• No results found

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VVE-RAPPORT

DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN

DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE

PEUTERSPEELZAAL DE EERSTE STAP

BASISSCHOOL PRINS WILLEM ALEXANDER

Locatie Peuterspeelzaal De Eerste Stap Basisschool Prins Willem Alexander Brinnr. 11CV-C2 Plaats Katwijk Reg.nr. 3490911

Onderzoeksnummer. 10906 + 10907 Datum onderzoek 13-11-2012 Datum vaststelling rapport 06-02-2013

(2)

1. INLEIDING

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die

onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken.

Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Katwijk. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage.

Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie:

www.onderwijsinspectie.nl.

De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Katwijk. Dit rapport wordt, als het definitief is

vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie.

Werkwijze onderzoek

De Eerste Stap en Prins Willem Alexanderschool zijn twee (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden:

 Groepsbezoeken,

 gesprekken met leidsters en/of leerkrachten,

 gesprekken met ouders,

 gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie.

Dit rapport geeft de bevindingen van de inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer.

Inhoud rapport

In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken:

 De voorwaarden van VVE

 De ouders

 De kwaliteit van de educatie

 Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden

 Het pedagogisch klimaat

 Het educatief handelen

 De ontwikkeling, zorg en begeleiding

 De kwaliteitszorg

 De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool

 De resultaten van VVE

Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen:

1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig

Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden.

2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk

Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt.

3. Voldoende

4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen

Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren.

Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).

(3)

Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen

(indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid.

Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4.

Groepsinformatie peutergroepen:

Aantal peuters in groep a: 16, waarvan 3 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 32, waarvan 1 doelgroeppeuter Aantal peuters in groep c: 16, waarvan 2 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep d: 32, waarvan 7 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen:

Aantal kleuters in groep a: 21, waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 20, waarvan 3 doelgroepkleuters

2. HET TOTAALBEELD

De Prins Willem Alexanderschool en peuterspeelzaal De Eerste Stap zijn in hetzelfde pand gevestigd, maar er is geen formele samenwerking tussen beide. Wel is er sprake van informeel contact en dan met name voor wat betreft de overdracht van een peuter naar de basisschool.

De Prins Willem Alexanderschool heeft VVE geïntegreerd in haar onderwijs. Gezien het aantal kinderen met een zogenaamd leerlinggewicht van de school, heeft de directie deze keuze

gemaakt. Zo heeft de school het GOVK, Kinderklanken en Schatkist volledig op elkaar afgestemd.

Er is geen sprake van dubbele bezetting in de onderbouwgroepen.

Peuterspeelzaal De Eerste Stap bestaat uit één groep, waar gedurende de gehele week op de ochtenden en op dinsdag- en donderdagmiddag kinderen van 2 tot 4 jaar terecht kunnen. De peuterspeelzaal bepaalt, nadat het kind geplaatst is, of het kind tot de doelgroep behoort en in aanmerking komt voor VVE. Dit gebeurt middels het uitvoeren van observaties en het invullen van signaleringslijsten die gekoppeld zijn aan het gehanteerde VVE-programma. Komt de peuter in aanmerking voor VVE, dan wordt er uitbreiding van ochtenden aangevraagd en/of de peuter wordt onder begeleiding van de plusleidster geplaatst. Dit is in de gemeente Katwijk een vooraf

afgesproken manier van werken. De gemeente Katwijk kent in totaal vijf plusleidsters die onderling de peuterspeelzalen verdelen.

Op beide locaties ligt een goede basis om VVE met voldoende resultaat te kunnen uitvoeren, al zijn er nog genoeg mogelijkheden om VVE verder te versterken. Zo kunnen beide locaties op een effectievere manier proberen om de ouderbetrokkenheid te stimuleren.

Opvallend is dat het niet vanzelfsprekend is dat de kinderen van peuterspeelzaal De Eerste Stap ook doorstromen naar de Prins Willem Alexanderschool. Ouders blijken met name voor de geloofsovertuiging van de peuterspeelzaal te kiezen waarbij zij een eventuele reistijd voor lief nemen. Bij de keuze voor een basisschool kunnen de ouders dan vaak weer dichter bij huis terecht.

(4)

3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS

A CONDITIES Psz De

Eerste Stap

Bs Prins Willem Alexander

A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar Ja -

A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie

getoetst Ja -

A1 Een integraal VVE-programma

A1.1 Naam/namen van programma(s) Peuterpraat

Kinderklanken en Schatkist

A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) Ja - A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") Ja Ja A4 Voldoende VVE-tijd

A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per

week) Ja -

A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor

VVE? 2 jaar oud

A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten

A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) 3 -

A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands 3 -

A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVE-programma) 3 2

A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 3 -

Alleen A3 en A5.4 zijn ook van toepassing op de basisschool. De overige indicatoren zijn voorwaarden zoals in de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen genoemd zijn.

In de twee onderbouwgroepen is dubbele bezetting gerealiseerd door het regelmatig werken in kleine groepen. De leerkrachten begeleiden zelf de kinderen die extra zorg nodig hebben. Op de Willem Alexanderschool is er voor kinderen de mogelijkheid deel te nemen aan de Taalklas.

Kleuters kunnen ook aan deze klas deelnemen. Echter beide Taalklassen zijn op andere scholen, dan de Prins Willem Alexanderschool is gehuisvest. Alle kinderen op een basisschool in de

gemeente Katwijk kunnen deelnemen aan deze Taalklas, mits zij aan de voorwaarden die gesteld zijn, voldoen.

Op basisschool Prins Willem Alexander hebben de nieuwe leerkrachten de VVE-scholing nog niet gevolgd (A5.4).

Peuterspeelzaal De Eerste Stap voldoet aan alle bovengenoemde voorwaarden.

B OUDERS Psz De

Eerste Stap

Bs Prins Willem Alexander

B1 Gericht ouderbeleid 2 2

B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd 2 2

B3 Intake 3 3

B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen 3 2 B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool 3 2

B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind 2 3

Beide locaties hebben nog geen visie met bijbehorende doelen op het gebied van VVE- ouderparticipatie geformuleerd. Het gaat hierbij om het beantwoorden van vragen zoals:

 Op welke wijze willen wij dat de ouders actief de ontwikkeling van hun kinderen stimuleren?

 Welke concrete doelen stellen wij op dit gebied?

 Wat voor ouders hebben wij? En op welke ouders gaan wij ons richten?

(5)

 Welke activiteiten kunnen wij uitvoeren om onze doelen te bereiken?

 Hoe gaan we meten of onze doelen bereikt zijn?

Hiermee wordt de aandacht meer verlegd naar het betrekken van ouders die juist moeilijk bereikbaar zijn en/of die thuis nog weinig de ontwikkeling van hun kind stimuleren.

Er worden wel ouderactiviteiten georganiseerd, maar dan niet zozeer in het teken van VVE (B1).

Ouders geven aan niet op de hoogte te zijn van VVE. De peuterspeelzaal is actief in hun VVE- programma, maar dit lijkt niet duidelijk te zijn bij de ouders. De Prins Willem Alexanderschool noemt VVE kort in haar schoolgids onder het kopje Nederlandse taal. Dit blijkt echter te summier, aangezien ouders aangeven niet op de hoogte te zijn van VVE in de school (B2).

Op De Eerste Stap krijgen ouders materialen mee naar huis om thuis met hun kind(eren) te kunnen oefenen. Dit gebeurt gemiddeld eens per zes weken, afhankelijk van hoelang een thema duurt. De kinderen krijgen dan een woordenlijst mee naar huis met daarbij ook enkele tips voor de ouders over de verschillende activiteiten die zij kunnen ondernemen met hun kinderen gerelateerd aan het thema en de bijbehorende woordenlijst. De thema’s op de Prins Willem Alexanderschool duren iets langer. En hier krijgen ouders geen spullen mee naar huis om met hun kind(eren) te kunnen oefenen (B4). Op De Eerste Stap tekenen ouders voor het uitleenmateriaal. Bij het terugbrengen van het materiaal wordt mondeling gecontroleerd of er daadwerkelijk ook met het materiaal is gewerkt en of de ouders iets aan de tips hebben gehad of ermee hebben gedaan.

De Eerste Stap is onlangs bij Stichting Hervormde Peuterspeelzalen Katwijk ondergebracht. Dit heeft als gevolg dat het informatieboekje voor ouders nog in de maak is.

C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Psz De Eerste

Stap

Bs Prins Willem Alexander C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma

C1.1 Een integraal VVE-programma 3 3

C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 3

C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend 3 3 C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd 2 2 Peuterspeelzaal De Eerste Stap maakt gebruik van een VVE-programma, dat weliswaar niet als VVE-programma is erkend, maar wel de vier ontwikkelingsdomeinen voldoende aanbiedt. Het gaat hierbij om de ontwikkelingsgebieden taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motoriek. Daarbij worden dagelijks VVE-activiteiten uitgevoerd. De leidsters bepalen zelf de volgorde van de thema’s en geven op de weekplanning aan welke onderdelen allemaal aan bod komen bij de verschillende ontwikkelingsgebieden. De thema’s die gedurende het jaar worden behandeld, staan in de jaarplanning opgenomen.

Ook op de Prins Willem Alexanderschool wordt met een week- en jaarplanning gewerkt.

Op beide locaties is tijdens de lesobservaties niet waargenomen hoe differentiatie plaatsvindt en op welke gronden. Tijdens het gesprek met de leidsters en de leerkrachten vonden zij het ook moeilijk om aan te geven op welke wijze zij differentiëren (C1.4).

C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat

C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol 3 3 C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische

gedragsgrenzen 2 3

C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de

persoonlijke competenties van de kinderen 3 3

C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind

3 3 C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en

taal-uitlokkend

2 2

(6)

Het pedagogisch handelen van de leidsters en de leerkrachten is respectvol en warm. Het lokaal, waar de peuterspeelzaal gebruik van maakt, oogt opgeruimd en netjes.

De peuterspeelzaal alsook de lokalen van de onderbouwgroepen zijn echter onvoldoende talig ingericht. Het is van belang om zowel in de peuter- als de kleuterperiode kinderen te leren dat letters en symbolen woorden kunnen vertegenwoordigen. Door in de ruimte bijvoorbeeld aandacht te besteden aan labeling met letters en symbolen kan dit besef gestimuleerd worden (C2.5).

De leidsters van de peuterspeelzaal kunnen nog meer de nadruk leggen op goed gedrag in de groep. Aandacht schenken aan het voorkeursgedrag verdient de voorkeur boven het met regelmaat benoemen van ongewenst gedrag.

C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen

C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op

elkaar afgestemd 2 3

C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de

taalontwikkeling uitgevoerd 3 3

C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen

3 3 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de

kinderen en verrijken het spelen en werken

3 3 C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van

aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen 2 3

C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief 3 3 C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in

de ontwikkeling van de individuele kinderen

2 3

Het educatief handelen van de leidsters kan nog beter op elkaar afgestemd worden.

Momenteel zijn er nog geen afspraken op papier vastgelegd over de taakverdeling tussen de beide leidsters binnen de groep (C3.1).

Bij de Prins Willem Alexanderschool zijn groepsafspraken duidelijk vastgelegd en is er ruimte voor overdracht. Hieruit blijkt dat het educatief handelen van de leerkrachten op elkaar afgestemd is.

Met betrekking tot het bevorderen van de ontwikkeling van aanpakgedrag bij de kinderen kunnen de leidsters van de peuterspeelzaal zichzelf soms wat meer op de achtergrond plaatsen en de kinderen zelf naar oplossingen laten zoeken (C3.5).

De activiteiten worden door de leidsters van De Eerste Stap niet op de verschillen in ontwikkeling van het individuele kind afgestemd. Zij bieden de activiteiten op dezelfde manier aan alle kinderen aan (C3.7).

D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Psz De

Eerste Stap

Bs Prins Willem Alexander D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 3 3 D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine

(tutor)groep en het individuele kind

3 3 D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg 2 3

D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling

3 3 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen

D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg

3 3

D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg

wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren 3 3 D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met

extra zorg bijhouden 3 3

(7)

is voldoende ontwikkeld. De leidsters bepalen aan de hand van resultaten van observaties welke kinderen extra zorg nodig hebben en wat deze zorg inhoudt. Zij houden de ontwikkeling van de kinderen zorgvuldig en regelmatig bij. Hierdoor hebben zij goed zicht op waar de kinderen eventueel wat achterlopen of juist wat sneller zijn dan leeftijdsgenootjes.

De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg verdient op De Eerste Stap nog aandacht. Zo worden er handelingsplannen opgesteld, maar de evaluatie van deze plannen is onvoldoende. Een evaluatie leidt momenteel nog niet tot een conclusie voor vervolgstappen. Ook is het verwoorden van het doel van de extra begeleiding nog een aandachtspunt (D1.3).

De leerlingen die specifieke zorg nodig hebben, die door de school niet geleverd kan worden, zijn bij de leidsters en leerkrachten bekend. De mogelijkheden voor extra zorg worden vervolgens uitgezocht en met ouders besproken. Ook als de leerling extra zorg buiten de peuterspeelzaal of school krijgt, blijft de leidster/leerkracht zelf zorg verlenen.

E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL Psz De Eerste

Stap

Bs Prins Willem Alexander E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool 3 2

E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig 3 2 E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de VVE-resultaten van alle kinderen 2 2 E4 De voor- c.q. vroegschool werkt planmatig aan VVE-verbetermaatregelen 3 2 E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar VVE-educatie 3 2 E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE

gekeken - 2

De Willem Alexanderschool heeft VVE in haar onderwijs verweven zitten. De school heeft er niet bewust voor gekozen VVE als apart onderwerp in het kwaliteitszorgsysteem van de school op te nemen. De school geeft aan hier wel voor open te staan. De directie ziet in dat door VVE apart te benoemen er ook duidelijk op gestuurd kan worden (E1 t/m E6).

Op De Eerste Stap wordt de kwaliteit van VVE aan de orde gesteld tijdens de

functioneringsgesprekken met de leidsters. Deze gesprekken worden onder meer gevoed door observaties van de leidinggevende waarbij er onder meer naar het pedagogisch en educatief handelen van de leidsters wordt gekeken. Uit de functioneringsgesprekken komen vervolgens verbeterpunten naar voren. Deze worden weer meegenomen in jaarlijkse evaluaties.

F DOORGAANDE LIJN Psz De

Eerste Stap

Bs Prins Willem Alexander F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool 2 2

F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool

3 - F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht 3 3

F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd 2 2 F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en

vroegschool is op elkaar afgestemd 2 2

F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is

op elkaar afgestemd 2 2

F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar

afgestemd 2 2

Tussen peuterspeelzaal De Eerste Stap en de Prins Willem Alexanderschool is een goed contact en vindt er overleg plaats op de momenten dat er een overdracht plaatsvindt. Er is echter geen VVE- coördinatie tussen beide instellingen (F1).

(8)

Op gemeentelijk niveau is er minimaal vier keer per jaar LEA-overleg. Daarnaast is er jaarlijks een bijeenkomst met medewerkers van de voorschoolse instellingen, leerkrachten van de

kleutergroepen en intern begeleiders. Dit overleg is voor dit jaar (2012) niet doorgegaan, omdat ouderbetrokkenheid als centraal onderwerp op de agenda stond en de voorbereidingscommissie heeft besloten eerst het gemeentelijk rapport van de Inspectie van het Onderwijs af te wachten.

De bijeenkomst staat wel al voor het aankomende jaar ingepland.

G OPBRENGSTEN VAN VVE Psz De

Eerste Stap

Bs Prins Willem Alexander G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken - -

G2 De resultaten zijn van voldoende niveau - -

G3 Verlengde kleuterperiode - 3

De gemeente Katwijk heeft geen afspraken gemaakt met de schoolbesturen over de te behalen resultaten met VVE. Om deze reden is geen waardering gegeven voor G1 en G2.

4. VERVOLGAFSPRAKEN

Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het pedagogisch handelen van de leidsters is over het algemeen voldoende respectvol en er is voldoende aandacht voor de gedragsgrenzen en de autonomie van de peuters.

In de peuterspeelzaal worden de observaties nog niet gebruikt voor de planning van activiteiten, waardoor de activiteiten nog te weinig tegemoetkomen aan de verschillen in

vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg 2 D2.2 Leidsters melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren

De Stichting Delftse Peuterspeelzalen heeft voor Mierennest nog geen opleidingsplan/planning voor de leidsters, dat gericht is op het verder ontwikkelen van de vaardigheden

Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE).. VVE is bedoeld voor jonge

Het aantal peuters in groep d middag : 14, waarvan 5 doelgroeppeuters (=35%) Het aantal peuters in groep e ochtend: 15, waarvan 6 doelgroeppeuters (=40%) Met a tot en met e

D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen 2 D1.2 Bepalen van de begeleiding voor: de hele groep, de kleine/ tutor groep, het individuele kind. 2 D1.3 De evaluatie

Bij de uitvoering van het VVE-programma Puk & Ko zijn er verbeteringen wenselijk op het gebied van de VVE-tijd, ouders, de kwaliteit van de educatie, het educatief handelen,