• No results found

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt · dbnl"

Copied!
358
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Georgi Arbatov en Willem Oltmans

Vertaald door: Graa Boomsma en Irma van Dam

bron

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt (vert. Graa Boomsma en Irma van Dam).

In de Knipscheer, Haarlem 1981

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/oltm003sowj01_01/colofon.php

© 2016 dbnl / Willem Oltmans Stichting / erven Georgi Arbatov / Graa Boomsma /

Irma van Dam

(2)

Voorwoord

Na de Tweede Wereldoorlog emigreerde mijn familie naar Zuid-Afrika; we verlieten Nederland heilig overtuigd dat een Russische inval in West-Europa op handen was.

Arnolf Wolfers, rector van het Pierson College en tevens mijn leraar, legde er de nadruk op dat het belangrijkste resultaat van de Tweede Wereldoorlog niet de nederlaag van de nazi's was, maar het uitgroeien van de Sowjetunie tot supermacht.

Later ging ik naar de Verenigde Staten om aan de Yale University internationale betrekkingen te studeren.

Pas in 1971 reisde ik voor het eerst naar de Sowjetunie. Ik was bezig een documentaire voor de

NOS

voor te bereiden over het rapport Grenzen aan de groei dat in die dagen door de Club van Rome werd uitgegeven en samengesteld was door een groep wetenschapsmensen van het Massachusetts Institute of Technology volgens de door Jay W. Forrester ontwikkelde computer-methode. In het kader van dit project filmde en interviewde ik in de Sowjetunie Georgi A. Arbatow, lid van de Academie van Wetenschappen en directeur van het Instituut voor de

VS

en Canada, en dr. Jermen M. Gwisjiani, vice-voorzitter van de Commissie voor Wetenschap en Technologie van de ministerraad.

De volgende elf jaar maakte ik tientallen reportagereizen naar de Sowjetunie, en wanneer er tijd was bezocht ik ook professor Arbatow om van gedachten te wisselen over de Verenigde Staten en de rest van de wereld. Ik raakte er steeds meer van overtuigd dat - naast de zo nu en dan gepubliceerde interviews in vakbladen of hoofdartikelen in de Prawda - de opvattingen en

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(3)

ideeën van professor Arbatow over de Amerikaans-Russische betrekkingen voor een breder publiek toegankelijk zouden moeten worden gemaakt.

Ik legde een lijst aan van 150 eerste vragen en gaf deze aan professor Arbatow.

Daarvóór had ik tal van Rusland-kenners in de Verenigde Staten bezocht, zowel aan de Nationale Academie voor Wetenschappen en de onderzoekscentra van Harvard en Stanford als insiders zoals de gebroeders Rostow, Paul Nitze, admiraal Elmo Zumwalt, generaal-majoor Keegan, Richard V. Allen en anderen. Professor Arbatow ging er eind 1979 mee akkoord dat we het boek zouden schrijven; we begonnen onmiddellijk. De gebeurtenissen in Iran en Afghanistan en de algehele verslechtering van de internationale situatie werden tot een belangrijk onderwerp van gesprek en voegden er nieuwe dimensies aan toe.

Niet al mijn vragen werden in dank afgenomen, maar professor Arbatow vatte ze welwillend op, omdat hij zeer goed begreep dat veel mensen in het Westen zich met deze vragen bezig hielden. Onze arbeid heeft bevestigd dat vreedzame coëxistentie mogelijk is. De werkzaamheden verliepen in een sfeer van wederzijds begrip en met de wens van beide partijen om het boek zo informatief mogelijk te maken.

Het manuscript werd voltooid in januari 1981. Er bestaat immers een vacuüm in de informatie uit Moskou. We zien onszelf zelden zoals anderen dat doen of zoals we werkelijk zijn. Daarom hoop ik dat dit verslag van de opvattingen van een vooraanstaande deskundige van de andere partij zal bijdragen tot een juister inzicht in de manier waarop de Verenigde Staten en het Westen in het algemeen gezien worden in de hoofdstad van de grootste natie ter wereld. Het is een onvolledige bijdrage, omdat er zoveel meer vragen bij de lezers zullen leven dan ik heb kunnen stellen; maar dit soort projecten is altijd aan bepaalde grenzen gebonden.

Terwijl ik aan het boek werkte, ontmoette ik in Moskou enkele stafleden van het Instituut voor de

VS

en Canada van de Academie van Wetenschappen. De

samenwerking met hen verliep uitstekend en ik wil hen hierbij bedanken voor hun assistentie en steun.

New York, 31 januari 1981 - Willem Oltmans

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(4)

Het sowjet-standpunt

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(5)

De beproevingen van de ontspanning en de waarde van een juiste beeldvorming

De jaren zeventig zijn het decennium van de ontspanning geweest. Worden de jaren tachtig het decennium van de tweede Koude Oorlog?

Laten we niet zo fatalistisch zijn en het hele decennium nu al afschrijven. Maar wat dit ogenblik betreft moeten we het feit onder ogen zien dat de algemene internationale situatie er behoorlijk op achteruit is gegaan. Kort geleden leek het nog of de wereld erin geslaagd was af te rekenen met de vijandigheden en de stommiteiten van de Koude Oorlog, dat de ontspanning een normale zaak was geworden. Toch begint nu voor een aantal mensen de ontspanning op een tijdelijke, zij het welkome, afwisseling op de normale grimmige situatie van wantrouwen, vijandschap en confrontatie te lijken, die de internationale betrekkingen de eerste twintig jaar na de Tweede Wereldoorlog beheerste.

Wat is dan wel de ‘normale’ situatie?

Ik had hierover graag ondubbelzinnig willen verklaren dat we op het ogenblik een afwijking van het normale patroon zien, waarbij de norm een ontspanning in de internationale politiek is, een groeiende samenwerking en een vooruitgang in de wapenbeheersing. Maar ik aarzel, tenminste zolang we niet precies hebben vastgesteld wat ‘normaal’ is.

Als we het over een natuurlijke toestand hebben zoals de normale

lichaamstemperatuur waarmee aangegeven wordt dat het lichaam gezond is en dat niets die gezondheid bedreigt, dan weet ik zeker dat ontspanning de normale stand van zaken is in tegenstelling tot de Koude Oorlog.

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(6)

Maar ‘normaal’ kan ook betekenen ‘gebruikelijk’, een toestand die als zo natuurlijk wordt opgevat dat er geen extra inspanningen voor nodig zijn om hem in stand te houden.

Zo is het normaal dat een kurk op het water blijft drijven. Als je die kurk op de bodem wilt krijgen of omhoog wilt laten vliegen, dan moet je daarvoor iets doen;

als je daarmee ophoudt, gedraagt de kurk zich weer ‘normaal’. In deze betekenis is ontspanning helaas nog niet de normale staat van de internationale betrekkingen geworden. Er zijn nog steeds extra inspanningen nodig om die toestand te handhaven, terwijl je om opnieuw een situatie van spanning te krijgen alleen maar rustig hoeft af te wachten.

Met andere woorden, de ontspanning is in de knel gekomen omdat men zich onvoldoende heeft ingespannen om haar te handhaven?

Nee, daar ben ik het niet mee eens. Natuurlijk hebben sommige mensen harder aan de ontspanning gewerkt dan anderen, maar de ontspanning heeft niet alleen tegen de passiviteit moeten opboksen. Een sterke contrabeweging van degenen die de ontspanning als een gevaarlijke dwaling zagen, heeft de doorslag gegeven. De ontspanning is met name ondermijnd door de verschuiving aan het eind van de jaren zeventig en het begin van de jaren tachtig in het buitenlandse beleid van de Verenigde Staten.

De Amerikaanse lezers zullen zich hierover erg kwaad maken, omdat zij ervan overtuigd zijn dat de beslissende factor in de huidige verslechtering Afghanistan is geweest.

Ik ben me er heel goed van bewust dat onze acties met betrekking tot Afghanistan gebruikt zijn om in het Westen een storm van emoties en aanklachten te ontketenen.

Maar politieke oordelen dienen gebaseerd te zijn op feiten en niet op emoties.

De officiële Amerikaanse redenering dat de oorzaak van de huidige verslechtering in de gebeurtenissen rond Afghanistan ligt, is niet steekhoudend omdat de voornaamste besluiten die de basis vormen van de nieuwe politiek van de Verenigde Staten - een politiek die hier in de Sowjetunie gezien wordt als een stap terug naar de Koude Oorlog - al lang vóór Afghanistan genomen waren.

Welke besluiten bedoelt u?

Het

NAVO

-besluit over de jaarlijkse verhoging van de militaire

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(7)

uitgaven voor een periode van vijftien jaar (Washington, mei 1978); het besluit van de Amerikaanse president over de uitvoering van een ‘vijfjarenplan’ voor militaire programma's en ongekend hoge bewapeningsuitgaven (november 1979); het bijzonder gevaarlijke

NAVO

-besluit om in Europa nieuwe Amerikaanse

middellange-afstandsraketten te bouwen en te stationeren (Brussel, december 1979).

Wat ook nog aan Afghanistan voorafging was het - feitelijk - staken van de besprekingen over de wapenbeperking door de Verenigde Staten. De ratificering van het

SALT

-

II

-akkoord is sinds september/oktober 1979 hoogst twijfelachtig.

Plotseling was er een snelle toenadering tot China die gebaseerd was op een duidelijk anti-Russische houding. Bovendien stuurden de Verenigde Staten eind 1979 een hele serie oorlogsschepen met vliegtuigen en kernwapens naar de Perzische Golf.

We konden moeilijk geloven dat dit alleen maar gebeurde om de gijzelaars in Teheran te bevrijden en niet een onderdeel vormde van de totale verandering in het

buitenlandse beleid en de militaire opstelling van Amerika.

Daarom namen we in de Sowjetunie al half december 1979 aan dat de Verenigde Staten bezig waren een forse draai in hun politiek te maken.

Met andere woorden, de Amerikaanse politiek was van invloed op de Russische acties in Afghanistan?

Zij vormde een belangrijke factor, ja.

Wanneer de ontspanning zich normaal had ontwikkeld en de door u aangehaalde moeilijkheden niet hadden plaatsgevonden, had dan de Sowjetunie haar troepen niet naar Afghanistan gestuurd?

Dat is heel goed mogelijk. Maar begrijpt u me goed, het sturen van troepen was geen

‘strafmaatregel’ voor het slechte gedrag van de Verenigde Staten of het Westen. Het had meer te maken met onze nieuwe beoordeling van de situatie die door de Verenigde Staten en de

NAVO

was geschapen.

Zoals president Brezjnew het in een interview van januari 1980 met de Prawda

1

stelde, het besluit om een beperkte troepenmacht naar Afghanistan te sturen was niet makkelijk voor ons. De Afghaanse regering heeft ons al lang voor 1980 herhaaldelijk om hulp gevraagd, maar we zijn er toen niet op ingegaan.

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(8)

Tegen het einde van 1979 moest de situatie in Afghanistan echter beschouwd worden in het licht van de snel groeiende internationale spanningen die zich in de gehele wereld en vooral in dat gebied voordeden. In dat licht nam de bedreiging van de revolutionaire regering van Afghanistan - en ook de bedreiging van onze eigen veiligheid - veel grotere vormen aan dan het geval zou zijn geweest in tijden van ontspanning.

De gebeurtenissen in Afghanistan hebben de Amerikanen en hun

bondgenoten zeer verontrust omdat ze onzeker werden over de Russische bedoelingen. Carter heeft uitdrukkelijk gesteld dat hij daar niet van op aan kon.

2

De plotselinge verandering in de Amerikaanse buitenlandse politiek is wellicht veroorzaakt door wat gezien werd als het groeiende Russische gevaar dat door de gebeurtenissen in Afghanistan alleen maar werd bevestigd.

Als ik hoor praten over ‘het Russische gevaar’ - niet door geconditioneerde gewone mensen maar door verantwoordelijke politici en deskundigen - kan ik me eerlijk gezegd niet aan de indruk onttrekken dat ze in feite niet aan de machtspositie en de bedoelingen van de Sowjetunie denken, maar aan de Verenigde Staten - hun politieke en militaire positie en de rol van Amerika in de wereld.

Het is beslist veel gemakkelijker voor de

VS

om met de meest vérgaande eisen en aanspraken op militair en politiek gebied te komen, wanneer de Amerikanen pretenderen door de Russen tot zo'n houding te zijn geprovoceerd.

Alleen ziet het er voor ons anders uit. Niemand heeft Amerika gedwongen het buitenlandse beleid te verscherpen. Het is eerder zo dat de

VS

al een hele tijd bezig waren om zichzelf kunstmatig op te winden, totdat de huidige gemoedstoestand jegens de Sowjetunie en het buitenland in het algemeen werd bereikt.

Maar u ontkent toch niet dat de Sowjetunie haar militaire macht door de jaren heen enorm heeft uitgebreid?

Ja, we zijn er inderdaad in sterkte op vooruitgegaan. We hadden gegronde redenen om aandacht aan onze defensie te schenken. En veel van die mensen die zo luid jammeren over het Russische militaire gevaar, moeten toch wel weten dat dat gebeurd is terwille van de verdediging en niet om een aanval voor te bereiden.

Maar de

NAVO

blijft er op hameren dat de Russische uitbreidingen

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(9)

verder gaan dan ‘de gerechtvaardigde defensie-eisen’.

‘Waarom ziet ge wel de splinter in eens anders oog en niet de balk in het eigen?’ Ik vraag me dikwijls af hoe Amerikaanse politici en generaals hun eigen

gerechtvaardigde defensie-eisen zouden taxeren als er ongeveer een miljoen man aan troepen van het Warschau-Pact en zo'n 700 kernwapens in het noorden van Michigan waren gestationeerd, waarbij Texas dan niet zou grenzen aan Mexico maar aan een land bewoond door een miljard met kernwapens uitgeruste Chinezen die door messiaanse pretenties gedreven werden en die een flink deel in het zuiden van Amerika als eigen grondgebied opeisten.

Een aanduiding voor de officiële Amerikaanse hypocrisie met betrekking tot de strategische positie van de Sowjetunie is de term ‘crisis-boog’, die door Brzezinski werd verzonnen en verwijst naar Zuidwest-Azië en het Midden-Oosten. Dit gebied is uitgeroepen tot een ‘gebied van vitaal belang voor Amerika’. Maar is het iemand opgevallen dat die ‘boog’ over bijna de gehele lengte direct aan ons land en dat van onze zuiderburen grenst, waardoor dit gebied dus van wezenlijk belang is voor de veiligheid van de Sowjetunie?

Wanneer het niet het Russische gevaar is, wat zou dan de werkelijke reden kunnen zijn voor deze nieuwe harde aanpak van Amerika?

Er zijn volgens mij twee soorten oorzaken: eerst ontstond een verandering van de stemming en van de krachtsverhoudingen binnen de Amerikaanse machtselite en vervolgens werd een politiek klimaat in Amerika geschapen dat de mogelijkheid bood deze veranderingen in praktische politiek om te zetten.

Wat die elite betreft hangen de voornaamste redenen voor de verandering naar mijn mening samen met haar moeilijkheden om zich aan de nieuwe realiteiten van de wereldsituatie aan te passen.

Deze realiteiten schiepen beslist problemen voor de Verenigde Staten, omdat ze een diepgaande heroriëntatie van de Amerikaanse buitenlandse politiek vereisten.

Het was een kwestie van breken met de richtlijnen, denkbeelden en normen van het politieke gedrag dat kenmerkend was voor een heel tijdperk. Een heel bijzonder tijdperk, ook in verband met de situatie waarin Amerika zich bevond onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog,

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(10)

waar ze als de rijkste en machtigste natie uit te voorschijn was gekomen zonder getroffen te zijn door verwoestingen of grote offers te hebben gebracht. De Verenigde Staten verkeerden in die dagen in de veronderstelling dat ze bijna alles en iedereen konden kopen, en door hun grote macht degenen die ze niet konden kopen, konden onderdrukken of zelfs vernietigen. Deze historische situatie was uniek en van korte duur. Maar veel Amerikanen wensten dit te beschouwen als de natuurlijke en eeuwigdurende stand van zaken.

Bent u het ermee eens dat in het begin van de jaren zeventig veel Amerikanen met deze illusies hebben afgerekend?

Ja, maar het kostte ze wel verschrikkelijk veel moeite. Dat werd weer eens duidelijk tijdens de verkiezingscampagne van 1980 die de nostalgische leuze van de

‘Amerikaanse droom’ voerde. Een andere oorzaak heeft te maken met de vrees van de elite dat de vermindering van de internationale spanning de politieke wil van de Verenigde Staten zal ondermijnen. Ik zou u graag aan één episode uit 1972 willen herinneren, net na de eerste topconferentie toen de Amerikaanse president naar Washington was teruggekeerd. Wat beheerste de gedachten van de Amerikaanse politici? Volgens Kissingers memoires geen vreugde, geen voldoening, maar angst en bezorgdheid over het feit dat het voortaan veel lastiger zou worden om publieke steun te krijgen voor militaire programma's en dat de daarbij behorende politieke lijn veel moeilijker te volgen zou zijn.

3

Dat was al in 1972 de reactie. De gebeurtenissen in de tweede helft van de jaren zeventig maakten het voor de ontspanning veel moeilijker. Het Amerikaanse establishment schijnt van die gebeurtenissen te zijn geschrokken, zodat het proces van aanpassing werd vertraagd en vervolgens stopgezet.

De Amerikaanse fiasco's in Indochina, Iran en andere gebieden zijn door veel Amerikanen beschouwd als het gevolg van de veronderstelde afkeer van Amerika om geweld te gebruiken. Vandaar dat de argumentatie voor herbewapening en herziening van de militaire doctrine nieuw leven werd ingeblazen. Maar de werkelijke motieven voor de groeiende ontevredenheid binnen de Amerikaanse machtselite over hoe de zaken zich in de wereld

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(11)

ontwikkelen liggen, denk ik, dieper.

Waar denkt u dan aan?

Een van de feiten waar ze het bijzonder moeilijk mee hebben is het verlies van de Amerikaanse strategische overmacht en de ontstane gelijkheid tussen de Sowjetunie en de Verenigde Staten.

Een ander aspect is de toenemende afhankelijkheid van de Amerikaanse economie van andere landen. Daar zijn de Amerikanen niet aan gewend. Jarenlang hebben ze de mond vol gehad over ‘onderlinge afhankelijkheid’, maar zodra duidelijk werd dat dit ook een zekere mate van Amerikaanse afhankelijkheid van anderen betekende, riepen de Verenigde Staten ‘kwetsbaarheid’.

U bedoelt de Amerikaanse afhankelijkheid van olie-importen?

De olie is ongetwijfeld een belangrijke factor. Ja, de

VS

zijn nu meer dan ooit afhankelijk van de olie uit het Midden-Oosten. Maar die afhankelijkheid is niet veroorzaakt door de olieproducenten. Als je van anderen afhankelijk bent, geeft je dat niet een speciaal recht op hun eigendommen. Anders wordt het de wet van de jungle.

Welke andere factoren hebben, denkt u, bijgedragen tot de verandering in de Amerikaanse politiek?

De factor China is belangrijk geweest. Preciezer gezegd, de Verenigde Staten koesterden de ijdele hoop op een snelle wending in het machtsevenwicht in de wereld ten gunste van de

VS

door samen te werken met China. Daarvóór voeren de

VS

een voorzichtiger koers met betrekking tot de toenadering tot China, omdat ze de Amerikaans-Russische relaties niet wilden verstoren die van groter belang voor de Verenigde Staten werden beschouwd. Washington zorgde ervoor de grens niet te overschrijden waarachter de

VS

zware verplichtingen op zich zouden moeten nemen, zodat de

VS

niet zo zeer China zouden kunnen gebruiken voor Amerikaanse

doeleinden, maar veeleer voor het Chinese karretje zouden worden gespannen.

Ik wil ook nog op een belangrijke Amerikaanse binnenlandse factor wijzen.

De verkiezingscampagne?

We kunnen het ook over de jongste verkiezingscampagne heb-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(12)

ben, maar waar ik op doel is een factor die op langere termijn speelt. Ik bedoel de toenemende klachten van het Amerikaanse establishment over de ‘onbestuurbaarheid’

van Amerika: gebrek aan eenstemmigheid, verdeeldheid van de politieke instituten, een ‘te zware belasting’ van het politieke systeem met sociale vraagstukken, ‘te veel’

democratie. Men herinnert zich dat de Verenigde Staten tijdens de Koude Oorlog een beter georganiseerde, gedisciplineerde maatschappij waren, waardoor het regeren werd vergemakkelijkt. Ik vermoed dat veel van die mensen die zo wanhopig zijn geworden van deze ‘onbestuurbaarheid’, verwachten dat een gespannen internationale situatie de Amerikanen volgzamer zal maken.

Al deze factoren te zamen hebben volgens mij een bepaalde eenstemmigheid onder grote delen van de heersende kringen in de

VS

teweeggebracht. Dé manier om de macht en invloed van Amerika in de wereld te vergroten en tegelijkertijd de

binnenlandse instabiliteit te beperken, was het uitbreiden van de militaire macht en het aantonen dat men in staat en bereid was haar in te zetten. Bovendien zou de economische macht directer en minder scrupuleus gebruikt dienen te worden door de een te onderdrukken en de ander te intimideren.

Natuurlijk is dit maar een ruwe schets van de situatie. Het werkelijke beeld is gecompliceerder.

Dat klinkt als een kwalificatie.

Ik zou de situatie niet simpeler willen voorstellen dan die is, door een niet bestaande orde en organisatie te veronderstellen. Eigenlijk zou ik twee belangrijke kwalificaties kunnen noemen. De eerste houdt in dat het met het bereiken van overeenstemming en de besluitvorming van de heersende kringen in de

VS

zo is gesteld dat een president misschien niet eens zo'n hechte overeenstemming nodig heeft. In feite is het misschien zelfs wel makkelijker om een verdeelde en gedesoriënteerde elite te leiden dan een hechte en zelfverzekerde. Ten tweede blijven er - ondanks de consensus die in de hoogste regionen van het Amerikaanse politieke systeem lijkt te ontstaan - groeiende twijfels over dit nieuwe Amerikaanse buitenlandse beleid omdat velen bang zijn dat het beleid zal falen en zeer gevaarlijk zal zijn voor de

VS

zelf.

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(13)

Waardoor is het politieke klimaat in het land zelf veranderd?

Daar was een enorme inspanning van de traditionele tegenstanders van de ontspanning voor nodig. De Amerikaanse publieke opinie sprak zich zeer sterk uit voor

ontspanning. Maar het publiek was ook erg teleurgesteld over een aantal

ontwikkelingen in de buitenlandse politiek van de afgelopen tien jaar. De voorstanders van de harde lijn met hun propaganda van het ‘Russische gevaar’ en ‘er valt met Amerika niet te spotten’ zijn er vrij goed in geslaagd die teleurstellingen in de gewenste banen te leiden.

De plotselinge opleving in de Amerikaanse vaderlandsliefde was misschien een gevolg van de Iraanse gijzelingskwestie?

Vat dit niet op als een rechtvaardiging voor wat het Amerikaanse ambassadepersoneel en de Amerikaanse diplomaten in Teheran werd aangedaan, maar de Amerikaanse reactie op deze gebeurtenissen kwam op mij meer als chauvinisme en jingoïsme over.

Houden de Russen niet van hun vaderland?

Jazeker wel, en we respecteren en waarderen ook het patriottisme in andere landen.

We zijn van mening dat vaderlandsliefde een sterk morele kracht is die ten tijde van een nationale crisis een beslissende rol kan spelen. Maar oprechte vaderlandsliefde houdt ook in een rationele houding tegenover het eigen land en een kritische houding wanneer het land fouten maakt (zo zag trouwens Lenin het patriottisme). Het moet onderscheiden worden van het nationalistische vuur dat zo vaak landen op de verkeerde weg heeft gebracht. Deze laatste variant van vaderlandsliefde had de negentiende-eeuwse Engelse lexicograaf Samuel Johnson op het oog toen hij het patriottisme betitelde als ‘het laatste toevluchtsoord voor een schurk’.

Ziet u nog andere oorzaken voor de veranderingen in de Amerikaanse politiek?

De hele politieke aanpak van de regering-Carter. In februari 1980 citeerde Time een hoge functionaris van het ministerie van Buitenlandse Zaken, die zei dat Brzezinski

‘eindelijk zijn Koude Oorlog had gekregen’. ‘Een aantal deskundigen op het gebied van het buitenlandse beleid had het,’ volgens Time, ‘nogal ironisch gevonden dat Brzezinski's van oudsher bekende voorkeur

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(14)

voor de harde aanpak blijkbaar gerechtvaardigd was geworden door een crisis die wellicht mede door zijn redeneringen, zijn gestook tegen Moskou en zijn overhellen naar Peking is ontstaan.’

4

Natuurlijk lag het niet alleen aan Brzezinski. De president zelf en de regering in haar geheel hebben op belangrijke punten een politiek van zigzaggen en weifelen gevoerd die in niet onaanzienlijke mate de fundamenten voor de ontspanning in de Verenigde Staten heeft ondergraven en de positie van de tegenstanders daarvan heeft versterkt.

Het is tegenwoordig onder de voorstanders van de harde lijn in Washington mode om de ontspanning belachelijk te maken omdat daardoor de Amerikaanse wilskracht en besluitvaardigheid in wereldzaken zou zijn ondermijnd. Maar als er één terrein is waarop het de Amerikanen echt aan wilskracht en besluitvaardigheid ontbreekt, dan is het wel bij het nemen van stappen om de spanningen weg te nemen, de wapenbeheersing te bevorderen en het vertrouwen te vergroten.

En toen kwamen de presidentsverkiezingen van 1980. Zelfs vooraanstaande analytici uit het Westen, zoals kolonel Jonathan Alford, onderdirecteur van het International Institute for Strategic Studies in Londen, lieten blijken er niet erg gelukkig mee te zijn dat de hele wereld moet gaan zitten afwachten tot de verkiezingsrace in Amerika voorbij is. Alford heeft tegen mij gezegd: ‘Dit is niet alleen vreselijk droevig, maar potentieel vrij gevaarlijk.’

Inderdaad, de verkiezingstijd in Amerika is een slechte tijd voor goede politiek en een goede tijd voor slechte politiek. Tot op zekere hoogte valt het te begrijpen.

Voordat iemand een uitstekende president of een verschrikkelijk slechte president kan worden, moet hij eerst president worden. Maar soms vraagt men zich wel af waarom de kandidaten iedere keer weer mee lijken te doen aan een waar complot om het militarisme te bevorderen en de bewapeningswedloop en antisowjet-gevoelens te propageren. De bekende Amerikaanse wetenschapper Jerome Wiesner heeft er aan het slot van de laatste verkiezingen in een artikel in de New York Times aan herinnerd dat ‘we tijdens iedere campagne voor de presidentsverkiezingen een bombardement van hysterische, angstaanjagende vermoedens over een dreigend Russisch strategisch overwicht moeten ondergaan, dat gepaard gaat met de

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(15)

roep om een enorme uitbreiding van onze kernmacht.’

5

En hij voert de geschiedenis van deze gevaarlijke traditie terug tot 1948.

Sindsdien zijn er inderdaad nogal wat campagnes geweest die in dit opzicht werkelijk heel erg waren.

Maar de campagne van 1980 is echt een internationale ramp geweest. Er zijn nauwelijks debatten gehouden over de problemen waar Amerika echt mee zit. Er zijn nauwelijks pogingen gedaan om opnieuw vast te stellen wat de nationale belangen zijn en om verstandige manieren te bedenken om voor die belangen op te komen. In plaats daarvan is de wereld getuige geweest van een oorverdovend wapengekletter, een commando-aanval op Iran als een soort woede-uitbarsting en de aankondiging van een nieuwe en nogal gevaarlijke nucleaire doctrine. Het land verkeerde in een kunstmatige crisissituatie en sommige Amerikanen zijn zelfs van mening dat dit kwam doordat de president een crisis als enig redmiddel tegen een

verkiezingsnederlaag zag.

Is er een alternatief?

Idealiter - maar daar kan ik zelf nauwelijks in geloven - zou een verkiezingscampagne kunnen dienen als middel tot politieke scholing en voor het doen van voorstellen om de regeringspolitiek te verbeteren. Maar de mechanismen van het politieke proces ondersteunden dergelijke democratische doeleinden niet.

Ik denk dat senator Edward Kennedy gelijk had toen hij zei dat de loop van de Amerikaanse politiek in 1980 gegijzeld is.

In een hoofdartikel van de Prawda uit maart 1980 kenschetste u de veranderingen in het Amerikaanse buitenlandse beleid als een poging wederom een Koude Oorlog te beginnen.

Ja, er zijn nogal wat parallellen. We zien dat de

VS

zich weer verlaten op de militaire sterkte als het belangrijkste instrument van de buitenlandse politiek. Dat is precies wat ook de eerste Koude Oorlog kenmerkte, toen militaire kracht de voornaamste basis - zo niet het substituut - was voor het buitenlandse beleid. De huidige wending naar een Koude Oorlog kan gezien worden in het licht van een hernieuwde campagne voor een militaire superioriteit van Amerika, een aanzienlijke opvoering van de bewapeningswedloop en de militaire uitgaven, het laten stagneren van de besprekingen over wapenbeperking.

Dan is er een terugkeer naar de actieve interventiepolitiek.

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(16)

Dreigementen om troepen te sturen zijn weer algemeen gangbaar gebruik in de Amerikaanse diplomatie geworden. Een speciaal onderdeel, zogenaamde rapid deployment forces (snel inzetbare eenheden), wordt opgeleid voor militaire acties op korte termijn in elk deel van de wereld.

Overigens heb ik gelezen dat dat soort eenheden voor het eerst door Henry Kissinger werd voorgesteld, eind jaren vijftig, in een rapport van het Rockefeller Brothers Fund. Later, in de jaren zestig, wilde Lyndon Johnson ze invoeren, maar het lukte hem niet het Congres over te halen. Het idee werd krachtig bestreden door de leider van de haviken in de Senaat, Richard Russell uit Georgia, die aanvoerde dat alleen al het beschikken over zulke troepen de Verenigde Staten in een tweede Vietnam zou storten.

Nog een parallel is de koerswijziging naar een politiek van confrontatie met de Sowjetunie. Een nogal hysterische koerswijziging trouwens.

We zouden naar een hernieuwde Koude Oorlog kunnen toedrijven.

Het punt is alleen dat een tweede versie van de Koude Oorlog veel gevaarlijker zou zijn. Een terugkeer naar ongebreidelde vijandigheid en confrontatie zou in een heel nieuwe fase in de ontwikkeling van vernietigingsmiddelen plaatsvinden, waardoor de gevolgen van een militair conflict veel rampzaliger zouden zijn. Bovendien zou de Koude-Oorlogsstorm in de jaren tachtig een veel groter aantal landen meeslepen dan vroeger. Hoe groter het aantal betrokkenen in een internationaal conflict is, des te groter is het risico, zeker wanneer een paar van die betrokkenen geneigd zijn zich roekeloos en onverantwoordelijk te gedragen.

Bedoelt u China?

In de eerste plaats China, maar niet als enige. Door een terugkeer naar de Koude Oorlog zou de verspreiding van kernwapens praktisch onvermijdelijk worden.

Er is nog iets dat belangrijk is. De komende tijd zullen wereldproblemen als de uitputting van natuurlijke rijkdommen, milieuvervuiling en honger nog dringender worden. Ontspanning, wapenbeheersing en internationale samenwerking zou de kans

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(17)

op een oplossing van deze problemen verhogen, in een Koude-Oorlogssituatie zouden oplossingen ondoenlijk kunnen blijken.

Patrick Caddell, een adviseur van het Witte Huis, heeft tegenover Playboy verklaard: ‘Oh, een oorlogje levert je aardig wat stemmen op. Maar het ontbreken van een oorlog laat zich niet in stemmenwinst vertalen. Elke president kan het land dwingen zich achter hem te scharen door middel van beslissende krijgshandelingen. Eisenhower had Korea en Libanon, Kennedy Cuba en Vietnam, Johnson, Nixon en Ford hadden Vietnam.’

Een aardige illustratie van het ‘morele’ presidentschap: over oorlog wordt gesproken als over een aanvaardbaar middel om een volgende afwisseling van de wacht in Washington te voorkomen. Geeft de uitspraak van de heer Caddell niet te kennen dat een aantal zaken goed fout zit in het politieke systeem dat van oorlog een welkome bijdrage aan politiek succes maakt?

Caddell klinkt misschien cynisch, maar zo'n handelwijze werd in het verleden herhaaldelijk toegepast.

Het is een kenmerk van de Amerikaanse politiek dat in moeilijke tijden de politici het voordeliger en veiliger vinden om zich naar rechts te bewegen, een harde politiek te voeren. Om de een of andere reden wordt zo'n houding nog steeds als zeer patriottisch beschouwd, terwijl die houding in een atoomtijdperk de grootste ellende kan veroorzaken. Het wordt als zeer realistisch beschouwd, terwijl je tegenwoordig niets beroerders kunt bedenken om de eigen veiligheid te verzekeren dan het voeren van een bewapeningswedloop en het gebruiken van geweld.

De cowboy die in het wilde weg schiet blijft in Amerika een populair symbool, maar er moeten belangrijkere psychologische redenen voor een dergelijke stand van zaken zijn aan te wijzen. Een van die redenen zou kunnen zijn een traagheid in het denken, het onvermogen om de last van oude opvattingen die nog uit de Koude Oorlog stammen, van zich af te schudden; opvattingen die overeind blijven vanwege hun aanlokkelijke eenvoud.

Eenvoud?

In een Koude-Oorlogsmilieu speelt alles zich op het niveau van een goedkope western af. Er is een heel duidelijk doel: die vijand verslaan. Hoe meer je die vijand schaadt, des te beter dat voor jou is. Je kunt appelleren aan zulke atavistische gevoelens als

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(18)

chauvinisme, achterdocht en vijandigheid tegenover mensen die er anders uitzien en anders leven - als een verlangen naar superioriteit. Je bevindt je in een

tweedimensionale wereld, een wereld van zwart en wit, en je kunt je politieke programma - wat wel heel belangrijk kan zijn - in één minuut van de kostbare televisietijd uiteenzetten.

De filosofie achter de ontspanning is veel ingewikkelder en veel moeilijker te bevatten. Men moet ruimdenkend zijn en redelijk verdraagzaam om de mogelijkheid en de wenselijkheid van coëxistentie en samenwerking in te kunnen zien tussen landen die misschien totaal verschillend zijn in hun sociale systeem, politieke waarden en gewoonten. Men moet zich realiseren dat de betrekkingen tussen die landen geen spel zijn dat niets oplevert - waarin dus de ene partij evenveel wint als de andere verliest - en dat beide partijen ondanks alle verschillen en moeilijkheden misschien toch ontzaglijk veel gemeenschappelijke belangen delen.

Nog moeilijker is het te begrijpen dat de oorsprong van de problemen niet altijd bij ‘de ander’ ligt, maar dat ze vaak door eigen fouten en vergissingen worden veroorzaakt - en door gebeurtenissen en krachten waar niemand iets over te zeggen heeft. Bovendien moet men kunnen inzien dat eigenschappen als zelfbeheersing, gematigdheid, water bij de wijn willen doen - al is daar niet alleen meer wijsheid maar ook een grotere politieke moed voor nodig - te verkiezen zijn boven

eigengereidheid, arrogantie en het willen volgen van de harde lijn. Ten slotte moet elk proberen de andere partij te begrijpen. Hoe komt het eigen politieke beleid bij hen over? Hoe zien zij dat beleid?

Bent u teleurgesteld? Denkt u dat de ontspanning voor het grote publiek te ingewikkeld is gebleken?

In de jaren vijftig konden maar een paar mensen de gecompliceerde moderne internationale politiek volgen. In de jaren zestig begon dat aantal snel te groeien. In de jaren zeventig drongen bepaalde waarheden over de hedendaagse wereld tot miljoenen mensen door. Ik hoop nog steeds dat de ideeën van de ontspanning in de jaren tachtig zullen zegevieren.

U zei dat het veel moeite kost de ontspanning in stand te houden, terwijl de spanningen vanzelf toenemen. Komt dat door de gecom-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(19)

pliceerdheid van het begrip ontspanning tegenover de gevaarlijk simplistische Koude-Oorlogsformule?

De natuurlijke traagheid speelt ook een belangrijke rol. De ontspanning is nog maar een paar jaar oud, terwijl de daaraan voorafgaande Koude Oorlog tientallen jaren heeft geduurd. Die periode heeft niet alleen een heleboel vooropgezette meningen en vooroordelen nagelaten, maar ook een aantal ingebouwde mechanismen. Ik bedoel het mechanisme van de bewapeningswedloop, de bestaande politieke en militaire bondgenootschappen, en alle andere onderdelen van de enorme infrastructuur die in dienst van de Koude Oorlog ontworpen is: bureaucratische instellingen en organisaties voor de psychologische oorlogsvoering, geheime operaties en meer van dat soort activiteiten. Al deze mechanismen proberen hun eigen voortbestaan te verzekeren.

Dit betekent dat ze internationale spanningen moeten opwekken, militaire concurrentie moeten stimuleren en wantrouwen en haat tegenover de ‘externe vijand’ moeten zaaien.

Deze mechanismen worden in de Verenigde Staten nog versterkt door bepaalde

‘schakels’ die een verbinding vormen met centra van het economische systeem en invloedrijke heersende belangen.

Zal er ooit een duurzame ontspanning zijn?

Er is veel voor ontspanning te zeggen, en zij heeft een grote levenskracht. Het voornaamste argument voor ontspanning is dat er geen aanvaardbare alternatieven voor bestaan als we de dag des onheils willen vermijden.

Wat verstaat de Sowjetunie precies onder ontspanning?

Laat ik de meest gezaghebbende Russische definitie voor u citeren, die van Leonid Brezjnew.

‘Ontspanning betekent in de eerste plaats het te boven komen van de Koude Oorlog en een overgang naar normale, goed lopende betrekkingen tussen staten onderling.

Ontspanning betekent de bereidheid om geschillen en onenigheid niet door geweld, bedreigingen of wapengekletter op te lossen, maar met vreedzame middelen aan de onderhandelingstafel. Ontspanning betekent een bepaalde mate van vertrouwen en het rekening houden met de wederzijdse belangen. Dit is in het kort onze op-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(20)

vatting van ontspanning.’

6

Kanselier Kreisky van Oostenrijk zei tegen me dat volgens hem de ondertekening van het Oostenrijkse Vredesverdrag in 1955 het allereerste begin betekende van de ontspanningspolitiek in Europa.

De ondertekening van het Oostenrijkse Vredesverdrag is door zijn aard en politieke gevolgen ongetwijfeld een daad in dienst van de ontspanning geweest. Maar ik weet niet zeker of we dat verdrag als het allereerste begin van die politieke ontwikkeling kunnen bestempelen.

De internationale politiek wordt steeds ingewikkelder en de

Amerikaans-Russische betrekkingen blijven een beslissende rol spelen en zijn in feite de belangrijkste spil van het hele systeem.

Dat is zo. Hoewel het niet juist zou zijn iedere ontwikkeling in de wereld door het prisma van deze betrekkingen te bekijken, kan men het belang ervan voor de mensheid niet hoog genoeg aanslaan. Terwijl een verbetering van de betrekkingen tussen Moskou en Washington op zich niet alle problemen in de wereld kan oplossen, kan een ongebreidelde vijandigheid tussen die twee machten leiden tot de vernietiging van onze beschaving.

Ik heb aan de Harvard-psycholoog B.F. Skinner gevraagd wat hij in deze tijd het allerbelangrijkste vond. ‘Overleven!’ antwoordde hij zonder te aarzelen.

Zo eenvoudig is dat. Het allergrootste gemeenschappelijke belang van de Sowjetunie en de Verenigde Staten is inderdaad te overleven. Dat maakt een vreedzame

coëxistentie tussen ons noodzakelijk. Of men dat prettig vindt of niet, we zijn op deze planeet allemaal op elkaar aangewezen. Geen van de partijen kan de wereld verlaten. We moeten leren in vrede te leven. Als we daarin slagen zullen we niet alleen blijven voortbestaan, maar kunnen we misschien betrekkingen tot stand brengen die voor beide zijden en voor de hele wereld gunstig zijn.

Gunstig in welk opzicht?

Ons welzijn en het welzijn van de wereld hangt in hoge mate af van het feit of we meer energie steken in het streven naar vrede of dat we doorgaan met onze

mogelijkheden aan de bewapeningswedloop te verknoeien. De samenwerking tussen de twee grootste economische en technisch-wetenschappelijke machten in de wereld zou alle partijen geweldig veel voordeel opleveren. Uit-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(21)

eindelijk worden we geconfronteerd met groeiende wereldproblemen die alleen in een vreedzame omgeving aangepakt kunnen worden.

Als we onszelf laten afglijden naar een oncontroleerbare vijandigheid kunnen we in het gunstigste geval een saai en somber bestaan verwachten, in het ongunstigste geval - een nucleaire vernietiging van het leven op deze planeet.

In feite zijn er geen direct tegenstrijdige belangen tussen Moskou en Washington in de traditionele zin van het woord, bij voorbeeld territoriale geschillen.

Een hele tijd geleden was er misschien een mogelijke twistappel tussen Rusland en Amerika.

Alaska?

Ja. De Russen hadden het gebied al lang ontdekt voordat de Verenigde Staten een natie werden. Maar in 1897 verkocht de Russische regering het aan Washington voor vijf dollarcent per hectare. Als Rus betreur ik die verkoop natuurlijk, omdat het een heel erg onvoordelige transactie was. Maar aan de andere kant heeft die verkoop ons misschien een hoop ellende bespaard.

Kennelijk zijn de moeilijkheden in de huidige Russisch-Amerikaanse betrekkingen van andere aard. Het zijn de twee belangrijkste

wereldmachten.

Natuurlijk is de taak om de betrekkingen te verbeteren tussen de twee grootste, machtigste naties ter wereld, die elkaar tientallen jaren de leidende rol betwistten, een geweldige uitdaging. Maar de realiteiten van het atoomtijdperk eisen het van ons.

De hoop op verbetering van de betrekkingen wordt steeds de grond in geboord. Dat leidt tot groeiende moedeloosheid en cynisme.

Helaas is dat juist, daarin schuilt een duidelijk gevaar wanneer men de ontspanning negatief bejegent. Als deze houding doorzet, zullen veel mensen het normaal gaan vinden dat er van het leven niets anders te verwachten valt dan vijandigheid, een onbeperkte bewapeningswedloop of in de toekomst misschien zelfs een militair treffen. Zulke wanhoopsgedachten zouden zichzelf wel eens kunnen gaan waarmaken.

Wanneer men de gebeurtenissen gedurende de winter van 1979-1980 bekijkt, kan men het de mensen niet kwalijk nemen dat ze zulke gedachten koesteren.

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(22)

Maar niet terecht. Deze gebeurtenissen kunnen nauwelijks als een bewijs gezien worden voor de theorie dat een confrontatie onvermijdelijk is of dat we hoe dan ook weer een Koude Oorlog krijgen. Wat we wel hebben kunnen constateren is dat ontwikkelingen die erop gericht zijn onze betrekkingen te verbeteren en de

internationale spanningen te verminderen, tot stilstand gebracht kunnen worden, dat het niet moeilijk is de situatie te laten verslechteren en dat hetgeen in de afgelopen tien jaar door beide partijen zorgvuldig werd opgebouwd, heel gemakkelijk weer teniet kan worden gedaan.

Met andere woorden, we hebben gemerkt dat het niet voldoende is om betere betrekkingen op te bouwen, maar dat we ook moeten leren ze te bewaren en veilig te stellen. Tot deze conclusie komen wij in de Sowjetunie.

Er wordt veel gesproken over de rivaliteit tussen de Verenigde Staten en de Sowjetunie. De hoogste Amerikaanse gezagsdragers beweren dat deze rivaliteit de belangrijkste oorzaak van de problemen is en dat dit onder alle omstandigheden zal voortduren, zelfs al zou er tegelijkertijd sprake zijn van een beperkte samenwerking.

Inderdaad, dat is het officiële Amerikaanse standpunt. De laatste twee à drie jaar heeft zich dat ontwikkeld van ‘concurrentie plus samenwerking’ naar ‘voornamelijk concurrentie’. Beide elementen zijn zeker in onze betrekkingen aanwezig. De Amerikaanse politici hebben niets nieuws bedacht toen ze daarmee kwamen.

Maar om iets te begrijpen in plaats van weer een ander cliché te geven moeten we inzien dat het relatieve belang van deze twee elementen - concurrentie en

samenwerking - in het geheel van onze betrekkingen in grote mate kan veranderen onder verschillende politieke omstandigheden. Om de bekende uitspraak van Clausewitz te parafraseren, ontspanning is geen voortzetting van de Koude Oorlog met andere - meer voorzichtige en veilige - middelen. Het is een politiek die van nature en qua doelstellingen lijnrecht tegenover de Koude Oorlog staat en die er in het geval van een conflict niet gericht is op het behalen van een overwinning met alle middelen, op een kernoorlog na, maar op het regelen en voorkomen van conflicten, het beperken van de omvang van militaire confrontaties en het tot stand brengen van in-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(23)

ternationale samenwerking.

De Amerikaanse ambassadeur in Moskou, Malcolm Toon, heeft ooit gezegd - en een heleboel mensen in Washington zijn het daarmee eens - dat er in geen duizend jaar vriendschap en wederzijds vertrouwen zou kunnen ontstaan ‘zonder een fundamentele verandering in de filosofie en de opvattingen van de Sowjetunie’.

Je moet wel in een heel erg optimistische bui zijn om binnenkort een duizendjarige vriendschap en een duizend jaar durend wederzijds vertrouwen ergens ter wereld te verwachten. Het zou natuurlijk ideaal zijn zo'n millennium van vrede te scheppen, maar op dit ogenblik moeten we ons eerst maar eens bezighouden met meer elementaire overwegingen, zoals eenvoudigweg overleven.

De gedachte dat een duidelijke verbetering van de betrekkingen alleen mogelijk is als er ‘een fundamentele verandering in de filosofie en de opvattingen van de Sowjetunie’ plaatsvindt, kan de spanningen alleen maar verhogen. Dat is precies de manier waarop de Verenigde Staten meer dan vijftig jaar lang telkens opnieuw de zaken hebben aangepakt, met als enig resultaat dat onze beide landen hun betrekkingen niet naar een normale sfeer hebben kunnen voeren. Geen van beide partijen heeft daar iets bij gewonnen.

De kern van vreedzame coëxistentie is dat we naast elkaar kunnen bestaan, met normale, zelfs goede betrekkingen, waarbij we van elkaar kunnen blijven verschillen zonder te eisen dat de ene partij zich aan de andere conformeert.

De bestaande diepgaande filosofische verschillen zullen ook in de toekomst een nadelige invloed op de betrekkingen hebben.

Die invloed kan er van uitgaan; maar men moet de mogelijkheid van een internationaal conflict dat inherent is aan die verschillen, niet overdrijven.

Laten we ons de hypothetische situatie voorstellen waarin een andere supermacht dan de Sowjetunie tegenover de Verenigde Staten zou staan - een exacte kopie van de

VS

. Een supermacht met dezelfde filosofie, dezelfde opvattingen, hetzelfde economische en politieke systeem, dezelfde politieke gebruiken ook met betrekking tot verkiezingen, met een overeenkomstig Congres vol agressieve politici, met eenzelfde Pentagon, militair-industrieel complex en soortgelijke massa-media. Een su-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(24)

permacht met net zo'n energie verspillende levenswijze en met ongeveer gelijke belangen in de Perzische Golf, in olie en andere delfstoffen elders op de wereld. Als deze

VS II

net zo egocentrisch en eigengereid zijn en dezelfde messianistische aspiraties zouden hebben als

VS I

, net zo graag de hele wereld naar eigen voorkeur zouden willen hervormen en een eigen Pax Americana stichten, zou onze planeet er dan beter voorstaan en veiliger zijn dan met de bestaande verschillen tussen de Verenigde Staten en de Sowjetunie?

Bedoelt u dat de verschillen tussen de Verenigde Staten en de Sowjetunie in feite de zaak van de vrede steunen?

Nee. Maar ik bedoel dat deze verschillen een oorlog niet onvermijdelijk of zelfs waarschijnlijk maken. En ik ben er vast van overtuigd dat het bestaan en de politiek van de Sowjetunie de vrede helpt bevorderen.

En als we een

SU I

en een

SU II

zouden hebben?

Ik denk dat wij veel gemakkelijker in vrede zouden kunnen leven met ons alter ego.

Maar om door te gaan met mijn betoog, de Eerste Wereldoorlog, en ook talloze kleinere oorlogen, waren eigenlijk botsingen tussen staten met gelijke filosofieën en socio-economische systemen, gelijke doelen en opvattingen. In de Tweede

Wereldoorlog was een aantal kapitalistische landen elkaars vijand en bondgenoot van de Sowjetunie. De Russisch-Amerikaanse rivaliteit blijft een natuurlijke concurrentiestrijd zolang als de vrede er niet door in gevaar wordt gebracht en we de groei van de militaire wedijver in de hand houden, kunstmatige conflicten voorkomen en de overheersende gemeenschappelijke belangen voor ogen houden die een samenwerking wenselijk maken.

Hoe zou u de ‘natuurlijke concurrentiestrijd’ tussen beide supermachten willen omschrijven?

Niet zo zeer als een concurrentie van supermachten als wel een concurrentie tussen twee verschillende sociale systemen, hetgeen betekent dat elk systeem niet alleen aan het eigen volk maar aan de hele wereld laat zien wat het kan bereiken op het gebied van de economische en sociale ontwikkeling, qua levenspeil, op cultureel en intellectueel niveau enzovoort. Zo'n concurrentie is

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(25)

onvermijdelijk, maar hoeft niet per se tot politieke en militaire conflicten tussen landen te leiden.

Een veel groter deel van het huidige misverstand over de houding van de Sowjetunie in deze - alsook het moedwillig verkeerd uitleggen van de houding - komt voort uit het verschillend denken over concurrentie. De Russisch-Amerikaanse concurrentiestrijd wordt in Amerika vaak voorgesteld als een strijd tussen goed en kwaad, de good guys en de bad guys, de eersten natuurlijk de Amerikanen.

Degenen die wat objectiever proberen te zijn, of dat denken te zijn, zien het misschien als een rivaliteit tussen twee wereldrijken, waarbij ieder een zo groot mogelijk deel van de koek naar zich toe probeert te halen en de macht over de wereld probeert te krijgen. Maar dit is alleen voor degenen die doordrongen zijn van het imperialistische denken een ‘natuurlijke’ kijk op de zaken.

De Verenigde Staten hadden in 1945 het lot van de wereld in handen, maar hebben het zich kennelijk laten ontglippen.

Volgens ons had Washington na de Tweede Wereldoorlog sterke imperialistische en hegemonistische aspiraties. De Verenigde Staten hadden economisch gezien inderdaad een heersende rol en bezaten een geweldige strategische overmacht die op een nucleair monopolie berustte. De

VS

dachten dat ze de wereld naar eigen inzicht konden inrichten; dat de wereld geëxploiteerd kon worden.

Dat is vandaag de dag beslist niet meer de houding van de Verenigde Staten.

Ja, maar niet omdat de

VS

door nalatigheid of uit eigen wil hebben laten schieten wat ze in handen hadden. De wereld is gewoon enorm veranderd en de

VS

nemen nu een bescheidener, zij het zeer vooraanstaande, positie op onze planeet in. Maar het is gebleken dat het Washington moeite kost om met deze veranderingen te leren leven, om de illusies, misvattingen en aanspraken op te geven die nergens op zijn gebaseerd.

De laatste tijd ziet het ernaar uit dat deze oude pretenties weer de leidraad worden voor het buitenlandse beleid van Washington.

Waarom zouden we de

SU

er niet van mogen verdenken dat ze in plaats van de Verenigde Staten de heersende rol wil gaan vervullen?

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(26)

Een dergelijk idee zou volkomen vreemd zijn aan onze filosofie en onze opvattingen.

Men mag bovendien niet vergeten dat de Russische economie voor de groei niet afhankelijk is van uitbreiding naar het buitenland. Maar zelfs als men daar allemaal aan voorbijgaat, zouden er nog altijd zeer sterke praktische gronden bestaan waarom we de Verenigde Staten in dit opzicht niet willen imiteren.

De kosten die tegenwoordig aan het in stand houden van een wereldrijk verbonden zijn stijgen, terwijl de voordelen minder worden. Kijk maar naar alle moeilijkheden die de Verenigde Staten de laatste vijftien jaar hebben gehad doordat ze bij zo veel kwesties in de wereld betrokken waren. En de huidige drang tot expansionisme kan de Amerikaanse problemen alleen nog maar doen toenemen.

In de wereld van vandaag is het imperialisme een verloren zaak. Het functioneert gewoon niet.

Hoe zou u de Amerikaans-Russische betrekkingen op dit punt willen beoordelen?

Hoe meer ik de Verenigde Staten heb bestudeerd, des te voorzichtiger ben ik in mijn beoordelingen geworden. Wanneer iemand mij vraagt naar de Russisch-Amerikaanse betrekkingen, herinner ik soms aan de wijze man die, toen men hem vroeg: ‘Hoe gaat het met je vrouw?’ antwoordde: ‘Vergeleken met wat?’ Alleen wanneer men de betrekkingen in de juiste verhouding ziet kan men overdreven pessimisme of te groot optimisme vermijden.

Er zijn slechtere tijden in de Russisch-Amerikaanse betrekkingen geweest, maar ook veel betere. Om het duidelijker te zeggen: nu de Amerikanen in 1980 zoveel gedaan hebben om onze betrekkingen te bederven, zijn ze op het dieptepunt van de afgelopen tien jaar beland.

Dat is een vrij sombere conclusie.

Ik had graag iets anders geconcludeerd, maar wat moet ik zeggen nadat de

regering-Carter letterlijk als een razende tekeer is gegaan om alles te vernielen en stuk te maken wat met zo veel pijn en moeite is opgebouwd? Het lijkt alsof een aantal mensen zich al heel lang op deze uitspatting heeft verheugd en zich nauwe-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(27)

lijks in bedwang heeft kunnen houden.

De besprekingen over de wapenbeheersing zijn verstoord, zo niet van de baan. De economische betrekkingen zijn bijna helemaal stopgezet. De culturele betrekkingen zijn verbroken. De consulaire banden zijn verzwakt.

Het luchtvaartverdrag over de rechtstreekse vluchten is geschonden en veel samenwerkingsverbanden op wetenschappelijk gebied zijn afgebroken. Er werd een klimaat geschapen dat in feite criminele activiteiten van groeperingen aanmoedigde die Rusland zeer vijandig gezind zijn. Helaas is het makkelijker iets af te breken dan om iets op te bouwen.

Verwacht u dat de betrekkingen in deze betreurenswaardige toestand zullen blijven?

Ik hoop van niet. We wilden en we willen nog steeds evenwichtige, overzichtelijke betrekkingen met de Verenigde Staten onderhouden. Bij heel veel gelegenheden hebben sowjet-leiders dit streven in ondubbelzinnige bewoordingen uitgesproken.

Het moet duidelijk zijn dat we het liefst zouden willen dat onze relatie weer op het spoor van 1972 zou zitten, het spoor van de ontspanning.

Maar het hangt niet alleen van ons af. Net als bij een persoonlijke verhouding is er maar één voor nodig om ruzie te maken, terwijl de goede vrede alleen bewaard kan worden als iedereen daaraan meewerkt.

Welke uitwerking heeft de verkiezing van Ronald Reagan op de vooruitzichten voor de Amerikaans-Russische betrekkingen op korte termijn?

Op dit ogenblik is het haast niet mogelijk dat precies vast te stellen. En het zal nog wel even duren voordat duidelijk wordt wat de vooruitzichten op korte termijn voor onze betrekkingen zijn. Te meer daar elke aflossing van de wacht in Washington het tijdstip om beslissingen te nemen uitstelt, om de simpele reden dat het nieuwe team enige tijd nodig heeft om het klappen van de zweep te leren kennen. Zoals het er nu uitziet bestaan er verschillende mogelijkheden. Alhoewel we begrijpen dat de retoriek van vóór de verkiezingen heel vaak een slechte graadmeter is voor het beleid van ná de verkiezingen, kunnen we toch niet zomaar alles negeren wat belangrijke

nieuwelingen in Washington vóór

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(28)

die tijd hebben gezegd. Het gaf tot op zekere hoogte hun ideologie weer die het afwijzen van een ontspanning predikt en een sterke nadruk legt op het militaire geweld als instrument van de buitenlandse politiek.

Niettemin is het algemeen bekend dat men zich alleen de luxe van ideologische uitstapjes kan permitteren wanneer men in de oppositie zit. Van binnenuit ziet het er heel anders uit, zoals een assistent van president Ford het in zijn memoires heeft omschreven. Als je in de regering zit, heb je met de werkelijkheid te maken die vaak nogal wezenlijk verschilt van wat je er tijdens de diners voor het verkiezingsfonds over hebt verteld. En tegen het einde van de verkiezingscampagne en onmiddellijk daarna waren er enkele tekenen die erop wezen dat de nieuwe leiders naar het centrum waren opgeschoven en bereid waren zich gematigder op te stellen. Dus ik zou niet verrast zijn door positieve of negatieve ontwikkelingen.

Zelfs als Washington de betrekkingen met de Sowjetunie zou willen verbeteren, dan blijven er nog oneindig veel struikelblokken over.

Er zijn altijd struikelblokken geweest die een ontwikkeling naar betere

Russisch-Amerikaanse betrekkingen in de weg stonden. En daarvan bestaan er vandaag de dag nog heel veel. Maar de recente geschiedenis heeft volgens mij duidelijk aangetoond dat het mogelijk is om ze te verwijderen wanneer beide partijen begrijpen dat een dergelijke inspanning vanwege de overweldigende

gemeenschappelijke belangen gevraagd wordt. Zelfs ondanks enkele teleurstellingen maken die belangen het volgens mij de moeite waard om door te zetten.

We hebben het over de coëxistentie. Maar de beroemde uitspraak van Chroestsjew - ‘Wij zullen jullie verpletteren!’ - geeft toch nog steeds de Russische houding juist weer?

Die uitspraak is toen, zo'n twintig jaar geleden, onderwerp van koortsachtige speculaties geweest. Ik zal de retorische kwaliteiten van die uitspraak niet gaan verdedigen, maar ik wil er wel op wijzen dat de betekenis ervan helemaal niet agressief of oorlogszuchtig was. De bedoeling was om uitdrukking te geven aan ons vertrouwen in de historische voordelen van het socialisme tegenover het kapitalisme, waardoor naar onze overtuiging het socialisme op den duur over de hele wereld zal overwinnen. Een over-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(29)

winning in die zin natuurlijk dat de mensen in kapitalistische landen zelf voor het socialisme zullen kiezen, zonder druk of dwang onzerzijds.

Wij communisten geloven daarin. Anders zouden we geen communisten zijn. Net zoals de voorstanders van het kapitalisme, of het vrije ondernemingsgewijze produktiesysteem of hoe ze het ook mogen noemen, naar ik veronderstel geloven in de voordelen van hun sociale systeem, waarvan zij verwachten dat alle naties in de wereld er vroeger of later voor zullen kiezen.

Maar we vinden niet dat de verschillen in onze overtuigingen en verwachtingen ons van een coëxistentie af zouden mogen houden.

In het Westen wordt gezegd dat communisten zich als het om socialistische revoluties gaat niet alleen maar als toeschouwer gedragen. U zou het als uw ‘internationale plicht’ beschouwen revolutionairen te helpen. Dat leidt soms tot moeilijkheden, waarbij er een situatie wordt geschapen die geen vreedzame coëxistentie toelaat.

Deze redenering is alleen oppervlakkig gezien aannemelijk. We staan niet

onverschillig tegenover het resultaat van de strijd voor het socialisme in andere landen en we verbergen onze sympathieën ook niet. Maar we blijven erbij dat we

socialistische revoluties in het buitenland alleen kunnen helpen door ons land als voorbeeld te stellen, door in ons eigen land een betere maatschappij op te bouwen, door met meer succes de nog steeds bestaand problemen op te lossen. We zijn er tegen het socialisme aan andere landen op te leggen, tegen de zogenaamde ‘uitvoer van de revolutie’.

We zijn ook tegen de uitvoer van contra-revoluties, dat wil zeggen de pogingen om regimes van vóór de revolutie weer in het zadel te helpen door bemoeienis van buitenaf. De geschiedenis heeft bewezen dat de uitvoer van contra-revoluties een vrij algemeen gebruik blijft; de vijanden van het socialisme zijn dus ook geen onverschillige toeschouwers.

Het spijt me, maar dit klinkt als propaganda.

Dat is het niet. We nemen deze zaken erg serieus. De eerste serieuze discussie in onze partij na de revolutie van 1917 was trouwens aan dit punt gewijd, aangezien een aantal mensen in de partij - de ultra-linksen, de trotskisten - er op stond dat we de revolutie

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(30)

tot buiten onze grenzen zouden verbreiden door een ‘revolutionaire oorlog’. De partij wees dit plan resoluut van de hand. Lenin hield vol dat het ‘een volledige breuk met het marxisme’ zou betekenen als we een ander land zouden aanzetten tot revolutie.

7

Er was een zelfde soort conflict tussen Moskou en Peking.

Dat is juist. Het vormde een van de voornaamste geschilpunten bij de eerste verwijdering tussen ons, eind jaren vijftig en begin jaren zestig. Mao en de zijnen verklaarden dat vreedzame coëxistentie ‘het verraden van de revolutie’ was en ze herhaalden voortdurend dat ‘macht uit de loop van een geweer komt’. Het was dezelfde onaanvaardbare opvatting waar Lenin tegen vocht.

Overigens heeft blijkbaar niemand tot nu toe geprobeerd vast te stellen welke rol deze Chinese ideologie heeft gespeeld (in een aantal gevallen zelfs in praktijk gebracht door veel extremistische groeperingen in het buitenland te steunen) bij de uitbarstingen van terrorisme in de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig.

Hoe zit het dan met Afghanistan? Heeft de Sowjetunie niet vanaf 1978 haar wil aan het kleine buurland opgelegd en haar bemoeienissen geleidelijk opgevoerd tot het punt waar ze in feite dat land bestuurt? Het lijkt me een klassiek voorbeeld van het uitvoeren van het communisme met

wapengeweld.

We hebben de april-revolutie van 1978 niet naar Afghanistan ‘uitgevoerd’. Een ieder die bekend is met de situatie daar weet dat. We hebben voor het eerst van die revolutie gehoord via westerse nieuwsmedia.

Trouwens, niemand hoefde een revolutie naar Afghanistan uit te voeren: de binnenlandse situatie van het land was op het punt gekomen waarop een radicale verandering van het politieke en sociale systeem voor de Afghanen de enige manier was om aan een diepgaande crisis te ontkomen. Vergeet u niet dat Afghanistan een van de armste en meest achtergebleven landen ter wereld is. Het heeft een

economische ontwikkeling, een sociale en culturele vooruitgang, een zinvolle democratie voor haar zeventien miljoen mensen tellende bevolking hard nodig. Er werd in Afghanistan vóór de revolutie een aantal kleinere hervormingen doorgevoerd, maar die konden niet voor een bevredigende oplossing van de sociale en economische problemen van het land

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(31)

zorgen. Een modernisering door een geleidelijke ontwikkeling had geen effect, terwijl er steeds sterker op een verandering werd aangedrongen.

Overigens is de opstand die in april 1978 plaatsvond uitgelokt door een poging van het oude regime een staatsgreep te ensceneren en links in Afghanistan uit te schakelen, zoals de vakbonden, de studentenbonden en de Nationale Democratische Partij. Als antwoord op een serie moorden en arrestaties namen de Nationale Democraten de wapens op en zetten het oude regime af. Het was zuiver een binnenlandse ontwikkeling van Afghanistan.

Maar de Sowjetunie sympathiseerde sterk met de revolutionairen.

Ja, dat is zo. De doelen van de revolutie waren erg nobel en gaven de werkelijke behoeften van de bevolking weer: de grond geven aan de mensen die de grond bewerken, een eind maken aan de honger en de discriminatie van vrouwen en etnische minderheden, onderwijs geven aan een land dat voor negentig procent uit analfabeten bestaat - kortom, zorgen voor elementaire mensenrechten en sociale rechtvaardigheid.

We hebben onze economische en technische hulp aan Afghanistan na de revolutie aanmerkelijk opgevoerd.

En ook de militaire hulp?

Zeker. De revolutie moest zichzelf kunnen verdedigen. De oude heersende elite die als gevolg van de revolutie het grondbezit en de privileges was kwijtgeraakt, heeft al het mogelijke gedaan om weer aan de macht te komen. Daarin is zij daadwerkelijk gesteund door de Verenigde Staten, China, Pakistan, Saoedi-Arabië en Egypte. De nieuwe regering in Kaboel moest het opnemen tegen een geweldige hoeveelheid vijandige krachten. U moet niet vergeten dat een aantal Afghaanse grenzen in feite open zijn door de in- en uittocht van nomaden. Bijna vanaf de eerste dagen na de april-revolutie werd Afghanistan onderworpen aan buitenlandse interventies, die escaleerden naar het niveau van een niet-verklaarde oorlog.

Met andere woorden, de militaire hulp was niet bedoeld om onze wil aan

Afghanistan op te leggen, maar om de regering daar te helpen de interventie van het buitenland te weerstaan.

We zullen later op Afghanistan terugkomen. We zijn al afgedwaald

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(32)

van het thema vreedzame coëxistentie dat in belangrijke mate van de Russische visie op de Verenigde Staten afhangt. Hoe kijkt u in de Sowjetunie tegen de

VS

aan?

Dat is een ingewikkelde vraag. Amerika is een onderwerp dat in de Sowjetunie grote belangstelling geniet. Het is nogal een uitdaging om in kort bestek een wezenlijk beeld van onze zienswijze te schetsen. Maar ik zal het proberen, al moet ik oppervlakkig blijven.

Ik wil graag nog eens zeggen dat de mensen in de Sowjetunie grote belangstelling voor Amerika hebben. En dan bedoel ik de grootst mogelijke doorsnee van onze bevolking, hoe oud ze ook mogen zijn, welke opleiding ze ook hebben en wat voor werk ze ook doen. Ik denk dat de Amerikaanse belangstelling voor de Sowjetunie een ander beeld vertoont.

Wij in de Sowjetunie zien de Verenigde Staten als een heel machtig land, zowel in economisch als militair opzicht; een land ook dat je nooit verveelt, waaraan ik persoonlijk zou willen toevoegen dat het je soms kwaad maakt.

Ons volk is erg geïnteresseerd in de Amerikaanse cultuur: literatuur en film, muziek en bouwkunst. De beste Amerikaanse werken op deze gebieden zijn hier algemeen bekend. Onze deskundigen zijn goed bekend met de prestaties van de Amerikaanse wetenschap, technologie, industrie, geneeskunde en landbouw. Er bestaat

belangstelling en - vooral bij de jongeren - soms zelfs enthousiasme voor kenmerkende onderdelen van de Amerikaanse levenswijze als popmuziek, spijkerbroeken, kauwgom, pepsi-cola en coca-cola, het wilde westen enz.

Toch is het Russische publiek goed op de hoogte van de groeiende problemen waar Amerika mee te maken heeft. Ik denk hierbij in de eerste plaats aan de economische problemen - inflatie, werkloosheid, energieproblemen, verzwakking van de dollar, enz. Ik bedoel ook de sociale problemen als de levensomstandigheden van zwarte Amerikanen, Indianen, Spaanstalige etnische groepen, de toenemende problemen in de oude stedelijke centra als New York of Cleveland, het probleem van de toegankelijkheid van de gezondheidszorg voor het overgrote deel van de Amerikanen, de problemen rond de misdaad en de drugverslaving en vele andere problemen. Ten slotte denk ik dan nog aan

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

(33)

de politieke en geestelijke problemen die de Amerikaanse maatschappij teisteren.

Wij zijn ervan overtuigd - en een hele reeks historische gebeurtenissen sterkt ons in die overtuiging - dat de uiteindelijke macht in de

VS

, het laatste woord in

staatszaken, bij de maatschappelijke en zakelijke elite ligt, en deze overtuiging bepaalt in zeer ernstige mate onze visie op de Amerikaanse democratie en levenswijze.

Hoe kwam de Watergate-affaire bij de mensen in de Sowjetunie over?

Als nogal ongewoon. Maar ook voor de Amerikanen zelf was het blijkbaar een vreemde zaak. Zoiets was nog nooit eerder in de Amerikaanse geschiedenis

voorgekomen. Ik moet zeggen dat verscheidene onderzoekers aan ons instituut hun weddenschap wonnen dat Nixon af zou treden. Maar een even groot aantal verloor, dus ik wil niet over ons voorspellingsvermogen opscheppen.

Laten we even blijven stilstaan bij het Instituut voor de Verenigde Staten en Canada. Ik moet zeggen dat u hier een zeer elegant achttiende-eeuws herenhuis heeft op ruim een kilometer afstand, denk ik, van het Kremlin.

Zou u willen uitleggen wat u en uw collega's doen?

We besteden onze tijd bepaald niet aan het wedden op politieke gebeurtenissen in Amerika, dat is zeker. Ons instituut is een van de vele onderzoekscentra die door de Academie der Wetenschappen van de Sowjetunie zijn opgezet.

Wanneer werd het opgericht?

In 1968.

Wat zijn de voornaamste studiegebieden van het instituut?

De economische vraagstukken, de binnenlandse, sociale problemen en politieke vraagstukken, de politieke partijen, de verkiezingsprocedures enzovoort van Amerika en Canada. We bestuderen ook het Amerikaanse militaire beleid, niet de militaire leiding als zodanig, maar het effect van de militaire uitgaven en programma's, de doctrines en de toestand in de buitenlandse politiek, waaronder natuurlijk de Amerikaans-Russische betrekkingen. We bestuderen eveneens de problemen van de wapenbeheersing. Ons departement voor de bestudering van het buiten-

Georgi Arbatov en Willem Oltmans, Het Sowjet-standpunt

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De bij de ontwikkeling van intelligentie betrokken programma's vormen een stoutmoedig en revolutionair initiatief dat niet alleen gericht is op het verbeteren van de kwaliteit van

Terwijl ernaar wordt gestreefd de democratische structuur van de westerse wereld steeds meer op de individuele prestaties van burgers te enten, waarbij gelijke kansen en rechten

Binnen de kortste keren begonnen de raderen van de machinerie van Buitenlandse Zaken in New York en Washington opnieuw op volle toeren te draaien. Ambassadeur dr J.H. van Roijen

Kunnen Lurvink, Enkelaar en jij garanderen, dat er geen onaangename incidenten zullen komen?’ Ik moest toen meedelen, dat Enkelaar zich reeds had teruggetrokken en helemaal niet

When reading the report by Yossef Bodansky, director of the Congressional Task Force on Terrorism and Unconventional Warfare in Washington (The Man who declared War on America,

Vice-president George Bush, net zo'n kletskous als zijn zoon, vloog naar Libanon en verklaarde op de plek des onheils, dat president Reagan zich niet zou laten verjagen door ‘a bunch

Het is toch op zijn minst opmerkelijk dat de Indonesische minister van Buitenlandse Zaken, Ali Alatas, tijdens een vertrouwelijk gesprek met minister Van Mierlo op 22 januari 1996

Toen het arme kind door allerlei idioten onder haar neus werd gewreven dat zij afstand diende te nemen van het parcours van haar vader, heb ik wel eens op het punt gestaan haar op