• No results found

WELKOM BIJ HET ORKEST

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "WELKOM BIJ HET ORKEST"

Copied!
31
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

WELKOM BIJ HET ORKEST

Lesmateriaal groep 5 en 6

(2)

2

Inhoud

Inleiding ... 3

1: Het orkest ... 4

2: Op z’n allerbest ... 5

3: Donizetti ... 7

4: Dirigeren ... 9

5: Samba bodypercussie ... 11

EXTRA: Sjostakovitsj ... 12

Tracks en filmpjes ... 13

Bijlagen ... 14

Liedteksten...24

Bladmuziek ... 27

(3)

3

Inleiding

Een volledig symfonieorkest in haar volle glorie en van binnenuit meemaken is een ervaring die je niet snel vergeet. In de prachtige Grote Zaal van Het Concertgebouw wordt het orkest dichtbij gebracht met camera’s en interactie. Het hele orkest, de instrumenten, de dirigent, de presentator en de prachtige muziek staan centraal. Hoe werken 80 musici samen en hoe klinkt bijvoorbeeld de harp in haar eentje? En wat is het verschil tussen in het echt en op televisie of YouTube? Zo ontdek je instrumenten die je nog nooit gehoord hebt. Dompel je onder in de indrukwekkende klanken van de strijkers of voel hoe machtig het koper klinkt.

En hoe fantastisch is het om samen met het orkest te zingen of als dirigent het hele orkest te dirigeren!

In Welkom bij het orkest maken de leerlingen kennis met het beroemde Nederlands Philharmonisch Orkest, gedirigeerd door Stijn Berkouwer. Presentator Pepijn Gunneweg leidt de leerlingen rond op eigentijdse wijze.

De regisseur van dit project is Eric Robillard.

Voorbereiding in de klas

In dit lesmateriaal staan vijf voorbereidende lessen, aangekleed met vlogs van Pepijn, waarin de leerlingen twee liedjes en een bodypercussie leren die ze tijdens het concert uitvoeren. Ook maken de leerlingen kennis met het dirigeren van een orkest. In les 4 kiezen de leerlingen de beste dirigent uit hun klas, en misschien mag deze leerling tijdens het concert wel het Nederlands Philharmonsich Orkest dirigeren! Voor de mooiste beleving is het belangrijk dat de leerlingen goed voorbereid naar het concert komen en de liedjes uit hun hoofd kunnen zingen. Wij wensen jullie veel plezier bij de voorbereiding van Welkom bij het orkest.

Website

Bij dit materiaal hoort de website educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest. Hierop staan onder de kop ‘In de klas’ per onderdeel alle benodigdheden (o.a. tracks en filmpjes) die nodig zijn voor de voorbereiding in de klas.

Onderdelen

De voorbereiding van dit project bestaat uit de volgende onderdelen:

Titel Inhoud Tijd

1. Het orkest Introductie op het project, kennismaking met het orkest en met het lied Op z’n allerbest

30 min 2. Op z’n allerbest Leren van het lied Op z’n allerbest 40 min 3. Donizetti Kennismaking met Het Concertgebouw,

met een opera van Donizetti en leren van het lied Una furtiva lagrima

30 min

4. Dirigeren Dirigeeroefeningen en het uitkiezen van de beste klassendirigent

40 min 5. Samba bodypercussie Bodypercussieritme in sambastijl leren 25 min EXTRA: Sjostakovitsj Luisteren en reflecteren op de muziek van

Sjostakovitsj – naar eigen inzicht te gebruiken 25 min Herhaling liedjes Herhaal de liedjes en bodypercussie zo vaak mogelijk. 5 min

per onderdeel Het lesmateriaal is geschreven door Sanneke Hendrich, met dank aan Jacco Minnaard (Nederlands Philharmonisch Orkest).

Veel plezier tijdens de voorbereiding in de klas en het concert in Het Concertgebouw!

(4)

4

1: Het orkest

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

30 min

Voorbereiding:

– Bekijk en beluister de filmpjes, de track en de bijlagen Korte omschrijving:

– De leerlingen maken kennis met het symfonieorkest en presentator Pepijn – De leerlingen luisteren naar het lied Op z’n allerbest

Introductie 5 min

Film 1: Introductie

– De klas gaat binnenkort naar Welkom bij het orkest! Bekijk met de leerlingen de introductie op het project (film 1).

– Vertel de leerlingen dat ze de aankomende periode aan de slag gaan met Welkom bij het orkest. Dit concert vindt plaats in de Grote Zaal van Het Concertgebouw.

Het orkest 10 min

Film 2 en Bijlage 1 en 2:

Het symfonieorkest

– Tijdens het concert speelt een groot orkest. Welke instrumenten zitten er in het symfonieorkest? Hoe speel je op die instrumenten? En hoe zorg je dat iedereen tegelijk speelt? (Daarvoor is de dirigent.)

– Bekijk film 2 over het symfonieorkest en bespreek na afloop wat de leerlingen hebben gezien. Welk instrument zouden zij willen spelen?

– Het Nederlands Philharmonisch Orkest zal tijdens het concert spelen. In bijlage 1 en 2 staat meer informatie over dit symfonieorkest en de instrumenten. Behandel deze informatie naar eigen inzicht.

Pepijn vlogt 5 min

Film 3: Overal muziek

– Vertel de leerlingen dat het concert wordt gepresenteerd door Pepijn Gunneweg. Hij is speciaal hiervoor begonnen met vloggen. Bekijk met de leerlingen de eerste vlog van Pepijn: Overal muziek (film 3).

– Vraag de leerlingen of zij wel eens klassieke muziek hebben gehoord, bijvoorbeeld op televisie, op internet, op straat, in een restaurant of thuis. Wat vinden ze daarvan?

Lied Op z’n allerbest | luisteren 10 min

Track 1: Op z’n allerbest

– Vraag de leerlingen hoe een orkest op z’n best zou kunnen klinken.

(Bijvoorbeeld: naar elkaar luisteren, naar de dirigent kijken, goed oefenen, de rol van het publiek, de aanwezigheid van instrumenten etc.) – Luister samen naar Op z’n allerbest (track 1) en vraag:

o Welke instrumenten hebben de leerlingen gehoord?

o Hoe vaak hoor je de zin ‘Wanneer klinkt het orkest?’ (10x) o Wie wil een stukje dirigeren? (vanaf 3:00 tot het einde)

(5)

5

2: Op z’n allerbest

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

40 min

Voorbereiding:

– Leer het lied Op z’n allerbest

– Kopieer en knip bijlage 4, zodat alle leerlingen een strookje tekst hebben Korte omschrijving:

– De leerlingen maken kennis met Het Concertgebouw – De leerlingen leren het lied Op z’n allerbest

Het Concertgebouw 10 min

Foto 1 en bijlage 3:

Het Concertgebouw

Foto 2: In het weiland

– De klas gaat binnenkort naar Het Concertgebouw! Laat de foto zien en vertel over een concertbezoek en over het bijzondere Concertgebouw (informatie in bijlage 3). Het concert vindt plaats in de Grote Zaal.

– Het Concertgebouw stond heel lang geleden in een weiland (foto 2). Het is bijzonder dat het gebouw er al zo lang staat. Nu zijn er huizen omheen gebouwd en rijden er auto’s en trams langs het gebouw.

Film 4: Het Concertgebouw is

wereldberoemd!

– Bekijk film 4, zodat de leerlingen alvast kennis kunnen maken met Het Concertgebouw.

Lied Op z’n allerbest | aanleerspel 15 min

Track 1: Op z’n allerbest Bijlage 4: Knipvel Liedtekst 1a: Refrein

en finale

– Deel de stukjes tekst van bijlage 4 uit aan de leerlingen. Elke leerling heeft zijn eigen stukje tekst en laat deze niet aan anderen zien. Het refrein en de finale staan op het digibord (liedtekst 1a: refrein en finale).

De leerlingen luisteren naar Op z’n allerbest (track 1). Wanneer ze hun eigen tekst horen, gaan ze staan en zingen zachtjes hun tekst mee.

(6)

6

– Welke leerlingen hebben dezelfde stukjes tekst? Maak groepjes met leerlingen die dezelfde tekst hebben. Luister nog eens naar het lied en laat de groepjes zachtjes meezingen met het lied. Het refrein zingt iedereen mee. Herhaal deze opdracht een paar keer.

– Weten de leerlingen wat de woorden en zinnen betekenen? Besteed hier ook even aandacht aan.

Lied Op z’n allerbest | zingen 15 min

Track 1: Op z’n allerbest Liedtekst 1: Hele lied

– De leerlingen kennen hun coupletje en het refrein steeds beter. Na een paar keer zachtjes zingen, mogen de leerlingen nu wat luider zingen.

– Laat ook eens een leerling dirigent zijn, die de groepjes op het juist moment ‘aan’ en ‘uit’ zet.

– Wanneer de leerlingen hun eigen stukje tekst kennen, ruilen de leerlingen hun strookje tekst met dat van een andere leerling. Iedereen zingt nu een ander couplet in hun nieuwe groepje.

– Ga zo door tot iedereen alle coupletten, het refrein en de finale kan zingen. Zet nu de complete tekst van het lied op het bord (liedtekst 1).

– Zing het lied helemaal en herhaal dit naar eigen inzicht.

– Kunnen de leerlingen al stukjes uit het hoofd zingen?

Herhaal het lied zo vaak mogelijk tussen andere activiteiten door, zodat de leerlingen het tijdens het concert goed kennen.

(7)

7

3: Donizetti

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

30 min

Voorbereiding:

– Leer het lied Una furtiva lagrima

– Lees het verhaal van de opera L’elisir d’amore Korte omschrijving:

– De leerlingen maken kennis met altvioliste Laura

– De leerlingen maken kennis met Donizetti’s opera L’elisir d’amore – De leerlingen leren het lied Una furtiva lagrima

Pepijn vlogt 5 min

Film 5: Pepijn ontmoet altvioliste Laura

– Bekijk met de klas de nieuwe vlog van Pepijn (film 5). Hij bezoekt de repetitielocatie van het Nederlands Philharmonisch Orkest en ontmoet altvioliste Laura. Zij speelt de prachtige melodie die Pepijn maar niet uit zijn hoofd krijgt.

Lied Una furtiva lagrima | luisteren 5 min

Film 6: Una furtiva lagrima in The Voice

– Bekijk met de klas een fragment uit de Franse editie van ‘The Voice’ (film 6). De aria Una furtiva lagrima van Donizetti wordt gezongen. Zet het fragment bij 0:50 stop en vraag:

o Wie herkent het lied? Welke muziekstijl is dit?

o Draaien de coaches om denk je? Waarom wel/niet?

o Zou jij omdraaien? Waarom wel/niet?

– Kijk de rest van het fragment en bespreek de antwoorden.

Lied Una furtiva lagrima | verhaal 5 min

Bijlage 5 en film 7:

Una furtiva lagrima

– Vertel het verhaal van Donizetti’s opera L’elisir d’amore aan de hand van bijlage 5.

– Bekijk met de klas een fragment van het lied Una furtiva lagrima (film 7).

Dit is het moment waarop Nemorino de liefdesdrank heeft ingenomen.

(8)

8

Lied Una furtiva lagrima | zingen 15 min

Track 2 en liedtekst 2:

Una furtiva lagrima

– Luister met de klas naar Una furtiva lagrima (track 2). Kunnen ze de melodie (begint bij 0:37) al meeneuriën?

– Luister nog eens naar track 2. Laat de leerlingen zachtjes meezingen: nu nog zonder de tekst, maar op de lettergreep ‘noe’.

– Zing de tekst voor (liedtekst 2) of laat track 2 nog eens horen vanaf 0:37.

Hierna mogen de leerlingen meezingen.

– Kunnen de leerlingen het lied ook in operastijl zingen? Hoe gebruik je je stem dan? En hoe beweeg je erbij? Doe deze oefeningen vrij, naar eigen inzicht en met een beetje humor.

– Zing vervolgens het lied op verschillende manieren met de klas.

Bijvoorbeeld als kind, deftige dame of heer, rapper, popster, bejaarde man of vrouw, onderwater et cetera. Laat kinderen eventueel ook zelf personages verzinnen. Doe deze oefening vol overgave voor extra veel energie en plezier!

Herhaal het lied zo vaak mogelijk tussen andere activiteiten door, zodat de leerlingen het tijdens het concert goed kennen.

(9)

9

4: Dirigeren

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

40 min

Voorbereiding:

– Bekijk de instructievideo over dirigeren (film 9) – Bereid de dirigeerbattle voor

Korte omschrijving:

– De leerlingen maken kennis met dirigent Stijn – De leerlingen leren de basisbeginselen van dirigeren

– Er wordt een leerling gekozen die (misschien) tijdens het concert mag dirigeren

Pepijn vlogt 5 min

Film 8: Pepijn ontmoet dirigent Stijn

– Bekijk met de klas de nieuwe vlog van Pepijn (film 8). Hij ontmoet dirigent Stijn Berkouwer van het Nederlands Philharmonisch Orkest. Als dirigent geeft hij aan wanneer en hoe het symfonieorkest speelt en weer stopt met spelen. Het orkest volgt zijn dirigeertekens.

Dirigeren | instructievideo 5 min

Film 9: Dirigeren

– Bekijk de instructievideo van Stijn over dirigeren (film 9) en stel na afloop de volgende vragen aan de leerlingen:

o Hoe heet het dirigeerstokje ook wel? (Een baton.)

o Waarom gebruik je een baton? (Een baton verlengt je arm.) o Wat doet een dirigent vooral voor het orkest? (Hij geeft het

tempo aan en laat zien hoe hard het orkest moet spelen.) o Hoe zet je het orkest ‘uit’? (Je draait een rondje met je hand.)

Dirigeren | oefenen 10 min

Track 3: Auf der Jagd

– Luister met de klas naar Auf der Jagd (track 3). Je hoort twee keer een geweerschot in het stuk. De leerlingen mogen hun vinger opsteken wanneer ze het horen. (Bij 0:39 en bij 1:17.)

– Verdeel de klas in jongens en meiden. Elke leerling mag zelf een baton kiezen (pen, speelstokje of iets anders). De meiden mogen beginnen:

laat de meiden met hun baton het ritme aangeven op Auf der Jagd zoals Stijn in de video voordeed. Kunnen ze ook harder en zachter laten zien?

– Na het eerste schot (0:39) zijn de jongens aan de beurt om te dirigeren.

– Na het tweede schot (1:17) mogen de jongens en meiden samen dirigeren.

– Aan het eind van het stuk mogen de leerlingen het gebaar gebruiken om het stuk af te sluiten. Wie doet het op precies het goede moment?

(10)

10

Dirigeren | battle en selecteren dirigent 15 min

Track 3: Auf der Jagd

– Tijdens het concert mogen een paar leerlingen uit de zaal dirigeren. Elke klas kiest één leerling die kans maakt om tijdens het concert naar voren geroepen te worden.

– Inventariseer welke leerlingen dit leuk zouden vinden. Zij mogen tegen elkaar battlen en doen zo een afvalrace. Telkens komen twee leerlingen naar voren en dirigeren met hun baton op Auf der Jagd (track 3). De klas is de jury: wie van de dirigenten kan het beste dirigeren en krijgt het grootste applaus? Kunnen de leerlingen ook uitleggen waarom de winnaar van de battle het zo goed doet?

– Ga zo door tot er één winnende dirigent overblijft. Wie weet mag deze dirigent tijdens het concert het grote orkest dirigeren!

– Maak een kort filmpje van de dirigentenbattles en stuur deze naar binnenschools@concertgebouw.nl! De filmpjes worden geplaatst op educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest. Zo kan de klas ook meegenieten van de andere scholen die deze opdracht uitvoeren!

Interview met Stijn 5 min

Film 10: Interview met Stijn

– Bekijk het interview met Stijn (film 10) om hem beter te leren kennen.

(11)

11

5: Samba bodypercussie

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

25 min

Voorbereiding:

– Bekijk film 11 en oefen de bodypercussie Korte omschrijving:

– De leerlingen maken kennis met bodypercussie – De leerlingen leren een bodypercussie in sambastijl

Bodypercussie | introductie 5 min

Film 11: Bodypercussie

– Bodypercussie betekent geluid maken met je eigen lichaam. Bekijk samen met de klas een video over bodypercussie (film 11).

– Bespreek met de leerlingen welke geluiden en bewegingen ze hebben gezien in de video.

Bodypercussie | basisritme 10 min

Film 12 en liedtekst 3:

Samba bodypercussie

– De bodypercussie die de klas gaat leren bestaat uit een basisritme en een

‘break’. Deze wordt uitgevoerd op Braziliaanse sambamuziek.

– Leer eerst het basisritme. Bekijk hiervoor film 12 vanaf het begin tot 2:06. De leerlingen mogen meteen meedoen.

– Oefen elke beweging los:

o Stamp met je rechtervoet op de grond o Sla op je rechterbeen, sla op je linkerbeen

o Klap in je handen, ter hoogte van je gezicht (de eerste keer klap je twee keer, de tweede keer klap je één keer)

o Indianenklap: kruis je armen en tik op je ellebogen, klap dan de achterkant van je handen tegen elkaar, en daarna weer een tik op je ellebogen

– Plak de bewegingen achter elkaar en heb aandacht voor de kwaliteit.

– Gebruik evt. de steuntekst: Ik speel de samba, speel jij de samba mee?

Bodypercussie | break 10 min

Film 12 en liedtekst 3:

Samba bodypercussie

– Vanaf 2:06 (film 12) vertelt paukenist Theun over een break in de muziek.

Deze break is gebaseerd op 1, 2, 3, 4 hoedje van papier en is dus makkelijk te onthouden.

– Oefen deze break met de film en de steuntekst erbij.

– Oefen de break daarna ook zonder de tekst, zodat alleen het ritme hoorbaar is.

Herhaal de bodypercussie en de eerder geleerde liedjes zo vaak mogelijk tussen andere activiteiten door, zodat de leerlingen het tijdens het concert goed kennen.

(12)

12

EXTRA: Sjostakovitsj

Nodig:

– Website: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

25 min

Voorbereiding:

– Kopieer bijlage 6 voor elke leerling – Zorg voor een fotocamera of smartphone Korte omschrijving:

– De leerlingen luisteren kritisch naar de muziek van Sjostakovitsj – De leerlingen maken sfeer-selfies bij de muziek van Sjostakovitsj

Luisteren naar Sjostakovitsj 10 min

Track 4 en bijlage 6:

Sjostakovitsj

– Geef alle leerlingen een kopie van bijlage 6.

– Luister met de klas naar de opname van het Strijkkwartet nr. 8 van de Russische componist Sjostakovitsj (track 4).

– Vraag de leerlingen bij alle kopjes van bijlage 6 een woord in te vullen waar zij aan denken wanneer ze naar de muziek van Sjostakovitsj luisteren.

– Bespreek de woorden die de leerlingen hebben opgeschreven en schrijf er een aantal op het bord.

– Mogelijke antwoorden zijn:

o Gevoel: boos, blij, vrolijk, angstig

o Gedachtes: vakantie, feestje, griezelfilm, het bos o Oordeel: mooi, lelijk, leuk, saai

o Muziek: dirigent, violen, snel, langzaam

Sfeer-selfie 15 min

Track 4: Sjostakovitsj

– Maak met de kinderen een tableau vivant (menselijk standbeeld) om de sfeer van het muziekstuk uit te beelden. Verdeel de klas in vier groepen en geef ze één van de categorieën van bijlage 6. Geef de volgende instructie en zet daarna de muziek aan:

o We maken een sfeer-selfie met de klas. We luisteren nog eens naar de muziek en je poseert met je groepje alsof je een selfie gaat maken. Je selfie moet passen bij de categorie die je groepje heeft gekregen.

o Bedenk dus snel met elkaar hoe je dit gaat uitbeelden. Denk aan je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking. Als de muziek stopt moet iedereen stilstaan voor de foto.

– Maak foto’s van de groepjes en herhaal de opdracht nog eens waarbij iedereen een nieuwe categorie krijgt.

– Bekijk en bespreek met elkaar de foto’s.

(13)

13

Tracks en filmpjes

De tracks en filmpjes staan op: educatie.concertgebouw.nl/welkombijhetorkest

Tracks

1. Ruben van Gogh & Toek Numan Op z’n allerbest 2. Gaetano Donizetti Una furtiva lagrima 3. Johann Strauss II Auf der Jagd

4. Dmitri Sjostakovitsj Strijkkwartet nr. 8, deel 2

Filmpjes

1. Introductie door Pepijn Gunneweg 2. Het symfonieorkest

3. Vlog 1: Overal muziek

4. Het Concertgebouw is wereldberoemd!

5. Vlog 2: Pepijn ontmoet altvioliste Laura 6. Una furtiva lagrima (in ‘The Voice’)

7. Una furtiva lagrima (uit de opera L’elisir d’amore) 8. Vlog 3: Pepijn ontmoet dirigent Stijn

9. Dirigeren met Stijn Berkouwer 10. Interview met Stijn Berkouwer

11. Bodypercussie (door ‘The Percussion Show’) 12. Samba bodypercussie

(14)

14

Bijlage 1: Nederlands Philharmonisch Orkest

Het Nederlands Philharmonisch Orkest (NedPhO) is een symfonieorkest. Een symfonieorkest speelt meestal klassieke muziek. De instrumenten zijn voor elk symfonieorkest hetzelfde. Het aantal orkestleden dat meespeelt hangt af van wat er gespeeld wordt en kan variëren van 74 tot wel 120 musici! Het NedPhO geeft meer dan 40 concerten per jaar in de Grote Zaal van Het Koninklijk Concertgebouw. Daarnaast spelen ze bij de Nationale Opera in Amsterdam. Soms gaat het orkest zelfs naar het buitenland om concerten te geven, dan gaan ze op tournee. Bijvoorbeeld naar Duitsland of Spanje. Een orkest heeft altijd een chef-dirigent. Dat is de vaste dirigent van het orkest. Bij het NedPhO is Lorenzo Viotti sinds 2020 chef-dirigent.

Musici van het orkest spelen niet alleen in Het Koninklijk Concertgebouw maar ook op scholen, bejaardenhuizen, buurthuizen en ziekenhuizen om iedereen te laten horen hoe mooi muziek kan zijn. Zo kunnen zoveel mogelijk kinderen en volwassenen genieten van (klassieke) muziek.

(15)

15

Bijlage 2: De instrumenten van het symfonieorkest

De instrumenten van het symfonieorkest zijn verdeeld in verschillende groepen. Lees hieronder meer over de groepen en over de instrumenten. Bekijk ook film 2 over het symfonieorkest.

(16)

16 Strijkinstrumenten

Alle strijkinstrumenten hebben snaren waar je overheen gaat (‘strijkt’) met een strijkstok om het geluid te maken. Vandaar de naam strijkinstrumenten. Het stuk van de strijkstok dat langs de snaren strijkt, is van haren gemaakt. Dit zijn de haren van de staart van een paard.

Maar je hebt niet altijd een strijkstok nodig, want je kunt ook met je vinger tokkelen op de snaren. Dat heet ‘pizzicato’ (spreek uit: pietsikaatò).

Je kunt verschillende tonen maken op een strijkinstrument door de snaren met je vingers in te drukken.

Daardoor worden de snaren korter of weer langer en verandert de toon.

Je kunt strijkinstrumenten goed herkennen aan de vorm. Alle strijkinstrumenten zijn gemaakt van hout.

Viool De viool is de kleinste van de familie. Het kleine broertje of zusje, zou je kunnen zeggen.

De viool maakt een mooi hoog en helder geluid en speelt vaak de melodie.

Altviool De altviool wordt ook wel ‘viola’ genoemd. De altviool is een soort grote zus of broer van de viool. Een altviool is ook iets groter dan de viool. Het geluid dat de altviool maakt, is daarom anders. Het geluid is lager en minder helder dan dat van een viool. Ze zeggen wel dat het geluid van de altviool ‘warmer’ klinkt.

Cello De cello is als de moeder van de viool en de altviool. De cello is een stuk groter en ligt niet op iemands schouder maar staat met een grote pin op de vloer. Degene die op de cello speelt, zit op een stoel. Wat denken jullie: klinkt de cello hoger of lager dan de altviool? (lager, want hoe groter het instrument, hoe lager deze klinkt)

Contrabas De contrabas, ook wel bas genoemd, is eigenlijk de vader van de familie. De contrabas is het grootst en hij kan de laagste tonen spelen. De contrabas is zo groot, dat je moet staan of op een hoge kruk moet zitten om op hem te spelen, anders kun je er niet bij. De snaren van de contrabas zijn dikker dan die van een cello, viool en altviool. Ook is de strijkstok van de contrabas het grootst en het zwaarst van alle strijkstokken in de familie.

Blaasinstrumenten – houtblaasinstrumenten

Bij blaasinstrumenten ontstaat het geluid doordat je lucht in het instrument blaast. Door knoppen op het instrument in te drukken ontstaan de verschillende tonen.

Er zijn twee soorten blaasinstrumenten in het orkest: houtblaasinstrumenten en koperblaasinstrumenten. Houtblazers blazen op een mondstuk dat gemaakt is van hout/riet, koperblazers blazen op een koperen mondstuk.

De dwarsfluit was vroeger van hout en hoort daarom bij de houtblaasinstrumenten.

Dwarsfluit De dwarsfluit is de op één na jongste van het houtblazers gezin. Je blaast erop alsof je op een flesje blaast. De dwarsfluit heeft nog een kleiner broertje dat erg op de dwarsfluit lijkt:

de piccolo. Je houdt ze allebei hetzelfde vast, namelijk overdwars. De dwarsfluit geeft een hoog geluid, maar een piccolo is kleiner en klinkt daarom nog een stuk hoger!

De dwarsfluit is meestal van zilver gemaakt. Vroeger werd deze van hout gemaakt.

Hobo De hobo heeft aan de bovenkant twee stukjes riet die aan elkaar zijn gemaakt. Door daar met je mond lucht doorheen te blazen ontstaat er een geluid. Een hobo is zwart met zilveren kleppen waarmee je gaten open en dicht maakt en daardoor de verschillende tonen maakt. Een hobo heeft een heldere klank.

Klarinet De klarinet lijkt om te zien op de hobo, maar de bovenkant is anders. Een klarinet heeft maar één riet. Je blaast lucht tussen dat riet en het houten mondstuk en daardoor klinkt de klarinet heel anders dan de hobo. De klarinet heeft een wat warmere klank.

Fagot De fagot is de grote vader of opa van de houtblazers. De fagot is vaak rood-bruin van kleur en heeft ook twee stukjes riet, net als de hobo. Dit riet zit aan een S-vormige buisje, waaraan je de fagot goed kunt herkennen. Een fagot is veel groter dan de andere houtblaasinstrumenten en klinkt daarom veel lager.

(17)

17

Koperblaasinstrumenten zijn koperkleurig en hebben allemaal een rond koperen mondstuk waarop je blaast. Door de spanning in je lippen te veranderen kun je verschillende tonen maken. Daarom hebben koperblaasinstrumenten veel minder knoppen (ventielen) dan de houtblaasinstrumenten, want je verandert de noten dus vooral met je mond!

Trompet De trompet is de kleinste maar ook de brutaalste in de familie. Hij toetert zo schel dat hij soms wel boven het hele orkest uitkomt.

Trombone De trombone is de grote broer van de trompet en klinkt ook lager. De trombone heeft geen knoppen (ventielen), maar een buis die je van lengte kunt veranderen. Zo ontstaan er verschillende tonen. Soms verander je de tonen niet met de buis, maar met je mond, zoals bij alle andere koperblazers.

Hoorn De hoorn is het neefje van de familie en heeft een hele lange buis. Gelukkig is die opgerold, want als je die zou uitrollen is deze bijna 4 meter lang! (dat zijn vier heel grote stappen, illustreer dat of laat een leerling dat doen) Aan het eind van de buis zit een grote beker waar het geluid uit komt. De hoornist houdt zijn hand in deze beker om het geluid nog mooier te maken.

Het geluid van de hoorn past bij de vorm: de hoorn heeft een ronde klank.

Tuba De tuba is de ‘grote papa’ van de familie. Een gezellige, dikke toeter.

De tuba kan de laagste tonen spelen van het gezin. Een beetje zoals de contrabas in de familie van de strijkinstrumenten. De tuba is net als de hoorn een heel stuk opgerold.

Anders zou het te onhandig zijn om de tuba mee te nemen. Mensen die op een tuba spelen, krijgen vaak rode, bolle wangen. Dat komt omdat ze zoveel lucht in de tuba moeten blazen om dat mooie, lage geluid te krijgen. Dat is hard werken!

Percussie-instrumenten

Percussie-instrumenten zijn alle instrumenten waar je op slaat om geluid te maken. Percussie- instrumenten zijn vooral geschikt om ritmes te spelen, maar op sommige instrumenten kun je ook tonen of melodieën spelen (zoals op een xylofoon).

De familie van de percussie-instrumenten is heel erg groot. Elk instrument heeft zijn eigen klank, speelwijze en karakter.

(18)

18

Bijlage 3: Het Koninklijk Concertgebouw

Laat onderstaande afbeelding aan de leerlingen zien. Herkennen ze het gebouw? Het is Het Koninklijk Concertgebouw!

Het Concertgebouw stond heel vroeger, toen het net gebouwd was, nog midden in de weilanden! Dat is nu wel anders. Er zijn huizen, winkels en musea omheen gebouwd. Er rijdt nu een tram naar het gebouw toe, terwijl je vroeger in je koets naar een concert werd gereden.

Zes invloedrijke mannen vonden dat Amsterdam een goede concertzaal nodig had, om niet achter te blijven bij andere Europese steden. De regering wilde niet meebetalen, dus moesten ze zelf geld inzamelen. Dat duurde wel even, maar het is ze gelukt. In 1888 vond het allereerste concert plaats in Het Concertgebouw, het gebouw staat er dus al heel lang!

(19)

19 Akoestiek

Het Concertgebouw is een wereldberoemd gebouw. Dat komt doordat de Grote Zaal een heel goede akoestiek heeft. Dat betekent dat de muziek die er gespeeld wordt heel erg mooi klinkt. Niet alleen omdat de muzikanten zo mooi spelen, maar ook omdat de zaal ervoor zorgt dat de muziek op haar allermooist in de oren van het publiek terechtkomt. Het geluid uit de instrumenten botst tegen de muren en het plafond van de zaal en komt daarna in je oren. De muren en het plafond van Het Concertgebouw zitten precies op de goede plek. En ze zijn van het juiste materiaal gemaakt. Daarom klinkt de muziek er zo mooi. En daarom is Het Concertgebouw zo ontzettend beroemd.

Zalen

Het Concertgebouw heeft verschillende zalen. De bekendste zalen zijn:

• De Grote Zaal – voor concerten met bijvoorbeeld een symfonieorkest. Deze zaal heeft ongeveer 2000 stoelen voor publiek.

• De Kleine Zaal – voor concerten met kleinere ensembles van een paar musici. Deze zaal heeft ongeveer 400 stoelen voor publiek.

Maar er zijn nog veel meer ruimtes in Het Concertgebouw:

• De Spiegelzaal – waar je in de pauze een drankje kunt drinken en waar soms ook concerten worden gegeven. Deze zaal heeft een heleboel spiegels.

• De Koorzaal – voor bijvoorbeeld koorrepetities, workshops, educatievoorstellingen en jazzconcerten.

• De foyers – waar je in de pauze een drankje kunt drinken.

• Restaurant LIER – waar je voor het concert heerlijk kunt eten.

En er zijn ook ruimtes die je als publiek niet ziet:

• De zolder – met moderne hijsinstallaties voor bijvoorbeeld licht en de kroonluchter boven de Grote Zaal.

• De Artiestenfoyer – waar de musici kunnen eten en drinken als ze pauze hebben.

• De kleedkamers – waar de musici zich kunnen omkleden voor en na het concert.

• De muziekbibliotheek – waar alle muziek wordt bewaard die tijdens de concerten wordt gespeeld.

De lier

Aan één ding kun je Het Concertgebouw altijd gemakkelijk herkennen. Dat is de gouden lier (een soort harp) die op het dak van het gebouw staat.

(20)

20 Zo ziet Het Koninklijk Concertgebouw er nu uit:

Het concert vindt plaats in de Grote Zaal:

(21)

21

Bijlage 4: Knipvel Op z’n allerbest

De strijkers geven warmte De strijkers geven sfeer Weten steeds een snaar te raken

Geven net dat beetje meer Maar ik zou wel willen weten Wanneer klinkt het orkest op z’n best

Het blazen van het koper De adem van het hout Geven leven aan de noten Als het stuk zich openvouwt Maar ik zou wel willen weten Wanneer klinkt het orkest op z’n best

Hoor het slagwerk

Zich moedig door het stuk heen slaan

En die harp daar

Plukkend om het geluk heen gaan

En de dirigent op de bok Zwaait sierlijk zijn stok -- Nee!

En de dirigent op de bok Zwaait sierlijk zijn stok -- Nee!

In het vakjargon heet die stok een baton

(22)

22

Bijlage 5: Verhaal L’elisir d’amore

Deze Italiaanse opera is geschreven door Donizetti in 1832. Het is een grappig verhaal over de liefde.

Een arme boerenjongen, Nemorino wordt stapelverliefd op het rijke meisje Adine. Ze hebben het erg gezellig samen, maar Adine laat niet aan hem merken of ze hem ook leuk vindt. Dan komt er een sergeant in het dorp aan, een stoere jongen die erg populair is bij de meisjes. Hij vraagt Adine ten huwelijk en Nemorino krijgt een gebroken hart. Hij vraagt aan de kwakzalver, dokter Dulcamare, om hem te helpen.

De dokter geeft een liefdesdrank aan Nemorino. Deze liefdesdrank is eigenlijk alleen maar goedkope wijn, maar toch is Nemorino ervan overtuigd dat het werkt en dat zijn Adine nu wel van hem zal houden.

Hij loopt er zelfs van naast zijn schoenen en geeft haar geen aandacht meer. Adine begrijpt er helemaal niks van en is boos op Nemorino. Ze geeft haar ja-woord aan de stoere sergeant.

Op de dag van de bruiloft twijfelt Adine toch heel erg. Ze wil niet trouwen met de sergeant want ze is verliefd op Nemorino. Ze vraagt uitstel voor haar huwelijk. Nemorino weet niet dat Adine ook verliefd is op hem en is ten einde raad. Hij gaat terug naar dokter Dulcamare en smeekt hem om nog meer liefdesdrank. De dokter wil eerst meer geld, maar dat heeft Nemorino niet meer.

Hij belooft daarom het leger in te gaan en geeft zijn eerste soldatensalaris aan de dokter. Wat Nemorino dan nog niet weet is dat hij net heel veel geld heeft gekregen van zijn overleden oom. Adine koopt ondertussen voor haar Nemorino het legercontract af zodat ze samen kunnen zijn. Als ze elkaar weer zien, vertellen ze eindelijk hoe stapelgek ze op elkaar zijn. Eind goed, al goed!

(23)

23

Bijlage 6: Luisteren naar Sjostakovitsj

Gevoel

Hoe voel je je als je deze muziek hoort?

Gedachtes

Waaraan denk je als je deze muziek hoort?

Oordeel

Wat vind je van deze muziek?

Muziek

Wat hoor je allemaal?

(24)

24

Liedtekst 1: Op z’n allerbest

Refrein

Wanneer klinkt het orkest, wanneer klinkt het orkest, Wanneer klinkt het orkest op z’n best?

Ik zou wel willen weten

Wanneer klinkt het orkest op z’n best?

De strijkers geven warmte De strijkers geven sfeer

Weten steeds een snaar te raken Geven net dat beetje meer Maar ‘k zou wel willen weten

Wanneer klinkt het orkest op z’n best?

Het blazen van het koper De adem van het hout Geven leven aan de noten Als het stuk zich openvouwt Maar ‘k zou wel willen weten

Wanneer klinkt het orkest op z’n best?

Refrein

Hoor het slagwerk

Zich moedig door het stuk heen slaan En die harp daar

Plukkend om het geluk heen gaan

En de dirigent op de bok Zwaait sierlijk zijn stok -- NEE!

En de dirigent op de bok Zwaait sierlijk zijn stok -- NEE!

In het vakjargon heet die stok een baton

We zingen met de rest mee, we zingen met de rest mee Zo klinkt het orkest, het symfonieorkest

Zo klinkt het orkest op zijn best We zingen met de rest mee We zingen met de rest mee

Zo klinkt het orkest, het symfonieorkest Zo klinkt het orkest op z’n best

Echt waar! Op z’n aller-, aller-, aller-, allerbest Echt waar! Het orkest op z’n best

Het orkest op z’n aller-, aller-, aller-, aller-, aller-, aller-, aller-, allerbest!

(25)

25

Liedtekst 2: Una furtiva lagrima

Zij is de mooiste die ik ken Ook al ziet zij niet wie ik ben Hart en ziel in één glas

Dromend dat ik al dichtbij haar was

(26)

26

Liedtekst 3: Samba bodypercussie

Steuntekst basisritme Ik speel de samba Speel jij de samba mee?

Steuntekst break

1 2 3 4 hoedje van, hoedje van 1 2 3 4 hoedje van papier. Hey!

(27)

27

(28)

28

(29)

29

(30)

30

(31)

De educatieprojecten van Het Concertgebouw worden mede mogelijk gemaakt door:

Hendrik Muller Fonds Thurkowfonds Triodos Foundation VandenBroek Foundation Maurice Amado Fonds

Freek en Hella de Jonge Stichting Stichting De Weille Ogier Stichting Zabawas Bunschoten Fonds Kuipers-Van Dijk Fonds Gepkeline Fonds

Lucas Boom-Otero Fonds Marion KinderFonds Marjon Ornstein Fonds

Corrie Bleekemolen-Huijgens Fonds Nel Mulder Aberson Fonds

VandenEnde Foundation

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

12 De leerkracht heeft tijdens de les duidelijke routines op het gebied van klassenmanagement, zodat de kinderen goed zelfstandig kunnen werken aan de opdrachten..

8 De leerkracht bewaakt de tijd goed en zorgt ervoor dat er nu ongeveer 15 minuten van de les verstreken zijn..    

Het tweede deel van dit rapport is bedoeld voor schoolleiders, leraren in het voortgezet- en basisonderwijs en andere geïnteresseerden die meer willen weten over de opbrengsten en

• Doel: het versterken van de stem van de leerlingen door overleg en concrete acties?. • Wie zijn

Bij e-mail van 20 maart 2013 wordt de directie van de school door het secretariaat in kennis gesteld van de vraag, van de datum van de zitting en van de mogelijkheid om een repliek

Het is de fase waarin de overgang plaatsvindt, van alleen naar samen, van alledaagse besognes naar ruim­.. te voor iets nieuws, van allemaal

Het feit dat leerkrachten (eindelijk) eens tijd kunnen maken voor de leerling, de klas, de relatie… voelt op zich al zeer goed aan. Het verklaart voor een groot stuk

Voorafgaand aan het onderzoek werd verwacht dat hoogbegaafde leerlingen die ondersteuning zouden ontvangen bij het maken van een concept map, de processen en relaties beter