Bijwerkingen
[1536] 2 december 2005 • Pharmaceutisch Weekblad nr. 48
Geneesmiddelen als antidepressiva en NSAID’s kunnen de bloeddruk verhogen.
Goed om te weten, wanneer een patiënt aan de balie staat met een eerste recept voor een antihypertensivum.
Hypertensie als bijwerking van geneesmiddelen
SSRI’s en TCA’s
Omdat SSRI’s geen effect hebben op de norepinefrinespiegel, wordt bij deze groep in theorie geen hypertensie verwacht. Er zijn echter 10 meldingen ontvangen van hypertensie bij SSRI’s. Vaak was dit echter onderdeel van een mogelijk syndrome of inappropriate antidiuretic hormone secretion (SIADH of serotoninesyndroom).
Op theoretische gronden kan hyperten- sie verwacht worden bij het gebruik van tri- cyclische antidepressiva (TCA’s) en mirta- zapine, omdat zij de norepinefrinespiegel verhogen. Deze middelen hebben echter ook een antagonistisch effect op de post- synaptische α1-receptoren, waardoor het bloeddrukverhogende effect van norepine- frine op de gladde (hart)spieren wordt voorkomen [3]. Hypertensie is bij TCA’s 5 keer gemeld als bijwerking.
MAO-remmers
Een hypertensieve crisis is een
gevreesde, zeldzame bijwerking (0,3-0,5%) van niet-selectieve MAO-remmers. Een dergelijke bijwerking kan optreden indien voedsel met een hoog gehalte aan aminen (vooral tyramine) wordt genuttigd. Bij rem- ming van de afbraak van het enzym mono- amineoxidase (MAO) hoopt het tyramine zich op en verdringt het norepinefrine uit adrenerge neuronen. Dit veroorzaakt hypertensie en de toediening van de MAO- remmer moet dan onmiddellijk worden gestaakt [4].
Lareb heeft tweemaal een melding ont- vangen van een hypertensieve crisis na het gebruik van tranylcypromine. Bij een van deze meldingen had de patiënt tyramine- bevattend voedsel gegeten. Tweemaal trad er bloeddrukverhoging op waarbij de mel- der de relatie legde met een gelijktijdig gebruikt antibioticum. Er is ook eenmaal
H
ypertensie kan optreden als bij- werking van een geneesmiddel.Dat blijkt uit 330 meldingen die het Lareb hierover tot november 2005 heeft ontvangen. Deze meldingen hangen samen met 98 verschillende geneesmiddelengroe- pen (geneesmiddelen die op ATC5-niveau bij elkaar horen). Huisartsen en apothekers zijn zich niet altijd bewust dat hypertensie door geneesmiddelgebruik kan ontstaan.
Wanneer een patiënt met een eerste recept voor een antihypertensivum aan de balie staat, zou de apotheker kunnen controleren of andere medicatie mogelijk de oorzaak van de hypertensie kan zijn.
De belangrijkste veroorzakers op een rij.
Venlafaxine
Lareb heeft 26 meldingen ontvangen van hypertensie bij gebruik van het antide- pressivum venlafaxine. Bij de helft van deze meldingen trad hypertensie al op bij dag- doseringen lager dan 100 mg. De verhoging van de bloeddruk was vaak klinisch rele- vant, bij enkele meldingen was de diastoli- sche druk zelfs hoger dan 100 mmHg. Dit kan schadelijk zijn, zeker wanneer het onopgemerkt blijft. Venlafaxine moet immers ten minste zes maanden worden gebruikt. In de literatuur wordt het inciden- tiecijfer van bloeddrukstijging tijdens venlafaxinegebruik geschat op 5% [1].
Venlafaxine remt de heropname van serotonine, norepinefrine en dopamine in het neuron, in deze volgorde van sterkte van het effect. Een verhoging van de hoeveel- heid norepinefrine in de zenuwuiteinden zorgt voor een groter effect op de α1-recep- tor. Hierdoor wordt een cascade in werking gezet waardoor uiteindelijk de calcium- spiegel stijgt en gladde spieren samen- trekken. Hierdoor ontstaat het hyper- tensieve effect [2].
hypertensie gemeld na het gebruik van selegiline. Bij combinatie van de MAO- remmers moclobemide (remt voorname- lijk MAO-A) en selegiline (selectieve remmer van MAO-B) is ook een klinisch relevante interactie met tyraminerijk voedsel te verwachten [4].
Bupropion
Bupropion is geregistreerd als hulp- middel bij het stoppen met roken en wordt soms gebruikt bij therapie- resistente depressies. Roken is echter ook gerelateerd aan hypertensie en kan dus als confounder optreden. Lareb heeft 10 mel- dingen van hypertensie bij het gebruik van bupropion ontvangen. Hierbij waren enkele meldingen van ernstige hyperten- sie (tot 200/100 mmHg), soms samen met aritmieën. Bupropion is een selectieve heropnameremmer van norepinefrine en dopamine en heeft een minimaal effect op de heropname van serotonine [4].
Bupropion kan volgens eenzelfde mecha- nisme als venlafaxine leiden tot een stij- ging van de bloeddruk, zowel bij personen met als personen zonder bestaande hyper- tensie. De productinformatie raadt dan ook aan vooraf de bloeddruk te meten en dit te herhalen tijdens behandeling, zeker indien ook nicotinesuppletie wordt gebruikt [5].
Triptanen
Triptanen worden gebruikt ter behan- deling van migraine. Lareb ontving 4 mel- dingen van hypertensie in samenhang met het gebruik van triptanen. Het betrof drie- maal rizatriptan en eenmaal sumatriptan.
De werking berust op een selectief antago- nisme van 5HT1-receptoren, vooral van de 5HT1D-receptor. Deze receptor brengt vasoconstrictie van bepaalde craniale Florence van Hunsel en Kees van Grootheest
hypertensie Special
Pharmaceutisch Weekblad nr. 48 • 2 december 2005 [1537]
bloedvaten tot stand. Sumatriptan kan (zelden) voor een acute, meestal kleine, bloeddrukverhoging zorgen en zou daarom niet voorgeschreven mogen worden aan patiënten die hun hypertensie niet onder controle hebben [4].
NSAID’s en corticosteroïden
Het Pharmaceutisch Weekblad besteedde al eerder aandacht aan hyper- tensie door COX-2-remmers [6]. Er zijn 23 meldingen ontvangen van hypertensie na gebruik van de verschillende NSAID’s, waarvan 13 betrekking hadden op een selectieve COX-2-remmer. NSAID’s en selectieve COX-2-remmers veroorzaken hypertensie door remming van de prosta- glandinesynthese in de nier. Wanneer het circulerend volume afneemt, neemt ook de doorstroming van de nier af. Er wordt dan extra prostaglandine gemaakt in de nier en dit zorgt ervoor dat de nierperfusie weer toeneemt. Zowel selectieve als niet-selec- tieve NSAID’s remmen deze aanmaak van prostaglandines. De nierperfusie daalt en er ontstaat water- en zoutretentie, met als gevolg ontstaan of verergering van hyper- tensie.Er is bij Lareb 3 keer hypertensie gemeld door oraal corticosteroïdegebruik.
Dit kan gebeuren doordat de nier meer natrium vasthoudt onder invloed van de mineralocorticoïde werking. Door de natrium- en waterretentie kunnen gewichtstoename, oedeem, hypertensie en hartfalen ontstaan. Ook corticosteroïden met een meer glucocorticoïde werking kunnen op deze wijze hypertensie veroor- zaken [3].
Orale anticonceptiva, oestrogenen
Pilgebruik kan verantwoordelijk zijn voor een milde bloeddrukverhoging bij de meeste gebruiksters; bij 5% zou het gaan om een klinisch relevante verhoging [7].Bij Lareb is enkele keren hypertensie gemeld na het gebruik van verschillende anticonceptiva. Oestrogenen zowel als progestagenen kunnen veranderingen in de bloeddruk veroorzaken [7]. Van de huidige sub-50-pillen is het absolute addi- tionele risico op hart- en vaatziekten echter zo gering dat het Nederlands Huisartsen Genootschap het opsporen van hyper- tensie in dit kader niet zinvol acht [8].
Orlistat
Er is bij Lareb tweemaal hypertensie gemeld bij gebruik van orlistat. In een case- report in de BMJ werd de bijwerking hypertensie aan dit middel toegeschreven.
Het mechanisme van deze bijwerking is niet duidelijk; vochtretentie zou een rol kunnen spelen [9-11]. Ook kan overgewicht een confounder zijn, omdat dit het ontstaan van hypertensie kan bevorderen ●
verantwoording
Florence van Hunsel is apotheker en Kees van Grootheest is arts. Beiden zijn verbonden aan het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb.
literatuur
Zie voor de literatuurreferenties de digitale versie van dit artikel op pw.nl.
Deze rubriek ‘De Bijwerking’ wordt geschreven in samenwerking met het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb en zal terugkomen in elke Special met een farmacotherapeutisch onderwerp. U weet na het lezen wat u een patiënt kunt adviseren wanneer hij last heeft van de besproken bijwerking. Het Lareb is afhankelijk van meldingen en roept de apothekers op om deze veel te blijven sturen. Dit kan via de website www.lareb.nl
Tabel 1
Meldingen van hoge bloeddruk als bijwerking
Geneesmiddelgroep Aantal meldingen totaal
Aantal meldingen hypertensie
Overige antidepressiva 1216 30
SSRI’s 2582 10
Tricyclische antidepressiva (TCA’s) 648 5
MAO-remmers, niet-selectief 37 4
Middelen bij nicotineverslaving 10
Triptanen 359 4
Niet-selectieve NSAID’s 3126 10
COX-2-selectieve NSAID’s 745 13
Glucocorticoïden 457 3
Oestrogenen met progestagenen 636 4
Vermageringsmiddelen 43 2
Sommige geneesmiddelen kunnen de bloeddruk verhogen.
hypertensie Special
hypertensie Special Special hypertensie
[1554] Special hypertensie 2 december 2005 • Pharmaceutisch Weekblad nr. 48 hypertensie Special
literatuur
1 Physicians’ Desk Reference. 55e ed. Montvale: Medical Economics Company; 2001.
2 Boron WF, Boulpaep EL. Medical Physiology. Philadelphia: Saunders;
2003.
3 Hardman JG, Limbird LE, Gilman A, red. Goodman and Gilman’s The pharmacological basis of therapeutics. 10e ed. New York: McGraw- Hill; 2001.
4 Informatorium Medicamentorum 2005. Den Haag: KNMP/WINAp;
2005.
5 Samenvatting van de productkenmerken Zyntabac. www.cbg-meb.
nl/IB-teksten/25041.pdf. Geraadpleegd 27 oktober 2005.
6 COX-2-remmers leiden tot hypertensie. Pharm Weekbl 2004;139(34):1098.
7 Chasan-Taber L, Willett WC, Manson JE, et al. Prospective study of oral contraceptives and hypertension among women in the United States. Circulation. 1996;94(3):483-9.
8 NHG-Standaard Hypertensie. Utrecht: Nederlands Huisartsen Genootschap; 2003. http://nhg.artsennet.nl/upload/104/
standaarden/M17/start.htm. Geraadpleegd 27 oktober 2005.
9 Huber MH. Orlistat associated with hypertension. Roche concludes that there is no evidence of a causal association. BMJ.
2001;322(7278):110-1.
10 Johnston GD. Orlistat associated with hypertension. Digit preference lays conclusions about orlistat open to doubt. BMJ.
2001;322(7278):110.
11 Persson M, Vitols S, Yue QY. Orlistat associated with hypertension.
BMJ. 2000;321(7253):87.