• No results found

Gebiedendocument Drouwenerzand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Gebiedendocument Drouwenerzand"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

026_gebiedendocument_Drouwenerzand_november 2006

Natura 2000 gebiedendocument – werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 1

Natura 2000 gebied 26 - Drouwenerzand

(Zie leeswijzer) Kenschets

Natura 2000 Landschap: Hogere zandgronden

Status: Habitatrichtlijn

Site code: NL2003014

Beschermd natuurmonument: -

Beheerder: Het Drents Landschap, particulieren

Provincie: Drenthe

Gemeente: Aa en Hunze, Borger-Odoorn

Oppervlakte: 223 ha

Gebiedsbeschrijving

Het Drouwenerzand is een actief stuifzandgebied op de flank van de Hondsrug, waarin centraal een actieve stuifzandkern voorkomt. Het Drouwenerzand is ontstaan door overmatige begrazing van schapen en plaggenwinning in de 18e en 19e eeuw. Daarna is een uitgestrekte begroeiing ontstaan met jeneverbesstruwelen die nog steeds aanwezig is in het noordelijke en oostelijke gedeelte. Het stuifzand is in het begin van de 20ste eeuw gedeeltelijk beteugeld door bebossingen met grove den.

De begroeiing van het heuvelachtige terrein bestaat in het oostelijke deel naast jeneverbes uit struikheide en grote oppervlakten kraaiheide, vochtige heide en oude eikenbossen. Het

Drouwenerzand verschilt van andere Drentse stuifzandterreinen omdat het zand mineralenrijk is.

Begrenzing

[kaart is in geen enkel opzicht gewijzigd]

Natura 2000 database

Habitattypen

Code Habitattype

H2310 Stuifzandheiden met struikhei H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen H2330 Zandverstuivingen

H4010 Vochtige heiden H5130 Jeneverbesstruwelen H9190 Oude eikenbossen

Kernopgaven

6.08 Structuurrijke droge heiden: Vergroting areaal stuifzandheiden met struikhei H2310, binnenlandse kraaiheibegroeiingen H2320, droge heiden H4030 en zandverstuivingen H2330 én verbeteren van de kwaliteit door vergroting van de variatie in structuur en ontwikkeling van geleidelijke overgangen met bos, mede t.b.v. vogelsoorten als duinpieper A255, korhoen A107, nachtzwaluw A224, draaihals A233 en tapuit A277.

(2)

026_gebiedendocument_Drouwenerzand_november 2006

Natura 2000 gebiedendocument – werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 2 6.11 Jeneverbesstruwelen: Behoud areaal en kwaliteitsverbetering jeneverbesstruwelen

H5130, verjonging stimuleren.

Instandhoudingsdoelen

Algemene doelen

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de biologische diversiteit en aan de gunstige staat van instandhouding van natuurlijke habitats en soorten binnen de Europese Unie.

Behoud van de bijdrage van het Natura 2000 gebied aan de ecologische samenhang van het Natura 2000 netwerk zowel binnen Nederland als binnen de Europese Unie.

Behoud en waar nodig herstel van de ruimtelijke samenhang met de omgeving ten behoeve van de duurzame instandhouding van de in Nederland voorkomende natuurlijke habitats en soorten.

Behoud en waar nodig herstel van de natuurlijke kenmerken en van de samenhang van de

ecologische structuur en functies van het gehele gebied voor alle habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd.

Behoud of herstel van gebiedsspecifieke ecologische vereisten voor de duurzame instandhouding van de habitattypen en soorten waarvoor instandhoudingsdoelen zijn geformuleerd.

Habitattypen

H2310 Psammofiele heide met Calluna en Genista Doel Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit.

Toelichting De kwaliteit van het habitattype stuifzandheiden met struikhei is ten dele erg goed: er komen grote oppervlakten voor met een goede structuur en een rijke mos- en

korstmosbegroeiing. Waar sprake is van vergrassing met bochtige smele moet de kwaliteit verbeterd worden.

H2320 Psammofiele heide met Calluna en Empetrum nigrum Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit.

Toelichting In de Drouwenerzand zijn goede voorbeelden van het habitattype binnenlandse kraaiheibegroeiingen aanwezig.

H2330 Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit.

Toelichting Het habitattype zandverstuivingen komt in geringe oppervlakte voor in mozaïek met habitattype H4030 droge heiden. De afwisseling van (kleine) zandverstuivingen en habitattype H2310 stuifzandheiden met struikhei is voor een groot aantal dieren belangrijk. Beide habitattypen komen lokaal in mozaïekvorm voor.

H4010 Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Doel Behoud oppervlakte en kwaliteit.

Toelichting Het habitattype vochtige heiden, hogere zandgronden (subtype A) komt marginaal in het gebied voor.

H5130 Juniperus communis-formaties in heide of kalkgrasland Doel Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit.

Toelichting Het betreft één van de belangrijke jeneverbesgebieden van Drenthe, de provincie waar het habitattype jeneverbesstruwelen het best vertegenwoordigd is. Verjonging van de jeneverbesstruwelen is nodig voor duurzaam behoud en kwaliteitsverbetering.

H9190 Oude zuurminnende eikenbossen op zandvlakten met Quercus robur Doel Behoud oppervlakte en verbetering kwaliteit.

(3)

026_gebiedendocument_Drouwenerzand_november 2006

Natura 2000 gebiedendocument – werkdocument Natura 2000 aanwijzingsbesluit 3 Toelichting Het habitattype oude eikenbossen is aanwezig in de vorm van jong, spontaan

opgeslagen eikenbos en in de vorm van bos met aangeplante boomsoorten. De structuur van dit bos kan verbeterd worden.

Synopsis

Habitattypen Staat van

instandhouding

Relatieve bijdrage

Doelstelling oppervlakte

Doelstelling kwaliteit

H2310 Stuifzandheiden met struikhei - - + = >

H2320 Binnenlandse kraaiheibegroeiingen - + = =

H2330 Zandverstuivingen - - + = =

H4010_A Vochtige heiden ( hogere zan dgronden - + = =

H5130 Jeneverbesstruwelen - + = >

H9190 Oude eikenbossen - + = >

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uit AERIUS MONITOR 2016L blijkt dat de KDW van de vier aangewezen habitattypen (H2310 Stuifzandheiden met struikhei, H2330 Zandverstuivingen, H3130 Zwakgebufferde vennen en

De droge heide in het gebied wordt deels tot habitattype H2310 stuifzandheiden met struikhei en deels tot habitattype H4030 droge heiden gerekend.. H2330 Open grasland

6.08 Structuurrijke droge heiden: Vergroting areaal stuifzandheiden met struikhei H2310, binnenlandse kraaiheibegroeiingen H2320, droge heiden H4030 en zandverstuivingen H2330

Het leefgebied van de Tapuit op de Veluwe bestaat uit de N-gevoelige onderdelen Stuifzandheiden met struikhei (H2310), Binnenlandse kraaiheibegroeiingen (H2320),

De heidevegetaties en bossen op het verdroogde hoogveen worden niet gerekend tot habitattypen H4010 vochtige heiden, hogere zandgronden (subtype A), H4030 droge heiden en

Een droge mond, ook wel xerostomie genoemd, is het gevolg van een te geringe of afwijkende productie van speeksel door de speekselklieren waardoor de slijmvliezen onvoldoende worden

Er zijn vormen die zich openbaren op jonge leeftijd, maar de grootste groep mensen met maculadegeneratie lijdt aan de leeftijd gerelateerde maculadegeneratie.. Leeftijd

Als u vooral na het slapen last heeft van droge ogen, vraag dan aan uw partner of u uw ogen tijdens het slapen wel goed sluit. Sommige mensen slapen met hun ogen