KwartaalSignaal 119 6687
sociaal-economisch recht
toepassing te laten zijn op buitenlandse bedrijven die boe- ken uit Nederland importeren om deze vervolgens aan Ne- derlandse consumenten te verkopen, bijvoorbeeld via in- ternet. Momenteel kunnen bedrijven die buiten Nederland zijn gevestigd niet worden aangepakt door de territoriale werking van de wet. In de memorie van toelichting schrijft de regering dat de Europese Commissie geen bezwaar heeft tegen de voorgestelde wijziging. Wel zal het Commis- sariaat voor de Media van geval tot geval moeten aanto- nen dat een verkoper die in een andere lidstaat van de EU gevestigd is, het oogmerk heeft de Nederlandse wet te ont- duiken (Kamerstukken II, 2010/11, 32 641, nr. 1-4).
De bestaande vergunningen voor commerciële radio via de ether hadden een looptijd tot 1 september 2011. In de komende jaren zal een digitalisering van de distributie plaats vinden, zodat de ether efficiënter kan worden ge- bruikt. Om dit proces te bevorderen heeft de regering al meer dan een jaar geleden besloten dat bestaande vergun- ningen het beste kunnen worden verlengd op voorwaar- de dat de gebruikers investeren in de nieuwe techniek ( Katern 115, p. 6464). Bij koninklijk besluit van 18 februa- ri 2011 is het Frequentiebesluit aangepast om hiervoor een juridische basis te scheppen (Stb. 2011, 88). Daarna heeft de minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie twee ministeriële regelingen vastgesteld. Hier- uit blijkt dat de vergunningen verlengd kunnen worden tot 1 september 2017 als de houder een flinke vergoeding be- taalt aan de Staat (Stcrt. 22 maart 2011, nr. 5064 en 5069).
Rechtspraak
Het Verenigd Koninkrijk werd veroordeeld door het EHRM omdat de uitgever van de Daily Mirror was veroordeeld tot een vergoeding van 1 miljoen pond aan advocaatkosten van Naomi Campbell. De veroordeling wegens privacy- schending was niet in strijd met artikel 10 EVRM, maar het was disproportioneel om de uitgever te veroordelen tot het betalen van de hoge success fees die de advocaten van het topmodel hadden bedongen (EHRM 18 januari 2011, Mgn Ltd vs Verenigd Koninkrijk, www.echr.coe.int, appl.
39401/04).
Lidstaten van de EU kunnen een lijst opstellen van sport- evenementen die zij zo belangrijk vinden, dat deze voor uitzending op een open televisienet beschikbaar moeten blijven. Het is dan verboden de desbetreffende uitzend- rechten exclusief voor betaaltelevisie te kopen. Volgens ar- tikel 3 bis van de voormalige Televisierichtlijn en artikel 14 van de huidige Mediarichtlijn moeten de lidstaten de Commissie direct op de hoogte stellen als zij zo iets beslui- ten. Deze onderzoekt of het verbod verenigbaar is met het EU-recht. Mag een land alle wedstrijden van de eindron- den van het WK en het EK Voetbal op de lijst zetten? Hier- over gaat een uitspraak van het Gerecht van de EU in een zaak die was aangespannen door de FIFA en de UEFA te- gen de Commissie. Het Gerecht oordeelde dat een kam- pioenschap als één evenement geldt en niet kan worden Mediarecht
aaK20116687 Prof.mr. A.W. Hins
Regelgeving en beleid
De opneming van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (de
‘BES-eilanden’) in het Nederlandse staatsbestel heeft er- toe geleid dat we nu twee Mediawetten hebben. Zoals in het vorige KwartaalSignaal besproken, trad een voorlo- pige Mediawet BES op 10 oktober 2010 in werking. Deze voorlopige wet is alweer vervangen door een definitieve Mediawet BES, verstopt in de ‘Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B’
(Stb. 2011, 33). In de Memorie van Antwoord aan de Eer- ste Kamer schreef de regering dat drie artikelen uit de voorlopige wet een spanning opleverden met het grondwet- telijke verbod van voorafgaand toezicht op radio en tele- visie. Zij zijn daarom niet overgenomen (Kamerstukken I, 2010/11, 32 419 D, p. 15). Ook is een algemene maatregel van bestuur vastgesteld, het Mediabesluit BES (Staats- blad 2011, 48), en een ministeriële regeling, de Mediarege- ling BES (Stcrt. 7 maart 2011, nr. 3821). Het hele pakket is krachtens een Koninklijk Besluit in werking getreden op 8 maart 2011 (Stb. 2011, 34). Voor de fijnproevers is interes- sant dat artikel 5 van de Mediaregeling BES een wijziging aanbracht in de wet. De Invoeringswet openbare lichamen BES gaf de minister van OCW deze bevoegdheid.
Boeken horen ook tot de media. De regering heeft een wetsvoorstel ingediend tot wijziging van de Wet op de vas- te boekenprijs. Voorgesteld wordt onder meer de wet van
6688 KwartaalSignaal 119 sociaal-economisch recht
onderverdeeld in ‘topwedstrijden’ en ‘gewone wedstrijden’, omdat de uitslagen op elkaar van invloed zijn. De Commis- sie mocht de lijsten van België en het Verenigd Koninkrijk goedkeuren, hoewel de FIFA en de UEFA daardoor minder inkomsten zouden ontvangen. De beperking van de vrij- heid van dienstverlening acht het Gerecht gerechtvaardigd door een dwingende reden van algemeen belang, in het bij- zonder het recht op informatie van het publiek (Gerecht EU 17 februari 2011, T-385/07, T-55/08 en T-68/08, FIFA en UEFA vs Commissie, http://curia.europa.eu).
Het Gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch deed uitspraak in een kort geding tegen de eigenaar van een journalistieke web- site, waarin de Wet bescherming persoonsgegevens cen- traal stond. Op de website waren berichten geplaatst, in- houdende dat de eiser vriendschappelijke banden had onderhouden met de crimineel Johan de V., alias ‘De Hak- kelaar’. De voorzieningenrechter van de rechtbank had de vordering tot het verwijderen van de berichten toegewe- zen. Het Hof is het met de voorzieningenrechter eens dat de Wbp van toepassing is. In dit geval acht het Hof ech- ter een rechtvaardiging voor het publiceren van de berich- ten aanwezig als bedoeld in artikel 8 sub f van de Wbp.
De afweging die het Hof uitvoert verschilt niet van de ge- bruikelijke belangenafweging op basis van het Burger- lijk Wetboek. De vordering wordt alsnog afgewezen (Hof ’s- Hertogenbosch 1 februari 2011, Stichting De Stelling vs X, Mediaforum 2011-4, nr. 10 m.nt. Q.R. Kroes).
Literatuur
− A.J.Nieuwenhuis, ‘Achtergrond en huidige betekenis van het verbod van voorafgaand verlof’, NTM/NJCM-Bulle- tin 2011, p. 24-43;
− Ronald Vecht, ‘De acht verrassingen van de BES-Media- wet’, Mediaforum 2011-3, p. 76-80;
− Aernout Nieuwenhuis & Esther Janssen, ‘De onduide- lijke verhouding tussen vrijheid van meningsuiting en discriminatie’, Mediaforum 2011-4, p. 94-104;
− Jilles Verweij, ‘YouTube en de Richtlijn Audiovisuele Mediadiensten’, Mediaforum 2011-4, p. 105-113;
− L.F.M. Verhey, ‘Grondrechten in het digitale tijdperk:
driemaal is scheepsrecht?’, Tijdschrift voor Constitutio- neel Recht2011/2, p. 152-167;
− B.J. Koops, ‘Digitale grondrechten en de Staatscommis- sie: op zoek naar de kern’, Tijdschrift voor Constitutio- neel Recht 2011/2, p. 168-185;
− Wouter Hins, Marga Groothuis & Chris Wiersma, Pers- vrijheidsmonitor Nederland 2010, Diemen: Uitgeverij AMB, 2011, ISBN: 97890 79700 31 8 (152 p.); integraal gepubliceerd op onder meer www.ivir.nl.
