Kerkdienst op
zondag Quinquagesima (zesde zondag na Epifanie) 14 februari 2021
Voorganger: Ds. P. F. Warmenhoven, Leiden Piano: Wim Hagen
De liederen worden gesproken.
Voorbereiding
De kaarsen worden aan de paaskaars ontstoken.
Welkom, inleiding tot moment van stilte door ouderling Gemeente gaat staan
Bemoediging: Vgr: Onze hulp is inde naam van de JHWH die hemel en aarde gemaakt heeft.
Vgr : Openingslied: Psalm 102: 1 en 8 1.Heer, hoor mijn gebed, laat blijken dat mijn klachten U bereiken.
Hul u niet in duisternis nu ’t mij bang te moede is.
Luister, luister naar mijn klagen, want ik roep U alle dagen.
Hoor mij, Heer, wil antwoord geven, help mij haastig, red mijn leven.
8.Ja, God wendt zich tot het klagen van wie Hem om bijstand vragen, heeft hun bidden niet veracht.
Zegt het aan het nageslacht.
Laat het worden opgeschreven, zodat zij, die later leven, lezen van zijn gunstbewijzen en de eeuwen door Hem prijzen.
Gemeente gaat zitten Kyriëgebed
Vgr: Laat ons de Heer om ontferming aanroepen voor de nood van de wereld en Zijn Naam prijzen,
Gem: Want Zijn barmhartigheid heeft geen einde Gebed door voorganger besloten door
Vgr: Glorialied 834: 1, 2, 3 1.Vernieuw Gij mij, o eeuwig licht!
God, laat mij voor uw aangezicht, geheel van U vervuld en rein, naar lijf en ziel herboren zijn.
2.Schep, God, een nieuwe geest in mij, een geest van licht, zo klaar als Gij;
dan doe ik vrolijk wat Gij vraagt en ga de weg die U behaagt.
3.Wees Gij de zon van mijn bestaan, dan kan ik veilig verder gaan, tot ik U zie, o eeuwig licht, van aangezicht tot aangezicht.
Rond de Schriften
Gebed bij de opening van de Schriften
OvD. lezing uit het O.T. 2 Koningen 5: 1 – 15a
1. Naäman was overste van het leger van de koning van Aram. Hij was een groot man voor het aangezicht van zijn heer en stond hoog in aanzien, · want door hem had JHWH voor Aram redding gebracht.
deze man was een sterke held – (maar werd) melaats.
2. Eens waren troepen van Aram er op uitgetrokken · en hadden uit het land Israël een jong meisje in gevangenschap meegevoerd;
zij nu was (in dienst) voor het aangezicht van de vrouw van Naäman.
3. En zij zei tegen haar meesteres:
“Ach, dat mijnheer kon (verschijnen)voor het aangezicht van de profeet in Samaria, dan zou die hem van zijn melaatsheid af kunnen helpen”.
4. En hij (Naäman) liep (bij de koning) binnen en vertelde zijn heer:
“Zo en zo heeft het meisje uit het land Israël gesproken”.
5. En de koning van Aram zei: “Ga (erheen)! Kom aan - en laat mij een brief sturen naar de koning van Israël!”
En hij ging en hij nam in zijn hand tien talenten zilver en zesduizend goudstukken · en tien wisselgewaden.
6. En hij liet de brief brengen · bij de koning van Israël, met daarin:
“Welaan, met dat ik deze brief bij u liet brengen,
zie, heb ik mijn dienaar Naäman naar u toe gestuurd, opdat u hem van zijn melaatsheid afhelpt”.
7. En het geschiedde, toen de koning van Israël de brief las, dat hij zijn kleren scheurde, en zei: “Ben ik soms God, die doet sterven en tot leven wekt, dat hij (…) naar mij toestuurt
om een man af te helpen van zijn melaatsheid?
Want zeker, beseft toch en ziet in dat hij een aanleiding zoekt tegen mij”.
8. En het geschiedde, toen Elisja, de Godsman,
gehoord had dat de koning van Israël zijn kleren gescheurd had, dat hij (bericht) naar de koning stuurde, dat luidde:
”Waarom hebt u uw kleren gescheurd?
Laat hem toch naar mij toekomen,
opdat hij weet, dat er een profeet is in Israël.”
9. En Naäman kwam met zijn paarden en met zijn strijdwagens en bleef voor de deur van het huis van Elisja staan wachten.
10. En Elisja stuurt een boodschapper(engel) naar hem toe die zegt:
‘Ga en was u zeven keer in de Jordaan
en uw vlees zal tot u terugkeren en u zult rein zijn’.
11. Maar Naäman werd woedend en ging weg –
en zei: ik zei tegen mijzelf: hij zal zeker naar buiten komen
en (voor mij) gaan staan en de naam van JHWH zijn God aanroepen en zijn hand heen en weer bewegen boven de plek
en (zo) de melaatsheid wegnemen.
12. Zijn de Abana en de Farpar, de rivieren van Damascus, niet beter dan alle wateren van Israël?
Kan ik me daarin niet wassen en rein worden?
En hij keert zich om en gaat razend van woede weg.
13. Maar zijn dienaren komen naar hem toe en spreken tot hem, ze zeggen: ”Mijn vader, als de profeet u iets moeilijks had opgedragen, had u dat dan niet gedaan?
Hoeveel te meer nu hij tegen u gezegd heeft:
‘Was u en u zult rein zijn!’
14. En hij daalde af
en dompelde zich onder in de Jordaan, zeven keer, naar het woord van de man Gods
en zijn vlees keerde terug
zoals het vlees van een kleine jongen en hij was rein.
15. En hij keerde terug naar de man Gods, hij en al zijn gevolg, en hij kwam en hij ging staan voor zijn aangezicht
en hij zei: “Zie toch, (nu) weet ik dat er geen God is op heel de aarde, dan alleen in Israël…..
Ovd: Lied 350: 1, 3, 6 1.Het water van de grote vloed en van de zee zo rood als bloed, dat is de aardse moederschoot, dat is de diepte van de dood.
3.Tot ondergang zijn wij gedoemd, als God ons niet bij name noemt, maar God-zij-dank, Hij doet ons gaan door ’t water van de doodsjordaan.
6.Naäman, nu niet meer onrein, mag onder uw beminden zijn.
Ja, alle volken zijn in tel bij U, o God van Israël!
Vgr Evangelielezing uit Marcus 1: 39 – 45
39. En hij is gaan verkondigen in hun synagoges in heel Galilea – ook dreef hij boze geesten uit.
40 En er komt een melaatse naar hem toe, die hem smeekt en voor hem op de knieën valt en tegen hem zegt:
“Wanneer u het wilt kunt u mij rein maken.”
41. En hij, door ontferming bewogen, strekt zijn hand uit, raakt hem aan en zegt hem: “Ik wil het, wordt rein!”
42. En meteen ging de melaatsheid van hem weg en werd hij rein.
43. En… nadat hij heftig tegen hem was uitgevallen, stuurde hij hem meteen weg
44. en zei tegen hem: “Let er op dat je tegen niemand iets zegt, maar ga jezelf laten zien aan de priester en breng omwille van je reiniging het offer dat Moses voorgeschreven heeft, als een getuigenis voor hen.”
45. Maar, nadat hij was weggegaan, begon hij (dat) alles te verkondigen en de zaak bekend te maken, zodat hij (Jesus) die stad niet meer openlijk in kon gaan, maar buiten was op eenzame plaatsen.
En ze kwamen naar hem toe, overal vandaan.
Vgr: Acclamatie Lied 339a U Komt de lof toe U komt de lof toe, U het gezang,
U alle glorie, o Vader, o Zoon, o heilige Geest in alle eeuwen der eeuwen
Vgr : Lied 533: 1, 2, 3, 6.
1.Daar komt een man uit Nazaret.
Zijn naam is: Hij die mensen redt,
en met de minsten wil Hij zich verbinden;
zijn naam is bij vergetenen te vinden.
2.Hij is gedoopt in de Jordaan.
Hij durft een nieuwe weg te gaan
en Hij wil mensen van hun angst genezen,
waar Hij verschijnt hoeft niemand meer te vrezen.
3.In het verborgen trekt Hij rond.
Verhalen gaan van mond tot mond, in Galilea gaan geheimen open, de hopelozen durven weer te hopen.
6.Er komt een man uit Nazaret.
Zijn naam is: Hij, die mensen redt, en bij de doden is Hij niet te vinden, Hij wil zich met de levenden verbinden.
In Galilea overal
klinkt het verhaal van Jezus al.
Het zal niet meer verdwijnen,
en midden onder ons zal Hij verschijnen.
Overdenking (tekst Markus 1: 41: Ik wil het, wordt rein!) Muzikaal intermezzo gevolgd door
Ovd: Lied 863: 1, 2, 3, 6 1.Nu laat ons God de Here dankzeggen en Hem eren, want goed zijn alle dingen die wij van Hem ontvingen.
3.Een arts is ons gegeven die zelve is het leven:
Christus, voor ons gestorven, heeft ons het heil verworven.
6.Bewaar ons in uw waarheid, geef ons op aarde vrijheid, met alle mensen samen uw rijk, Heer, te beamen.
Gebeden en gaven - Dankgebed
- Voorbeden besloten met: Zo bidden wij U samen:
Gem: Heer, hoor ons gebed - Stil gebed
- Onze Vader Mededelingen
Ovd: Slotlied: Psalm 31: 1, 6, 5 1.Op U vertrouw ik, Heer der heren, Gij die mijn sterkte zijt.
Om uw gerechtigheid
wil nimmer mij de rug toekeren.
Betoon mij uw nabijheid en stel mij in de vrijheid.
6.Ik wil mij, Heer, in U verblijden, die hulp bood in de dag
dat ik geen uitkomst zag,
die steeds mij uit de engte leidde;
dan mocht met lichte schreden ik in de ruimte treden.
Wegzending en zegen Gem.(zegt): A-men
COLLECTES,
één voor diaconie : Diaconie De Rank
Bestemd voor algemeen diaconale verplichtingen en doeleinden.
Hieronder verstaan we de administratieve kosten, het quotum, een maandelijkse bijdrage aanKinderen in de knel en giften
aan instellingen die innoodsituaties een beroep op ons doen.
één voor de kerkrentmeesters.
Ter bestrijding van de onkosten aan deze dienst verbonden Via: Kerkrentmeesters: NL14 INGB 0004239929
t.n.v. Herv. Gemeente “De Rank”,Katwijk Diaconie: NL37 RABO 0331816504
t.n.v. Diaconie Herv. Gemeente “De Rank”,Katwijk