• No results found

Commissie m.e.r. Voorzitter

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Commissie m.e.r. Voorzitter"

Copied!
7
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Commissie m.e.r.

Voorzitter

(2)

Profiel voorzitter bij Commissie m.e.r.

De organisatie

De Commissie voor de milieueffectrapportage (m.e.r.) adviseert over de inhoud van

milieueffectrapporten in binnen- en buitenland. Ze is betrokken bij grootschalige, complexe en vaak controversiële projecten en plannen waarbij cruciale besluitvorming moet

plaatsvinden over de leefomgeving, met impact op de economie.

In Nederland gaat het om projecten voor infrastructuur (luchthavens, wegen, spoor), energievoorziening (waaronder windparken), dijkverzwaringen, natuurherstel, landbouw en veehouderij en grote industriële activiteiten. Daarnaast is de Commissie betrokken bij strategische milieubeoordelingsvraagstukken van ruimtelijke plannen op nationaal niveau (zoals de Nationale Omgevingsvisie en de luchtruimherziening) en op provinciaal en gemeentelijk niveau (structuur- en omgevingsvisies, bestemmings- en omgevingsplannen).

M.e.r. is een belangrijk informatiemiddel in participatietrajecten en ook regelmatig onderwerp in juridische procedures.

Naast het werk in Nederland ondersteunt de Commissie partnerlanden gesubsidieerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Behalve onafhankelijke advisering zoals in

Nederland, bestaat de ondersteuning ook uit capaciteitsontwikkeling en kennis- en leertrajecten. Bij de ondersteuning werkt zij nauw samen met buitenlandse milieu- en sectorale overheden, professionals en niet-gouvernementele organisaties en adviseert zij op zowel projectniveau als strategisch niveau.

Aantasting van het milieu voorkomen is van groot maatschappelijk belang. Milieueffect- rapportage heeft als hoofddoel het milieubelang volwaardig en vroegtijdig mee te wegen bij de voorbereiding en vaststelling van plannen en besluiten. Het betreft hier omvangrijke plannen en besluiten van de overheid over initiatieven en activiteiten van zowel publieke als private partijen die (uiteindelijk) belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu kunnen hebben. Een milieueffectrapport brengt de milieugevolgen in beeld voordat de overheid daar een besluit over neemt.

De Commissie m.e.r. heeft een sterke, onafhankelijke, wettelijke status en een gezag- hebbende positie in Nederland die ze succesvol heeft weten in te zetten over de gehele wereld. De Commissie m.e.r. is een onafhankelijke stichting, hanteert een transparante werkwijze en publiceert haar adviezen online. Zij adviseert en toetst wat beschreven moet worden in milieueffectrapporten. De initiatiefnemer van een project schrijft het rapport, de overheid beslist of het project uiteindelijk doorgaat.

Jaarlijks brengt de Commissie circa 150 adviezen uit. De organisatie telt circa 45

medewerkers, werkt met een pool van 350 deskundigen en is gehuisvest in een modern kantoorpand in het centrum van Utrecht.

De Commissie m.e.r. werkt als deskundige commissie op het scherpst van de snede. Om als instrument effectief te zijn (en van aantoonbare meerwaarde te blijven) moet zij goed zicht hebben op de besluitvorming binnen het politiek-bestuurlijke krachtenveld en continu haar onafhankelijke adviesfunctie blijven bewaken.

(3)

M.e.r. is een prachtig instrument en aan de voorkant betrokken bij grootse ontwikkelingen.

De Commissie kenmerkt zich door sterk inhoudelijk gedreven professionals met passie en bevlogenheid.

Ontwikkelingen en opgaven

Zowel het instrument m.e.r. als de Commissie m.e.r. hebben een sterke nationale en internationale geschiedenis. Als gevolg van veranderende wetgeving, de economische omstandigheden en de complexe context is het instrument m.e.r. de afgelopen decennia voortdurend in ontwikkeling. De organisatie kende fases van opbouw, hoge productie, reorganisatie en stabilisatie.

Soms wordt het instrument m.e.r. als lastig ervaren. Bijvoorbeeld als een milieueffect- rapport de vinger op de zere plek legt. Het rapport is dan de brenger van de lastige

boodschap. Daarnaast wordt een milieueffectrapport nog geregeld gezien als een ‘verplicht nummer’, tijdrovend, technocratisch en duur. (Nog) te weinig wordt gezien dat Provinciale Staten, de Tweede Kamer, een gemeenteraad of het algemeen bestuur van een

waterschap deze informatie, alternatieven en onderbouwingen sowieso nodig hebben om goede besluiten te kunnen nemen. De expertise van de Commissie helpt bij het opsporen van 'blinde vlekken'.

De adviezen van de Commissie over die rapporten zijn helder geschreven in een gemiddelde doorlooptijd van zes weken, die gelijk oploopt met de periode voor de behandeling van zienswijzen. De adviezen zijn openbaar, makkelijk te vinden op de website van de Commissie en worden uitgebracht samen met een persbericht.

Het instrument m.e.r. is goed geborgd in de Europese en nationale wetgeving en in de Omgevingswet, die in 2022 of 2023 in werking treedt en alle wetten voor de fysieke leefomgeving bundelt en moderniseert.

Het begrip ‘milieu’ gaat steeds vaker op in het brede begrip ‘fysieke leefomgeving’. In plannen voor de fysieke leefomgeving van Rijk, provincies en gemeenten worden integrale doelen gesteld voor omgevingskwaliteit, energie, klimaat, natuur, economie, landschap, erfgoed, grondstoffen/circulariteit en de sociale effecten van een plan. Daar hoort de integrale beoordeling van omgevingseffecten van die projecten en plannen bij. Gemeenten en provincies hebben behoeften aan milieueffectrapportage waarin wordt gekeken naar dat brede scala aan omgevingseffecten.

(4)

Zij maken steeds vaker een omgevingseffectrapportage, omdat deze nieuwe term die brede lading beter dekt. Internationaal zijn sociale aspecten een volwaardig onderdeel van milieueffectrapportage.

Bovenstaande ontwikkelingen bieden interessante kansen voor de verdere positionering van de Commissie m.e.r. en mogelijke uitbreiding van haar dienstenportfolio. M.e.r. heeft veel bij te dragen aan het maatschappelijke debat en de Commissie ambieert een

prominentere rol als kennispartner. De invoering van de Omgevingswet vraagt om een strategische positionering van de Commissie en een verbetering van haar

communicatiebeleid.

Een cruciale basis voor deze strategie is dat zij verdere samenwerkingen intensiveert en haar netwerk (onder andere in de Eerste en Tweede Kamer) actiever benut en intensiveert.

De Commissie m.e.r. kenmerkt zich nog te veel door een grote mate van bescheidenheid en mag wat meer 'lef' en assertiviteit tonen, haar toegevoegde waarde meer benutten en zich actiever profileren in de publieke arena.

In Nederland zal de komende periode in het teken staan van het doorontwikkelen naar een landelijk kennis- en informatieplatform, het professionaliseren van accountmanagement (onder andere door contacten met belangrijke stakeholders bij provincie en ministeries strakker te onderhouden en verdere samenwerkingen te verzilveren) en het verder vergroten van haar klantgerichtheid. Ook wordt stevig ingezet op meer diversiteit binnen (en een wisselende samenstelling van) de werkgroepen om te komen tot een verhoogde inbreng van vernieuwende en verassende invalshoeken. Internationaal werkt de

Commissie op dit moment aan een nieuw voorstel voor samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken voor de komende vijf tot tien jaar.

Voor het realiseren van haar ambities is het cruciaal om te komen tot een wendbare organisatie. Meer dan voorheen wil de Commissie m.e.r. responsief zijn voor alle politieke, maatschappelijke en duurzame ontwikkelingen die op haar afkomen en zo toonaangevend partner blijven in de 'omgevings'-agenda.

Governance

De Commissie wordt ondersteund door twintig secretarissen, geleid door de directeur Nederland/algemeen secretaris (dhr. drs. B.L. (Lourens) Loeven) en de directeur

Internationaal (dhr. drs. R.A.A. (Rob) Verheem). De Commissie, inclusief secretariaat, is ondergebracht in de Stichting Bureau Commissie voor de m.e.r. Het secretariaat opereert onder eindverantwoordelijkheid van het vierhoofdige bestuur, bestaande uit een voorzitter en drie plaatsvervangend voorzitters:

dhr. E. (Eric) van der Burg (voorzitter) tot 1/1/2022

mw. M.A.J. (Marja) van der Tas (secretaris/penningmeester en waarnemend voorzitter vanaf 1/1/2022)

mw. M.W.J.A. (Tanya) van Gool (bestuurslid)

dhr. ir. H.A.A.M. (Harry) Webers (bestuurslid)

dhr. drs. B.L. (Lourens) Loeven (gevolmachtigde)

(5)

De Commissie m.e.r. telt in totaal zes plaatsvervangend voorzitters. De overige plaatsvervangende voorzitters zijn:

mw. ir. A.M. (Annemie) Burger

dhr. ir. C.T. (Kees) Slingerland

mw. drs. J.G.M. (Marieke) van Rhijn

Vanwege het vertrek van de voorzitter de heer E. van der Burg (als gevolg van zijn benoeming tot staatssecretaris van Asiel en Migratie) zoekt de Commissie een nieuwe voorzitter.

Werkwijze Commissie m.e.r. en rol van voorzitter

In Nederland: voor elk adviestraject wordt een werkgroep samengesteld met daarin de benodigde expertise. De voorzitter of plaatsvervangend voorzitters zitten de werkgroep van deskundigen voor (waaronder wetenschappers en/of consultants van kennisinstituten en onderzoeks- en ingenieursbureaus). Deskundigen worden ingehuurd op persoonlijke titel en op basis van hun persoonlijke kennis. De onafhankelijke positie van de Commissie wordt streng bewaakt. Werkgroepleden mogen geen enkele betrokkenheid hebben bij een initiatief, de besluitnemer of de initiatiefnemer.

De voorzitter van de Commissie m.e.r. is ook voorzitter van het bestuur en treedt vanuit die positie ook op als sparringpartner van de directeur Nederland en directeur Buitenland voor de bedrijfsvoering en organisatieontwikkeling van het secretariaat.

Internationaal: voor de internationale werkzaamheden is een aparte plaatsvervangend voorzitter, die ook deel uitmaakt van het bestuur.

(6)

De Commissie m.e.r. werkt als onafhankelijke en deskundige commissie op het scherpst van de snede. Effectieve inzet van milieueffectrapportage vraagt om oog voor de politiek- bestuurlijke context waarin besluitvorming plaatsvindt. De voorzitter bepaalt samen met de plaatsvervangend voorzitters de hoofdlijnen van de advisering, bewaakt tegelijkertijd zorgvuldig haar onafhankelijke status en laat zich niet meevoeren in de complexe

bestuurlijke dynamiek. Alleen dan heeft een advies van de Commissie de meerwaarde die de wetgever beoogt.

De nieuwe voorzitter speelt een belangrijke rol in het verder positioneren van de Commissie m.e.r. in Nederland. Bijvoorbeeld bij gemeenten als instrument dat voor ruimtelijke plannen integraal de omgevingseffecten in beeld brengt, alternatieven ontwikkelt, invulling geeft aan participatie en onderbouwing levert voor besluitvorming.

De voorzitter onderhoudt contacten op alle politieke en ambtelijke (top)niveaus en treedt op als ambassadeur en boegbeeld van de organisatie.

Profieleisen voorzitter Commissie m.e.r.

De voorzitter:

is academisch opgeleid en beschikt over een brede, bestuurlijke ervaring en netwerk in de ambtelijke top en/of top van het bedrijfsleven

is van onbesproken signatuur en gezaghebbend in de politiek-bestuurlijke en ambtelijke top en hiermee voortreffelijk ambassadeur voor de Commissie m.e.r.

is charismatisch, inhoudelijk, strategisch en conceptueel sterk

toont verbindend leiderschap, neemt verantwoordelijkheid voor samenstelling, complementariteit en het functioneren van de Commissie m.e.r., haar

ondersteunende organisatie, en voor de onderlinge dynamiek

bezit bewezen voorzitterskwaliteiten, bewaakt prioriteiten en gelijkwaardige inbreng, optimaliseert scherpte, kritisch vermogen en de menings- en besluitvorming en is taalkrachtig

heeft een hoog verantwoordelijkheidsgevoel, is besluitvaardig en crisisbestendig en anticipeert op politieke ontwikkelingen

is een inspirerende persoonlijkheid die talent weet uit te nutten

is een uitstekend netwerker, beschikt over een uitgebreid netwerk in de politieke en ambtelijke top alsmede bij belangenorganisaties zoals VNO-NCW, Vereniging Natuurmonumenten, Natuur en Milieu en Bouwend Nederland en in het 'Brusselse’

(waaronder Europese Commissie)

is daadkrachtig, ontleent statuur en autoriteit mede aan onafhankelijke positionering en weet ordelijkheid van besluitvorming te bewaken

is bekend (of heeft affiniteit) met de Commissie m.e.r. en haar stakeholders en weet samenwerkingen te concretiseren

omringt zich met actualiteit, is inhoudelijk, strategisch en conceptueel sterk onderlegd en heeft een stevige visie

is ervaren woordvoerder voor pers en media

heeft bij voorkeur kennis van (en minimaal bewezen affiniteit en betrokkenheid met) nationale en internationale vraagstukken omtrent fysieke leefomgeving, duurzame ontwikkeling, natuur en milieu

(7)

De Commissie hecht waarde aan een diverse samenstelling van het gehele team van zeven (plaatsvervangend) voorzitters wat betreft politieke, maatschappelijke en

professionele achtergrond (verhouding openbaar bestuur/bedrijfsleven/wetenschap) en genderverhouding.

Bezoldiging

De functie is ingeschaald conform schaal 18 van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren (BBRA).

Procedure

De benoeming van de voorzitter van de Commissie voor de milieueffectrapportage vindt plaats conform de Wet milieubeheer bij Koninklijk Besluit, op voordracht van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Benoeming vindt plaats voor een periode van vier jaar met de mogelijkheid tot verlenging.

Contact

De Commissie m.e.r. laat zich in deze procedure bijstaan door Edith Zeevalk en Mathijs Kramer, Holtrop Ravesloot (020-6470201). Belangstellenden kunnen hun interesse uiterlijk 10 maart 2022 kenbaar maken door een korte motivatie (inclusief actueel cv) te sturen aan reacties@holtropravesloot.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de brief van 15 mei 2019 van

Het aroma, de plantaardige en dierlijke elementen in de smaak van de „Queso Vamerano” die in punt 5.2 (Specificiteit van het product) zijn vermeld als: „plantaardig,

Ook de leden van de D66-fractie vragen mij toe te lichten welke (financiële) regelingen, zoals Stichting Leergeld, bestaan voor kinderen die naast dat zij het primair

Sinterklaas kwam helaas niet op school, maar we hebben wel gebeld met Sinterklaas.. De Pieten hadden voor ons een speurtocht gemaakt door de school, wij moesten de paarse

Ik deel deze zorgen zeker en verwijs voor de maatregelen die ik samen met de minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media neem naar mijn antwoord op een vraag

Tevens vragen de voornoemde leden op basis van welke criteria de curriculumcommissie is samengesteld en waarom er niet gekozen is voor vakdidactici noch dat er een..

Tevens vragen de leden van de CDA-fractie of de minister inzicht kan geven in welke sectoren en / of regio’s er sprake is van voldoende leerbedrijven, zodat een

Deze leden kunnen zich zeer vinden in dit voornemen en vragen de ministers welke stappen reeds gezet zijn op dit punt, omdat naar de mening van deze leden de