• No results found

Socius Wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijke scholen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Socius Wetenschappelijk onderzoek Wetenschappelijke scholen"

Copied!
57
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Socius

Wetenschappelijk onderzoek

Wetenschappelijke scholen

(2)

2. Wetenschappelijk onderzoek 2.1 Wetenschappelijke aanpak

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

2.3 Vijf stappen

(3)

TEST JOUW MENSENKENNIS THE GOOD, THE BAD, THE UGLY?

DVD Think for yourself

2.1 Wetenschappelijke aanpak

(4)

Definitie :

Mensenkennis is de kennis over mensen die van persoon tot persoon verschilt = subjectief

Psychologie is de wetenschap die het menselijk gedrag bestudeert = objectief

• Psyché = ziel

• Logos = kennis, wetenschap

2.1 Wetenschappelijke aanpak

(5)

zes vaardigheden in kritisch denken volgens Zimbardo

(Zie boek)

• BRON

• STELLING

• BEWIJS

• REFLECTIE

• PERSPECTIEVEN

• BIAS

2.1 Wetenschappelijke aanpak

(6)

• oefening p 25 onderaan

• oefening p 26 bovenaan

Bias uitschakelen →Dubbelblindmethode DVD The strange powers of the placebo

2.1 Wetenschappelijke aanpak

(7)

Oefening pagina 27

Oefening pagina 28/29

2.1.2 wetenschapsfraude valt weg (p 30-33)

2.1 Wetenschappelijke aanpak

(8)

2. Wetenschappelijk onderzoek 2.1 Wetenschappelijke aanpak

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

2.3 Vijf stappen

(9)

2.2.1 Kenmerken:

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(10)

2.2.1 Kenmerken:

Systematisch:

• Het onderzoek gebeurt in een bepaalde volgorde, volgens bepaalde stappen en

opgestelde regels die elke onderzoeker kan toepassen.

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(11)

2.2.1 Kenmerken:

Objectief en empirisch

• De onderzoeker laat zich niet leiden door vooroordelen of zijn eigen mening, maar

baseert zich op de tastbare werkelijkheid, bv.

door observatie van spelende kinderen of

door denkactiviteit met scanners te meten en te registreren.

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(12)

2.2.1 Kenmerken:

Controleerbaar en falsifieerbaar

• Het onderzoek kan worden herhaald en levert dan (normaal gezien) soortgelijke resultaten.

De gevolgde stappen kunnen telkens opnieuw overlopen en gecontroleerd worden.

• Als een hypothese fout lijkt (falsifieerbaar), is dat nog steeds waardevol, omdat dan is

aangetoond dat er bv. duidelijk geen verband is tussen tv-kijken en gewelddadig gedrag.

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(13)

2.2.2 Onderzoeksmethoden:

vier onderzoeksmethoden:

• Literatuurstudie

• Observatie

• Interview en enquête

• Experiment

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(14)

Literatuurstudie

2 onderzoeksonderwerpen:

• Officieel materiaal of bronnen consulteren (boeken, statische gegevens, …)

• Casestudies (diepgaand verslag over bepaalde personen)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(15)

Populaire methode = observatie Voorwaarden:

• Onbevooroordeeld

• Nauwkeurig

→Bewustzijn van mogelijk bias

Oplossing: meerdere observatoren

DVD Visual Awarness Test – Are you ready?

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(16)

Natuurlijke omgeving / kunstmatige omgeving

De observator participeert

De observator participeert niet

Open observatie

De observator neemt deel aan de activiteit en neemt merkbaar

notities.

De observator is aanwezig zonder echter deel te nemen

aan de activiteit – hij neemt merkbaar

notities

Gesloten observatie

De observator neemt deel aan de activiteit

en neemt op een verdoken manier notities of neemt pas

achteraf notities.

De observator is verborgen voor de proefpersonen en hij

neemt ongemerkt notities.

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(17)

Populaire methode = observatie correlatie berekenen

• Symbool r

• r = 0 → geen verband

(cfr. adres en schoenmaat)

• r = + 1 → y neemt toe als x toeneemt (cfr. aantal pintjes en zat worden)

• r = - 1 → y neemt af als x toeneemt

(cfr. aantal pintjes en jezelf kunnen beheersen)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(18)

correlatie berekenen

Voorbeelden van onderzoek:

• Geslacht en depressie

• Studierichting middelbaar en studies hoger onderwijs

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(19)

correlatie berekenen Let op – vaststelling:

Hoe meer ijsjes verkocht worden, hoe meer mensen verdrinken.

• Geen causaliteit

• Beiden afhankelijk van buitentemperatuur

• Correlatie =/= causaliteit

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(20)

Populaire methode = observatie Nadeel:

• Onzekerheid

• Mensen kunnen zich anders voordoen

• Het geheel is meer dan de delen (beïnvloeding van halo- en horneffect

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

(21)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

• Mensen kunnen zich anders voordoen

(22)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Het geheel is meer dan de delen (beïnvloeding van halo- en horneffect

DVD Atmospheres Afsluit: Whodunnit

(23)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Interview (mondeling) en enquête (schriftelijk)

• Persoonlijke of private gedragingen

• Interview: tijdrovend en arbeidsintensief

• Enquête: korte tijd veel info

• Steekproef is representatief voor populatie

(24)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Experiment = oorzaak van gedrag onderzoeken DVD Milgram

• In welk jaar deed men dit experiment?

• Hoe stak het experiment in elkaar?

• Doel

• Methode

• Resultaat

• Welke kritiek kreeg het experiment?

(25)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Methode

(26)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Conclusie:

• experiment →causaliteit (oorzaak)

• Experiment = bestuderen van gedrag van iemand in een bepaalde situatie

DVD Overtreden sociale regels 1

(27)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Conclusie:

• Geld geven = onafhankelijke variabele (we kiezen die – kenmerk dat door

onderzoeker wordt gemanipuleerd)

• Reactie van mensen = afhankelijke

variabel (wordt door de situatie bepaald) DVD Opbouw experiment

(28)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Toepassing:

• Kinderen een zonnetje geven als ze een rekenoefening juist opgelost hebben

• Vitamine D doet de weerstand tegen ziekte van de mens stijgen

• Marchmallow experiment: verleiding voor kind plaatsen en nagaan of ze er

kunnen afblijven = beheersing

(29)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Bias te vermijden onderzoeker en proefpersoon

• Experimentele groep

• Controle groep

Beide groepen zijn gelijk –‘at random’ (toevallig)

• De steekproef krijgt de manipulatie en de controlegroep krijgt de manipulatie niet

• Resultaten van beide groepen worden vergeleken

(30)

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

Verband tussen variabelen onderzoeken:

• Onafhankelijke variabele = wat je als verandering doorvoert

• Veranderlijke variabele = welk gevolg heeft de verandering op gedrag?

Oefeningen pagina 39 – 40 - 41

(31)

2. Wetenschappelijk onderzoek 2.1 Wetenschappelijke aanpak

2.2 Kenmerk + onderzoeksmethode

2.3 Vijf stappen

(32)

2.3 Vijf stappen

(33)

2.3 Vijf stappen

(34)

2.3 Vijf stappen

(35)

2.3 Vijf stappen

(36)

2.3 Vijf stappen

(37)

2.3 Vijf stappen

(38)

2.3 Vijf stappen

Oefeningen pagina 43 – 44 – 45 DW Tekst de cruciale jaren

(39)

3. Wetenschap in ontwikkeling 2.1 Geschiedenis van Psychologie 2.2 Zeven scholen 19

e

en 20

e

eeuw

2.3 Dimensies in moderne psychologie

(40)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

(41)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Psychologie start:

• Socrates, Aristoles en Plato (basis is filosofie)

Plato

Aristoteles

(42)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Psychologie start:

• Socrates, Aristoles en Plato (basis is filosofie)

• Grote verandering: laboratorium van Wilhelm Wundt

Belangrijke bijdragen:

• Gutenberg

• Vernieuwde interesse in klassiek oudheid

• Heliocentrisme

• Nieuwe wetenschappen

(43)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Gutenberg:

Schriftelijke kennis werd wereldwijd

verspreid. (Dus ook manuscripten van klassieke filosofen zoals Aristoteles en

Plato. Zij schreven bv. al over de werking van de zintuigen en over de ziel of de

geest.)

(44)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Klassieke oudheid:

Inzichten uit de filosofie, literatuur, geneeskunde … stimuleerden in de renaissance het kritische en

wetenschappelijke denken.

(45)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Heliocentrisme

De ontdekking dat de zon het centrum van het heelal is (en niet de aarde) zorgde voor het ontstaan van een nieuw mensbeeld. De mens komt centraal te staan in de wereld en begint kritische vragen te stellen.

(46)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

Nieuwe wetenschappen:

Natuurkundige en biologische fenomenen konden objectief en wetenschappelijk

worden bestudeerd door metingen en

observaties. Ook daardoor werden mensen kritischer.

(47)

Meer over ontstaan van

wetenschap en filosofie leren?

‘De wereld van Sofie’

• een boek van Jostein Gaarder.

• geschiedenis van de westerse filosofie en een gedeelte van de Oosterse filosofie

• een verhaal over een veertienjarig meisje

• een luchtige manier van vertellen

Ook op DVD

2.1 Geschiedenis van Psychologie

(48)

2.1 Geschiedenis van Psychologie

René Descartes

• 17de eeuw

• Cartesiaans dualisme

Mens

Lichaam Geest

Stoffelijk → bestuderen Onstoffelijk →

Niet te bestuderen

Res extensa

Res cogitans (ziel)

(49)

3. Wetenschap in ontwikkeling 2.1 Geschiedenis van Psychologie 2.2 Zeven scholen 19

e

en 20

e

eeuw

2.3 Dimensies in moderne psychologie

(50)

3.2.1 Structuralisme 3.2.2 Functionalisme 3.2.3 Behaviorisme

3.2 Zeven scholen 19

e

en 20

e

eeuw

3.2.4 Gestaltpsychologie

3.2.5 Psychoanalyse of dieptepsychologie 3.2.6 Humanistische psychologie

3.2.7 Cognitieve psychologie

(51)

Mindmap maken pagina’s 49-55 1 - Differentiatie

• zelfstandig werken op PC via bubbl.us (jpg opslaan)

• op papier werken met leerkracht

2 - Mindmap verbeteren met Quizlet-lijst Socius H3 Enkel Scholen (smartschool)

3 - Learningapp map Scholen

3.2 Zeven scholen 19

e

en 20

e

eeuw

(52)

3. Wetenschap in ontwikkeling 2.1 Geschiedenis van Psychologie 2.2 Zeven scholen 19

e

en 20

e

eeuw

2.3 Dimensies in moderne psychologie

(53)

2.3 Dimensies in moderne psychologie

• nog steeds sporen van de stromingen uit het verleden = ‘invalshoeken’

• Jaren ‘90: studie van de hersenen

• omgeving blijft belangrijk

(54)

2.3 Dimensies in moderne psychologie

3 dimensies:

• Biologische

• Cognitieve

• Socioculturele

(55)

2.3 Dimensies in moderne psychologie

Biologische → biologische factoren verklaren gedrag

• Hersenen, zenuwstelsel en genen

• Scans en fysiologische metingen

• Overerving gedragskenmerken (evolutionaire invalshoek)

(56)

2.3 Dimensies in moderne psychologie

Cognitieve → neurologische factoren verklaren bewustzijn en persoonlijkheid

• Redeneervermogen, geheugen, …

• Ontwikkelingspsychologie

• Bewustzijn eigen gedrag

(57)

2.3 Dimensies in moderne psychologie

Socioculturele → niet-erfelijke gedragscomponent

• Invloed cultuur

• Groepsgedrag en sociale interactie

Oefening p 56 - 57

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

[r]

Massive power increase with wind speed Alternator can’t handle this dynamic range Design a turbine for optimum performance between 7 and 30 mph.. Design to survive higher winds

Het rechtvaardigend geloof is, volgens de Catechismus, Vraag 21 „niet alleen een zeker weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, hetgeen God ons in

KVB= Kortdurende Verblijf LG= Lichamelijke Handicap LZA= Langdurig zorg afhankelijk Nah= niet aangeboren hersenafwijking. PG= Psychogeriatrische aandoening/beperking

Wanneer de gemeenteraad het integraal veiligheidsplan heeft vastgesteld zal het plan op hoofdlijnen aangeven welke prioriteiten en doelen de gemeenteraad stelt voor de komende

Naast deze acti- viteiten zijn er nog meer leuke din- gen te doen voor de kinderen, want zo kan elke deelnemer en toeschou- wer bijvoorbeeld een Handbalpas- foto laten maken, is er

De resultaten laten zien dat de doelen van het Buddy Programma naadloos aansluiten bij de problemen en zorgen die Bobby’s door de scheiding van hun ouders ervaren; ze stoppen