Nummer Toegang: 2.05.191
Inventaris van het archief van het Nederlandse Gezantschap, later de Ambassade in Iran, 1955-1980
Versie: 18-06-2018
CAS 1073
Nationaal Archief, Den Haag 2008
This finding aid is written in Dutch.
I N H O U D S O P G A V E
Beschrijving van het archief...5
Aanwijzingen voor de gebruiker...6
Openbaarheidsbeperkingen... 6
Beperkingen aan het gebruik... 6
Materiële beperkingen... 6
Aanvraaginstructie... 6
Citeerinstructie... 6
Archiefvorming...7
Geschiedenis van de archiefvormer... 7
Organisatie van de Buitenlandse Dienst:...7
Directie Buitenlandse Dienst (DBD)... 7
De vertegenwoordigingen... 8
Taken van de vertegenwoordigingen...9
Taken van de vertegenwoordigingen...10
Taakverdeling... 10
Werkzaamheden van Permanente Vertegenwoordigingen...12
Kort historisch overzicht... 12
Geschiedenis van het archiefbeheer... 13
De verwerving van het archief... 13
Inhoud en structuur van het archief...14
Inhoud... 14
Selectie en vernietiging... 14
Verantwoording van de bewerking... 14
Ordening van het archief... 15
Verwant materiaal...17
Beschikbaarheid van kopieën... 17
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...19
I. Algemeen archief... 19
0 Algemeen...19
1 Organisatie...20
2 Protocol...20
3 Juridische aangelegenheden...22
4 Aangelegenheden van openbare orde, openbare gezondheidszorg...23
5 Waterstaat, verkeer en vervoer, verbindingen en elektronica...23
6 Economie...24
6.1 Algemeen...24
6.2 Geld-, bank-, en beurswezen, kredietwezen...26
6.3 Openbare geldmiddelen...26
6.4 Goederen...27
6.5 Productie en consumptie...30
6.6 Economische en technische samenwerking en hulpverlening...31
7 Sociale aangelegenheden...32
8 Culturele en wetenschappelijke aangelegenheden, onderwijs en voorlichting...32
9 Staatkunde, landsverdediging, internationale organisaties...34
9.1 Staatkunde...34
9.1.1 Binnenlandse staatkunde...34
9.1.2 Buitenlandse betrekkingen...35
9.2 Landsverdediging...38
9.3 Internationale organisaties...38
II. Geheim archief... 43
0 Algemeen...43
1 Organisatie...43
2 Protocol...43
4 Ambassade Iran 2.05.191
6 Economie...43
7 Sociale aangelegenheden...43
8 Culturele aangelegenheden...44
9 Staatkunde, landsverdediging...44
9.1 Staatkunde...44
9.2 Landsverdediging...44
Bijlagen...47
Concordans... 47
Concordans verwijzend naar het archief van de Nederlandse Ambassade in Iran te Teheran over de periode 1965 - 1974... 47
Concordans verwijzend naar het geheim archief van de Nederlandse Ambassade in Iran te Teheran over de periode 1954 - 1980...56
Beschrijving van het archief
B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F
Naam archiefblok:
Nederlandse Ambassade in Iran (Teheran) Archiefbloknummer:
Z110 Omvang:
591 inventarisnummer(s); 10,00 meter Taal van het archiefmateriaal:
Het merendeel der stukken is in het Nederlands.
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten.
Archiefdienst:
Nationaal Archief Locatie:
Den Haag Archiefvormers:
Gezantschap in Iran (1955-1960) Ambassade in Iran (1960-1980)
Samenvatting van de inhoud van het archief:
Het archief bevat stukken van algemene aard, zoals agenda's van ingekomen en uitgegane stukken en stukken betreffende de organisatie en protocol (waaronder met betrekking tot de keizerlijke familie van Iran, de sjah en tot het Nederlands Koninklijk Huis). Voorts zijn in het archief stukken betreffende de openbare orde (waaronder over begraafplaatsen in Iran waar Nederlanders liggen begraven), verkeer en vervoer (waaronder luchtvaartaangelegenheden (KLM)), economie,
productie (waaronder inzake olie, Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC)) en stukken betreffende aangelegenheden inzake diverse aardbevingen. Ten slotte zijn er verschillende stukken aangaande de politieke situatie in Iran (Witte Revolutie, landhervorming), buitenlandse betrekkingen (Midden-Oosten probleem), relaties tot internationale organisaties (waaronder de Verenigde Naties (VN), Economic Commission for Asia and Far East (ECAFE)) en een deel geheim archief.
6 Ambassade Iran 2.05.191
Aanwijzingen voor de gebruiker
Aanwijzingen voor de gebruiker
Openbaarheidsbeperkingen
OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN
Deels openbaar, deels beperkt openbaar (A), deels niet openbaar.
Beperkingen aan het gebruik
BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK
Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht.
Materiële beperkingen
MATERIËLE BEPERKINGEN
Het archief kent geen beperkingen voor het raadplegen van stukken als gevolg van slechte materiële staat.
Aanvraaginstructie
AANVRAAGINSTRUCTIE
Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen:
1. Creëer een account of log in .
2. Selecteer in de archiefinventaris een archiefstuk.
3. Klik op ‘Reserveer’ en kies een tijdstip van inzage.
Citeerinstructie
CITEERINSTRUCTIE
Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling.
VOLLEDIG:
Nationaal Archief, Den Haag, Nederlandse Ambassade in Iran (Teheran), nummer toegang 2.05.191, inventarisnummer ...
VERKORT:
NL-HaNA, Ambassade Iran, 2.05.191, inv.nr. ...
Archiefvorming
Archiefvorming
Geschiedenis van de archiefvormer
GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER
In deze inventaris zijn de archiefbescheiden opgenomen van het Nederlands Gezantschap, later de Ambassade in Iran met als standplaats Teheran over de periode 1955 - 1980. Het Nederlands Gezantschap, later de Ambassade in Iran was vanaf 1963 tevens geaccrediteerd voor Afghanistan en vanaf 1978 voor Oman. De namen van de chef de poste van het Nederlands Gezantschap, later de Ambassade in Iran staan hieronder opgenoemd. Achter de naam van elke chef de poste staat tussen haakjes vermeld tot en met in welk jaar deze de functie bekleedde. Dit waren
achtereenvolgens:
• Mr. W.J.G. baron Gevers, buitengewoon gezant en gevolmachtigd minister (1954 - 1960)
• Dr. H.J. Levelt, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur (1960 - 1963)
• A.H. Hasselman, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur (1963 - 1967)
• Drs. H. Jonker, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur (1967 - 1971)
• Mr. P.A.E. Renardel de Lavalette, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur (1971 - 1977)
• W.S.J. Campagne, bijzonder gevolmachtigd ambassadeur (1977 - 1980)
Hieronder volgt een algemene beschrijving over de buitenlandse vertegenwoordigingen van Nederland bij vreemde mogendheden en internationale organisaties. Deze is letterlijk overgenomen uit hoofdstuk van 7 van het institutioneel onderzoek naar de beleidsterreinen buitenland en ontwikkelingssamenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1945 - 1990 [1994], PIVOT-rapport nummer 103, 's-Gravenhage, 2003.
Organisatie van de Buitenlandse Dienst:
ORGANISATIE VAN DE BUITENLANDSE DIENST:
Directie Buitenlandse Dienst (DBD)
DIRECTIE BUITENLANDSE DIENST (DBD)
Tot 1945 bestonden er voor het in het buitenland werkzame personeel van het ministerie drie diensten. De Diplomatieke Dienst, de Consulaire Dienst en de Tolkendienst. Leden van de Diplomatieke Dienst hielden zich bezig met het onderhouden van contacten op regeringsniveau over politieke en diplomatieke aangelegenheden. Economische en consulaire aangelegenheden werden behandeld door leden van de Consulaire Dienst. De Tolkendienst bestond uit een groep in Arabische, Japanse en Chinese taal en cultuur gespecialiseerde personen. 1
De Diplomatieke Dienst was voor de Tweede Wereldoorlog beperkt van omvang en telde slechts 59 diplomaten. De Consulaire Dienst had een veel grotere omvang. Deze bestond, inclusief de honoraire consuls, uit bijna 700 personen. De Tolkendienst tenslotte kende in mei 1940 slechts elf leden. 2
Tijdens de Londense periode van de Nederlandse regering werd een plan gemaakt om de drie afzonderlijke diensten te integreren. De overwegingen daarbij waren van tweeërlei aard. Enerzijds diende meer waarde te worden gehecht aan de persoonlijkheid van de Nederlandse
vertegenwoordiger in het buitenland en minder aan de sociale achtergrond van de kandidaten.
Anderzijds had de samensmelting van de diverse diensten vele praktische voordelen en waarborgde deze een betere behartiging van de belangen van Nederlands-Indië. Met het Koninklijk Besluit van 21 december 1945 kwam een einde aan het afzonderlijke bestaan van de Consulaire Dienst, de Diplomatieke Dienst en de Tolkendienst. Door samenvoeging van deze diensten functioneerde er vanaf 1 januari 1946 één Directie Buitenlandse Dienst (DBD), waaronder de nieuw gevormde Buitenlandse Dienst ressorteerde. De minister van Buitenlandse Zaken, mr.
E.N. van Kleffens formuleerde de motieven voor de samenvoeging als volgt:
1 A. Kersten, Buitenlandse Zaken in ballingschap. Groei en verandering van een ministerie 1940 - 1945 (Alphen aan den Rijn 1981) 74-75.
2 Idem, 80-89.
8 Ambassade Iran 2.05.191
'Handhaving van afzonderlijke diplomatieke en consulaire diensten elk met hun eigen personeel en verschillende dienstvoorwaarden is niet meer van deze tijd, nu het werk dat voorheen aan de consulaire posten toeviel voor een groot deel naar diplomatieke posten is verschoven'. 3
De vertegenwoordigingen
DE VERTEGENWOORDIGINGEN
De werkzaamheden van de Buitenlandse Dienst werden verricht door de Nederlandse
vertegenwoordigingen in het buitenland. Binnen die groep van vertegenwoordigingen vielen drie categorieën te onderscheiden.
1. Bilaterale diplomatieke vertegenwoordigingen a. gezantschappen
b. ambassades c. militaire missies
2. Multilaterale diplomatieke vertegenwoordigingen 3. Consulaire vertegenwoordigingen
a. consulaten-generaal b. consulaten
c. vice-consulaten d. consulaire agenten
ad. 1 Bilaterale diplomatieke vertegenwoordigingen
Het onderhouden van diplomatieke betrekkingen met een vreemde mogendheid impliceert de accreditatie van een ambassadeur bij het staatshoofd van die betreffende mogendheid. Dit betekent niet dat in elk land waarmee Nederland diplomatieke relaties onderhoudt ook een ambassade is gevestigd, want een ambassadeur kan bij meerdere regeringen geaccrediteerd zijn.
De ambassade is het formele en officiële kanaal waardoor twee regeringen contact met elkaar onderhouden. De laatste Nederlandse gezantschappen werden in de jaren zeventig verheven tot ambassade. In een enkel geval staat aan het hoofd van een Nederlandse vertegenwoordiging in het buitenland een (tijdelijk) zaakgelastigde. Het verschil tussen deze benamingen is vooral protocollair van aard. Een ambassadeur is geaccrediteerd bij het staatshoofd van het ontvangende land, een gezant bij de regering van het ontvangende land en een (tijdelijk) zaakgelastigde bij de minister van Buitenlandse Zaken van het ontvangende land. Voor de status van het hoofd van zending is het onderscheid tussen ambassadeur, gezant of (tijdelijk) zaakgelastigde niet van belang. Slechts met betrekking tot voorrang en etiquette bestaat er onderscheid tussen de hoofden van zending.
Wel is het zo dat een land door middel van het uitzenden van een ambassadeur, gezant of (tijdelijk) zaakgelastigde uitdrukking kan geven aan de waarde die het hecht aan de diplomatieke
betrekkingen met een ontvangend land.
De werkzaamheden van het in deze inventaris beschreven archief van bilaterale posten kunnen grofweg verdeeld worden in politieke aangelegenheden, protocollaire aangelegenheden, handelsaangelegenheden, aangelegenheden betreffende pers en culturele zaken en consulaire aangelegenheden. Van een aantal van deze zaken zijn stukken in deze inventaris terug te vinden.
Het ambtsgebied waarover de diplomatieke bevoegdheden van een Nederlandse
vertegenwoordiging zich uitstrekt is gelijk aan de landsgrenzen van de ontvangende staat.
ad. 2 Multilaterale diplomatieke vertegenwoordigingen
3 Nationaal Archief (NA) Den Haag, Archief Directie Buitenlandse Dienst (DBD), 1945 - 1954, 2.05.51, inv. nr. 35
De Nederlandse multilaterale diplomatieke vertegenwoordigingen werden aangeduid met de term: Permanente Vertegenwoordigingen (PV) van het Koninkrijk. De ambassadeurs die aan het hoofd van een dergelijke PV stonden werden geaccrediteerd bij de betreffende internationale organisaties. De PV's hadden een meer gespecialiseerde taak dan de ambassades. Zij waren gericht op de werkzaamheden van de internationale organisatie. Voor de permanente vertegenwoordigingen gold dat zij slechts een klein gedeelte van de hierna beschreven taken vervulden. Consulaire werkzaamheden verrichtten zij in het geheel niet.
ad. 3 Consulaire vertegenwoordigingen
Aan het hoofd van een consulaire post staat een consul of een consul-generaal, al of niet honorair.
De taken van een consulaire post zijn vooral van economische en uiteraard consulaire aard.
Politieke rapportages werden door een consulaire post zelden geleverd.
Het district of ressort van een consulaire vertegenwoordiging wordt in overleg tussen de
Nederlandse regering en het ontvangende land vastgesteld. Indien in een land waar Nederland een consulaire vertegenwoordiging had ook een Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiging was gevestigd was de consulaire post ondergeschikt aan die vertegenwoordiging.
Het ressort van een consulaat of consulaat-generaal kon worden onderverdeeld in een aantal ressorten ten behoeve van enkele kleine, meestal honoraire, (vice-)consulaten. Vooral in landen waar zich veel Nederlanders hebben gevestigd (Australië, Canada, Verenigde Staten) was dit het geval
Taken van de vertegenwoordigingen
TAKEN VAN DE VERTEGENWOORDIGINGEN
Artikel 1 van het Reglement van de Buitenlandse Dienst (KB van 13 oktober 1951, Staatsblad nr.
499) omschrijft de taak van de Buitenlandse Dienst. De door het Koninkrijk der Nederlanden ondertekende Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer komen hiermee overeen. 4
Die taken zijn:
a. Het Koninkrijk in het buitenland te vertegenwoordigen;
b. De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk te onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat;
c. Buiten het grondgebied de belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen te behartigen en te beschermen;
d. Met alle wettige middelen inlichtingen omtrent het buitenland te verzamelen en te verstrekken die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn;
e. Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard;
f. Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden;
g. Het bevorderen van vriendschappelijke betrekkingen tussen het Koninkrijk en de
ontvangende staat en het tot ontwikkeling brengen van hun betrekkingen op economisch, wetenschappelijk en cultureel gebied.
4 Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, 18 april 1961 (Trb. 1962, nr. 159); Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen, 24 april 1964 (Trb. 1981, nr. 143).
10 Ambassade Iran 2.05.191
Bovenstaande taken dienden te worden uitgevoerd met inachtneming van het volkenrecht, in het bijzonder de voor het Koninkrijk of de samenstellende delen van het Koninkrijk bindende
internationale verdragen en andere overeenkomsten. Ook dienden bij de uitoefening van de taak de wetten en gebruiken van het land van accreditering in acht te worden genomen.
De taakelementen werden in bilateraal en in multilateraal verband uitgeoefend.
Taken van de vertegenwoordigingen
TAKEN VAN DE VERTEGENWOORDIGINGEN
Artikel 1 van het Reglement van de Buitenlandse Dienst (KB van 13 oktober 1951, Staatsblad nr.
499) omschrijft de taak van de Buitenlandse Dienst. De door het Koninkrijk der Nederlanden ondertekende Verdragen van Wenen inzake diplomatiek en consulair verkeer komen hiermee overeen. 5
Die taken zijn:
a. Het Koninkrijk in het buitenland te vertegenwoordigen;
b. De buitenlandse betrekkingen van het Koninkrijk te onderhouden door middel van contacten met de regering van de ontvangende staat;
c. Buiten het grondgebied de belangen van het Koninkrijk en van de onderdanen te behartigen en te beschermen;
d. Met alle wettige middelen inlichtingen omtrent het buitenland te verzamelen en te verstrekken die voor de regering en voor de bewoners van het Koninkrijk van belang kunnen zijn;
e. Buiten het grondgebied van het Koninkrijk de gerechtelijke, buitengerechtelijke en administratieve handelingen en werkzaamheden te verrichten welke krachtens internationale overeenkomsten en de wetten en voorschriften van het Koninkrijk aan diplomatieke en consulaire ambtenaren zijn opgedragen of waartoe deze bevoegd zijn verklaard;
f. Het verrichten van alle andere door of vanwege de regering op te dragen werkzaamheden;
g. Het bevorderen van vriendschappelijke betrekkingen tussen het Koninkrijk en de
ontvangende staat en het tot ontwikkeling brengen van hun betrekkingen op economisch, wetenschappelijk en cultureel gebied.
Bovenstaande taken dienden te worden uitgevoerd met inachtneming van het volkenrecht, in het bijzonder de voor het Koninkrijk of de samenstellende delen van het Koninkrijk bindende
internationale verdragen en andere overeenkomsten. Ook dienden bij de uitoefening van de taak de wetten en gebruiken van het land van accreditering in acht te worden genomen.
De taakelementen werden in bilateraal en in multilateraal verband uitgeoefend.
Taakverdeling
TAAKVERDELING
In materiële zin kan het werk van de ambassades en consulaten globaal worden onderverdeeld in:
Politieke aangelegenheden
• Het volgen van de binnenlandse en buitenlandse politieke ontwikkelingen in het land of bij de internationale organisatie waarbij de missie geaccrediteerd is. Het rapporteren aan de Nederlandse regering omtrent de voor Nederland relevante ontwikkelingen opdat die bij het formuleren van haar beleid daar rekening mee kan houden;
• Het uitdragen van het Nederlandse politieke beleid - tevens in het belang van de bevordering van de internationale rechtsorde - bij de autoriteiten, waarbij de post is
5 Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer, 18 april 1961 (Trb. 1962, nr. 159); Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen, 24 april 1964 (Trb. 1981, nr. 143).
geaccrediteerd, respectievelijk de andere leden van de internationale organisatie, ten einde te bewerkstelligen dat het beleid van die autoriteiten (of van die landen) zich, voor zover nodig en/of wenselijk, aan dat Nederlandse beleid aanpast of conformeert;
• Behartiging van belangen van andere landen. Dit omvat de behartiging van de politieke belangen van Luxemburg in die landen waar Luxemburg geen vertegenwoordiging heeft.
Deze verdragsrechtelijke vastgelegde verplichting wordt gedeeld met België, dat de commerciële en consulaire taken vervult in landen waar Luxemburg geen
vertegenwoordiging heeft.
• Na de Tweede Wereldoorlog verliet de Nederlandse regering de vooroorlogse
neutraliteitspolitiek. Een gevolg hiervan was dat tussen de bondgenoten in de NAVO en tussen de leden van de Europese Gemeenschap in alle hoofdsteden waar meerdere NAVO- of EG-landen zijn vertegenwoordigd regelmatig overleg werd gevoerd om tot
gemeenschappelijke standpunten te komen.
Economische aangelegenheden Op grond van een overeenkomst werken de posten ook voor het Directoraat-Generaal voor de Buitenlandse Economische Betrekkingen (BEB) en de
Exportbevordering- en Voorlichtingsdienst (EVD) van het ministerie van Economische Zaken. Deze overeenkomst, in de wandeling "het Concordaat"6, werd op 26 juli 1950 door de Raad voor
Economische Aangelegenheden (REA) goedgekeurd. Op grond van deze overeenkomst waren de BEB en de EVD gerechtigd instructies op handelspolitiek gebied aan de posten te geven.7 De economische werkzaamheden kunnen worden onderscheiden in macro-, meso- en micro- economische (respectievelijk het gehele land, een bedrijfstak en een bedrijf betreffende).
Consulaire aangelegenheden
1. Ten behoeve van Nederlanders:
• Het zorgdragen voor de Nederlandse kolonie en Nederlandse toeristen in het buitenland. De meest voorkomende werkzaamheden hiervoor zijn:
• verstrekking, verlenging en wijziging van reisdocumenten voor Nederlanders, alsmede diplomatieke, consulaire en dienstpaspoorten;8
• opmaken van legalisaties;
• verstrekken van juridische adviezen;
• bijstand bij opstellen van notariële akten;
• opmaken van volmachten;
• registratie van opgemaakte akten in een repertorium.
• opmaken van akten van de burgerlijke stand;9
• dienstplichtzaken; doorgeleiden van verzoeken tot ontheffing van de dienstplicht voor in het ressort woonachtige Nederlanders.
• repatriëring;
• zorg voor gearresteerden:
• overbrenging van gerechtelijke stukken, rogatoire commissies, legalisaties en andere juridische handelingen;
• scheepvaartzaken, zeebrieven, aanmonstering, scheepsverklaringen;
• vlootbezoeken;
• opsporing van personen in het ressort en het innen van vorderingen;
• hulp bij emigratie
2. Ten behoeve van buitenlanders:
• verlenen van visa voor bezoeken aan Nederland korter dan drie maanden of
6 NA, DBD, 2.05.51, nv. nr. 32
7 A.M. van der Togt, Het Ministerie van Buitenlandse Zaken in een veranderende wereld. Organisatorische aspecten van de vorming van het buitenlands beleid 1945-1974 (Nijmegen 1984) 32.
8 Hoofden van diplomatieke posten zijn hiertoe bevoegd op grond van de artikelen 8, 10, 12 en 13 van de Paspoortinstructie Nederland 1952. Het hoofd van de diplomatieke post kan de bevoegdheid delegeren aan consulaire ambtenaren in zijn ressort.
9 Niet alle posten zijn hiertoe bevoegd. Zie voor (wisselende) lijst het Consulair Besluit van 15 september 1956 (Stb.
484) en de wijzigingen hierop.
12 Ambassade Iran 2.05.191
verstrekken van een 'machtiging voorlopig verblijf' bij een verblijf van langer dan drie maanden;
• doorzending van asielverzoeken;
• doorgeleiden van klachten over het optreden van Nederlandse overheidsorganen;
• inlichten van buitenlandse autoriteiten betreffende Nederland o.a. inzake de Nederlandse wetgeving.
Pers- en Culturele aangelegenheden
• Het bevorderen en verbreiden van kennis van het leven en denken van het Nederlandse volk, zijn staatkundige, economische en sociale structuur, zijn cultuur en zijn historie, en over de beginselen en feitelijke gegevens die daarbij een rol spelen. Al dan niet in het kader van een Cultureel Accoord tussen Nederland en het ontvangende land heeft de post tot taak het ontwikkelen van activiteiten en het aankweken en onderhouden van relaties die de banden tussen beide landen kunnen verstevigen.
Werkzaamheden van Permanente Vertegenwoordigingen
WERKZAAMHEDEN VAN PERMANENTE VERTEGENWOORDIGINGEN
De taak van de Permanente Vertegenwoordigingen (PV) van het Koninkrijk der Nederlanden bij internationale organisaties is het voorbereiden van het gezamenlijke beleid en de voorbereiding en formulering van het nationale beleid met betrekking tot die internationale organisaties. De PV's zijn intermediair tussen de nationale administratie en de administratie van de internationale organisatie.
Uitvoering van de taak geschiedt door het uitdragen van het Nederlandse standpunt ten aanzien van aangelegenheden waarvoor de internationale organisatie in het leven is geroepen en het bevorderen van besluitvorming van de internationale organisaties, veelal via compromissen, waarin de Nederlandse belangen zo goed mogelijk tot hun recht komen.
De werkzaamheden vinden voornamelijk plaats in vergaderingen van ambtelijke overleg- en werkgroepen en, afhankelijk van het soort organisatie, in al of niet regulier overleg van de politiek verantwoordelijken.
De ambtelijke overleg- en werkgroepen kennen bij sommige internationale organisaties een vaste samenstelling, in andere gevallen is er sprake van een ad-hoc overleg.
De definitieve voorbereiding van de besluitvorming vindt plaats in het overleg van de Permanente Vertegenwoordigers. De beslissing over de voorstellen vindt altijd op het departement in Den Haag plaats.
Het uitdragen van standpunten door de Permanente Vertegenwoordigingen kan slechts plaatsvinden indien instructies bestaan over die standpunten. Die instructies worden geleverd door de departementen van algemeen bestuur in Nederland. Het departement van Buitenlandse Zaken treedt formeel op als coördinerend orgaan bij het vaststellen en doorgeleiden van die instructies.
Kort historisch overzicht
KORT HISTORISCH OVERZICHT
10
Iran grenst aan Irak, Turkije, Armenië, Azerbeidzjan, Turkmenistan, Afghanistan en Pakistan. De Perzische Golf en de Golf van Oman bevinden zich ten zuiden en de Kaspische Zee ten noorden van Iran. Iran was vroeger in het westen bekend als Perzië, totdat sjah Reza Pahlavi op 21 maart 1935 officieel aan de internationale gemeenschap vroeg om het land bij zijn eigen naam te noemen,
10 Bron: de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en Wikipedia
Iran. Iraniërs hebben hun land altijd zo genoemd. Mohammed Reza Pahlavi was de oudste zoon van sjah Reza Pahlavi. Hij volgde zijn vader op 16 september 1941 op als sjah van Iran. Op 2 mei 1951 benoemde sjah Mohammed Reza Mohammed Mossadeq tot minister-president. Mossadeq zette de nationalisatie van de door Britten gedomineerde Anglo-Persian Oil Compagny door en verbrak de diplomatieke betrekkingen met het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast streefde Mossadeq naar een constitutionele monarchie waarin de macht van de sjah zou worden beperkt. Vanwege onenigheid over de portefeuille van Defensie ontsloeg de sjah Mossadeq en benoemde Ahmad al- Saltana tot premier.
Een volksopstand zorgde ervoor dat de sjah deze beslissing moest herzien en herstelde Mossadeq als premier én minister van Defensie. De ruzie tussen de sjah en zijn premier ging gewoon door en op 17 augustus 1953 vluchtte de sjah naar Rome. Twee dagen later pleegde generaal Fazlollah Zahedi een door de Britten en de CIA georganiseerde staatsgreep waarna de sjah terug kon keren en Mossadeq gevangen werd gezet. Later werd Mossadeq ter dood veroordeeld, maar de sjah zette de straf om in drie jaar gevangenisstraf. Net als zijn vader wilde Mohammed Reza Iran moderniseren ten koste van traditionele Iraanse waarden. In 1957 kreeg Iran een
tweepartijenstelsel.
In 1961 kondigde de sjah de Witte Revolutie af. De Witte Revolutie voorzag in landhervormingen, vrouwenemancipatie en algemeen kiesrecht. De geestelijkheid van Iran verzette zich hevig tegen de Witte Revolutie. In de jaren zeventig was er een enorm contrast ontstaan tussen het platteland en de grote stad. In de grote steden leefden de middenklasse en hoge klasse in een westerse levenstijl. Op het platteland leed men armoede, omdat de landhervormingen weinig succesvol verliepen. De grootgrondbezitters verdeelden het land vooral onder familieleden waardoor de kleine boer of landarbeider alsnog geen land verkreeg. Verder verzette de geestelijkheid zich sterk tegen de onderdrukking van de islam en de ongelijkheid. Zo sloot de sjah madrasa's (religieuze scholen) en toonaangevende religieuze leiders werden doodgemarteld, gevangengezet of verbannen.
In 1975 tekenden Iran en Irak een vriendschapsverdrag waarmee ook het tweepartijenstelsel werd afgeschaft. Deze maatregel zorgde ervoor dat de macht van de sjah nog meer toenam. In 1977 kwamen studenten, die tot de hogere middenklasse behoorden, in opstand tegen het regime van de sjah en eisten een staat waarvan het islamitische karakter duidelijker naar voren kwam. In 1978 probeerde de sjah het tij te laten keren door maatregelen te nemen, zoals de herinvoering van de islamitische kalender en het eenpartijsysteem weer ongedaan te maken. Het mocht echter niet baten. In 1979 benoemde de sjah Shahpur Bakhtiar tot premier en vluchtte hij het land uit. Hij en zijn familie probeerden in diverse landen asiel te vinden wat hen niet lukte, maar uiteindelijk verleende Egypte asiel aan de sjah en zijn familie. In april 1979 werd per referendum gekozen voor een islamitische republiek in plaats van de monarchie.
Geschiedenis van het archiefbeheer
GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER
De verwerving van het archief
DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF Overbrenging van een overheidsarchief
14 Ambassade Iran 2.05.191
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud en structuur van het archief
Inhoud
INHOUD
Het archiefblok omvat het archief van het Nederlands Gezantschap, later de Ambassade in Iran te Teheran. De begincesuur voor deze inventaris is het jaar 1955. De eindcesuur is gelegen in het jaar 1980. Het oorspronkelijke archief was onderverdeeld in twee tienjarenblokken. In deze toegang is echter ook een aantal archiefbescheiden opgenomen, waarvan de datering niet binnen de
archiefblokperiode vallen.
Verder zijn, op verzoek van het Nationaal Archief, de bestaande toegangen op het archief ook in deze inventaris opgenomen.
Selectie en vernietiging
SELECTIE EN VERNIETIGING
Voor de bewerking van het archief is gebruik gemaakt van de volgende selectielijsten:
• Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Buitenland over de periode 1945 - 1990, 9 september 2002/nr.C.2002/2848, (Stcrt. 14 november 2002, nr. 220/pag. 11) (RIO 103a)
• Selectielijst voor de neerslag van de handeling van de minister van Buitenlandse Zaken als vakminister en als actor op het beleidsterrein Rijkshuisvesting, 12 maart 2007/nr.
C/S&A/07/524, (Stcrt. 26 juli 2007, nr.142/pag. 6) (RIO 45)
• Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken als vakminister en als vakminister in Londen, binnen het beleidsterrein Beheer van de Rijksbegroting over de periode 1940 - 1993, vastgesteld bij beschikking van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en de minister van Buitenlandse Zaken, nr.
98.22.RWS/JW d.d. 8 januari 1998 (Stcrt. 30 juli 1998, nr. 142), laatstelijk gewijzigd bij beschikking van de staatssecretaris van Onderwijs. Cultuur en Wetenschappen en de minister van Buitenlandse Zaken, 25 januari 2005/nr. C/S/05/138 (Stcrt. 31 maart 2005, nr.
62/pag. 34) (RIO 015)
• Selectielijst voor de neerslag van de handelingen van de minister van Buitenlandse Zaken en de onder hem ressorterende actoren op het beleidsterrein Organisatie van de
Rijksoverheid over de periode 1945 - 1999, 5 juli 2005/nr. C/S&A/051197 (Stcrt. 16 december 2005, nr. 245/pag. 25), rekening houdend met publicatie in de Stcrt. 14 juni 2007,
nr.112/pag.10 (RIO 143)
Bij aanvang bestond het archief uit 27,6 meter. Na bewerking hiervan is in totaal 11,7 meter archief voor bewaring overgebleven. De archiefstukken welke voor bewaring in aanmerking kwamen zijn overgedragen aan het Nationaal Archief. De archiefstukken die voor vernietiging in aanmerking kwamen, zijn na verkregen toestemming van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, afgevoerd door Van Gansewinkel Nederland BV en daar op de gebruikelijke wijze vernietigd. Tijdens de selectie zijn ook archiefstukken geselecteerd welke op termijn voor vernietiging in aanmerking kwamen. Het betreft hier onder andere de personeelsdossiers.
Verantwoording van de bewerking
VERANTWOORDING VAN DE BEWERKING
Dit archiefblok is bewerkt als uitvloeisel van het meerjarenconvenant zoals dit is afgesloten tussen het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Centrale Archief Selectiedienst (CAS) op 29 september 1994.
Voor de schrijfwijze van buitenlandse aardrijkskundige namen is de schrijfwijze gehanteerd die de Nederlandse Taalunie heeft gepubliceerd op haar website. De Grote Bosatlas is gehanteerd als de vorige genoemde site geen uitsluitsel bood.
Ten behoeve van de overbrenging naar het Nationaal Archief dient het archief te voldoen aan de in de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden (2001) gestelde eisen. Concreet betekent dit dat de volgende stappen zijn uitgevoerd:
• Alle ijzerwerk (paperclips, nietjes, hechtmechanieken e.d.) is verwijderd;
• Foto's, lichtdrukken en andere materialen die aan sterkere chemische reacties dan goed papier onderhevig zijn, zijn voorzien van afzonderlijke fourflaps;
• Omslagen, archiefdozen en etiketten voldoen aan de ICN-kwaliteitseis.
Het uiteindelijke resultaat van de bewerking is een klassieke toegang op de archiefbestanden van het archief van het Nederlands Gezantschap, later de Ambassade in Iran te Teheran over de periode 1945 - 1980.
Ordening van het archief
ORDENING VAN HET ARCHIEF
De toegang is primair ingedeeld in archiefvormende diensten, namelijk ambassade, consulaten of andere commissies en organisaties. Bij de aanwezigheid van geheime stukken is de toegang secundair onderverdeeld in algemeen archief en geheim archief. Tertiair is de toegang geordend op de 9 hoofdrubrieken van de archiefcode van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zoals deze in 1978 is vastgesteld.
Hoofdrubrieken
Nummer Benaming
0 Algemeen
1 Organisatie
2 Protocol
3 Juridische aangelegenheden
4 Aangelegenheden van openbare orde, openbare zedelijkheid, openbare gezondheidszorg, openbare veiligheid, volkshuisvesting, leefmilieu 5 Waterstaat, verkeer en vervoer, verbindingen en elektronica
6 Economie, migratie, arbeid
7 Sociale aangelegenheden
8 Culturele en wetenschappelijke aangelegenheden, voorlichting 9 Staatkunde, landsverdediging, internationale organisaties
De benamingen van deze rubrieken, met bijbehorende nummers, zijn voor zover daar stukken van werden aangetroffen overgenomen in deze nieuwe toegang. Binnen deze indeling is, afhankelijk van de aanwezigheid van gerelateerde archiefbescheiden, een nader onderverdeling gemaakt al dan niet gebaseerd op de archiefcode.
Het codenummer is feitelijk een onderwerpsnummer. Dit betekent dat onder één onderwerp meerdere dossiers kunnen vallen die hetzelfde codenummer hebben. Voor het bepalen van de plaats van een archiefstuk binnen de inventaris is gekeken naar de code welke oorspronkelijk aan het archiefstuk is gegeven. Op basis van die code is het archiefstuk onder een rubriek geplaatst.
Alleen in die gevallen waarin de gegeven code niet overeenkwam met de inhoud van het dossier, is deze code losgelaten en zijn de stukken geplaatst in de rubriek waar ze inhoudelijk thuis horen. De verschillende archiefstukken zijn zoveel mogelijk chronologisch geordend.
16 Ambassade Iran 2.05.191
Verwant materiaal
Verwant materiaal
Beschikbaarheid van kopieën
BESCHIKBAARHEID VAN KOPIEËN
Inventarisnummers van dit archief zijn niet in kopievorm beschikbaar
2.05.191 Ambassade Iran 19
Beschrijving van de series en archiefbestanddelen
B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N
I. Algemeen archief
I. ALGEMEEN ARCHIEF
0 Algemeen
0 ALGEMEEN
1-24 Agenda's van ingekomen en uitgegane stukken.
1955-1975 24 delen
1 1955 jan. - apr. 06 (t/m agendanr. 1041) 2 1955 apr. 01 - 1956 feb. 17 (t/m agendanr. 375) 3 1956 feb. 17 - 1957 aug. 22 (t/m agendanr. 1288) 4 1957 aug. 22 - 1958 dec. 17
5 1958 dec. 18 - 1959
6 1960
7 1961 jan. - nov. 06 (t/m agendanr. 3029)
8 1961 nov. 06 - 1962 aug. 25 (t/m agendanr. 2720) 9 1962 aug. 25 - 1963 mei 09 (t/m agendanr. 1514) 10 1963 mei 09 - 1964 nov. 09
11 1964 nov. 10 - dec.
12 1965 - 1966 juni 11 (t/m agendanr. 1714)
13 1966 juni 11 - 1967 apr. 08 (t/m agendanr. 1104) 14 1967 apr. 08 - dec.
15 1968 jan. - okt. 14 (t/m agendanr. 3201)
16 1968 okt. 14 - 1969 juli 04 (t/m agendanr. 2114) 17 1969 juli 04 - 1970 mrt. 19 (t/m agendanr. 1000) 18 1970 mrt. 19 - dec. 08 (t/m agendanr. 4219) 19 1970 dec. 08 - 1971 aug. 22 (t/m agendanr. 2912) 20 1971 aug. 22 - 1972 apr. 24 (t/m agendanr. 1490) 21 1972 apr. 24 - 1973 jan. 27 (t/m agendanr. 320) 22 1973 jan. 27 - okt. 27 (t/m agendanr. 3537) 23 1973 okt. 27 - 1974 aug. 27 (t/m agendanr. 2573) 24 1974 aug. 27 - 1975 mei
25 Indexen op ingekomen en uitgegane open-, code- en telexberichten en brieven aan het Nederlandse Ministerie van Buitenlandse Zaken en vice versa
(accusatiekaarten).
1959-1968 1 pak
26 Agenda van ingekomen en uitgegane stukken van het Nederlands Consulaat in Khorramshahr.
1961-1971 1 deel
27-28 Index op de oude archiefcode.
1965-1974 kaartsysteem
27 Code 0 t/m 5.
28 Code 6 t/m 9.
29 Dossierinventaris van het archief van de Nederlandse Ambassade in Iran over de periode 1965 - 1974.
1986 1 omslag
1 Organisatie
1 ORGANISATIE
30 Stukken betreffende het verheffen van het Nederlands Gezantschap in Iran tot een ambassade.
1957 1 omslag
31-32 Stukken betreffende het Nederlands Consulaat in Khorramshahr.
1959-1970 2 omslagen
31 Organisatie van het consulaat,1959-1964 32 Bezetting van het consulaat,1965-1970
33 Stukken betreffende rapporten met algemene en praktische gegevens over Iran voor nieuwe medewerkers op een Nederlandse diplomatieke post (postrapporten).
1961-1963 1 omslag
34 Stukken betreffende het archiefbeheer van de Nederlandse Ambassade in Iran.
1965-1974 1 omslag
2 Protocol
2 PROTOCOL
35 Stukken betreffende een voorstel van minister J. Luns van Buitenlandse Zaken om de gezant in Teheran te accrediteren voor Afghanistan.
1955 1 omslag
36 Stukken betreffende het aanbieden van geloofs- en terugroepingsbrieven aan koningin Juliana door leden van het corps diplomatique van Iran.
1955-1964 1 omslag
37-44 Stukken betreffende aangelegenheden met betrekking tot de keizerlijke familie van Iran.
1955-1971 1 pak en 7 omslagen
37 Algemeen,1961-1964
38 Huwelijk van de dochter van de sjah, echtscheiding en huwelijk van de sjah zelf en de geboorte van de kroonprins,1955-1961
39-41 Staatsbezoeken van de sjah en zijn gevolg naar diverse landen. 1955- 1970
39-40 Diverse landen. 1955-1970
39 1955-1964
40 1966-1970
41 Nederland, van 20 tot 23 mei 1959,1958-1960, pak 42 Vaststelling van de datum voor de kroning van de sjah en het 2500-
jarig bestaan van de monarchie, waarschijnlijk beide in oktober 1967,1959-1964
43 Verlenen van de eretitel Arya Mehr aan de sjah ter gelegenheid van zijn 25-jarig regeringsjubileum op 16 september 1965,1965-1966 44 Informatie over de familie,1971
45-47 Stukken betreffende aangelegenheden inzake het corps diplomatique in Iran.
1955-1973 1 pak en 2 omslagen
45 Algemeen,1955-1964, pak
46 Gebruik van de Perzische taal in correspondentie met de autoriteiten
2.05.191 Ambassade Iran 21
van Iran,1968-1973
47 Préséance voor officiële bijeenkomsten volgens Iraans protocol,1969-1971
48-63 Stukken betreffende aangelegenheden met betrekking tot het Nederlands Koninklijk Huis.
1955-1974 8 pakken en 8 omslagen
48 Algemene informatie over de familie,1956-1964, pak 49 Overlijden van prinses Wilhelmina,1955-1963
50 Privébezoek van prins Bernhard van 30 oktober tot 5 november 1960 aan de sjah om samen te gaan jagen,1957-1961
51-52 Voorbereidingen voor een bezoek van koningin Juliana, prins Bernhard en prinses Beatrix aan Iran in oktober 1962 (niet
doorgegaan vanwege een aardbeving in september 1962). 1959-1962 51 1959 - 1962 juli, pak
52 1962 aug. - dec., pak
53 Bezoek van prinses Beatrix aan Iran van 19 tot 23 oktober 1962,1962- 1963, pak
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
54 Zilveren huwelijk van koningin Juliana en prins Bernhard op 7 januari 1962,1962-1963
55-58 Bezoek van koningin Juliana, prins Bernhard en prinses Beatrix aan Iran van 3 tot 15 oktober 1963. 1963-1965
55 1963 jan. - aug., pak
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
56 1963 sep., pak
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2039
57 1963 okt. - 1965, pak
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2041
58 Publiciteit van het bedrijfsleven uit Iran en Nederland rondom het bezoek,1963-1964, pak
Openbaarheid beperkt tot 01-01-2040
59 Verloving en huwelijk van prinses Beatrix met prins Claus,1965-1966 60 Verloving en huwelijk van prinses Margriet met Pieter van
Vollenhoven,1965-1967
61 Beschrijving van het wapen en de onderscheidingsvlag van prins Claus,1966
62 Bezoek van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven aan Iran van 23 tot 29 mei 1971,1970-1971
63 Viering van het 25-jarig regeringsjubileum van koningin Juliana op 6 september 1973,1973-1974
64 Stukken betreffende de herdenking in Iran van de 700-jarige sterfdag van de geleerde Nasir ad-Din at-Tusi.
1956 1 omslag
65 Stukken betreffende het aanbieden van geloofsbrieven van nieuwe Nederlandse vertegenwoordigers aan de sjah van Iran en het benoemen van W.J.G. Gevers per 2 oktober 1957 en A.H. Hasselman per 22 april 1963 tot ambassadeur.
1957-1963 1 omslag
66 Stukken betreffende het benoemen van een nieuwe ambassadeur van Iran in Den Haag.
1965-1968 1 omslag 67 Stukken betreffende reisvoorschriften van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
van Iran bestemd voor buitenlandse diplomaten.
1965-1973 1 omslag
68 Stukken betreffende het toelaten van Nederlandse honoraire consuls in Iran.
1965-1974 1 omslag
69 Stukken betreffende richtlijnen van de regering van Iran voor de huisvesting van buitenlanders.
1972 1 omslag
70 Stukken betreffende het terugtrekken van de diplomatieke vertegenwoordiging van Iran in Den Haag wegens betogingen van Iraanse studenten tegen de regering van Iran.
1974 1 pak
3 Juridische aangelegenheden
3 JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN
71-87 Stukken betreffende de wetgeving van Iran.
1947-1974 16 omslagen en 1 stuk
71 Nationaliteitswetgeving,1947-1964
72 Wetgeving inzake de dwaling over grensgeschillen,1957-1962 73 Adoptiewetgeving,1961-1974
74 Arbitragewetgeving met betrekking tot internationale handelsgeschillen,1962-1963
75 Arbeidswetgeving voor buitenlanders,1964 76 Wet op onroerendgoed,1965-1969
77 Huwelijkswetgeving,1965-1973
78 Wetgeving voor de burgerluchtvaart,1967
79 Wet inzake het nationaliseren van wateren in Iran,1968, stuk 80 Wet op de loodsrechten,1968
81 Verkeerswetgeving,1968-1970 82 Echtscheidingswetgeving,1968-1972 83 Narcoticawet,1968-1972
84 Jacht- en viswet,1968-1973
85 Verzekeringswetgeving voor auto's en treinen,1968-1973 86 Handelswetgeving,1969-1970
87 Wet op de auteursrechten,1970-1973
88-90 Stukken betreffende het sluiten van verdragen tussen Iran en andere landen.
1955-1964 1 pak en 2 omslagen
88 Algemeen,1955-1964, pak
89 Uitleveringsverdrag met Nederland,1958-1961 90 Vriendschapsverdrag met Nederland,1959-1960
91-92 Stukken betreffende diplomatieke voorrechten voor het corps diplomatique in Iran met betrekking tot belastingen.
1960-1973 2 omslagen
91 1960-1964
92 1970-1973
93 Stukken betreffende de afbakening van het continentaal plat van Iran in de
2.05.191 Ambassade Iran 23
Perzische Golf.
1966-1971 1 omslag
94 Stukken betreffende het wijzigen van de Grondwet van Iran, waarin het regentschap bij ontstentenis van de sjah is geregeld.
1967 1 omslag
4 Aangelegenheden van openbare orde, openbare gezondheidszorg
4 AANGELEGENHEDEN VAN OPENBARE ORDE, OPENBARE GEZONDHEIDSZORG 95-101 Stukken betreffende begraafplaatsen in Iran waar Nederlanders liggen begraven.
1955-1974 4 pakken en 3 omslagen
95 Algemeen,1955-1963, omslag
96-97 Protestants kerkhof Akbarabad in Teheran, later verplaatst naar het kerkhof Azimabad even buiten Teheran. 1955-1974
96 1955-1964
97 1965-1974
98-100 Christelijke begraafplaats in Abadan. 1958-1974 98 Algemeen,1968-1974, omslag
99 Jaarlijkse kranslegging op het grafmonument van de op 10 september 1958 omgekomen bemanning van het Nederlandse marinevliegtuig de P 303,1958-1963 100 Foto's van het wrak en van de plechtigheid,1958-1963 101 Christelijke begraafplaats in Ahwaz,1968-1969, omslag
102-105 Stukken betreffende het bestrijden van ziekten in Iran.
1955-1974 4 omslagen
102 Algemeen,1955-1963
103 Cholera,1965-1971
104 Quarantainebelasting voor schepen in de Perzische Golf,1969-1971 105 Quarantaine maatregelen voor personen die Iran willen
bezoeken,1972-1974
106 Stukken betreffende een overeenkomst tussen de Benelux en Iran inzake het afschaffen van de visumplicht.
1964-1965 1 omslag
107 Stukken betreffende voorschriften van Iran voor het invoeren van vuurwapens door diplomaten.
1968-1974 1 omslag
5 Waterstaat, verkeer en vervoer, verbindingen en elektronica
5 WATERSTAAT, VERKEER EN VERVOER, VERBINDINGEN EN ELEKTRONICA 108-120 Stukken betreffende luchtvaartaangelegenheden in Iran.
1955-1974 4 pakken en 9 omslagen
108 Belastingheffing op buitenlandse luchtvaartmaatschappijen op basis van wederkerigheid,1955-1956, pak
109 Toestemming van Iran voor het landen en overvliegen van vliegtuigen met gerepatrieerde Nederlandse militairen uit Nederlands Nieuw-Guinea,1955-1964
110-112 Activiteiten van luchtvaartmaatschappijen. 1955-1974
110-111 Koninklijke Luchtvaartmaatschappij (KLM). 1955-1974
110 1955-1964, pak
111 1965-1974
112 Iran National Airlines Corporation (Iran Air),1963-1973 113 NV Koninklijke Nederlandse Vliegtuigenfabriek Fokker,1956-1964 114-117 Totstandkoming van luchtvaartovereenkomsten tussen Iran en
diverse landen. 1956-1973
114-115 Diverse landen. 1958-1973
114 1958-1964
115 1966-1973
116-117 Nederland. 1956-1970
116 1956-1964
117 1965-1970, pak
118 Beperken van de diplomatieke faciliteiten op vliegvelden voor leden van het corps diplomatique door de regering van Iran,1960-1964 119 Belangstelling van het bedrijfsleven uit Nederland voor het bouwen
van vliegvelden,1965-1974, pak 120 Luchtpiraterij,1970-1974
121-123 Stukken betreffende diverse waterstaatprojecten in Iran.
1955-1975 1 pak en 2 omslagen
121-122 Ontwikkeling van de havens. 1955-1975
121 1955-1964
122 1965-1975, pak
123 Aanleg van stuwdammen,1964-1972
124-126 Stukken betreffende scheepvaartaangelegenheden in Iran.
1965-1970 3 omslagen
124 Toepassing van vlagdiscriminatoire maatregelen door Iran ter bescherming van de eigen koopvaardijvloot,1965-1966
125 Oprichting van een koopvaardijvloot,1965-1970
126 Belangstelling van de Arya Shipping Lines voor het aanschaffen van Nederlandse schepen,1967-1969
127 Stukken betreffende regelingen en bepalingen voor het vrachtvervoer naar en door Iran.
1965-1974 1 omslag
128 Stukken betreffende de ontwikkelingen op het gebied van de telecommunicatie in Iran.
1968 1 omslag
6 Economie
6 ECONOMIE
6.1 Algemeen
6.1 ALGEMEEN
129-132 Stukken betreffende plannen voor de economische ontwikkeling van Iran.
1955-1973 1 pak en 3 omslagen
129 Tweede 7-jaren ontwikkelingsplan,1955-1961 130 Derde ontwikkelingsplan,1965-1968
2.05.191 Ambassade Iran 25
131 Vierde ontwikkelingsplan,1967-1970, pak 132 Vijfde ontwikkelingsplan,1970-1973
133-136 Stukken betreffende algemene economische en financiële berichtgeving over Iran.
1955-1974 4 pakken
133 1955-1959
134 1960-1962
135 1963-1964
136 1965-1974
137-144 Stukken betreffende de activiteiten van diverse organisaties ter bevordering van het bedrijfsleven van Iran.
1956-1974 7 omslagen en 1 stuk
137 Centrale Kamer van Handelsbevordering,1956-1958 138-139 Stichting Midden Oosten-Instituut. 1956-1974
138 1956-1964
139 1966-1974
140 Jongeren Vrijwilligers Corps,1963
141 Centrale Kamer van Koophandel,1965-1974 142 Foreign Transactions Company,1966, stuk
143 Nederlands Instituut voor de Handel met het Buitenland (NIFTRA),1968-1971
144 Kamer van Koophandel, Industrie en Mijnbouw,1969-1974 145 Stukken betreffende de oprichting van een Philips radiofabriek in Iran in 1962.
1958-1964 1 omslag
146-150 Stukken betreffende de wederzijdse bezoeken van economische missies ter bevordering van de handel.
1960-1973 3 pakken en 2 omslagen
146-147 Van Iran naar Nederland. 1960-1973
146 1960-1964, omslag
147 1968-1973, omslag 148-150 Van Nederland naar Iran. 1961-1970
148 1961-1964
149 1968 - 1969 mrt.
150 1969 mei - 1970
151 Stukken betreffende financiële aangelegenheden in Iran.
1962-1964 1 pak
152 Stukken betreffende verslagen van werkbezoeken van de ambassadesecretarissen H.A.G. Schillings en J.W. Wessels aan de Economische Voorlichtingsdienst van het Ministerie van Economische Zaken in Den Haag en aan diverse bedrijven in Nederland.
1966-1974 1 omslag
153 Stukken betreffende plannen van de Sovjet-Unie om economisch samen te werken met Afghanistan, India, Iran en Pakistan.
1969-1970 1 omslag
154 Stukken betreffende plannen van Iran voor de vorming van een Aziatische groepering, bestaande uit Iran, Pakistan, India, Afghanistan en Bangladesh.
1974 1 omslag
6.2 Geld-, bank-, en beurswezen, kredietwezen
6.2 GELD-, BANK-, EN BEURSWEZEN, KREDIETWEZEN 155 Stukken betreffende de buitenlandse investeringen in Iran.
1955-1964 1 pak
156-164 Stukken betreffende het bankwezen in Iran.
1955-1975 1 pak en 8 omslagen
156-158 Algemeen. 1957-1974
156 1957-1961, pak
157 1963-1964
158 1965-1974
159 Maatregelen van de Bank Melli Iran om de koers van de rial te verbeteren,1955-1961
160-161 Wereldbank. 1956-1975
160 Algemeen,1956-1964
161 Leningen aan de Industrial and Mining Development Bank of Iran (IMDBI),1964-1975
162 Industrial and Mining Development Bank of Iran,1959-1963
163 Belangstelling van Iran voor deelname aan de Asian Development Bank,1965-1966
164 Samenwerking van de Mercantile Bank of Iran and Holland met de Algemene Bank Nederland,1968-1972
165 Stukken betreffende de ontwikkelingen in het geldwezen van Iran.
1957-1963 1 omslag
166 Stukken betreffende het nemen van financiële maatregelen door Iran om de eigen economie te verbeteren.
1965-1974 1 omslag
167 Stukken betreffende het verlenen van kredieten en belenings- en
discontofaciliteiten door De Nederlandsche Bank aan bedrijven uit Nederland ter bevordering van de handel met Iran.
1969-1974 1 omslag
6.3 Openbare geldmiddelen
6.3 OPENBARE GELDMIDDELEN
168-173 Stukken betreffende aangelegenheden inzake belastingen in Iran.
1956-1974 3 pakken en 3 omslagen
168-170 Algemeen. 1956-1973
168 1956-1963, pak
169 1965-1973, pak
170 Bijlagen,1966-1967, pak
171 Belastingvrijstelling voor scheepvaartmaatschappijen op basis van wederkerigheid,1966-1968
172 Belastingvrijstelling voor luchtvaartmaatschappijen op basis van
2.05.191 Ambassade Iran 27
wederkerigheid,1966-1974
173 Onderhandelingen tussen Iran en Nederland om te komen tot een verdrag ter voorkoming van het betalen van dubbele
belastingen,1966-1974
174-175 Stukken betreffende de begrotingen van Iran.
1962-1974 2 pakken
174 1962-1964
175 1965-1974
176-177 Stukken betreffende aangelegenheden inzake verzekeringen in Iran.
1966-1974 2 omslagen
176 Algemeen,1966-1974
177 Verplichte verzekering voor op accreditief geleverde goederen bij een verzekeringsmaatschappij in Iran,1968
6.4 Goederen
6.4 GOEDEREN
178-184 Stukken betreffende aangelegenheden inzake de in- en uitvoer in Iran.
1955-1974 3 pakken en 4 omslagen
178 Toekenning door Iran van meestbegunstiging voor het douanetarief aan onder meer Nederland,1955-1956
179-180 In- en uitvoerbepalingen van Iran. 1955-1974
179 1955-1963, pak
180 1966-1974, pak
181 Betalingsregelingen,1961-1963, pak
182 Vereiste toestemming van de Centrale Bank in Iran voor de invoer van goederen zonder deviezentransfers,1965-1970
183 Organisatie en werkzaamheden van de douane in Iran,1969-1973 184 Vrijstelling van invoerrechten voor luchtvaartmaatschappijen op
basis van wederkerigheid,1971-1974
185-259 Stukken betreffende de handelsbetrekkingen en -overeenkomsten van Iran met diverse landen, gebieden en organisaties.
1955-1975 68 omslagen en 7 stukken
185-186 Algemeen. 1959-1974
185 1959-1962
186 1966-1974
187-188 Diverse landen. 1955-1974
187 1955-1958
188 1974
189-190 Afghanistan. 1960-1974
189 1960-1964
190 1966-1974
191 Albanië,1966
192 Argentinië,1965 193-194 België. 1960-1973
193 1960-1962
194 1973
195 Bulgarije,1967-1971 196-197 Canada. 1960-1974
196 1960-1963
197 1974
198 China,1972
199-200 Denemarken. 1960-1974
199 1960-1964
200 1965-1974
201 Europese Economische Gemeenschap (EEG),1974 202-203 Frankrijk. 1959-1974
202 1959-1964
203 1965-1974
204-205 Hongarije. 1955-1970
204 1955-1964
205 1966-1970
206-207 India. 1955-1974
206 1955-1964
207 1967-1974
208-209 Irak. 1962-1969
208 1962
209 1967-1969
210-211 Italië. 1955-1975
210 1955-1964
211 1965-1975
212-213 Japan. 1955-1975
212 1955-1964
213 1965-1975
214-215 Joegoslavië. 1962-1975
214 1962
215 1967-1975
216-217 Jordanië. 1964-1970
216 1964
217 1970, stuk
218 Kameroen,1962, stuk 219-220 Koeweit. 1964-1971
219 1964, stuk
220 1968-1971
221 Marokko,1968, stuk 222-223 Nederland. 1955-1974
222 1955-1964
223 1965-1974
224 Noord-Korea,1974
225 Noorwegen,1962, stuk
2.05.191 Ambassade Iran 29
226 Oostbloklanden,1965-1972 227-228 Oost-Duitsland. 1959-1974
227 1959
228 1966-1974
229-230 Oostenrijk. 1955-1974
229 1955-1964
230 1966-1974
231-232 Pakistan. 1962-1974
231 1962
232 1969-1974
233 Perzische Golf,1964 234-235 Polen. 1959-1974
234 1959-1964
235 1965-1974
236-237 Roemenië. 1964-1972
236 1964
237 1965-1972
238 Saudi-Arabië,1970-1971 239 Senegal,1973-1974 240-241 Sovjet-Unie. 1955-1974
240 1955-1964
241 1965-1974
242 Sri Lanka,1962-1963
243 Syrië,1974
244 Thailand,1969, stuk
245-246 Tsjecho-Slowakije. 1961-1974
245 1961-1964
246 1965-1974
247 Tunesië,1968-1970 248-249 Turkije. 1956-1969
248 1956-1964
249 1965-1969
250-251 Verenigd Koninkrijk. 1957-1974
250 1957-1964
251 1968-1974
252 Verenigde Arabische Republiek,1974, stuk 253-254 Verenigde Staten. 1960-1974
253 1960-1964
254 1970-1974
255-256 West-Duitsland. 1955-1974
255 1955-1964
256 1965-1974
257-258 Zweden. 1960-1974
257 1960-1964
258 1974
259 Zwitserland,1962-1964
6.5 Productie en consumptie
6.5 PRODUCTIE EN CONSUMPTIE
260-270 Stukken betreffende de ontwikkelingen in de primaire sector in Iran.
1955-1974 4 pakken en 7 omslagen
260-262 Landbouw. 1955-1973
260 1955-1959, pak
261 1960-1964, pak
262 1965-1973, pak
263-265 Veeteelt. 1955-1974
263 1955-1960
264 1961-1964, pak
265 1965-1974
266-267 Mijnbouw. 1957-1973
266 1957-1964
267 1965-1973
268 Visserijprojecten,1965-1973
269 Pluimvee,1966-1967
270 Bosbouw,1968-1969
271-298 Stukken betreffende aangelegenheden inzake olie.
1955-1976 14 pakken en 14 omslagen
271-279 Algemeen. 1955-1976
271 1955 - 1956 juni, pak 272 1956 juli - 1957 juni, pak 273 1957 juli - 1958, pak
274 1959-1960, pak
275 1961-1962, pak
276 1963-1964
277 1965-1967, pak
278 1968-1971, pak
279 1972-1976, pak
280-288 Olie uit Iran. 1955-1974
280 Concessie in de Perzische Golf voor Vitol Exploration BV uit Rotterdam,1973
281 Investeringen van Iran in Ibramco, de Iraans- Belgische raffinaderij in Ternaaien,1970-1973 282 Nationale en internationale krantenartikelen en
documentatiemateriaal,1967-1972, pak 283-287 National Iranian Oil Company. 1955-1974
283 Algemeen.1955-1964, pak
284 Algemeen.1965-1974
285 Overeenkomst met de Pan American Petroleum Corporation,1957-1958 286 Statuten en overeenkomsten,1965-
2.05.191 Ambassade Iran 31
1968
287 Geschil met een consortium van westerse landen over de levering van olie,1966-1969, pak
288 Overzichten van de olieproductie van Iran,1965-1973 289 Aanleg van pijpleidingen door het Midden-Oosten,1956-1963, pak 290-291 Organization of Petroleum Exporting Countries (OPEC). 1962-1975
290 1962-1964
291 1965-1975, pak
292 Kwetsbaarheid van de olie-aanvoer naar de westerse landen in het licht van de Sovjet-politiek,1971-1974, pak
293-298 Olie uit andere landen. 1971-1974 293 Saudi-Arabië,1971-1974
294 Nigeria,1971
295 Libië,1971-1973
296 Libanon,1971
297 Koeweit,1973-1974
298 Israël,1971
299-318 Stukken betreffende de ontwikkelingen van de industrie in Iran.
1964-1975 2 pakken, 16 omslagen en 2 stukken
299 Algemeen,1968-1974
300 Petrochemische industrie (kunstmest),1964-1975, pak 301 IJzer- en staalindustrie,1966-1974
302 Suikerindustrie,1966-1974 303 Aardgasindustrie,1966-1975, pak 304 Smeerolie industrie,1968, stuk 305 Tapijtindustrie,1968
306 Elektriciteitopwekkende industrie,1968-1970 307 Tabakindustrie,1968-1971
308 Auto-industrie,1968-1975 309 Aluminium industrie,1969-1971 310 Glasindustrie,1969-1973
311 Farmaceutische industrie,1969-1974 312 Houtverwerkende industrie,1970-1971
313 Fabriek voor radio- en tv-onderdelen,1970-1974 314 Papierindustrie,1970-1974
315 Voedselindustrie (brood en melk),1971, stuk 316 Textielindustrie,1971-1975
317-318 Scheepsbouwindustrie. 1973-1975
317 Algemeen,1973-1975
318 Mogelijkheden voor Rijn-Schelde-Verolme in Iran,1974
319 Stukken betreffende de ontwikkelingen in de kosten van het levensonderhoud, lonen en prijzen in Iran.
1968-1974 1 pak
6.6 Economische en technische samenwerking en hulpverlening
6.6 ECONOMISCHE EN TECHNISCHE SAMENWERKING EN HULPVERLENING 320-327 Stukken betreffende de economische en technische samenwerking tussen Iran en
andere landen.
1962-1973 3 pakken en 5 omslagen
320-321 Diverse landen. 1963-1968
320 1963-1964
321 1967-1968
322 België,1969-1971
323 China,1969
324-326 Nederland. 1962-1973
324 1962-1964, pak
325 1967 - 1969 apr., pak 326 1969 mei - 1973, pak 327 Verenigde Staten,1967-1968
328 Stukken betreffende het verlenen van hulp door Nederland aan Iran en andere landen in Azië.
1965-1974 1 pak
329 Stukken betreffende een voorstel van Iran om een speciaal ontwikkelingsfonds op te richten.
1974 1 omslag
7 Sociale aangelegenheden
7 SOCIALE AANGELEGENHEDEN
330-336 Stukken betreffende aangelegenheden inzake diverse natuurrampen in Iran.
1956-1972 4 pakken en 3 omslagen
330 Algemeen,1956-1962, omslag 331-334 Aardbeving in 1962. 1962-1972
331 1962
332 1963 jan. - sep.
333 1963 okt. - 1964
334 1965-1972
335 Aardbeving in 1968,1968-1969, omslag
336 Aardbevingen in 1970 en 1972,1970-1972, omslag
337 Stukken betreffende de wetgeving van Iran inzake de sociale verzekering voor buitenlanders.
1965-1973 1 pak
8 Culturele en wetenschappelijke aangelegenheden, onderwijs en voorlichting
8 CULTURELE EN WETENSCHAPPELIJKE AANGELEGENHEDEN, ONDERWIJS EN VOORLICHTING
338-344 Stukken betreffende de culturele en historische betrekkingen tussen Iran en andere landen.
1956-1967 7 omslagen
338 Diverse landen,1959-1962 339-344 Nederland. 1956-1967
339 Algemeen,1956-1965
340 Verslagen van bezoeken aan Iran door A.A.
Kampman, directeur van het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten,1957-1959
2.05.191 Ambassade Iran 33
341 Koninklijk Instituut voor de Tropen,1958-1963
342 Lezing van J.G. de Jong, secretaris van de Nederlandse Ambassade in Iran, over de historische
betrekkingen,1959-1961
343 Nederlandse folklore in Iran,1960-1963
344 Verslag opgemaakt door ambassaderaad, R.H. Fein, over zijn reis in december 1966 naar Nederlandse nederzettingen langs de kust van de Perzische Golf,1966-1967
345-347 Stukken betreffende aangelegenheden inzake archeologie in Iran.
1956-1974 3 omslagen
345-346 Algemeen. 1956-1974
345 1956-1963
346 1968-1974
347 Onderzoek op het eiland Kharg naar overblijfselen van de Verenigde Oost-Indische Compagnie,1958-1962
348-350 Stukken betreffende het onderwijs in Iran.
1956-1974 3 omslagen
348 Erkenning van de in 1956 opgerichte Nederlandse lagere school in Teheran door het Ministerie van Onderwijs, Kunsten en
Wetenschappen in Nederland,1956-1963
349 Rapporten van J.G. de Jong, secretaris van de Nederlandse Ambassade in Iran, over het middelbaar en universitair onderwijs,1957-1964
350 Gratis onderwijs ter bestrijding van het analfabetisme in Iran,1966- 1974
351 Stukken betreffende de verschillende godsdiensten in Iran.
1957-1961 1 omslag
352-354 Stukken betreffende het bevorderen van de culturele contacten tussen Iran en Nederland door diverse verenigingen.
1958-1964 3 omslagen
352 Algemeen,1958-1964
353 Genootschap Nederland - Iran,1959-1961 354 Iran - Holland Society,1960-1961
355 Stukken betreffende voorschriften van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Iran voor het uitgeven van publicaties door buitenlandse missies.
1967-1974 1 omslag
356 Stukken betreffende de ontwikkelingen in de atoomenergie in Iran.
1968-1974 1 omslag
357-359 Stukken betreffende diverse herdenkingen in Iran.
1969-1973 2 pakken en 1 omslag
357 Herdenkingsbijeenkomst van de Internationale Grotius Stichting ter verbreiding van het volkenrecht,1969, omslag
358-359 Viering van het 350-jarig bestaan van de relatie tussen Iran en Nederland in 1973. 1970-1973
358 1970 - 1973 juni 359 1973 juli - dec.
9 Staatkunde, landsverdediging, internationale organisaties
9 STAATKUNDE, LANDSVERDEDIGING, INTERNATIONALE ORGANISATIES
9.1 Staatkunde
9.1 STAATKUNDE
9.1.1 Binnenlandse staatkunde
9.1.1 BINNENLANDSE STAATKUNDE
360-361 Stukken betreffende de kabinetswijzigingen in Iran.
1954-1974 2 omslagen
360 1954-1964
361 1965-1974
362 Stukken betreffende binnen- en buitenlandse politieke beleid van Iran.
1955-1956 1 omslag
363 Stukken betreffende het opstellen van verslagen naar aanleiding van dienstreizen gemaakt door Nederlands consulair personeel naar verschillende steden en provincies in Iran.
1955-1964 1 pak
364-365 Stukken betreffende de samenstellingen en wijzigingen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
1955-1967 1 pak en 1 omslag
364 1955-1964, pak
365 1965-1967
366-367 Stukken betreffende de binnenlandse politieke ontwikkelingen in Iran.
1956-1964 2 pakken
366 1956-1960
367 1961-1964
368 Stukken betreffende jaarrapporten over Iran over de jaren 1956 - 1963.
1957-1964 1 pak
369 Stukken betreffende de samenstelling en werkzaamheden van het kabinet Amini in Iran.
1961-1962 1 omslag
370 Stukken betreffende de samenstellingen van het Ministerie van het Hof in Iran.
1962-1963 1 omslag
371 Stukken betreffende de landhervorming in Iran.
1962-1965 1 pak
372 Stukken betreffende de troonrede van de sjah bij de opening van het parlement in Iran.
1964 1 omslag
373 Stukken betreffende de moord op premier Mansour van Iran op 21 januari door een aanhanger van de rechtsgezinde mohammedaanse geestelijke leider Khomeini en een mislukte aanslag op de sjah op 10 april door Iraanse communisten.
1965 1 omslag