AKTE VAN WEDERZIJDSE OVERDRACHT

(1)

DIRECTIE JURIDISCHE EN BESTUURSZAKEN – CEL PATRIMONIUM

730/21/2/haven_oostende-5/GC

AKTE VAN WEDERZIJDSE OVERDRACHT

Vóór ons, Bart TOMMELEIN, Burgemeester van de Stad Oostende, optredend overeenkomstig de artikelen 41 en 162 van de Grondwet en artikels 63 en 279 § 2 van het Decreet Lokaal Bestuur,

Zijn verschenen:

1) de Stad Oostende, waarvan de kantoren gevestigd zijn in Vindictivelaan 1 in 8400 Oostende, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, in de persoon van onszelf, Bart Tommelein, Burgemeester, bijgestaan door mevrouw Siegelinde Lacoere, Algemeen directeur, handelend in uitvoering van de beslissing van de Gemeenteraad van ………..2021, die kracht van uitwerking heeft verkregen, waarvan een eensluidend afschrift aan deze akte zal gehecht blijven,

hierna genoemd “comparant 1”, en

2) “HAVEN OOSTENDE”, naamloze vennootschap van publiek recht, met maatschappelijke zetel te 8400 Oostende, Slijkensesteenweg 2, met ondernemingsnummer ………, hier vertegenwoordigd door

……… , handelend in hun hoedanigheid van

………...

hierna genoemd ‘de Haven’,

samen genoemd “de partijen”

DE COMPARANTEN VERKLAREN VOLGENDE ONROERENDE GOEDEREN AAN ELKAAR OVER TE DRAGEN

De Stad verklaart de hierna beschreven goederen over te dragen aan de Haven :

STAD OOSTENDE 12^de AFDELING

• een blok weiland gelegen langs de Leegaardsdijk – Schorre, gekadastreerd in de sectie A met

perceelnummers 575 H P0000, 576 P P0000 en 576 N P0000, met een totale oppervlakte volgens het Kadaster van tienduizend zeshonderd vierennegentig vierkante meter (10.694m²),

hierna genoemd "het goed A".

OORSPRONG VAN EIGENDOM

Voormeld goed was eigendom van het autonoom gemeentebedrijf Grond -en Bouwbeleid, hierna genoemd het AGGB, ingevolge verwerving ervan jegens Printost nv, blijkens akte verleden voor de optredende notaris Bart van Opstal te Oostende op 14 maart 2018, overgeschreven op het kantoor Rechtszekerheid Oostende onder

formaliteit nummer 62-T-21/03/2018-04929.

De nv Printost was eigenaar van voorschreven percelen om deze aangekocht te hebben jegens de echtgenoten Fernandus Ducheyne - Rachel Van Mullem, blijkens akte verleden voor de notaris Luc Dehouck, destijds te Oostende, op 8 augustus 1990, overgeschreven op het hypotheekkantoor te Oostende, voorheen Brugge II, op 21 augustus daarna, boek 6962 nummer 14.

(2)

De echtgenoten Fernandus Ducheyne — Rachel Van Mullem waren er eigenaar van sedert meer dan dertig jaar te rekenen vanaf heden.

Overeenkomstig artikel 224 van het Decreet Lokaal Bestuur werd het AGGB in vereffening gesteld bij beslissing van de Gemeenteraad van de Stad Oostende op 22 juni 2020.

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Bart van Opstal te Oostende op 21 december 2020, overgeschreven op het kantoor rechtszekerheid Oostende onder nummer 62-T-06/01/2021-00172, werd overgegaan tot de afgifte van de onroerende goederen door de vereffenaar van het AGGB aan de Stad Oostende, in uitvoering van de sluiting van de vereffening beslist bij de Gemeenteraad van de Stad Oostende op 12 december 2020.

De Haven stelt zich tevreden met voorgaande eigendomsaanhaling en zal geen andere titel kunnen eisen dan een expeditie van huidige akte.

De Haven, verklaart het hierna beschreven goed over te dragen aan de Stad :

STAD OOSTENDE 2^de AFDELING

• de gronden, gekadastreerd in de sectie A als delen van de nummers 155/2 A P0000, 155 K P0000, deel van de Vergunningenstraat zonder nummer, voorheen gekend als openbaar domein en deel van de Handelsstraat zonder nummer, voorheen gekend als openbaar domein, met een totale gemeten oppervlakte van 7.442,46m² . Dit goed staat afgebeeld als loten 3 en 4 aangeduid in groene en oranje kleur op het opmetingsplan opgemaakt op 17 september 2021 door landmeter-expert Johan Vandewalle te Koksijde, waarvan de comparant sub 1 verklaart kennis te hebben genomen. Dit plan dient nog voor prekadastratie te worden voorgelegd aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie.

hierna genoemd “het goed B”

OORSPRONG VAN EIGENDOM

Het goed B behoort toe aan de Haven ingevolge akte van overdracht van onroerende goederen, verleden op 10 december 1998, overgeschreven op het tweede Hypotheekkantoor te Brugge op 24 december daarna, boek 10513 nummer 10.

Voorheen was de Stad Oostende sedert meer dan 30 jaar eigenaar van dit goed in alle voorwaarden die zijn vereist voor de verkrijging door verjaring.

De Stad stelt zich tevreden met voorgaande eigendomsaanhaling en zal geen andere titel kunnen eisen dan een expeditie van huidige akte.

VOORWAARDEN Artikel 1.

§1. Het goed A, voorgeschreven, wordt tussen de comparanten overgedragen in volle eigendom, vrij van pacht en gebruiksrecht en van alle welkdanige lasten, voorrechten, hypotheken en belastende randmeldingen, die niet door tegengestelde zijn gevolgd, met vrijwaring voor alle stoornissen, uitwinningen en alle welkdanige hindernissen.

§2. Het goed B, voorgeschreven, wordt tussen de comparanten overgedragen in volle eigendom, vrij van pacht, huur en gebruiksrecht en van alle welkdanige lasten, voorrechten, hypotheken en belastende randmeldingen, die niet door tegengestelde zijn gevolgd, met vrijwaring voor alle stoornissen, uitwinningen en alle welkdanige hindernissen.

§3. De Haven bekomt de volle eigendom, het genot en het vrij gebruik van goed A, met uitzondering van de GSM- zendmast die zich op het verkochte goed bevindt. De Haven treedt dienaangaande in alle rechten en plichten van de Stad met betrekking tot de lopende huur.

§4. De goederen A en B worden overgedragen in de toestand waarin ze zich bevinden, met de voordelige en nadelige, zichtbare en onzichtbare, actieve en passieve, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden,

(3)

maar zonder dat deze bepaling iemand meer rechten kan verstrekken dan deze die voortspruiten uit regelmatige titels of uit de wet.

§5. De Haven bevestigt de huidige toestand van het goed A wel te kennen en er geen nadere beschrijving van te wensen. Zij ontslaat de Stad van elke aansprakelijkheid dienaangaande.

§6. De Stad bevestigt de huidige toestand van het goed B wel te kennen en er geen nadere beschrijving van te wensen. Zij ontslaat de Haven van elke aansprakelijkheid dienaangaande.

§7. De comparanten kunnen tegen elkaar geen enkele klacht indienen, hetzij wegens een verschil in de maat in min of meer al overtrof het verschil een twintigste, blijvend ten bate of ten laste van de desbetreffende comparant.

Artikel 2.

§ 1. De Partijen hebben kennis genomen van de inhoud van de brief dd. 23 september 2021 respectievelijk 27 september 2021 van Stadsbestuur Oostende betreffende de stedenbouwkundige inlichtingen betreffende de goederen A en B.

§ 2. De overdracht van het goed A geschiedt kadert binnen de werking van de Haven om industriegronden te ontwikkelen.

§ 3. De overdracht van het goed B geschiedt om reden van openbaar nut, nl. het bouwen van een nieuwe loods voor de stedelijke werkhuizen.

§ 4. Geen bouwwerk noch enige vaste of verplaatsbare inrichtingen mag op de goederen A en B worden opgericht zolang de respectieve omgevingsvergunningen niet zijn verkregen.

§ 5. Het goed A is gelegen binnen de grenzen van het Gewestplan “Oostende-Middenkust” vastgesteld bij Koninklijk Besluit van 26 januari 1977 dat het goed bestemd als zone voor “milieubelastende industrieën”.

§ 6. Het goed B is gelegen binnen de grenzen van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan “Afbakening

Zeehavengebied Oostende”, definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering dd. 22 maart 2013, waarbij het goed is gelegen in de zone art 2.3 Regionaal Bedrijventerrein in zeehavengebied.

§ 7. De goederen A en B zijn begrepen in het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 'Afbakening Regionaal Stedelijk gebied Oostende', definitief vastgesteld bij besluit van 15 mei 2009 van de Vlaamse Regering, maar niet begrepen in de deelgebieden 2 t.e.m. 17 waardoor de bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften zoals verder vermeld onverminderd van toepassing blijven.

§ 8. De goederen A en B zijn niet begrepen in een goedgekeurd Bijzonder Plan van Aanleg of Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan.

§ 9. De goederen A en B zijn niet begrepen in een gebied van een goedgekeurde verkaveling.

§ 10. De partijen moeten voor zover nodig zelf en op eigen kosten instaan voor het verkrijgen van de aansluitingen op de distributienetten van gas, water, elektriciteit, telefoon, televisie- en radiosignalen, alsmede op het

rioleringsnet op het goed. De partijen staan op eigen kosten in voor het aanleggen van het kabeltelevisienet op de door hen te verwerven goederen.

§ 11. De partijen verklaren tegen over elkaar dat de bepalingen van het Bosdecreet NIET van toepassing zijn op de goederen.

§ 12. De partijen vestigen er de aandacht op dat iedere persoon die op het grondgebied van het Vlaamse Gewest grondwerken zal uitvoeren, verplicht is om ten vroegste veertig werkdagen op voorhand en uiterlijk twintig werkdagen voor de aanvang van de grondwerken, via het KLIP (www.klip.be) een planaanvraag in te dienen. Een planaanvraag heeft tot doel informatie over de ligging van kabels en leidingen in de planaanvraagzone te verkrijgen. Deze verplichting geldt niet ingeval van overmacht noch voor grondwerken die manueel worden uitgevoerd. De verplichting geldt evenmin indien het grondwerken betreft op grond die eigendom is of in het beheer is van de persoon die de grondwerken zal uitvoeren en indien die persoon weet dat er sinds de voorafgaande planaanvraag aan de aanwezigheid en de ligging van de kabels en leidingen niets is veranderd.

§ 13. De partijen verklaren dat in het goed A respectievelijk het goed B noch een ondergrondse noch een bovengrondse stookolietank aanwezig is.

§ 14. Het goed A is niet gelegen in de zone die overeenkomstig het Decreet van 02 maart 1999 houdende het behoud en het beheer van de zeehavens en het besluit van 27 april 2001 van de Vlaamse Regering betreffende het voorkooprecht van de havenbedrijven.

§15. Het goed B is gelegen in de zone die overeenkomstig het Decreet van 02 maart 1999 houdende het behoud en het beheer van de zeehavens en het besluit van 27 april 2001 van de Vlaamse Regering betreffende het voorkooprecht van de havenbedrijven, derhalve dient het voorkooprecht aan de Haven te worden aangeboden.

Gezien de Haven de contractspartij is, wordt aan deze vereiste voorbijgegaan.

(4)

§16. Blijkens opzoeking gedaan de dato 28 september 2021, verklaart de Stad, met toepassing van artikel 129 Wet betreffende de verzekeringen, dat het goed A:

* gelegen is in overstromingsgevoelig gebied (hieronder dient begrepen te worden de gebieden waar recent nog een overstroming plaatsvond of gebieden waarvan de modellen aangeven dat er om de honderd jaar (of frequenter) een overstroming plaatsvindt)

* niet gelegen is in een afgebakende overstromingszone of afgebakende oeverzone.

§17. Blijkens opzoeking gedaan de dato 28 september 2021, verklaart de Stad, met toepassing van artikel 129 Wet betreffende de verzekeringen, dat het goed B:

* niet gelegen is in overstromingsgevoelig gebied (hieronder dient begrepen te worden de gebieden waar recent nog een overstroming plaatsvond of gebieden waarvan de modellen aangeven dat er om de honderd jaar (of frequenter) een overstroming plaatsvindt)

* niet gelegen is in een afgebakende overstromingszone of afgebakende oeverzone.

§18. In huidige wederzijdse overdracht zijn geen andere roerende goederen begrepen dan deze onroerend door inlijving of door bestemming.

Artikel 3.

§ 1. De overdracht van de goederen A en B aan de respectieve partijen geschiedt om niet.

§ 2. De registratierechten en de kosten die op de overdracht van het goed A zijn verschuldigd vallen ten laste van de Haven. De registratierechten en de kosten die op de overdracht van het goed B zijn verschuldigd vallen ten laste van de Stad.

§ 3. Aan de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie wordt door de partijen voor de goederen A en B de kosteloze registratie van de authentieke akte gevraagd, in toepassing van artikel 2.9.6.0.3.,1° van de Vlaamse Codex Fiscaliteit artikel 161,2° van het Wetboek van de Registratie-, Hypotheek- en Griffierechten en artikel 21,1° van het Wetboek diverse rechten en taksen, de omzendbrief van de minister van Financiën van 05 maart 1958 en de ministeriële beslissing van 17 maart 1958, en conform de doelstellingen van de respectieve partijen.

§ 4. De hypothecaire retributies voor getuigschriften en de kosten van de overschrijving van deze akte bij de AAPD zijn voor rekening van de partijen, elk voor de helft van de kosten.

Artikel 4.

§ 1. De partijen hebben vanaf de datum waarop de authentieke akte wordt verleden, de volle eigendom van de respectieve goederen.

§ 2.De Partijen zien wederzijds af van elke eis tot ontbinding van de overeenkomst en van elke vordering tot terugeising of wederafstand van het goed welke bestemmingswijziging het ook moge ondergaan en dit ondanks elke hiermee strijdige bepaling.

§ 3. De Algemene Administratie voor de Patrimoniumdocumentatie wordt ontslagen van de verplichting enige inschrijving van ambtswege te nemen.

§ 4. Het bedrag van de onroerende voorheffing dat op de goederen A en B betrekking heeft, moet door de respectieve partijen worden gedragen, vanaf 01 januari volgend op het verlijden van de authentieke akte.

§ 5. De Stad is ertoe gehouden het goed A definitief ter beschikking te stellen van de Haven uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de akte wordt verleden.

§6. De Haven is ertoe gehouden het goed B definitief ter beschikking te stellen van de Stad uiterlijk op de laatste dag van de maand waarin de akte wordt verleden.

Artikel 5.

Voor het goed A

1) De Stad verklaart dat, bij zijn weten, het goed geen risicogrond is, zoals bedoeld in het Bodemdecreet en dat:

- er met betrekking tot het goed geen omgevingsvergunningen voor milieu inrichtingen of activiteiten noch milieuvergunningen afgeleverd werden waarvoor verwezen wordt naar het uittreksel uit het vergunningenregister - er op het goed geen overtredingen op milieuvergunningreglementeringen werden vastgesteld inzake niet gemelde of vergunde inrichtingen;

- er geen inrichting gevestigd is of was met risico voor bodemverontreiniging (inrichtingen opgenomen in bijlage 1 bij VLAREBO en bijlage 1 van Vlarem II (kolom 8)).

(5)

2) De Stad verklaart dat de Haven op de hoogte is gebracht van de inhoud van de bodemattesten afgeleverd door de OVAM overeenkomstig artikel 101 van genoemd Decreet, en dat hij in het bezit werd gesteld van bedoelde attesten.

3) De inhoud van de bodemattesten (percelen 575 H P0000, 576 P P0000 en 576 N P0000), die door de OVAM werden afgeleverd op 02 december 2021 luiden als volgt:

"2 INHOUD VAN HET BODEMATTEST

Deze grond is opgenomen in het grondeninformatieregister.

2.1 INFORMATIE UIT DE GEMEENTELIJKE INVENTARIS

De OVAM heeft voor deze grond geen gegevens uit de gemeentelijke inventaris.

2.2 UITSPRAAK OVER DE BODEMKWALITEIT

Volgens het Bodemdecreet moeten op deze grond geen verdere maatregelen worden uitgevoerd.

2.2.1 Extra informatie

Volgens het Bodemdecreet moet er geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd worden op deze grond. De OVAM baseert zich voor deze uitspraak op het oriënterend bodemonderzoek van 08.11.2021.

2.3 DOCUMENTEN OVER DE BODEMKWALITEIT 2.3.1 Extra informatie

DATUM: 08.11.2021

TYPE: Oriënterend bodemonderzoek

TITEL: Oriënterend bodemonderzoek Haven Oostende, Leegaertsdijk, 8400 Oostende AUTEUR: BOVA ENIRO+NV

Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten.

3 OPMERKINGEN

1 Voor meer informatie: www ovam.be/bodemattest.

2 Meer informatie over de gegevensstromen die door de OVAM worden gebruikt, vindt u op http://www.ovam.be/disclaimer.

3 Maatregelen opgelegd of van toepassing buiten het kader van het Bodemdecreet worden niet vermeld op het bodemattest. Hiervoor kunt u best contact opnemen met uw lokaal bestuur.

4 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens. ".

4) De Stad verklaart met betrekking tot het goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de Haven of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichting, tot

gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

Voor zover voorgaande verklaring door de Stad te goeder trouw afgelegd werd, neemt de Haven de risico's van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat de Stad hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn.

Voor het goed B

Deel van het perceel 155/2 A P0000

1) De Haven verklaart dat, bij zijn weten, het goed een risicogrond is, zoals bedoeld in het Bodemdecreet en dat:

- er met betrekking tot het goed omgevingsvergunningen voor milieu inrichtingen of activiteiten milieuvergunningen afgeleverd werden en omgevingsmeldingen voor milieu inrichtingen of activiteiten milieuvermeldingen ontvangen;

- er op het goed geen overtredingen op milieuvergunningreglementeringen werden vastgesteld inzake niet gemelde of vergunde inrichtingen;

- er een inrichting gevestigd is of was met risico voor bodemverontreiniging (inrichtingen opgenomen in bijlage 1 bij VLAREBO en bijlage 1 van Vlarem II (kolom 8))

2) De Haven verklaart dat de Stad vóór het verlijden van deze authentieke akte op de hoogte is gebracht van de inhoud van het bodemattest afgeleverd door de OVAM overeenkomstig artikel 101 van genoemd Decreet, en dat hij in het bezit werd gesteld van het bedoelde attest.

(6)

3) De inhoud van het bodemattest, dat door de OVAM werd afgeleverd op 22 november 2021 luidt telkens als volgt:

2 INHOUD VAN HET BODEMATTEST

Deze grond is opgenomen in het grondeninformatieregister.

Gemeentelijke informatie toont aan dat op deze grond een risico-inrichting aanwezig is of was. Bijgevolg is deze grond een risicogrond.

Volgens het Bodemdecreet moeten op deze grond geen verdere maatregelen worden uitgevoerd.

2.2.1 Historische verontreiniging

Volgens het Bodemdecreet moet er geen beschrijvend bodemonderzoek uitgevoerd worden op deze grond. De OVAM baseert zich voor deze uitspraak op het oriënterend bodemonderzoek van 08.11.2021, en op de hierin opgenomen bodemkenmerken en functie van de grond.

2.3 ASBESTGERELATEERDE BODEMINFORMATIE

Er is een puinlaag aanwezig op het terrein die mogelijk asbestverdacht is.

2.4 DOCUMENTEN OVER DE BODEMKWALITEIT 2.4.1 Historisch verontreiniging

DATUM: 08.11.2021

TYPE: Oriënterend bodemonderzoek

TITEL: Oriënterend bodemonderzoek Haven Oostende, Handelsstraat, 8400 Oostende AUTEUR: BOVA ENVIRO+NV

3 OPMERKINGEN

1 Voor meer informatie: www.ovam.be/bodemattest.

2 Meer informatie over de gegevensstromen die door de OVAM worden gebruikt, vindt u op www.ovam.be/disclaimer.

3 Maatregelen opgelegd of van toepassing buiten het kader van het Bodemdecreet worden niet vermeld op het bodemattest. Hiervoor kunt u best contact opnemen met uw lokaal bestuur.

4 De OVAM staat niet in voor de juistheid van de aan haar verstrekte gegevens.

4) De Haven verklaart met betrekking tot het voorschreven goed zelf geen weet te hebben van

bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de Stad of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

Voor zover voorgaande verklaring door de Haven te goeder trouw afgelegd werd, neemt de Stad de risico's van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat de Haven hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn.

Deel van het perceel 155 K P0000

1) De Haven verklaart dat, bij zijn weten, het goed geen risicogrond is, zoals bedoeld in het Bodemdecreet en dat:

- er met betrekking tot het goed geen omgevingsvergunningen voor milieu inrichtingen of activiteiten noch milieuvergunningen afgeleverd werden en geen omgevingsmeldingen voor milieu inrichtingen of activiteiten noch milieuvermeldingen ontvangen;

- er geen inrichting gevestigd is of was met risico voor bodemverontreiniging (inrichtingen opgenomen in bijlage 1 bij VLAREBO en bijlage 1 van Vlarem II (kolom 8))

(7)

2) De Haven verklaart dat de Stad vóór het verlijden van deze authentieke akte op de hoogte is gebracht van de inhoud van het bodemattest afgeleverd door de OVAM overeenkomstig artikel 101 van genoemd Decreet, en dat hij in het bezit werd gesteld van het bedoelde attest.

3) De inhoud van het bodemattest, dat door de OVAM werd afgeleverd op 21 september 2021 luidt telkens als volgt:

Deze grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister.

De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.

Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.

2.3 BIJKOMENDE ADVIEZEN EN/OF BEPALINGEN

Er zijn geen gebruiksadviezen of gebruiksbeperkingen van toepassing op deze grond. Voor grondverzet dient er pas vanaf een volume van 250m³ een technisch verslag opgemaakt te worden.

3 OPMERKINGEN

4) De Haven verklaart met betrekking tot het voorschreven goed zelf geen weet te hebben van

bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de Stad of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

Voor zover voorgaande verklaring door de Haven te goeder trouw afgelegd werd, neemt de Stad de risico's van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat de Haven hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn..

Delen openbaar domein (innames Handelsstraat en Vergunningenstraat)

1) De comparant sub 1 verklaart dat, bij zijn weten, het goed geen risicogrond is, zoals bedoeld in het Bodemdecreet en dat:

- er met betrekking tot het goed geen omgevingsvergunningen voor milieu inrichtingen of activiteiten noch milieuvergunningen afgeleverd werden en geen omgevingsmeldingen voor milieu inrichtingen of activiteiten noch milieuvermeldingen ontvangen;

- er geen inrichting gevestigd is of was met risico voor bodemverontreiniging (inrichtingen opgenomen in bijlage 1 bij VLAREBO en bijlage 1 van Vlarem II (kolom 8))

2) De comparant sub 1 verklaart dat de comparant sub 2 vóór het verlijden van deze authentieke akte op de hoogte is gebracht van de inhoud van het bodemattest afgeleverd door de OVAM overeenkomstig

artikel 101 van genoemd Decreet, en dat hij in het bezit werd gesteld van het bedoelde attest.

3) De inhoud van het bodemattest, dat door de OVAM werd afgeleverd op 07 oktober 2021 luidt telkens als volgt:

Deze grond is niet opgenomen in het grondeninformatieregister.

De OVAM heeft geen aanwijzingen dat deze grond een risicogrond is.

Er zijn geen aanwijzingen bij de OVAM dat op deze grond een bodemverontreiniging voorkomt.

2.3 BIJKOMENDE ADVIEZEN EN/OF BEPALINGEN

(8)

Er zijn geen gebruiksadviezen of gebruiksbeperkingen van toepassing op deze grond. Voor grondverzet dient er pas vanaf een volume van 250m³ een technisch verslag opgemaakt te worden.

3 OPMERKINGEN

4) De comparant sub 2) verklaart met betrekking tot het voorschreven goed zelf geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen aan de comparant sub 1) of aan derden, of die aanleiding kan geven tot saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen.

Voor zover voorgaande verklaring door de comparant sub 2) te goeder trouw afgelegd werd, neemt de comparant sub 1) de risico's van eventuele bodemverontreiniging en de schade zowel als de kosten die daaruit kunnen voortvloeien op zich, en verklaart hij dat de comparant sub 2) hiervoor tot geen vrijwaring zal gehouden zijn.

BIJLAGEN

Aan deze akte zal gehecht blijven:

1. eensluidend verklaard afschrift van het besluit van ……… 2021 van de Gemeenteraad 2. beslissing van de Raad van Bestuur van Haven Oostende, nv van publiek recht in datum van ………..

2021.

3. Bodemattesten van de beschreven goederen A en B 4. Bodemonderzoeken van de beschreven goederen A en B

WAARVAN AKTE,

Gedaan en verleden in Oostende, op ………. 2021 en door de comparanten en door ons, burgemeester, na voorlezing, ondertekend.

Namens de stad Oostende,

Siegelinde LACOERE, Bart TOMMELEIN,

Algemeen directeur Burgemeester

Namens de Haven Oostende

………