• No results found

Quantummechanica (NS-202b) 2 februari 2006

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Quantummechanica (NS-202b) 2 februari 2006"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Departement Natuur- en Sterrenkunde, Faculteit B`etawetenschappen, UU.

In elektronische vorm beschikbaar gemaakt door de TBC van A−Eskwadraat.

Het college NS-202b werd in 2005/2006 gegeven door prof. dr. T. Peitzmann.

Quantummechanica (NS-202b) 2 februari 2006

N.B. Alle opgaven tellen even zwaar en per opgave tellen alle onderdelen even zwaar.

Opgave 1

Voor elk van de volgende vragen kan een bondig antwoord volstaan (wees zo volledig mogelijk als nodig is, maar vermijd irrelevante uitweidingen).

a) Hoe luidt het (algemeen) “onzekerheidsprincipe” voor een paar fysische grootheden, uitge- drukt in termen van bijbehorende operatoren?

b) Zoals bekend luidt het zogenaamde “energie-tijd onzekerheidsprincipe” ∆E∆t ≥ ~2. Wat is (precies!) de betekenis van ∆t?

c) Wat is de afmeting van de “Bohr straal” (ongeveer)?

d) Geef de kanonieke commutatierelaties voor de componenten van het impulsmoment.

e) Wat zijn de toestanden van de twee spin 12 deeltjes in een samengestelde s = 1, m = 0 (triplet) toestand?

f) Waarom beschrijft | ↑↓ i geen stationaire toestand van een systeem van twee spin 12 deeltjes met s = 0?

g) Waarom zijn de “bolfuncties” (Ylm(ϑ, ϕ)) niet van nut bij het beschrijven van de golffunctie voor de spin-toestand van deeltjes?

h) Welke “kracht” is in het geding als men over “exchange forces” spreekt?

i) Hoe luidt het “Pauli uitsluitingsprincipe”?

j) Waarom is de Slater-determinant (det |ψi(rj)) zo handig bij het beschrijven van de toestand van identieke fermionen?

Opgave 2

Beschuw een deeltje met spin 12.

a) Wat zijn de eigenwaarden en eigenvectoren van ˆSx, ˆSy en ˆSz?

b) Beschouw het deeltje in een eigentoestand van ˆSx. Wat zijn de mogelijke meetresultaten (met bijbehorende waarschijnlijhheden) voor de z-component van de spin?

c) Op tijd t = 0 is het deeltje in de eigentoestand van ˆSx, bij eigenwaarde +~/2. We schakelen een magnetisch veld langs de Z-richting aan zodat de Hamiltoniaan gegeven wordt door

H = −γB ˆˆ Sz,

(B het magnetisch veld, γ de gyromagnetische verhouding). Laat zien dat de toestand op tijd t > 0 door

|ψ(r, s, t)i = 1

√2



e+iγB2 t| ↑ i + eiγB2 t| ↓ i , gegeven wordt.

(2)

d) Wat zijn de mogelijke waarden bij meting van ˆSx en ˆSz, op tijd t > 0 en met welke waar- schijnlijkheden? Verklaar eventuele verschillen.

e) Wat zijn de verwachte waarden bij meting van ˆSxen ˆSz, op tijd t > 0?

Opgave 3

Een porphyrinering is een molecuul dat deel uitmaakt van o.a. chlorofyll en haemoglobine. Een aantal fysische eigenschappen worden beschreven door het eenvoudige model van een cirkelvormig pad met straal r = 4 ˚A waarover 18 elektronen bewegen. We verwaarlozen interacties tussen de elektronen onderling en ook het hoekmoment, d.w.z., ´e´en elektron beschouwen we als een “vrij deeltje in ´e´en dimensie” met periodieke randvoorwaarde van periode 2πr.

a) Laat zien dat de energieniveaus van een enkel elektron gegeven worden door Ek = ~2

2mr2 k2 met k = . . . , −2, −1, 0, +1, +2, . . . ,

waarbij m de massa van het elektron voorstelt. Wat zijn de bijbehorende golffuncties? (Geef de positie van een elektron aan via de hoekparameter ϑ.)

b) Beschouw de grondtoestand van het systeem. Hoe zijn de 18 elektronen over de energieni- veaus uit a verdeeld? Wat is de waarde van de energie van de grondtoestand?

c) Wat is de laagste elektronisch ge¨exciteerde toestand van het molecuul?

d) Wat is de golflengte van de elektromagnetische straling waarmee het molecuul door absorptie van de grondtoestand naar de eerste aangeslagen toestand kan overgaan?

(3)

Formuleblad Quantummechanica

Formele relaties Z

znsin z dz = −zncos z + n Z

zn−1cos z dz, (1)

Z

zncos z dz = −znsin z − n Z

zn−1sin z dz, (2)

ln cos z =

X

n=1

(−1)n22n−1 22n− 1 B2n

n(2n)! z2n, (3)

Z 0

cos mt

1 + t2 dt = π2e−m, (4)

Z 0

xnexa dx = n! an+1, (5)

Z 0

x2nex2a2 dx = √ π(2n)!

n!

a 2

2n+1

, (6)

Z 0

x2n+1ex2a2 dx = n!

2a2n+2 (7)

Natuurkundige definities

J (x, t) = i~

2m

 Ψ∂Ψ

∂x − Ψ∂Ψ

∂x



. (8)

Comptongolflengte van het elektron h

mc = 0.0242 ˚A (9)

σx=0 1 1 0



, σy =0 −i i 0



σz=1 0 0 −1



, (10)

~ = 1.05457 × 10−34 Js, (11)

c = 2.99792 × 108 m/s, (12)

me = 9.10938 × 10−31 kg, (13)

e = 1.60218 × 10−19 C, (14)

0 = 8.85419 × 10−12 C2/Jm, (15)

α = e2

4π0~c

= 1/137.036, (16)

−E1 = α2mec2

2 = 13.6057 eV. (17)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Om hieruit zink te maken, laat men het zinksulfide eerst met zuurstof reageren.. Bij deze reactie worden zinkoxide (ZnO) en

Het kan deze elektronen opnemen aan de negatieve pool, waar een overschot aan elektronen

a) Derive an expression for the bolometric temperature (also called the emission temperature, T e ) of the earth using Stefan-Boltzman’s law, which states that the radiation emitted

b) Stel een experimentator ontvangt een bundel elektronen die hetzij door A, hetzij door B is geprepareerd. Kan hij door experimenten aan deze bundel dit onderscheid terugvinden?

Zoals bekend wordt de toestandsruimte van het systeem van de twee spin-1 deeltjes ook opge- spannen door totaal-impulsmoment toestanden |S, M i, waarbij S = 2, 1, 0, en M bij gegeven

In deze opgave gaan we voor een speciaal geval met behulp van variatierekening het grondniveau benaderen in de Yukawa-potentiaal.. Geef een energie-interval waarin zich het

Opdat het relativiteitsprincipe quantummechanisch geldt, moet het zo zijn dat de theorie die het quantummechanisch gedrag van het deeltje bepaalt in stelsel S van dezelfde vorm is

• Twee plaatsen waar reacties plaats vinden (elektroden). • Een reactie die elektronen