• No results found

9 Onderwijs. JMW Jegers. Telefoonnummer: Primair Onderwijs

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "9 Onderwijs. JMW Jegers. Telefoonnummer: Primair Onderwijs"

Copied!
29
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

1

Ra adsvoor stel

Raadsvergadering

Volgnummer 96-2017

Onderwerp

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en Verordening subsidie VVE-Taalactiviteiten Primair Onderwijs

Programmanummer 9 Onderwijs

Registratienummer 2017-33044

Collegevergadering 10-10-2017

Portefeuillehouder Wethouder Damsma Organisatieonderdeel BO Sociaal

Behandelend ambtenaar

JMW Jegers

Telefoonnummer: 043-350 3124 jan.jegers@maastricht.nl

Bijlagen

bijlage 1 Raadsbesluit

bijlage 2 Verordening Kindgebonden subsidie Voorschoolse Educatie

bijlage 3 Verordening subsidie VVE-Taalactiviteiten Primair Onderwijs

AAN DE GEMEENTERAAD

Samenvatting

Per 1 april 2016 is in Maastricht het ontwikkelrecht voor alle peuters mogelijk gemaakt met het invoeren van een kindgebonden subsidie voorschoolse educatie. De daarvoor benodigde en door de raad vastgestelde Verordening kindgebonden financiering voorschoolse educatie is aangepast. Deze kindgebonden subsidie verloopt via aanbieders van voorschoolse educatie die voldoen aan de door het college vastgestelde Keuringseisen voor voorschoolse educatie.

Onder het Onderwijsachterstandenbeleid vallen de voor- en vroegschoolse educatie en de

schakelklassen voor kinderen die de Nederlandse taal niet machtig zijn. Voor de bekostiging hiervan komen ook de schoolbesturen primair onderwijs in aanmerking.

(2)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

2

Ra ads voo rstel

Op juridisch advies is een Verordening VVE-Taalactiviteiten Primair Onderwijs opgesteld.

Beide verordeningen worden ter vaststelling aan de raad voorgelegd.

Beslispunten

1. Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie 2. Vaststellen Verordening subsidie VVE-Taalactiviteiten Primair Onderwijs

1. Aanleiding, bevoegdheden en context.

Na een jaar werken met de kindgebonden financiering voorschoolse educatie is er geëvalueerd door de Stedelijke Coördinatiegroep VVE en zijn er voorstellen voor aanpassing van de verordening gedaan die vervolgens zijn overgenomen door de Stuurgroep Kindcentra Maastricht.

Aan de subsidie VVE/Schakelklassen aan het primair onderwijs (Kindcentra) lag geen specifieke verordening ten grondslag. Op juridisch advies wordt deze lacune gedicht. De bevoegdheid voor het vaststellen van specifieke verordeningen ligt bij de gemeenteraad.

2. Gewenste situatie.

Met beide verordeningen wordt de subsidieverhouding tussen gemeente, aanbieders van voor- schoolse educatie (kinderopvang) en aanbieders van vroegschoolse educatie en schakelklassen (primair onderwijs) geregeld.

Indicatoren.

De subsidieregeling kindgebonden subsidie voorschoolse educatie draagt bij aan het vergroten van het deelnamepercentage van door de GGD geïndiceerde peuters aan een gecertificeerd programma voor Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE).

Dit deelnamepercentage is vorig jaar in het eerste jaar van invoering van het ontwikkelrecht voor alle peuters in Maastricht na de harmonisatie peuterspeelzaalwerk en kinderopvang met 20% verhoogd.

3. Argumenten.

Praktijkevaluatie, aanpassingen in wet- en regelgeving en juridisch advies hebben geleid tot aanpassen en opstellen van deze verordeningen

(3)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

3

Ra ads voo rstel

4. Alternatieven.

Geen

5. Financiën.

Er zijn geen gevolgen voor de programmabegroting. De wijze van subsidiëring bij enkele begrotings- posten was echter niet afdoende geregeld en verliep via de Algemene Subsidieverordening.

Met deze twee specifieke verordeningen is deze lacune in de subsidieverstrekking gedicht.

6. Vervolg.

De gemeente is wettelijk verplicht om nieuwe verordeningen of aanpassingen digitaal bekend te maken. Dit gebeurt door plaatsing van de nieuwe verordening in de Gemeenschappelijke

Voorziening Officiële Publicaties, waarin de digitale versie van het Gemeenteblad is opgenomen.

7. Participatie

Deze verordeningen zijn tot stand gekomen in samenspraak met de stedelijke coördinatiegroep VVE en als advies besproken en goedgekeurd door de Stuurgroep Kindcentra Maastricht.

Concernstaf is om juridisch advies gevraagd.

Burgemeester en Wethouders van Maastricht, De Secretaris,

P.J. Buijtels.

De Burgemeester, J.M. Penn-te Strake.

(4)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

4

Ra ads besl uit

Bijlage 1.

DE RAAD DER GEMEENTE MAASTRICHT,

gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 10 oktober 2017, organisatieonderdeel BO Sociaal, no. 2017-2017-33044;

gelet op de mandaatregeling die stelt dat verordeningen door de raad worden vastgesteld.

BESLUIT:

1. De Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie vast te stellen 2. De Verordening Subsidie VVE-Taalactiviteiten Primair Onderwijs vast te stellen.

Aldus besloten door de raad der gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van

de griffier, de voorzitter,

(5)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

5

Ra ads besl uit

Bijlage 2

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017; korr.nr.

2017-33044 inzake de Kindgebonden Subsidie Voorschoolse Educatie,

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en art. 2 ASV Maastricht

Besluit vast te stellen de volgende bijzondere subsidieverordening:

Kindgebonden Subsidie Voorschoolse Educatie:

Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder:

a. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht;

b. bestuur: het bestuur van een VVE-gecertificeerde voorschoolse voorziening;

c. college: het college van burgemeester en wethouders van de Gemeente Maastricht d. doelgroep: peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar;

e. gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang, gevestigd in Maastricht, die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Maastricht van toepassing zijnde VVE-keuringseisen voldoet;

f. indicatie VVE: een door JGZ (consultatiebureau) afgegeven verklaring dat deelname van 4 momenten aan VVE geïndiceerd is.

de JGZ kan voor kinderen vanuit Belgie om indicatiestelling door de gelijkwaardige Belgische organisatie vragen.

Kinderen woonachtig in een AZC krijgen gedurende de tijd dat zij in het AZC verblijven automatisch een VVE-indicatie, die wordt afgegeven door de JGZ;

(6)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

6

Ra ads besl uit

g. landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen: een register met gegevens van alle gecertificeerde kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzalen in Nederland. Hierin staat tevens vermeld of voorschoolse educatie wordt aangeboden;

h. ouder: persoon met het ouderlijk gezag;

i. peuter: een kind in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar dat een VVE-plaats heeft op een in het landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen opgenomen, gecertificeerde voorschoolse voorziening, geregistreerd als dagopvang;

j. subsidie: het bedrag dat het bestuur ontvangt voor peuteropvang aan peuters in de leeftijd van 2,5 tot 4 jaar. Dit bedrag wordt verrekend met eventueel door ouders ontvangen kinderop- vangtoeslag (belastingdienst) en hun inkomensafhankelijke ouderbijdrage.

k. VVE-plaats: een kindplaats met een omvang van tenminste 2 momenten (tot een maximum van totaal 5,5 uur) per week op een gecertificeerde voorschoolse voorziening, waar het kind een programma voor vroeg- en voorschoolse educatie krijgt aangeboden.

Voor door het consultatiebureau geïndiceerde peuters geldt nog eens tenminste 2 momenten van totaal 5,5 uur extra per week.

Deze plaats kan op 2 verschillende kinderdagverblijven ingevuld worden. De uren van beide voorzieningen dienen echter bij elkaar geteld te worden en de ouder dient met de houder af te spreken op welke locatie hoeveel uur via de kindgebonden subsidie wordt afgenomen.;

l. Inkomensafhankelijke bijdrage: voor de eerste 5,5 uur per week betalen ouders een

inkomensafhankelijke bijdrage. Deze is afhankelijk van de hoogte van het bruto jaarinkomen.

Hiervoor volgt het bestuur de ouderbijdragetabel van de kinderopvang die jaarlijks door het rijk wordt vastgesteld. Voor de door het consultatiebureau geïndiceerde peuters zijn de extra 5,5 uur per week volledig voor rekening van de gemeente Maastricht

m. Schoolweek: een week waarin kinderen het basisonderwijs in Maastricht naar school gaan en dus geen vakantie hebben. Weken waarin kinderen 1 of 2 dagen niet naar school gaan in verband met een of meerdere feestdagen, worden tot de schoolweken gerekend.

(7)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

7

Ra ads besl uit

Artikel 2 Doel en toepassingsbereik Deze verordening heeft tot doel:

1. het financieel toegankelijk maken van peuter- en VVE-arrangementen voor peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar in Maastricht

2. het toekennen van subsidies voor VVE arrangementen aan gecertificeerde voorschoolse voorzieningen die op basis van een gezamenlijk Pedagogisch Raamplan samenwerken met scholen voor primair onderwijs in Kindcentra Maastricht (in oprichting).

3. ouders stimuleren om hun kinderen een gecertificeerde voorschoolse voorziening te laten bezoeken en te laten deelnemen aan het VVE-programma.

Artikel 3 Subsidieaanvrager

Voor subsidie komen in aanmerking de VVE-gecertificeerde voorschoolse voorzieningen in de gemeente Maastricht.

Artikel 4 Aanvraag en aanvraagtermijn

1. In aanvulling op artikel 7 van de ASV bevat de aanvraag kindgebonden subsidie:

a. Informatie over het aantal peuters per locatie (peildatum 1 oktober van het jaar voorafgaand aan de subsidieaanvraag) waarvoor kindgebonden subsidie wordt aangevraagd;

b. Een onderverdeling naar categorieën (WKO, niet-WKO, geïndiceerd, niet-geïndiceerd);

2. In afwijking van artikel 7 van de ASV wordt een aanvraag voor subsidie ingediend uiterlijk 31 oktober van het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar.

Artikel 5 Subsidiehoogte

1. De subsidie per geplaatste peuter wordt bepaald door twee componenten:

a. De landelijk vastgestelde maximale uurprijs voor dagopvang (normtarief kinderopvang);

b. De door het college vastgestelde opslag van € 2,30 per uur extra voor activiteiten om bovenop de standaardeisen vanuit de wet kinderopvang te kunnen voldoen aan de wettelijk gestelde eisen met betrekking tot VVE alsmede de bij deze Verordening behorende

keuringseisen.

(8)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

8

Ra ads besl uit

c. Indien voor de eerste 5,5 uur per week fiscale compensatie mogelijk is, wordt deze van het uurbedrag afgetrokken.

d. De inkomensafhankelijke bijdrage wordt tevens van het uurbedrag afgetrokken.

Artikel 6 Subsidieduur

1. De kindgebonden subsidie wordt betaald aan het bestuur van de gecertificeerde voorschoolse voorziening voor maximaal het aantal schoolweken per kalenderjaar.

2. De kindgebonden subsidie gaat in op de eerste dag van de schoolweek waarin de peuter een VVE-plaats bezet.

3. De kindgebonden subsidie eindigt de laatste dag van de schoolweek waarin de peuter om welke reden dan ook, de voorschoolse voorziening verlaat.

4. Indien de peuter in juni of juli 4 jaar wordt en nog niet naar school kan voor de zomervakantie, kan de opvang automatisch verlengd worden tot de eerste dag van de zomervakantie.

5. Indien een peuter een Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) heeft voor speciaal (basis) onderwijs maar nog op een wachtlijst staat, kan de peuter de opvang ook op 4-jarige leeftijd vervolgen totdat er plaats is op school.

6. Indien een peuter in een andere maand 4 jaar wordt en om een andere reden dan genoemd onder lid 6.4 of 6.5 niet naar school kan, dan wordt toestemming gevraagd aan het college voor een verlenging van de peuteropvang tot een maximum van 10 weken.

Hiervoor wordt door de kinderopvanginstelling een brief aan de gemeente verstuurd met daarin:

a. het plan dat uitgevoerd zal worden b. Tijdsduur (maximaal 10 weken)

c. Ondertekend door zowel de voorschool als de school (incl. naam en functie).

Het besluit vanuit de gemeente volgt maximaal 2 weken na dagtekening en mag ambtelijk en per mail worden afgedaan. Toetsingscriteria zijn: belang van het kind, toelaatbaarheid onderwijs en knelpunten hierbij.

(9)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

9

Ra ads besl uit

Artikel 7 Aanvraag en verlening

De gecertificeerde instelling bepaalt, aan de hand van door de ouders te verstrekken actuele inkomensgegevens, voor welke ouders zij in aanmerking wenst te komen voor een kindgebonden subsidie.

1. De gecertificeerde instelling brengt bij ouders, die niet in aanmerking komen voor de

Kinderopvangtoeslag (belastingdienst) een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in rekening en brengt deze in mindering op de gevraagde subsidie.

2. De gecertificeerde instelling rapporteert per kwartaal cumulatief per geplaatste peuter de volgende gegevens:

d. BSN-nummer peuter en ouder(s) e. NAW gegevens peuter

f. geboortedatum g. startdatum

h. einddatum, indien relevant.

i. naam kindcentrum waar de kinderopvanginstelling deel van uit maakt, dan wel in de doorgaande lijn mee samenwerkt

j. naam organisatie kinderopvang k. geïndiceerd of niet-geïndiceerd l. WKO/niet-WKO

m. ouderbijdrage %

3. De gecertificeerde instelling vermeldt bij deze rapportage op locatieniveau lrk-nummer en adres van de locatie.

4. De gecertificeerde instelling voegt bij de rapportage een overzichtslijst toe op welke manieren de inkomens van ouders worden getoetst, op voorwaarde dat in de eigen administratie voor de eigen accountant terug te vinden is op welke wijze het inkomen van de ouders is getoetst en dit minimaal steekproefsgewijs door de accountant wordt gecontroleerd. Indien dit niet het geval is, dient per geplaatste peuter ook de soort inkomenstoets te worden vermeld.

(10)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

10

Ra ads besl uit

5. De gecertificeerde instelling geeft in een aparte rapportage aan welke kinderen ook na hun 4e in aanmerking komen voor kindgebonden financiering, evenals de reden ervan (art. 6.4 t/m 6.6)

Artikel 8 Betalingsachterstand

1. Een ouder komt in aanmerking voor een subsidie van de inkomensafhankelijke ouderbijdrage indien de ouder een betalingsachterstand heeft en deze achterstand dreigt te leiden tot schorsing van de peuter.

2. Voorwaarde hiertoe is dat er een schriftelijke verklaring van het Knooppunt van het kindcentrum meegezonden wordt, dat deelname van de peuter noodzakelijk is.

3. De subsidie wordt verstrekt onder de volgende verplichtingen:

a. De ouder accepteert begeleiding bij het op orde krijgen van de financiële huishouding.

b. De ouder neemt deel aan die, door de gecertificeerde voorschoolse voorziening georga- niseerde activiteiten die bijdragen aan het vergroten van de actieve ouderbetrokkenheid.

4. Het subsidieplafond voor betalingsachterstanden is vastgesteld op € 30.000,- per jaar.

5. De subsidie wordt betaald aan de gecertificeerde instelling op basis van (openstaande) facturen en een verklaring over de toegepaste acties conform 8.3

Artikel 9 Aanvraag en vaststelling subsidie

1. Uiterlijk vóór 1 april in het jaar na afloop van het kalenderjaar waarvoor subsidie is verleend, rapporteert het bestuur over het totaal van de hiervoor vermelde kwartaalgegevens. De subsidie wordt vastgesteld op de daadwerkelijk bestede uren per peuter aan de hand van het

afgesproken uurtarief en onderverdeling naar categorieën van artikel 7.

a. De financiële verantwoording sluit aan bij de rapportage per kind door ofwel een

accountantsverklaring, ofwel een met bedragen per kind op basis van feitelijke deelname.

b. Ten behoeve van het wel of niet indienen van een accountantsverklaring dienen alle subsidies die in het kader van VVE aan een organisatie worden verstrekt bij elkaar opgeteld te worden. Het gaat dan in ieder geval over de kindgebonden subsidie en de subsidie voorschoolse educatie. Indien bij vaststelling blijkt dat het totaal van de subsidies boven de € 50.000 komt is een accountantsverklaring verplicht. In de accountantsverklaring is met betrekking tot de kindgebonden financiering minimaal opgenomen:

(11)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

11

Ra ads besl uit

 Het ontvangen voorschot subsidiebedrag

 Het bedrag waarop men recht heeft op grond van de verordening kindgebonden financiering

 De parameters die bij de controle zijn gebruikt, waarbij minimaal (al dan niet steekproefsgewijs) is gecontroleerd op:

- feitelijke deelname per kind, rekening houdend met het aantal schoolweken - of ouders in aanmerking komen voor een toeslag kinderopvang van de

belastingdienst

- de inkomensafhankelijke bijdrage van ouders - of er sprake is van een indicatie VVE

c. Indien het college een controleprotocol heeft vastgesteld en dit is meegezonden met de verleningsbeschikking dient de aanvrager ervoor zorgt te dragen dat dit controleprotocol wordt nageleefd.

Artikel 10 Bevoegdheden College

1. Het college beslist op aanvragen om subsidie, dit met inachtneming van het bepaalde in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening.

2. Het college kan jaarlijks de normtarieven voor peuter- en VVE-arrangementen vaststellen, evenals de ouderbijdragentabel voor het subsidiëren van peuter- en VVE-arrangementen die door de houder toegepast moeten worden.

3. Het college kan de subsidie lager vaststellen dan wel intrekken indien niet is voldaan aan de uitvoerings- en kwaliteitseisen voor peuter- en VVE-arrangementen zoals vermeld in deze verordening en in de Keuringseisen.

4. Het college is bevoegd om de keuringseisen voor voorschoolse instellingen, als bedoeld in artikel 3, lid 2 vast te stellen en daar waar nodig de komende jaren aan te passen.

5. Het college wijst de toezichthouder kinderopvang van de GGD aan voor de controle op de in deze verordening en in keuringseisen gestelde eisen aan de uitvoering en de kwaliteit van peuter- en VVE-arrangementen.

6. Het college is bevoegd om een controleprotocol vast te stellen.

(12)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

12

Ra ads besl uit

Artikel 11 Hardheidsclausule

Het college kan in bijzondere gevallen ten gunste van de aanvrager afwijken van de bepalingen in deze verordening, indien toepassing van deze verordening leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieverordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2018.

Artikel 13 Geldigheidsduur Subsidieverordening

Deze subsidieverordening geldt vanaf 1 januari 2018 tot en met uiterlijk 31 december 2020.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie Gemeente Maastricht”.

Bij inwerkingtreding van deze verordening op 1 januari 2018 wordt de huidige verordening ingetrokken.

Aldus besloten door de raad van de gemeente Maastricht in zijn openbare vergadering van …2017.

De Griffier, De voorzitter,

(13)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

13

Ra ads besl uit

Bijlage 3

DE RAAD VAN DE GEMEENTE MAASTRICHT,

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 oktober 2017;

korr.nr.2017-33044; inzake Voor- en Vroegschoolse Educatie en Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO),

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en art. 2 en 3 ASV Maastricht, Wet primair onderwijs afdeling 10 onderwijsachterstandenbeleid (artikel 165 t/m 168a),

Besluit vast te stellen de bijzondere subsidieverordening Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) en Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)

Considerans

Deze Verordening heeft tot doel het bieden van financiële ondersteuning voor gecertificeerde voorschoolse voorzieningen kinderopvang en scholen primair onderwijs, zodat zij kinderen met (taal)achterstand naadloos tussen hun 2,5e en 13e jaar kunnen ondersteunen en begeleiden als hun eigen middelen daar niet toereikend voor zijn.

AFDELING 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Art. 1.1 begripsbepalingen

In dit hoofdstuk van deze verordening wordt verstaan onder:

a. ASV: Algemene subsidieverordening gemeente Maastricht.

b. College: het college van burgemeester en wethouders.

c. Aanvrager subsidie voorschoolse educatie: het bestuur van een VVE-gecertificeerde voorschoolse voorziening kinderopvang.

d. Aanvrager subsidie vroegschoolse educatie: het bestuur (bevoegd gezag) van een onderwijsstichting of –vereniging.

(14)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

14

Ra ads besl uit

e. Aanvrager subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO): het bestuur (bevoegd gezag) van een onderwijsstichting of –vereniging.

f. VVE-Gecertificeerde voorschoolse voorziening: een voorziening voor kinderopvang die zowel aan de geldende wettelijke eisen, als aan de overige in Maastricht van toepassing zijnde VVE- keuringseisen voldoet, zoals die zijn vastgesteld bij de subsidieverordening kindgebonden subsidie voorschoolse educatie.

g. School: onderwijsvoorziening voor regulier of speciaal (basis)onderwijs conform de wet op het primair onderwijs.

h. Kindcentrum: een samenwerkingsverband tussen een school voor basisonderwijs en een of meerdere locaties voor kinderopvang.

i. Voorschoolse educatie: het geheel van activiteiten dat wordt ingezet om peuters met een risico op (taal)achterstand danwel peuters met een feitelijke achterstand een zodanig aanbod te bieden dat de (taal)achterstand wordt voorkomen danwel beperkt of opgeheven. De activiteiten kunnen gericht zijn op de peuter zelf, op de ouder van de peuters, op de kwaliteit en tijd van de

pedagogisch medewerker en op de kwaliteit van het aanbod, de kwaliteitszorg en de zorg op de locatie, alsmede op de doorgaande lijn met de basisschool.

j. Vroegschoolse educatie: het geheel van activiteiten dat wordt ingezet om kleuters in de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs met een risico op (taal)achterstand danwel kleuters met een feitelijke achterstand een zodanig aanbod te bieden dat de (taal)achterstand wordt voorkomen danwel beperkt of opgeheven. De activiteiten kunnen gericht zijn op de kleuter zelf, op de ouder van de kleuters, op de kwaliteit en tijd van de leerkracht/onderwijsassistent en op de kwaliteit van het aanbod, de kwaliteitszorg en de zorg op de locatie, alsmede op de doorgaande lijn met de voorschoolse voorziening kinderopvang.

k. Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO): het geheel van activiteiten binnen het basisonderwijs gericht op het beperken dan wel inhalen van de achterstand voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, die bedoeld worden in artikel 165 van de wet op het primair onderwijs artikel 165, alsmede de specifieke taalactiviteiten voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal, die korter dan 3 jaar in Nederland zijn.

(15)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

15

Ra ads besl uit

l. Middelen onderwijsachterstandenbeleid (OAB): het bedrag waarvoor de school bekostigd wordt ten behoeve van onderwijsachterstandenbestrijding als bedoeld in artikel 28 van het Besluit bekostiging WPO.

m. Impulsmiddelen: het bedrag waarvoor de school bekostigd wordt ten behoeve van

onderwijsachterstandenbestrijding in impulsgebieden. Met impulsgebied wordt een postcode- gebied bedoeld waar zich een combinatie voordoet van hoge werkloosheid en lage inkomens.

Zie ook artikel 28a van het Besluit bekostiging WPO.

n. Middelen voor leerlingen die korter dan 3 jaar in Nederland zijn: rijksmiddelen die in het schooljaar van aanvraag worden ontvangen voor nieuwkomers (rijksmiddelen tbv. eerste keer bekostiging nieuwkomers en rijksmiddelen tbv. onderwijs aan asielzoekers en statushouders en overige vreemdelingen).

o. Eigen middelen voorschool: de opslag kindgebonden financiering die door de gemeente wordt verstrekt bovenop het wettelijk uurbedrag op basis van de subsidieverordening kindgebonden subsidie voorschoolse educatie.

p. Eigen middelen onderwijs: de middelen die worden beschreven in artikel 1.1 lid m, n en o.

q. Tekortfinanciering: er wordt gefinancierd op basis van het eerst inzetten van eigen middelen (onderwijs) dan wel de opslag kindgebonden subsidie (voorschool). Op voorwaarde dat deze eigen middelen zijn ingezet ten behoeve van hetzelfde doel als waarvoor subsidie wordt aangevraagd, zal subsidie worden verstrekt.

r. Gewichtenleerling: een leerling in het basisonderwijs met een ten behoeve van de

rijksbekostiging toegekend leerlingengewicht conform de landelijke gewichtenregeling, zoals opgenomen in artikel 27 lid van het Besluit bekostiging WPO.

s. Stuurgroep Kindcentra: bestuurlijke stuurgroep bestaande uit de wethouder onderwijs,

bestuurders onderwijs en bestuurders van VVE-Gecertificeerde voorschoolse voorzieningen, die sturing geeft aan de vorming van kindcentra binnen de gemeente Maastricht.

t. T-1 systematiek subsidie TPO: de peildatum 1 oktober van het vorig schooljaar is geldend voor de bepaling van het aantal gewichtenleerlingen dat wordt opgegeven bij de aanvraag voor de subsidie van het schooljaar waarvoor de subsidie wordt aangevraagd.

(16)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

16

Ra ads besl uit

Art. 1.2 Doel en toepassingsbereik

Deze Verordening heeft tot doel het bieden van financiële ondersteuning voor gecertificeerde voor- schoolse voorzieningen kinderopvang en scholen primair onderwijs, zodat zij kinderen met (taal)- achterstand naadloos tussen hun 2,5e en 13e jaar kunnen ondersteunen en begeleiden als hun eigen middelen daar niet toereikend voor zijn.

3. De locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie is bedoeld om activiteiten en extra ondersteuning te faciliteren die met de basisbekostiging kindgebonden subsidie niet bekostigd kan worden. Dat wil zeggen dat de opslag kindgebonden subsidie bovenop het maximum uurtarief vanuit het rijk eerst ingezet dient te worden voor activiteiten voorschoolse educatie voordat de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie wordt aangevraagd.

4. De tijdelijke subsidie vroegschoolse educatie is bedoeld om de inzet van activiteiten in het kader van de doorgaande lijn binnen het kindcentrum tijdelijk extra te faciliteren.

5. De subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) is bedoeld om taalactiviteiten en extra ondersteuning te faciliteren die met de rijksmiddelen niet of niet volledig kunnen worden bekos- tigd. Het gaat specifiek om activiteiten voor leerlingen met een grote achterstand in de

Nederlandse taal, waarbij er een discrepantie is tussen taal- en andere leerprestaties (ontwikke- ling) als indicatie voor onbenut leerpotentieel.

Art. 1.3 bevoegdheden College

a. Het college beslist op aanvragen om subsidie, dit met inachtneming van het bepaalde in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening.

b. Het college kan de subsidie lager vaststellen dan wel intrekken indien niet is voldaan aan de uitvoerings- en kwaliteitseisen voor onderhavige subsidies zoals vermeld in de wet, de Algemene subsidieverordening en deze verordening.

c. Het college is bevoegd de bij deze verordening horende tarieventabel VVE aan te passen.

d. Het college is bevoegd om ten behoeve van Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) een subsidieplafond vast te stellen.

e. Het college is bevoegd om een controleprotocol vast te stellen.

(17)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

17

Ra ads besl uit

AFDELING 2 VOORSCHOOLSE EDUCATIE

Art. 2.1 subsidieaanvrager locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie Voor de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie komen in aanmerking de VVE- gecertificeerde voorschoolse voorzieningen.

Art. 2.2 aanvraag en verlening locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie

a. De aanvrager vraag de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie aan voor 1 november in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Voor het jaar 2018 geldt hierop een uitzondering en is de uiterste aanvraagdatum 1 februari 2018.

b. De subsidie wordt aangevraagd op basis van het aantal peuters in de leeftijd 2,5 - 4 jaar op teldatum 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

c. In afwijking van het gestelde onder lid a en b kunnen locaties, die in het verleden nog geen subsidie hebben ontvangen voor voorschoolse educatie, eenmalig de subsidieaanvraag indienen op een ander moment. De subsidie wordt dan verstrekt naar rato van het aantal maanden in het kalenderjaar waarvoor wordt aangevraagd, vanaf de datum waarop het college de aanvraag heeft ontvangen.

d. De aanvrager vraagt de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie aan met een vastgesteld aanvraagformulier voor:

- Extra formatie voorschoolse educatie (o.a. ten behoeve van taakuren, extra handen in de groep, gesprekken met ouders)

- Inzet van een of meerdere derde(n) ten behoeve van het vergroten van de ouderbetrok- kenheid

- Scholing en toetsing medewerkers op het gebied van taalniveau 3F/Speelplezier/

VVE/Kwaliteitszorg/ Opbrengstgericht werken - Coaching on the job

- Materialen VVE

(18)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

18

Ra ads besl uit

Art. 2.3 aanvraag en vaststelling locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie a. De aanvrager subsidie voorschoolse educatie verantwoordt jaarlijks voor 1 april de in het

voorafgaande kalenderjaar verkregen subsidie VVE via een rapportage en financiële verantwoording, die dient ter definitieve vaststelling van de subsidie.

b. De subsidie wordt vastgesteld op basis van tekortfinanciering. Eerst wordt de opslag

kindgebonden subsidie aangewend. Daarna kan de locatiegebonden subsidie worden ingezet, waarbij een eventueel niet-besteed overschot dient te worden terugbetaald.

c. De opslag kindgebonden subsidie en de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie dienen aantoonbaar besteed te zijn aan VVE-specifieke onderdelen zoals:

- Extra formatie VVE (bijv. voor oudercontacten/ouderbetrokkenheid, extra overleggen zorg, dubbele bezetting op de VVE-groep, aandachtsfunctionaris, taakuren);

- Inzet van derden voor vergroten ouderbetrokkenheid (bijv. Trajekt) of taalstimulering in de doorgaande lijn;

- Scholing en toetsing medewerkers op het gebied van Taalbeheersing 3F en speelplezier/

VVE/kwaliteitszorg/opbrengstgericht werken;

- Coaching on the job;

- Materialen VVE (NB alleen noodzakelijke materialen. Bij onredelijke uitgaven worden deze bedragen teruggevorderd)

Middelen die niet besteed zijn aan bovenstaande elementen, dienen te worden terugbetaald aan de gemeente.

d. Ten behoeve van het wel of niet indienen van een accountantsverklaring dienen alle subsidies die in het kader van VVE aan een organisatie worden verstrekt bij elkaar opgeteld te worden. Het gaat dan in ieder geval over de kindgebonden subsidie en de subsidie voorschoolse educatie.

Indien bij vaststelling blijkt dat het totaal van de subsidies boven de € 50.000 komt is een accountantsverklaring verplicht.

e. Indien het college een controleprotocol heeft vastgesteld en dit is meegezonden met de verleningsbeschikking dient de aanvrager ervoor zorgt te dragen dat dit controleprotocol wordt nageleefd.

(19)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

19

Ra ads besl uit

Art. 2.4 subsidiehoogte locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie

De subsidie is bedoeld om activiteiten en extra ondersteuning te faciliteren die met de basisbe- kostiging kindgebonden subsidie niet bekostigd kunnen worden. Er wordt gefinancierd op basis van tekortfinanciering. De maximumhoogte van de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie is in de bij deze verordening behorende bijlage tarieventabel VVE.

Art. 2.5 subsidieduur locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie

De locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie wordt toegekend per kalenderjaar.

Art. 2.6 inwerkingtreding locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie

De bepalingen in het hoofdstuk voorschoolse educatie in deze subsidieverordening treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is met uitzondering van het principe van de tekortfinanciering met terugwerkende kracht van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2017. Het principe van de tekortfinanciering op de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie zal per 1 januari 2018 in werking treden.

AFDELING 3 VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

Art. 3.1 subsidieaanvrager vroegschoolse educatie

a. Voor subsidie vroegschoolse educatie komen in aanmerking schoolbesturen primair onderwijs b. De aanvrager geeft aan voor welke scholen, die onder het schoolbestuur dan wel gezamenlijke

schoolbesturen vallen, de subsidie wordt aangevraagd.

Art. 3.2 aanvraag en verlening subsidie vroegschoolse educatie

a. De aanvrager vraag de subsidie vroegschoolse educatie aan voor 1 november in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Voor het jaar 2018 geldt hierop een uitzondering en is de uiterste aanvraagdatum 1 februari 2018.

b. In afwijking van het gestelde onder lid a kunnen locaties, die in het verleden nog geen subsidie hebben ontvangen voor vroegschoolse educatie eenmalig de subsidieaanvraag indienen op een

(20)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

20

Ra ads besl uit

ander moment. De subsidie wordt dan verstrekt naar rato van het aantal maanden in het kalenderjaar waarvoor wordt aangevraagd, vanaf de datum waarop het college de aanvraag heeft ontvangen.

c. De aanvrager vraagt verlening van de subsidie vroegschoolse educatie aan met een vastgesteld aanvraagformulier voor:

- de inzet van tijdelijke extra uren aandachtsfunctionaris bovenop de standaard formatie - activiteitenbudget ten behoeve van het kindcentrum in het kader van VVE/doorgaande lijn.

Art. 3.3 aanvraag en vaststelling subsidie vroegschoolse educatie

De aanvrager voorschoolse educatie verzoekt om vaststelling van de subsidie voor 1 april in het jaar volgende op het jaar waarvoor subsidie is verleend.

Verantwoordingseisen:

Met betrekking tot de rechtmatige besteding van de middelen aandachtsfunctionaris

geldt:

Dat de middelen zijn ingezet voor extra uren aandachtsfunctionaris in de periode januari- december van het jaar van aanvragen. Dit zijn tijdelijke extra uren bovenop de standaard- formatie.

Dit wordt aangetoond door middel van een of meerdere van de volgende situaties:

- Een aandachtsfunctionaris krijgt het gehele jaar extra uren voor deze functie.

- Een aandachtsfunctionaris voert een deel van de periode de taak binnen de reguliere functie uit en krijgt op een later tijdstip de extra uren om zaken die zijn blijven liggen door het uitvoeren van de taak alsnog uit te voeren.

- De aandachtsfunctionaris voert de taak uit binnen de reguliere functie en een vervanger krijgt de tijdelijke extra uren om de taken die zijn blijven liggen uit te voeren.

Met betrekking tot het rechtmatige besteden van het activiteitenbudget (NB het budget is

bedoeld voor het kindcentrum, dus voor zowel voor- als vroegschool) geldt:

Een kort overzicht per kindcentrum met de opsomming van de kostenposten met de feitelijke kosten erachter, voorzien van een handtekening “voor akkoord” door zowel de basisschool als de VVE-gecertificeerde voorschoolse voorziening binnen het kindcentrum.

(21)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

21

Ra ads besl uit

Art. 3.4 subsidiehoogte subsidie vroegschoolse educatie

De maximumhoogte van de locatiegebonden subsidie voorschoolse educatie is geregeld in de bij deze verordening behorende bijlage tarieventabel VVE.

Art. 3.5 subsidieduur subsidie vroegschoolse educatie

De subsidie vroegschoolse educatie wordt toegekend per kalenderjaar tot uiterlijk einde 2020.

Art. 3.6 inwerkingtreding

De bepalingen in het hoofdstuk vroegschoolse educatie in deze subsidieverordening treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en is met terugwerkende kracht van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2017.

AFDELING 4 TAALACTIVITEITEN PRIMAIR ONDERWIJS (TPO)

Art. 4.1 subsidieaanvrager Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)

a. Voor subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) komen in aanmerking schoolbesturen primair onderwijs.

b. De aanvrager geeft aan voor welke scholen, die onder het schoolbestuur danwel gezamenlijke schoolbesturen vallen, de subsidie wordt aangevraagd.

Art. 4.2 aanvraag en verlening subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)

a. De aanvrager vraagt de subsidie aan met een vastgesteld aanvraagformulier.

b. De aanvrager toont aan dat voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, zoals gesteld in dit artikel onder lid d. Bij de financiële componenten wordt een raming gemaakt voor het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan. Bij afrekening wordt op basis van feitelijke rijksmiddelen die in het schooljaar zijn verkregen, afgerekend.

(22)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

22

Ra ads besl uit

c. De aanvraag dient te zijn ingediend voor 1 juni voorafgaand aan het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan. Voor schooljaar 2017/2018 geldt hierop een uitzondering en is de uiterste aanvraagdatum 1 februari 2018.

d. Subsidievoorwaarden:

Financieel

1. De aanvrager toont aan dat alle OAB- en impulsmiddelen die de deelnemende

school/scholen ontvangt/ontvangen in het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan, zijn besteed worden aan VVE en eventueel activiteiten zoals genoemd in artikel 165 WPO.

2. De aanvrager toont aan dat alle specifieke middelen die de deelnemende school/scholen ontvangt/ontvangen in het schooljaar waarvoor de aanvraag wordt gedaan, ten behoeve leerlingen die korter dan 3 jaar in Nederland zijn, van de deelnemende

school/schoolbesturen, zijn besteed aan deze specifieke doelgroep, danwel aan VVE en eventueel activiteiten zoals genoemd in artikel 165 WPO.

3. De aanvrager maakt inzichtelijk welke extra inspanningen nodig zijn en welke kosten daaraan verbonden zijn, welke kosten zij zelf voor haar rekening neemt en hoe zij de extra middelen wil inzetten.

Inhoudelijk

1. Uit de doelomschrijving blijkt dat deze activiteiten gericht zijn op het verhelpen van

taalachterstanden bij vooraf geselecteerde leerlingen, gedurende een afgebakende periode.

2. Uit de beschrijving van de activiteiten blijkt welke vorm/uitvoering van taalactiviteiten wordt gekozen.

3. Uit de definitie van de doelgroep blijkt dat er bij de geselecteerde doelgroepkinderen sprake is van een discrepantie tussen taal- en andere leerprestaties (ontwikkeling) als indicatie voor onbenut leerpotentieel. De wijze waarop deze discrepantie wordt vastgesteld, wordt

overgelaten aan de school danwel het schoolbestuur, op voorwaarde dat deze controleerbaar is door zowel onderwijsinspectie als een accountant.

4. De resultaatbeschrijving is op leerlingenniveau (doelformulering).

5. De wijze waarop resultaten worden gemeten, wordt beschreven.

6. Er wordt ingezet op deskundigheidsbevordering van docenten.

(23)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

23

Ra ads besl uit

7. De schakelklas/taalactiviteiten maakt deel uit van een groter geheel aan interventies om achterstanden te verkleinen van een school. In de subsidieaanvraag en -verantwoording wordt beschreven hoe de activiteiten zijn ingebed in een groter geheel/integrale aanpak.

8. De aanvrager besteedt aandacht aan het vergroten van de ouderbetrokkenheid, ouders worden gestimuleerd om thuis activiteiten te ondernemen met hun kind die gericht zijn op ontwikkeling.

9. De aanvrager voert ieder schooljaar een zelfevaluatie uit, waarin aandacht is voor de mate waarin de doelen zijn bereikt en de effectiviteit van de schakelklas.

Art. 4.3 aanvraag en vaststelling subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)

a. Een verzoek tot vaststelling van de subsidie over een schooljaar wordt uiterlijk 1 april na afloop van het schooljaar ingediend.

b. In alle gevallen, ook bij een subsidie onder de € 50.000, is een accountantsverklaring verplicht.

c. Er wordt afgerekend op basis van feitelijk verkregen rijksmiddelen in het schooljaar waarvoor de subsidie is verstrekt. De subsidie wordt vastgesteld op basis van tekortfinanciering, rekening houdend met artikel 4.2. Eerst worden alle rijksmiddelen aangewend (OAB, impuls en middelen voor leerlingen die korter dan 3 jaar in Nederland zijn) die het schoolbestuur in het schooljaar van aanvraag heeft ontvangen. Daarna wordt de subsidie vanuit de gemeente ingezet, waarbij een eventueel niet besteed overschot dient te worden terugbetaald. De verdeling van de subsidie op basis van het aantal gewichtenleerlingen in het jaar ervoor wordt hierbij gehandhaafd (t-1).

Het gemeentelijk budget wordt niet herverdeeld. Ook eventueel teruggevorderde overschotten worden niet herverdeeld.

d. In de accountantsverklaring wordt opgenomen dat minimaal de volgende zaken zijn gecontro- leerd:

1. Het aantal gewichtenleerlingen in het schooljaar voorafgaand aan het schooljaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

2. Alle subsidievoorwaarden zoals gesteld in artikel 4.2 lid d

3. De berekening zoals gesteld in art. 4.3 lid c. Deze wordt opgenomen in de

accountantsverklaring, danwel op een separate bijlage voorzien van een stempel en een paraaf van de accountant.

(24)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

24

Ra ads besl uit

Art. 4.4 subsidiehoogte subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) a. Het college kan een subsidieplafond vaststellen.

b. Er wordt maximaal subsidie verstrekt ter hoogte van de gevraagde subsidie.

Art. 4.5 subsidieduur subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO)

De subsidie Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) wordt toegekend per schooljaar.

Art. 4.6 inwerkingtreding

De bepalingen in het hoofdstuk Taalactiviteiten Primair Onderwijs (TPO) in deze subsidieverordening treden in werking met ingang van de dag volgend op haar bekendmaking en met terugwerkende kracht van toepassing op de uitvoering van activiteiten vanaf 1 januari 2017.

AFDELING 5 OVERIGE BEPALINGEN

Art. 5.1 Incidentele subsidie werkgroep en/of stadsbrede activiteiten in het kader van VVE Indien de stuurgroep kindcentra een bestuurlijke opdracht geeft tot:

- het instellen van een tijdelijke werkgroep in het kader van VVE/doorgaande lijn

- het uitvoeren van extra gezamenlijke stadsbrede activiteiten in het kader van VVE/doorgaande lijn

dan kan hiervoor een incidentele subsidie verstrekt worden door het college voor de maximale duur van 12 maanden met een maximum van het tarief zoals genoemd in de bij deze verordening behorende tarieventabel VVE.

Art. 5.2 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening Subsidie VVE-TPO”.

(25)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

25

Ra ads besl uit

BIJLAGE TARIEVENTABEL VVE VANAF 1 JANUARI 2017

Per kalender jaar kunnen de volgende middelen aangevraagd worden:

A. Per kindcentrum (deze middelen kunnen aangevraagd worden tot uiterlijk 31-12-2020, daarna zijn de functies ingebed in de organisaties):

Aantal uren Uurprijs Totaal per kindcentrum Aandachtsfunctionaris

voorschools 1 uur per week

52 € 45 € 2.340

Aandachtsfunctionaris vroegschools 2 uur per week

104 € 45 € 4.680

Activiteitenbudget € 500

B.1. Per voorschoolse locatie VVE met minder dan 10 peuters in de leeftijd 2,5-4 op teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen:

Aantal uren Uurprijs Totaal per locatie Aandachtsfunctionaris

voorschools 1 uur per week

52 € 45 € 2.340

Coaching on the job (10 uur coaching on the job, 5 uur voor/nawerk)

15 € 45 € 675

Logopedie 7 € 67,14 € 470

Scholingsbudget € 750

Totaal basisbudget VVE € 4.235

B.2. Per voorschoolse locatie VVE met met 10 -45 peuters in de leeftijd 2,5-4 op teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen:

(26)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

26

Ra ads besl uit

Aantal uren Uurprijs Totaal per locatie Aandachtsfunctionaris

voorschools 1 uur per week

52 € 45 € 2.340

Coaching on the job (40 uur coaching on the job, 20 uur voor/nawerk

60 € 45 € 2.700

Logopedie 7 € 67,14 € 470

Scholingsbudget € 1.500

Totaal basisbudget VVE € 7.010

B.3. Per voorschoolse locatie VVE met meer dan 45 peuters in de leeftijd 2,5-4 op teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen:

Aantal uren Uurprijs Totaal per locatie Aandachtsfunctionaris

voorschools 2 uur per week

104 € 45 € 4.680

Coaching on the job (80 uur coaching on the job, 40 uur voor/nawerk

120 € 45 € 5.400

Logopedie 14 € 67,14 € 940

Scholingsbudget € 3000

Totaal basisbudget VVE € 14.020

(27)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

27

Ra ads besl uit

B.4. Extra middelen tbv extra middelen basisbudget VVE tbv extra formatie en oudercontacten op voorschoolse VVE-locaties met hogere % geindiceerde kinderen (gebaseerd op teldatum 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het jaar van aanvragen):

Berekening extra middelen tbv extra formatie en

oudercontacten op locaties met hogere % geindiceerde kinderen

bedrag per locatie

12000 extra per 10 geïndiceerde kinderen voor VVE-locaties met meer dan 40% doelgroepkinderen

€ 12.000

6000 extra per 10 geïndiceerde kinderen voor VVE-locaties met 20-40% doelgroepkinderen

€ 6000

Toekenning VVE-basisbudget voorschoolse locaties op basis van feitelijke aantallen op 1 oktober het jaar voorafgaand aan het jaar van aanvragen

Bij knelpunten is aanpassing mogelijk in een van de volgende situaties, indien deze langer dan 1 maand en te voorzien de komende 2 maanden minimaal bestaat:

A. aanpassing op grond van aantal geïndiceerde kinderen:

 bij meer dan 10 doelgroepkinderen extra dan aantal op 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen

B. aanpassing op basis van het aantal kinderen:

bij meer dan 16 kinderen tov teldatum 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen én een totaal aantal van boven de 45 kinderen

C. aanpassing op basis van het % geïndiceerde kinderen:

 bij een verschil van meer dan 40% indien alleen obv % wordt aangevraagd

 bij een verschil van 20% of meer in combinatie met meer dan 10 geïndiceerde kinderen extra tov 1 oktober voorafgaand aan het jaar van aanvragen

(28)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

28

Ra ads besl uit

C. Aanvullende eenmalige subsidie startende voorschoolse VVE-locatie:

Voorwaarde is dat de normale kosten voor het starten van een kinderdagverblijf door de houder zelf gedragen worden. De startsubsidie is bedoeld voor de extra kosten die het opstarten van VVE op een locatie met zich meebrengt (scholing, aanschaf van VVE-methode en VVE-materialen). De locatie heeft in het verleden nog nooit ingeschreven gestaan als VVE-locatie en is ook geen opvolger van een VVE-locatie die is uitgeschreven uit het landelijk register kinderopvang.

Eenmalige startsubsidie nieuwe VVE-locatie (scholing en materialen)

Maximaal € 11.000 per locatie

D. Jeugdgezondheidszorg 0-4 tbv frequentere contactmomenten jeugdverpleegkundigen met de voorschoolse locaties gericht op de doorgaande lijn ten behoeve van de VVE-geïndiceerde ondersteuningsbehoeften:

Aantal uren Uurprijs Totaal per voorschoolse locatie VVE

Aandachtsfunctionaris

voorschools 1 uur per week per voorschoolse locatie

52 € 45 € 2.340

(29)

Raadsvoorstel 96-2017

Vaststellen Verordening Kindgebonden Subsidie voorschoolse educatie en vaststellen Verordening Subsidie VVE - Taalactiviteiten Primair Onderwijs

29

Ra ads besl uit

E. Overige

Per kalenderjaar zijn de volgende middelen beschikbaar voor inspectie, monitoring en ontwikkeling:

GGD-inspecties keuringseisen (inclusief scholingskosten en jaarlijks 1 of 2 gesprekken met gemeente)

kostprijs

Monitoring van resultaten Maximaal € 40.000

Extra stedelijke ontwikkel- en implementatieopdrachten VVE vanuit de stuurgroep kindcentra (additioneel aan de stuurgroep en stedelijke coördinatiegroep). (bijvoorbeeld extra stadsbrede bijeenkomsten, tijdelijke werkgroep).

NB. deelname aan de stuurgroep en de stedelijke coördinatiegroep zelf geschiedt op eigen kosten van elke organisatie.

Maximaal € 40.000

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals in het vorige hoofdstuk is vermeld, heeft het oordeel ‘zeer zwak’ per juli 2017 een wettelijke basis: in de wetgeving voor het primair, voortgezet en (voortgezet)

Van de leerlingen in groep 8 (2019) behaalt 73 procent minimaal niveau 1F voor schrijfvaardigheid; slechts 28 procent van de leerlingen beheerst ook het streefniveau 2F (Inspectie

Kwaliteitszorg besturen en scholen  Van alle 926 besturen in het primair onderwijs heeft 89 procent geen enkele onvoldoende of zeer zwakke vestiging in 2018.. Hoewel het

[Artikel 10, vijfde lid van de WPO] bepaalt dat indien de leerresultaten van de school niet kunnen worden beoordeeld op grond van de regels gesteld, is de kwaliteit van het

Artikel 10, vierde lid van de WPO bepaalt dat, indien de leerresultaten van de school niet kunnen worden beoordeeld op grond van de regels gesteld, de kwaliteit van het onderwijs

Sturen op kwaliteit Fries kan beter • Uit het onderzoek Fries in 2018/2019 waarin voor het primair onderwijs 42 besturen, 329 schooldirecties, 1.201 leraren en meer dan

Verschillen tussen leerlingen en scholen  Vooral leerlingen met een niet-westerse migratieachtergrond halen minder goede resultaten bij lezen, taalverzorging en rekenen, ook

De schoolleiders zijn daarom gevraagd naar hun ervaring met oefenen voor de eindtoets basisonderwijs, door eigen leerkrachten en meer in het algemeen door ouders buiten de school