• No results found

Aanleiding Op basis van een recent uitgevoerde QuickScan van het bedrijventerreinenbeleid van de provincies constateert dr

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Aanleiding Op basis van een recent uitgevoerde QuickScan van het bedrijventerreinenbeleid van de provincies constateert dr"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inlichtingen bij mw. J. van Rensch, telefoonnummer (026) 359 96 69 e-mailadres: post@gelderland.nl

Antwoord op Statenvragen PS2017-624 Arnhem, 14 november 2017 zaaknummer 2017-014055

De leden van Provinciale Staten

Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenleden F. Spoelstra (PvdA) en R. Westra (VVD) over Beantwoording Statenvragen ‘Vitale en circulaire bedrijventerreinen in Gelderland’ gesteld door dhr. Spoelstra (PvdA) en dhr. Westra (VVD)

Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van de statenleden F. Spoelstra en R. Westra toekomen.

Aanleiding

Op basis van een recent uitgevoerde QuickScan van het bedrijventerreinenbeleid van de provincies constateert dr. C.J. Pen, lector aan de Fontys Hogescholen, dat de aandacht van de provincies te kort schiet om de beoogde doelstellingen te behalen. Denk daarbij aan de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen. Zeven jaar geleden kreeg dit onderwerp brede aandacht binnen het openbaar bestuur. Aan de toen geformuleerde doelstellingen lijkt nu minder hard te worden gewerkt. Hij duidt gelukkig ook positieve ontwikkelingen, waar onder de Gelderse regio’s Arnhem-Nijmegen en de Achterhoek.

Tijdens het IPO-Jaarcongres werd duidelijk dat bewuste aandacht voor circulariteit vanuit de provinciale en gemeentelijke overheden met de ondernemingen op de bedrijventerreinen kan leiden tot nieuwe samenwerkingen en nieuwe economische kansen. Onder andere in de provincie Zeeland is men zeer actief om bedrijven aan elkaar te koppelen. Dit wordt ook wel ‘industriële symbiose’

genoemd. Grondstof- en energie-intensieve bedrijven die elkaars reststromen gebruiken. Wat voor het ene bedrijf een reststof of afval is, kan voor het andere bedrijf een waardevolle grondstof zijn. Helaas kunnen overheidsbarrières (verouderde wet- en regelgeving) deze samenwerking in de weg staan.

Bijvoorbeeld tussenproducten worden nog gedefinieerd als afval in plaats van grondstof, waardoor er hogere eisen/kosten zijn met betrekking tot transport tussen bedrijven. Of ondergrondse leidingen die gebruikt kunnen worden voor uitwisseling zijn onbekend of nog niet geschikt.

Uiteindelijk willen we in Gelderland toekomstbestendige en aantrekkelijke bedrijventerreinen die het liefst volledig circulair werken. Daarom hebben VVD en PvdA aan GS de volgende vragen:

Vraag 1

Hoe beziet GS de bevindingen van dr. Pen ten aanzien van de situatie in Gelderland? Zijn er naar aanleiding van deze bevindingen volgens GS nog kansen die snel kunnen worden opgepakt als het gaat om het circulair en toekomstbestendig maken van bedrijventerreinen? Hoe zorgen we ervoor dat de bedrijventerreinen van nu niet gaan verouderen maar zich verder blijven ontwikkelen?

Antwoord

In de afgelopen jaren hebben wij via onze ondernemersgerichte aanpak krachtig ingezet op herstructurering van bedrijventerreinen. De knelpunten die ondernemers ervaren en die hun

bedrijfsvoering belemmeren zijn voor ons de aanleiding om met herstructurering aan de slag te gaan.

 Via de subsidieregeling Herstructurering Bedrijventerreinen hebben we een tweetal

ondersteuningsmogelijkheden. In de planvorming kunnen we ondersteuning bieden voor het opstellen van een herstructureringsplan (maximale bijdrage € 25.000,-) en voor de uitvoering van de maatregelen in de openbare ruimte is subsidie beschikbaar (op de regeling zit een maximum van € 500.000,- per project). In deze coalitieperiode hebben we aan 17 gemeenten subsidie verleend.

(2)

2

 Voor de herontwikkeling van private kavels hebben we het Fonds Herstructurering

Bedrijventerreinen Gelderland (FHBG) opgericht dat onderdeel is van Topfonds Gelderland. In deze coalitieperiode hebben we via FHBG 2 projecten gefinancierd. Voor FHBG geldt dat de werking van dit fonds recentelijk is geëvalueerd (PS2017-587). Hieruit blijkt dat met name de aanjaag- en ontwikkelactiviteiten cruciaal zijn voor het slagen van een dergelijk fonds. Dergelijke werkzaamheden worden ook voorzien bij de uitvoering van het programma SteenGoed Benutten.

De komende periode gaan we bekijken hoe wij financiering en projectontwikkeling in één instrument/fonds kunnen plaatsten. Dit kan uitmonden in een aanpassing van het fonds in de huidige FHBG-constructie, of naar een totaal andere constructie.

Verder zorgen wij ervoor dat onze bedrijventerreinen niet verouderen door:

 Een zorgvuldige planning- en programmering van bedrijventerreinen via de Regionale

Programma’s voor Werklocaties waarbij het uitgangspunt is dat we bestaande terreinen optimaal benutten voordat er nieuwe terreinen ontwikkeld worden. Een goed voorbeeld hiervan is onze betrokkenheid bij het RPW Arnhem Nijmegen. Dit RPW ligt in januari bij GS voor ter

besluitvorming. Op 22 november is er voor Commissieleden een technische briefing over dit onderwerp.

 Het stimuleren van samenwerking op bedrijventerreinen. O.a. via het initiatief BE+ en de

subsidieregelingen voor haalbaarheidsonderzoeken voor parkmanagement en energiebesparende maatregelen op bedrijventerreinen;

 Het stimuleren van transformatie van verouderde bedrijventerreinen met onvoldoende toekomstperspectief via het programma SteenGoed Benutten.

Kansen voor de toekomst zijn er zeker. Zo ondersteunen wij bijvoorbeeld het initiatief BE+ oftewel Bedrijventerreinen Energiepositief. BE+ is een initiatief van TNO, WM3 Energy, SKBN en Oost NL om binnen vijf jaar 250 bedrijventerreinen in Nederland energiepositief te maken. BE+ is gestart met een pilot op tien bedrijventerreinen, waaronder het Beatrixpark in Winterswijk, Lorentz in Harderwijk en de Wildeman in Zaltbommel. We willen de Gelderse bedrijventerreinen verleiden om mee te doen aan deze aanpak en daarmee versterken wij ons vestigingsklimaat. Via de Najaarsnota 2017 heeft u ervoor gezorgd dat in 2017-2018 minimaal 5 bedrijventerreinen en tenminste 400 bedrijven mee kunnen doen in deze aanpak. Via BE+ wordt er tevens in de kwaliteit van de bedrijventerreinen geïnvesteerd want naast energie worden er ook vaak andere thema’s aangepakt, zoals mobiliteit;

groen; parkeren en bewustwording van de circulaire economie. Hierdoor ontstaat er een aanzienlijke upgrade van het bestaande bedrijventerrein.

Vraag 2

Kan het versterken van de Gelderse economische speerpunten (Food, Health, Energy +

maakindustrie) een stimulerende rol vervullen bij het revitaliseren van de bedrijventerreinen? Zo ja, welke initiatieven gaat GS nemen om dit in gang te zetten dan wel welke versnellingen kan en wil GS inzetten? Welke planning gaat GS hanteren?

Antwoord

Gelderland telt momenteel ongeveer 470 bedrijventerreinen, goed voor 31,1% van het

werkgelegenheidsaandeel. De terreinen bestaan uit een mix van bedrijven uit verschillende sectoren.

Van de maakindustrie zit maar liefst 77% op een bedrijventerrein, verspreid over 370 terreinen. Ten aanzien van Energie en Milieu Technologie (EMT) geldt dat die te vinden is op 280 terreinen, Food op 234 terreinen, Health op 110 terreinen. De sectoren zitten dus zeer verspreid over de

bedrijventerreinen. Heel specifiek inzetten op deze sectoren in het kader van revitalisering of

herstructurering van bedrijventerreinen zou daarom niet goed werken. Wij kiezen als aangrijpingspunt niet de sectoren of individuele bedrijven, maar de terreineigenaren, gemeenten en parkmanagers.

Hierbij sluiten we aan op bestaande samenwerkingsverbanden en -initiatieven en maken we massa.

(3)

3 Vraag 3a

Zijn er voorbeelden van bedrijventerreinen, die in dit licht als best practice zouden kunnen worden aangemerkt? Wordt er al gewerkt aan energie-neutrale bedrijventerreinen? Is het een idee om de gemeenten in Gelderland hierover te informeren en hier meer bekendheid aan te geven?

Antwoord

Wij zetten actief in op het stimuleren van energie neutrale bedrijventerreinen met BE+. Hiervoor is een aanpak ontwikkeld inclusief een communicatiestrategie. Zie hiervoor de beantwoording onder vraag 1.

Industriepark Kleefse Waard IPKW, Innofase en Medel zijn landelijk bekende voorbeelden van terreinen waar de circulaire economie en industriële symbiose in praktijk wordt gebracht. Met name IPKW is een terrein dat hierover actief communiceert en hiervoor evenementen organiseert. Waar mogelijk zullen we de best practices verder onder de aandacht gaan brengen van gemeenten.

Vraag 3b

Beschikt GS over een overzicht van de mate van economische verwevenheid c.q. circulariteit van bedrijventerreinen? Zo nee, zou dit niet een thema voor 1. het overleg met de gemeenten kunnen en moeten zijn en 2. voor het actualiseren van het provinciale bedrijventerreinenbeleid

Antwoord

Nee, een dergelijk overzicht bestaat niet. Het is wel de bedoeling om op terrein niveau het gebruik van reststromen meer in kaart te brengen en te stimuleren. Dat geldt met name voor de terreinen waar veel materialen en stromen samenkomen. Uiteindelijk gaat het om de match tussen vraag en aanbod tussen bedrijven in elkaars nabijheid. Hiervoor is inzicht nodig, maar ook vertrouwen. Er zijn

verschillende mogelijkheden om dit proces te faciliteren. Hierbij betrekken we ook ervaringen van elders, zoals het Silver project in Limburg. Een dergelijke aanpak past in de kwalitatieve

programmering van bedrijventerreinen. Hiermee gaan we in 2018 een start maken.

Vraag 4

Welke overheidsbarrières (wet- en regelgeving) worden onderkend die ketensamenwerking –vanuit het perspectief van circulaire economie- tussen ondernemingen op en tussen bedrijventerreinen bemoeilijken? Zijn daar in Gelderland concrete voorbeelden van? Worden er initiatieven ondernomen deze barrières te slechten?

Antwoord

De landelijke website http://www.ruimteinregels.nl/belemmeringen bevat een actueel en uitgebreid overzicht van praktische belemmeringen in wet en regelgeving. Veel nieuwe grondstoffen hebben last van de afvalstatus. In Gelderland gaat het bijvoorbeeld om het mogen aanleveren van bermmaaisel voor de papierindustrie, het bijmengen van afvalslib door waterschappen en de recyclen van luiers door ARN. In het concrete geval van Eural-codes voor slib werken we aan een verduidelijking van regels. Voor het overige zoeken we in IPO-verband aansluiting bij voorstellen in de landelijke transitie- agenda’s die momenteel voor de vijf sectoren in het Grondstoffenakkoord worden opgesteld.

(4)

4 Vraag 5

Het sluiten van kringlopen kan er ook voor zorgen dat bedrijven zich meer wortelen in de regio en moeilijker kunnen vertrekken wat een versterkend effect op de werkgelegenheid geeft. Worden er tussen de provincies business cases met betrekking tot circulaire kansen voor samenwerking op bedrijventerreinen uitgewisseld? Indien (nog) niet, wil GS hiertoe het initiatief nemen?

Antwoord

Op dit moment worden er tussen provincies nog geen business cases uitgewisseld gericht op circulaire bedrijventerreinen. We zullen hiervoor in IPO-verband een oproep doen. Daarnaast nemen wij deze suggestie mee in ons overleg met de SKBN (Stichting Kennisalliantie Bedrijventerreinen Nederland)

Gedeputeerde Staten van Gelderland

C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

ventie bij het kiezen van de goede opleiding (zeker op het moment van de overgang van het vmbo naar het mbo) dient het onderwijsveld ook ex-post (dat wil zeggen op het moment dat

Over het jaar 2019 wordt voor het eerst zelfstandig een Interne Controle binnen het sociaal domein uitgevoerd door de organisatie zelf.. Dit wordt opgepakt in afstemming met

Masterscriptie Controlling - Hilda Veenstra | Studentnummer: 1785974 31 De derde hypothese is als volgt geformuleerd: de aankondiging van het gebruik van verslaglegging

Bij de inhaalslag Wkbp in 2009 zijn geen publiekrechtelijk beperkingen meer ingeschreven op het bronperceel omdat is aangenomen dat na de uitgevoerde grondsanering in

Op basis van deze resultaten heeft de commissie Sprokkereef in zijn rapportage aangegeven dat VTRR behoort bij de VT-organisaties, waarvan het vertrouwen bestaat dat deze per 1

De gemeente kan ervoor kiezen om de deskundige die moet oordelen of de jeugdige of zijn ouders al dan niet een voorziening nodig hebben onderdeel te laten zijn van de gemeente

onderstaande tabel zijn voor een aantal inkomens de hoogte voor de eigen bijdragen Wmo en Wlz inzichtelijk gemaakt. Bij het vergelijken van de eigen bijdragen is het belangrijk om

Daartoe zijn de tf-dreigingen met de grootste poten- tiële impact geïdentificeerd, is een inschatting gemaakt van de impact die deze dreigingen kunnen hebben en is de ‘weerbaarheid’ 2