet duidelijk is wanneer er overgestapt wordt naar meer digitaal onderwijs, zijn de bestaande kosten geëxtrapoleerd naar de toekomst toe. Er is in deze berekeningen geen gewijzigd beleid opgenomen.
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Lesmateriaal Secties
Lesmateriaal secties 21.900 22.100 21.600
Apparatuur en instrumentarium 6.700 6.700 9.200
Overige kosten secties 2.400 2.400 2.300
Totaal 31.000 31.200 33.100
Leerlingactiviteiten (1)
Mediatheekkosten 12.400 12.400 12.400
Activiteiten en projectkosten 51.100 51.100 51.100
Excursies 14.800 14.800 14.800
Evenementencommissie 8.000 8.000 8.000
Werkweken en kennismakingsdagen B1 203.500 203.500 203.500
Kosten stromen 54.400 54.100 54.100
Kosten Tweetalig Onderwijs en Cambridge Engels 84.600 84.600 84.600
Totaal 428.800 428.500 428.500
(1)Zie toelichting bij het onderdeel "Baten - Ouderbijdragen".
Inkoopwaarde te verkopen materialen
Kosten Rekenmachines 2.300 2.300 2.300
Kosten Tekenetuis 5.300 5.300 5.300
Overige inkoopwaarde 4.700 4.700 4.700
Totaal 12.300 12.300 12.300
Public Relations
Open Huis 23.500 20.500 23.700
Website RSG 3.700 3.600 3.600
Representatiekosten 14.500 14.500 16.900
Advertenties Public Relations 2.300 2.200 2.200
Totaal 44.000 40.800 46.400
Inkoop Kantine
Inkoop balie en snoepautomaten 18.200 18.400 18.400
Inkoop activiteiten 1.500 1.500 1.500
Inkoop drankautomaten 2.400 2.500 3.000
Inkoop overig 500 500 500
Totaal 22.600 22.900 23.400
Overige kosten Kantine
Onderhoudskosten 2.300 2.200 2.200
Vrijwilligersvergoeding 1.800 1.800 1.800
Overige kosten kantine 2.500 2.500 2.500
Totaal 6.600 6.500 6.500
Begroting Begroting JEV
2020 2019 2019
€ € €
Overige lasten
Vuilafvoer en chemisch afval 5.300 5.300 7.100
Veiligheidsdienst 2.600 2.500 2.500
Totaal 7.900 7.800 9.600
TOTAAL OVERIGE LASTEN 1.197.600 1.193.300 1.240.700
TOTAAL LASTEN 12.080.800 11.797.500 11.943.900
SALDO BATEN EN LASTEN -188.200 17.700 40.300
FINANCIELE BATEN EN LASTEN
Rentebaten
Interest rekening-courant en deposito 1.000 4.500 1.000
Totaal 1.000 4.500 1.000
TOTAAL FINANCIELE BATEN EN LASTEN 1.000 4.500 1.000
EXPLOITATIERESULTAAT -187.200 22.200 41.300
Specificatie resultaat
Saldo personeel -154.300 19.818 116.400
Saldo materieel 42.100 85.153 12.000
Saldo gebouwen & terreinen -59.700 -67.870 -67.800
Saldo kantine -15.600 -15.400 -19.800
Saldo reis- en schoolfonds en stromenschool 300 500 500
-187.200 22.200 41.300
Stichting Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen
3. MEERJARENPERSPECTIEF
3.1 BALANS 2019 2020 2021 2022 2023
€ € € € €
ACTIVA Vaste activa
Materiële vaste activa 1.452.500 1.431.700 1.311.700 1.186.800 1.015.500 Vlottende activa
Vorderingen 276.500 264.000 264.000 264.000 264.000
Liquide middelen 4.908.600 4.570.100 4.603.600 4.655.800 4.618.200
Totaal vlottende activa 5.185.100 4.834.100 4.867.600 4.919.800 4.882.200
TOTAAL ACTIVA 6.637.600 6.265.800 6.179.300 6.106.600 5.897.700
PASSIVA Eigen vermogen
Algemene reserve 4.125.300 3.946.500 3.973.500 4.021.400 4.013.800
Bestemmingsreserves publiek 63.000 54.600 53.000 24.300 14.500
Totaal eigen vermogen 4.188.300 4.001.100 4.026.500 4.045.700 4.028.300
Voorzieningen 875.000 778.100 730.500 697.100 567.900
Langlopende schulden 0 0 0 0 0
Kortlopende schulden 1.574.300 1.486.600 1.422.300 1.363.800 1.301.500
Totaal passiva 6.637.600 6.265.800 6.179.300 6.106.600 5.897.700
3.2 RESULTATENREKENING 2019 2020 2021 2022 2023
€ € € € €
BATEN
Rijksbijdrage 11.282.700 11.262.300 11.379.000 11.457.500 11.466.400
Overige overheidsbijdragen en -subsidies 9.700 5.000 -5.000 -5.000 -5.000
Overige baten 691.800 625.300 625.200 624.900 624.800
TOTAAL BATEN 11.984.200 11.892.600 11.999.200 12.077.400 12.086.200
LASTEN
Personele lasten 9.745.100 9.960.000 9.839.900 9.916.100 9.967.400
Afschrijvingskosten 345.100 342.400 350.900 358.100 351.300
Huisvestingslasten 613.000 580.800 584.400 584.400 584.400
Overige lasten 1.240.700 1.197.600 1.199.600 1.200.600 1.201.500
TOTAAL LASTEN 11.943.900 12.080.800 11.974.800 12.059.200 12.104.600
SALDO BATEN EN LASTEN 40.300 -188.200 24.400 18.200 -18.400
FINANCIËLE BATEN EN LASTEN 1.000 1.000 1.000 1.000 1.000
RESULTAAT 41.300 -187.200 25.400 19.200 -17.400
3.3 PROGNOSE LIQUIDE MIDDELEN 2019 2020 2021 2022 2023
€ € € € €
Stand ultimo 5.148.900 4.947.900 4.641.500 4.701.300 4.768.500
Investeringen -386.900 -321.600 -230.900 -233.200 -180.000
Uitgaven t.l.v. voorzieningen -240.000 -200.000 -150.000 -150.000 -253.500
Uitgaven t.l.v. reultatenrekening -11.549.100 -11.672.700 -11.563.800 -11.632.300 -11.678.800
Baten 11.975.000 11.887.900 12.004.500 12.082.700 12.091.500
Stand ultimo 4.947.900 4.641.500 4.701.300 4.768.500 4.747.700
3.4 KENGETALLEN
Het financiële toezicht op het onderwijs berust bij de inspectie van het Onderwijs. Een van de onderdelen van het toezicht is de financiële continuïteit: hierbij gaat het om de vraag of een instelling financieel gezond is en op korte en lange termijn aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De inspectie evalueert regelmatig de kengetallen voor risicodetectie omdat er verschuivingen kunnen optreden als gevolg van veranderde omstandigheden.
De kengetallen (en hun signaleringswaarden) zijn geen normen en het voldoen aan de “eisen” van de inspectie is geen vereiste en geen enkele garantie voor continuïteit. De inspectie geeft daarom aan dat besturen zelf bepalen waar ze op sturen en het integrale toezicht van de inspectie is gericht op risicodetectie.
Het financiële toezicht is onderdeel van het geïntegreerde toezicht. De inspectie gebruikt hiervoor de onderstaande vijf kengetallen. De verantwoording van het bestuur vindt plaats via de jaarrekening. Omdat de beïnvloeding van de financiële continuïteit plaats vindt via de meerjarenbegroting, wordt hieronder zichtbaar gemaakt wat het effect vanuit de meerjaren- begroting zal zijn.
34,95% 33,64% 33,56% 33,50% 33,33%
0%
10%
20%
30%
40%
2019 2020 2021 2022 2023
Weerstandsvermogen
RSG Signaleringsgrens 5,74% 5,35% 5,37% 5,28% 5,21%
0%
5%
10%
15%
2019 2020 2021 2022 2023
Huisvestingsratio
RSG Signaleringsgrens
3,31 3,25 3,42 3,61 3,75
0,00 1,00 2,00 3,00 4,00
2019 2020 2021 2022 2023
Liquiditeit (Current Ratio)
RSG Signaleringsgrens 0,76 0,76 0,77 0,78 0,78
0,00 0,20 0,40 0,60 0,80 1,00
2019 2020 2021 2022 2023
Solvabiliteit II
RSG Signaleringsgrens
0,3%
‐1,6%
0,2% 0,2%
‐0,1%
‐2,0%
‐1,0%
0,0%
1,0%
2019 2020 2021 2022 2023
Rentabiliteit
RSG
1,0%
‐0,6% ‐0,7%
0,2% 0,0%
‐1,0%
‐0,5%
0,0%
0,5%
1,0%
1,5%
2019 2020 2021 2022 2023
Rentabiliteit (gemiddelde 2 jaar)
RSG ‐ gemiddelde rentabiliteit over 2 jaar