• No results found

Kroniek Mediarecht (juni 2010)

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Kroniek Mediarecht (juni 2010)"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

6464 Katern 115 sociaal-economisch recht

grondrecht. De klacht kan bijvoorbeeld inhouden dat de Staat onvoldoende heeft gedaan om het vermoeden van on- schuld (art. 6, tweede lid, EVRM) of het recht op privacy (art. 8 EVRM) te beschermen.

In een zaak tegen Rusland oordeelde het Hof dat het ver- moeden van onschuld was geschonden door uitspraken op de televisie van een bekende politicus. Tijdens een ver- kiezingscampagne had deze een bepaalde ambtenaar een

‘misdadiger’ genoemd die snel achter de tralies moest ver- dwijnen. Na een klacht van de ambtenaar oordeelde het Hof met een kleine meerderheid dat artikel 6, tweede lid, EVRM geschonden was. De minderheid bracht daarte- gen in dat de politicus als privépersoon had gesproken en beschermd werd door de uitingsvrijheid (EHRM 18 maart 2010, Kouzmin vs Rusland, www.echr.coe.int, appl. 58939/00).

Twee dagen eerder overwoog het Hof in een arrest tegen Roemenië dat de media het recht hebben om over belang- wekkende strafzaken te berichten. De overheid handelt ook niet onrechtmatig wanneer zij op terughoudende wijze informatie over lopende strafzaken verstrekt aan journa- listen (EHRM 16 maart 2010, Jiga vs Roemenië, www.echr.coe.int, appl. 14352/04).

Dat het evenwicht niet makkelijk te vinden is wordt ge- illustreerd door een zaak tegen Finland. Een journalist en een hoofdredacteur waren door de nationale rechter ver- oordeeld voor het plaatsen van een kort bericht over een verkrachting. Hoewel geen verdachten bij naam genoemd waren, konden verschillende spelers van een sportploeg als mogelijke daders worden herkend. Volgens de meerder- heid van het Hof was artikel 10 EVRM niet geschonden.

Twee dissenters zijn echter van oordeel dat het Hof in deze zaak het vermoeden van onschuld en het recht op eer en goede naam teveel gewicht geeft ten nadele van de pers- vrijheid (EHRM 6 april 2010, Ruokanen e.a. vs Finland, www.echr.coe.int, appl. 45130/06).

Interessant zijn ook vijf andere, onderling samenhan- gende, arresten tegen Finland. Daarin staat de vraag cen- traal of de vriendin van een politicus een ‘publieke per- soon’ is, die zich meer aandacht van de pers moet laten welgevallen. Tot op zekere hoogte wel, zo oordeelde het Hof. Verscheidene journalisten en hoofdredacteuren waren door de nationale rechter veroordeeld wegens het schen- den van de privacy van de vrouw. Het Hof achtte deze ver- oordelingen in strijd met artikel 10 EVRM (EHRM 6 april 2010, Flinkkilä e.a. t. Finland; Jokitaipale e.a. vs Finland;

Iltalehti en Karhuvaara vs Finland; Soila vs Finland en Tuomela e.a. vs Finland, www.echr.coe.int, appl. 25576/04, 43349/05, 6372/06, 6806/06 en 25711/04).

Binnen Nederland kwam de botsing tussen de persvrij- heid en het recht op privacy duidelijk naar voren in een kort geding over het uitzenden van beelden die met een verborgen camera waren opgenomen in een tbs-kliniek.

De televisiemaker Peter R. de Vries meende dat de uitzen- ding gerechtvaardigd werd door een dringende reden van algemeen belang. De voorzieningenrechter oordeelde ech- ter anders en verbood de SBS en Endemol de desbetreffen-

Mediarecht

aaK20106464 A.W. Hins

Regelgeving en beleid

Op 1 september 2011 lopen de huidige frequentievergun- ningen voor publieke en commerciële radio af. Staatsse- cretaris Heemskerk van Economische Zaken schreef op 21 januari 2010 een brief aan de Tweede Kamer over het be- leid voor de periode daarna. Digitale etherradio heeft de toekomst, maar dat vereist het uitgeven van nieuwe fre- quenties en consumenten zullen een nieuw toestel moeten aanschaffen. In de zomer van vorig jaar werd al het princi- pebesluit genomen dat de bestaande (analoge) vergunnin- gen met zes jaar zullen worden verlengd onder voorwaar- de dat de vergunninghouders gaan investeren in digitale radio. De vergunningen worden gekoppeld aan een digita- le multiplex die ook daadwerkelijk in gebruik moet worden genomen. Na vier jaar moet in 80% van Nederland digita- le etherontvangst mogelijk zijn. Als partijen niet aan deze verplichting voldoen, is dat een grond voor intrekking van hun vergunningen.

De brief van 21 januari 2010 werkt de plannen verder uit. Voor de verlenging van 2011 tot 2017 moeten de ver- gunninghouders een vergoeding betalen waarvan de hoog- te door externe deskundigen wordt vastgesteld. Het ‘waar- debepalingsonderzoek’ is opgedragen aan een consortium bestaande uit SEO Economisch Onderzoek, TNO-ICT en het Instituut voor Informatierecht. Wanneer de kosten be- kend zijn kunnen de vergunninghouders beslissen of zij op deze basis willen doorgaan. (Kamerstukken II, 2009/10, 24095, nr. 254).

Rechtspraak

Wie op de website van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens zoekt naar arresten over de media, zal ge- neigd zijn eerst te kijken naar zaken die betrekking heb- ben op een beweerde schending van artikel 10 EVRM. Die aanpak is echter te beperkt. Het komt regelmatig voor dat slachtoffers van de media een beroep doen op een ander

(2)

Katern 115 6465

sociaal-economisch recht

de beelden uit te zenden op straffe van een dwangsom van

€ 15.000 per overtreding. Toen de eerste uitzending toch doorging volgde een tweede kort geding, waarin de dwang- som werd verhoogd tot € 500.000 per overtreding. (Vzr. Rb.

Amsterdam 9 april 2010, LJN: BM0564 en Vzr. Rb. Amster- dam 16 april 2010, LJN: BM1465 en BM1482).

Literatuur

− W.F. Korthals Altes, ‘Sanoma naar de Grote Kamer. Van Hoornse streetraces, ramkraken en het Huwelijk van de Eeuw’, NJB 2010, 228 (publicatienummer), afl. 5, p. 287-292;

− L. Stevens, ‘Strafzaken in het nieuws. Over ontsporen- de media en de verantwoordelijkheid van het Openbaar Ministerie’, NJB 2010, 545 (publicatienummer), afl. 11, p. 660-665;

− Aernout Nieuwenhuis en Sanne Koning, ‘Kunst in Straatsburg’, Mediaforum 2010-3, p. 70-78;

− David Korteweg, ‘Strafbaarstelling negationisme: geschied- schrijving via het recht?’, Mediaforum 2010-3, p. 79-83.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor de derde keer is Nederland door het EHRM veroor- deeld wegens schending van het recht op journalistieke bronbescherming. Dit recht ligt besloten in artikel 10 EVRM.

van mediavrijheid en pluriformiteit. Er staan enkele contro versiële voorstellen in, zoals de aanbeveling een journalist bij ernstige misdragingen de status van jour- nalist

Op 30 augustus 2013 zond dezelfde staatssecretaris een brief aan de Tweede Kamer over de regionale omroep. Ook hier was een rapport van het Commissariaat voor de Media bijgevoegd

Wel heeft de rechtbank op grond van arti- kel 8:72, lid 5, van de Awb de publieke omroep in staat gesteld de activiteiten voorlopig voort te zetten (ABRvS 13 oktober 2010,

Het Hof had geen enkele sympathie voor het gedrag van News of the World – dat twee maanden later wegens andere schan- dalen is opgeheven – maar een algemene wet die een pre-

Met dezelfde argumentatie stelt het Hof nu vast dat ook aanbieders van een sociaal net- werk – hosting service providers − niet verplicht zijn een algemeen filtersysteem in te

Er wordt een bezuiniging opgelegd aan de landelijke publieke omroep en er komt een wettelijke verplichting voor de stichting NPO haar programmagegevens tegen een

Op 30 november en 7 december 2011 overlegden enkele commis- sies van de Tweede Kamer met de staatssecretaris van Vei- ligheid en Justitie over zijn beleid ter zake, waarna een