naam:
BLOK 2 werkschrift m a at
Blok 2 LES 6
Nu jij!
lesdoel
Ik leer vreemde valuta omrekenen naar euro’s en omgekeerd.
1
Op vakantie in Marokko.
1 euro = 11 dirham (Dh) 1 Dh = € 0,09
10 euro = dirham 50 euro = dirham 100 dirham = euro 50 dirham = euro
Een fl esje water kost Dh 4.
Dat is €
Een kilogram appels kost Dh 12,00.
Dat is €
Een brood kost Dh 6,00.
Dat is €
Een halve kilogram kaas kost Dh 40.
Dat is €
Vul in. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
3
1 euro
= 0,85 Britse pond
= 1,20 Amerikaanse dollar
= 7,5 Deense kroon
= 10 Turkse lira
10 Britse pond (£) = euro
10 Amerikaanse dollar ($) = euro 10 Deense kroon (kr) = euro
10 Turkse lira ( ) = euro
2
Vul in. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
Een T-shirt kost in Denemarken: kr 149.
Dat is €
Een sportbroek kost in Amerika: $ 29.
Dat is €
Een paar voetbalschoenen kost in Turkije: 359.
Dat is €
Een pet kost in Denemarken kr 189.
Dat is €
Een sporttas kost in Turkije: 290.
Dat is €
Een paar sportschoenen kost in Amerika: $ 69.
Dat is €
Een trainingspak kost in Groot-Brittannië: £ 49.
Dat is €
Een sweatshirt kost in Groot-Brittannië £ 39.
Dat is €
1 euro
= 130 Japanse yen
= 1,10 Zwitserse franc
= 25 Tsjechische kroon
= 1,45 Canadese dollar
10 Japanse yen (¥) = euro
10 Zwitserse franc (fr) = euro 10 Tsjechische kroon (Kč) = euro 10 Canadese dollar (C$) = euro
4
Reken uit. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
Vul in. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
5
Een paar ijshockeyschaatsen kost in Canada C$ 89,00.
Dat is €
Een ijshockeystick kost in Canada C$ 36,25.
Dat is €
Een puk kost in Tsjechië Kč 220.
Dat is €
Een ijshockeyhelm kost in Tsjechië Kč 749.
Dat is €
Een paar ijshockeyhandschoenen kost in Zwitserland fr 39.
Dat is €
Een paar beenkappen kost in Japan ¥ 4500.
Dat is €
Reken uit en vul in. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
1 euro
= 149,90 IJslandse kroon
= 89,60 Russische roebel
= 1,55 Australische dollar
= 112,45 Argentijnse peso
= 1,20 Amerikaanse dollar
= 17,35 Zuid-Afrikaanse rand Antarctica, geen munteenheid
6
Mireille en haar familie maken een wereldreis. In elk werelddeel bezoeken ze 1 land.
De familie geeft het meeste geld uit in Ze geven uit: €
De familie kan geen geld uitgeven in Ik denk dat het komt, omdat
De familie geeft het minste uit in Ze geven uit: € De familie geeft ongeveer evenveel geld uit in
Het verschil in uitgaven is €
Gedurende de reis geven ze in totaal € uit.
uitgaven in:
Rusland 107.550 roebel Australië 1150 dollar Argentinië 89.950 peso IJsland 134.900 kronen Amerika 1320 dollar Zuid-Afrika 26.000 rand
Deze opgave maak je digitaal.
Blok 2 LES 7
1
2
Geef de kommagetallen, breuken, procenten en verhoudingen die bij elkaar horen dezelfde kleur.
50%
1 0,10 4
25%
0,25
75%
0,75 1
2 10%
1 op de 10
0,50
1 op
de 2 0,20
3 4
3 op de 4 1
5
1 op
de 4 20%
1 op de 5
1 10
Vul in.
3
100.000 minder 100.000 meer
3.920.000 874.000 1.975.000 2.368.000 657.000
50.000 minder 1.000.000 meer
926.000 1.140.000
758.000 8.691.000 3.310.000 a
Schrijf het getal in cijfers.
b
2 miljoen 3 miljard 3,5 miljoen 500 miljoen 2,3 miljard
1,5 miljoen 5,5 miljard 5,5 miljoen 75 miljoen 7,5 miljoen
Bedenk en schrijf een getal.
4
Het getal is met miljoenen.
Het getal is meer dan 1 miljoen. Er staat 5000 in het getal.
Het getal is met miljarden.
Het getal is groter dan 10 miljoen.
Het getal is groter dan 100.000, maar kleiner dan 1 miljoen.
lesdoel
Ik leer vreemde valuta omrekenen naar euro’s en omgekeerd.
Reken uit. Rond af op 2 cijfers achter de komma.
De bloemenwebshop gaat internationaal in Europa.
Reken uit en vul in.
5
7
Een nieuw model auto is gemaakt van onderdelen uit verschillende landen.
onderdeel land kosten kosten in euro’s
banden Maleisië 560 ringgit €
carrosserie China 20.000 yuan €
motor Japan 170.000 yen €
bekleding Thailand 35.000 baht €
electronica Zuid-Korea 2.000.000 won € De totale kosten van de auto zijn: €
Britse pond
Zwitserse frank
Deense kroon
Noorse kroon
Tsjechische kroon 10 tulpenbollen voor € 3,99
25 tulpenbollen voor € 5,95 10 hyacintbollen voor € 7,99 70 krokusbollen voor € 5,35
100 blauwe druifj esbollen voor € 5,65
Vul in.
Gebruik de tabel uit opgave 5.
6
Anne gaat uit eten voor 75 Zwitserse frank.
Anne betaalt €
Elif wisselt 300 euro in voor Noorse kroon.
Elif krijgt Noorse kroon.
Mijn tante heeft € 350 ingewisseld voor haar vakantie naar Zwitserland.
Ze krijgt Zwitserse frank.
1 euro
≈ 7,75 Chinese yuan
≈ 130 Japanse yen
≈ 4,65 Maleisische ringgit
≈ 34,85 Thaise baht
≈ 1327,30 Zuid-Koreaanse won
1 euro
≈ 0,85 Britse pond
≈ 1,10 Zwitserse frank
≈ 7,5 Deense kroon
≈ 10 Noorse kroon
≈ 25 Tsjechische kroon
Blok 2 LES 8
lesdoelIk oefen hoe verhoudingen, breuken en kommagetallen bij elkaar horen.
Nu jij!
1
Vul in.
2
Vul in.
3
5 laptops kosten € 1500.
1 laptop kost: €
Dit is deel en op de
Het kommagetal dat hierbij hoort is
4 koptelefoons kosten € 200.
1 koptelefoon kost: € Dit is deel en op de
Het kommagetal dat hierbij hoort is
Fem en Niek lopen een route van 6 km.
Fem heeft 2 van de 6 kilometer gelopen.
Niek is op 2
3 deel van de route.
Niek is verder.
Het verschil is km.
Ravi en Dave fi etsen een rondje van 10 km.
Ravi is op 0,3 deel van de route.
Dave is op 1
5 deel van de route.
Ravi is verder.
Het verschil is km.
Lars en Emma fi etsen een route van 16 km.
Lars is op 0,5 deel van de route.
Emma is op 3
4 deel van de route.
Emma is verder.
Het verschil is km.
7 op de 10 boeken die worden uitgegeven, zijn Nederlandstalig.
Dat is deel.
Van 150 uitgegeven boeken zijn boeken Nederlandstalig.
2
3 deel van alle lampen is led-verlichting.
Dat zijn op de lampen.
Van 120 lampen zijn ledlampen.
5 op de 8 stoelen heeft een stoff en bekleding.
Dat is het deel.
Van 88 stoelen hebben stoelen een stoff en bekleding.
3 op de 5 boeken kosten minder dan € 20.
Bij 45 boeken zijn dat boeken.
1 op de 3 lampen heeft een dimfunctie ingebouwd.
Bij 54 lampen zijn dat lampen.
3 op de 8 stoelen kosten meer dan € 75.
Bij 56 stoelen zijn dat stoelen.
3 4
1 8
1 2
1 3
1 5
1 4
1 10
1 20
1 op de 3 1 op de 10 3 op de 4 1 op de 20 1 op de 5 1 op de 8 1 op de 2 1 op de 4
0,05 0,2 0,5 0,25 0,125 0,33 0,75 0,1
Maak vast.
4
Vul het kommagetal in.
6
3 10 =
7 10 =
2 10 =
1 2 =
1 5 = 3 5 = 4 5 = 2 4 =
1 4 = 3 4 = 1 20 =
3 20 =
1 8 = 3 8 = 5 8 = 7 8 = Reken uit en vul in.
5
Verdeel de kaarten.
7
4 leerlingen spelen een kaartspel.
Het kaartspel heeft 100 kaarten.
Malik heeft 0,1 deel van de kaarten.
Tamara heeft 3 van de 20 kaarten.
Marit heeft 0,05 deel van de kaarten.
Takko heeft 1
10 deel van de kaarten.
heeft de minste kaarten.
heeft de meeste kaarten.
hebben evenveel kaarten.
Er zijn nog kaarten over op de stapel.
hoe kinderen naar school gaan deel stept. Dat zijn 40 kinderen.
0,5 deel van de kinderen fietst. Dat zijn er De rest loopt. Dat zijn kinderen.
In totaal zijn kinderen gevraagd.
Deze opgave maak je digitaal.
Blok 2 LES 9
1
Vul in en kleur.
Op de school zitten 400 leerlingen.
2
Vul in en teken.
4
groep 1/2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
aantal leerlingen 100 40 40 80 32 60 48
aantal leerlingen in %
leerlingen op school
groep 1/2 groep 3 groep 4 groep 5 groep 6 groep 7 groep 8
Reken uit.
3
Het model is 15 cm lang.
De schaal waarin het gebouwd is, is 1:300.
De trein is in werkelijkheid m lang.
Ik reken zo:
Het model is 50 cm lang en gebouwd in schaal 1:140.
Het vliegtuig is in werkelijkheid m lang.
Ik reken zo:
schaal 1:500.000
1 cm is in het echt km.
In het echt is een afstand 20 km.
Ik teken een lijn van cm.
In het echt is een afstand 12,5 km.
Ik teken een lijn van cm.
In het echt is een afstand 35 km.
Ik teken een lijn van cm.
Kleur steeds 3 die evenveel zijn.
8 5
Vul de breuk in. Vereenvoudig als dat kan.
Vul in.
6
Reken uit.
7
lesdoel
Ik oefen hoe verhoudingen, breuken en kommagetallen bij elkaar horen.
0,1 = 0,3 = 0,7 = 0,5 =
0,25 = 0,2 = 0,75 = 0,9 =
0,01 = 0,05 = 0,35 = 0,6 =
0,125 =
0,375 = 0,8 =
0,875 =
1 op de 4 = 2 op de 5 = 2 op de 3 = 1 op de 7 =
1 op de 5 = 0, 2 op de 4 = 0, 3 op de 10 = 0, 4 op de 5 = 0,
1
3 = op de 3
8 = op de 2
10 = op de 4
8 = op de 2 op de 5 vissen zijn goudvis.
Het betekent dat deel van de vissen goudvis is.
Bij 60 vissen zijn vissen goudvis.
In de voorraad stenen voor aquaria is 1 op de 4 stenen zwaarder dan 2 kg.
De voorraad is 48 stenen.
stenen wegen minder dan 2 kg.
In een dierenwinkel is 3 op de 10 aquaria rond.
Dat is deel.
Er staan 30 aquaria.
daarvan zijn rond.
2 op 9 kinderen willen graag goudvissen.
Er zijn 27 kinderen.
kinderen willen goudvissen.
4 op de 5 kinderen vinden stenen in een aquarium mooi.
Er zijn 15 kinderen.
kinderen vinden stenen in een aquarium mooi.
8 op de 9 kinderen vinden vissenkommen dieronvriendelijk.
Er zijn 18 kinderen.
kinderen vinden vissen- kommen dieronvriendelijk.
1 op de 4 0,6 7
10 deel 3
5 deel 4 op de 5 3
4 deel 3 op de 10 2
5 deel 3
10 deel 3 op de 5 1
4 deel 0,4 7 op de 10 0,8
0,7 3 op de 4 0,25 2 op de 5 4
5 deel 0,3 0,75
Blok 2 LES 10
1
Reken handig.
Nu even anders.
Speel het spel. Gebruik het printblad.
2
20 + 60 = 220 + 60 = 220 + 260 = 220 + 460 =
37 + 46 = 237 + 46 = 237 + 546 = 237 + 2546 =
69 + 27 = 569 + 127 = 769 + 227 = 3769 + 2227 =
83
69 + 27 =96 96 96
569 + 127 =
696 696 696
769 + 227 = 3769 + 2227 =
extra oefenen
1
Reken uit.
Rond af op 2 cijfers achter de komma.
2
Kruis aan.
3
Verdeel de rit.
1 euro = verkoop
Poolse zloty 0,23 Chinese yuan 0,13 Mexicaanse peso 0,046
1 zloty = € 25 zloty = € 125 zloty = €
10 yuan = € 250 yuan = € 500 yuan = €
1000 peso = € 500 peso = €
20 peso = €
land 1 euro = aankoop
Peru sol 3,80
Verenigde Staten dollar 1,10
Zuid-Korea won 1324,45
De schoenen kosten:
� 70 dollar in de Verenigde Staten;
� 75 euro in Nederland.
De schoenen zijn het goedkoopste in:
Verenigde Staten Nederland
De rugzak kost:
� 80 sol in Peru;
� 25 euro in Nederland.
De rugzak is het goedkoopste in:
Peru Nederland
Koen, Dean, Mischa en Tiara gaan met de auto op vakantie. De autorit duurt 6 uur.
Koen rijdt 1
4 deel van de route.
Dean rijdt 0,3 deel van de route.
Mischa rijdt 3 op de 20 van de route.
Tiara rijdt 0,25 deel van de route.
rijdt het minst.
rijdt het meest.
rijden even lang.
