• No results found

Oriëntatie getallenDoel 1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Oriëntatie getallenDoel 1"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Oriëntatie getallen

Doel 1 Het kind kent de volgorde van de getallen t/m 50:

• mondeling (telrij t/m 50), ook vanaf een willekeurig getal, zowel heen als terug (Start)

• getallen op volgorde zetten (les 1 en 2)

• op de kaartjesgetallenlijn, vanaf een willekeurig getal (stukjes telrij, ervoor, erna) (les 3 en 4) Doel 2 Het kind kent de volgorde van de getallen t/m 100:

• mondeling (telrij t/m 100), ook vanaf een willekeurig getal, zowel heen als terug (Start)

• getallen op volgorde zetten (les 1 en 2)

• op de kaartjesgetallenlijn, vanaf een willekeurig getal (stukjes telrij, ervoor, erna) (les 3 en 4) Doel 3 Het kind kan hoeveelheden t/m 100 opzetten en aflezen op de kralenketting.

Doel 4 Het kind kan getallen t/m 100 plaatsen en aflezen op de gestructureerde getallenlijn (met steun van de kralenketting):

• met steun van hulpgetallen (les 1 en 2);

• zonder steun van hulpgetallen (m.u.v. hulpgetal 50) (les 3 en 4).

Doel 5 Het kind kan getallen t/m 100 plaatsen en aflezen op de gestructureerde getallenlijn:

• getallen tussen tientallen plaatsen (les 1 t/m 4);

• getallen t/m 100 plaatsen en aflezen op de gestructureerde getallenlijn (les 3 en 4).

Doel 6 Het kind kent de opbouw van getallen tot 100:

• kan de tientallen en eenheden benoemen (les 1 t/m 4);

• kan de getallen schrijven (les 3 en 4).

Doel 7 Het kind kan vijf- en tienvouden schattend plaatsen en aflezen:

• op de lege getallenlijn t/m 100 (les 1 en 2);

• op een deel van de lege getallenlijn (les 3 en 4).

Doel 8 Het kind kan verder- en terugtellen t/m 100 met sprongen van 10 op de getallenlijn:

• op de gestructureerde getallenlijn (les 1 en 2);

• op de lege getallenlijn (les 3 en 4).

Doel 9 Het kind kan schattend getallen plaatsen en aflezen op de bijna lege getallenlijn:

• van 0 t/m 100 (les 1 en 2);

• willekeurig stuk lijn (les 3 en 4).

Splitsen

Doel 1 Het kind kan bij een splitsing 2 optel- en 2 aftreksommen maken.

Het kind kan:

• samenhang begrijpen tussen splitsingen en optel- en aftreksommen (les 1 en 2);

• begrijpen welke verhalen daarbij horen (les 3 en 4).

Doel 2 Het kind heeft de splitsingen van 4 t/m 10 gememoriseerd.

Het kind kan:

• de splitsingen 4 t/m 7 vlot zonder te tellen (les 1);

• kan de splitsingen van 8, 9 en 10 vlot zonder te tellen (les 2);

• alle splitsingen t/m 10 vlot zonder te tellen (les 3 en 4).

Doel 3 • Het kind kan getallen tot 100 splitsen in tientallen en eenheden (les 1 en 2).

• Het kind kan tientallen en eenheden samenvoegen tot een getal (tot 100) (les 3 en 4).

Optellen en aftrekken

Doel 1 Het kind memoriseert plus- en minsommen t/m 10:

• weet het antwoord zonder te tellen, bij ‘moeilijke’ sommen kijkend naar het rekenrek (les 1 en 2);

• betekenisverlening bij aanvulcontexten (les 3 en 4).

Doel 2 Het kind kan rekenen t/m 20 naar analogie van het rekenen t/m 10:

• rekenen tussen 10 en 20 naar analogie van het rekenen t/m 10 (rekenen met de kleine som) (les 1 en 2);

• aanvullen t/m 20 naar analogie van het aanvullen t/m 10 (les 3 en 4).

Doel 3 Het kind memoriseert plus- en minsommen t/m 10 (herhaling):

• plus- en minsommen t/m 10 (les 1 t/m 4);

• betekenis verlenen bij verschilcontexten (les 3 en 4).

Doel 4 Het kind kan optelsommen t/m 20 uitrekenen op het rekenrek, met de basisstrategie rekenen via de 10 in 2 stappen:

• begrijpen (les 1 en 2);

• uitrekenen (les 3 en 4).

Doel 5 Het kind kan aftreksommen t/m 20 uitrekenen op het rekenrek, met de basisstrategie rekenen via de 10 in 2 stappen:

• begrijpen (les 1 en 2);

• uitrekenen (les 3 en 4).

Doel 6 Het kind kan optel- en aftreksommen t/m 20 uitrekenen door te kijken naar het rekenrek, met de basisstrategie rekenen via de 10 in 2 stappen (les 1 t/m 4).

Doel 7 Het kind kan optellen en aftrekken t/m 100 met een tiental (vanaf een willekeurig getal) op de getallenlijn:

• de strategie beheersen (les 1 en 2);

• de strategie begrijpen (les 3 en 4).

Doel 8 Het kind kan aanvullen t/m een tiental en aftrekken van een tiental:

• de strategie beheersen (les 1 en 2);

• de strategie begrijpen (les 3 en 4).

Vermenigvuldigen

Doel 1 Het kind leert wat vermenigvuldigen is (start):

• begrijpen dat vermenigvuldigen herhaald optellen is;

• ×-teken koppelen aan vermenigvuldigverhalen en -plaatjes.

Doel 2 Het kind leert wat vermenigvuldigen is (vervolg):

• verhaal bedenken bij een kale keersom (nieuw);

• begrijpen dat vermenigvuldigen herhaald optellen is (herhaling);

• het ×-teken koppelen aan vermenigvuldigverhalen (herhaling).

Doel 3 Het kind leert wat vermenigvuldigen is (afsluiting begripsvorming):

• keersom weergeven op getallenlijn (nieuw) (les 1 en 2);

• herhaling andere onderdelen vermenigvuldigen begrijpen (les 3 en 4).

Meten

Doel 1 Geld

Het kind kan bedragen t/m 50 euro herkennen en samenstellen, met munten van 1 en 2 euro en briefjes van 5, 10 en 20 euro:

• met de steun van briefjes en munten (les 1 en 2);

• met zo min mogelijk briefjes en munten (les 3 en 4).

Doel 2 Geld

Het kind kan bedragen t/m 100 euro herkennen en samenstellen met munten van 1 en 2 euro en briefjes van 5, 10, 20 en 50 euro:

• met de steun van munten en briefjes (les 1 en 2);

• met zo min mogelijk munten en briefjes (les 3 en 4).

Doel 3 Tijd

Het kind kan rekenen met tijdsduur van hele uren en een half uur:

• later (les 1 en 2);

• vroeger (les 3 en 4).

Doel 4 Tijd

Het kind kan op een klok kwartieren aflezen:

• aantal minuten in een kwartier (les 1 en 2);

• kwartieren aflezen en de wijzers plaatsen (les 3 en 4).

Doel 5 Tijd

Het kind kan van een digitale klok met een 12-uurssysteem de tijd aflezen, bij hele uren, halve uren en kwartieren:

• hele uren en halve uren (les 1 en 2);

• kwartieren (les 3 en 4).

Doel 6 Tijd

Het kind kent de weekdagen, kan de dagen benoemen en op volgorde plaatsen (les 1 en 2);

Het kind kan een weekkalender aflezen en vanaf een startdag een andere dag bepalen (les 1 en 2); Het kind kent de maanden van het jaar en kan deze op volgorde plaatsen (les 3 en 4);

Het kind kan de maanden aan de seizoenen koppelen (les 3 en 4).

Doel 7 Meten

Het kind kan lengtes meten in centimeters nauwkeurig met een liniaal of meetlint.

Rekenroute • groep 4 • Doelenoverzicht per domein • © Malmberg ‘s-Hertogenbosch • 595941

DOELENOVERZICHT PER DOMEIN

GROEP 4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

[r]

Doel 2 Tijd: Het kind kan van een analoge en digitale klok met een 12-uurssysteem de tijd aflezen en noteren, bij 5 en 10 minuten voor en over een

• kan van een analoge klok de tijd op de minuut nauwkeurig aflezen en noteren bij hele en halve uren en kan de tijd globaal aflezen bij hele en halve uren en bij de kwartieren (les

De leerkracht geeft een stapsgewijze verlengde instructie op het doel waarop het kind uitvalt.. De leerkracht maakt hierbij gebruik van de voorbeelden en materialen uit de

Brussel, België Bezoek met vaste commissie voor Financiën aan Europees Parlement Treinreis met de Thalys, bekostigd door Tweede Kamer der Staten-Generaal 04-12-2017 04-12-2017.

Zweden en het Verenigd Koninkrijk Werkbezoek vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid Tweede Kamer der Staten-Generaal 06-01-2019 10-01-2019..

vergunninghouders die in een restverdeling klanten toebedeeld krijgen niet in alle gevallen voldoende klantgegevens ontvangen om de energie (elektriciteit of gas) tijdig bij hen