• No results found

Sociale cijfers. Inhoud. Versie januari 2020

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Sociale cijfers. Inhoud. Versie januari 2020"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Sociale cijfers

Versie januari 2020

Inhoud

1. Sectorale cijfers van het kleding- en confectiebedrijf (PC 109 en PC 215) ... 1

1.1 Maaltijdcheques ... 1

1.2 Sectorale premies ... 1

1.3 Tijdelijke werkloosheid bij arbeiders ... 1

1.4 Tussenkomst vervoerskosten ... 2

2. Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (cao 90) ... 3

3. Loonbeslag en loonoverdracht ... 3

3.1 Bedragen ... 3

3.2 Enkele principes ... 4

4. Loonbedragen arbeidsovereenkomstenwet 3 juli 1978 ... 4

4.1 Jaarlijkse aanpassing... 4

4.2 Cijfers op 31 december 2013 ... 4

4.3 Waarvoor worden de bedragen van deze wet gebruikt? ... 5

5. Sociale zekerheid ... 5

5.1 Beroepsverplaatsingen met de auto ... 5

5.2 Woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven) of de speed pedelec ... 6

5.3 Baankosten voor niet-sedentaire werknemers ... 6

5.4 Verblijfskosten in België ... 6

5.5 Dienstreizen naar het buitenland ... 7

5.6 Bureaukosten: werknemers die een deel van hun werk thuis doen ... 7

5.7 Bureaukosten: huisarbeiders (arbeidsovereenkomst of tewerkgesteld in gelijkaardige voorwaarden) ... 7

5.8 Bureaukosten: telewerkers ... 7

5.9 ICT-materiaal ... 7

5.10 Arbeidsgereedschap ... 8

5.11 Werkkledij ... 8

5.12 Onderhoud en slijtage van kledij van de werknemer ... 8

5.13 Kosten verbonden aan de auto ... 8

6. Pensioen ... 9

6.1 Loonplafond ... 9

6.2 Toegelaten arbeid ... 9

(2)

1. Sectorale cijfers van het kleding- en confectiebedrijf (PC 109 en PC 215)

1.1 Maaltijdcheques

Voor de arbeiders en bedienden werd met ingang van 1 juni 2009 een verplicht stelsel van maaltijdcheques ingevoerd. Evolutie van de waarde in euro:

Werkgeversdeel Werknemersdeel Totale waarde

1 september 2019 3,21 1,09 4,30

1 januari 2016 2,71 1,09 3,80

1 april 2012 1,71 1,09 2,80

1 april 2010 1,21 1,09 2,30

1 juni 2009 0,91 1,09 2

De ondernemingen ‘auto-industrie’ en de ondernemingen ‘tenten’ zijn uitgesloten.

1.2 Sectorale premies

 Huisarbeidpremie (arbeiders)

o 10% als schadeloosstelling voor algemene onkosten

o 15% indien de huisarbeider de benodigdheden zelf aanschaft

 Premie voor ploegenarbeid (arbeiders)

o Wisselende opeenvolgende ploegen: 6%

o Ploegenarbeid met nachtprestaties in de ondernemingen ‘auto-industrie’: 18%

 Nieuwe arbeidsregelingen (arbeiders en bedienden) o Zaterdagpremie (tot 13 uur): 10%

o Meerurenpremie (vanaf meer dan 2u30 uren): 10%

1.3 Tijdelijke werkloosheid bij arbeiders

Overzicht van het supplement te betalen door de werkgever aan de werknemer bij tijdelijke werkloosheid en van de tussenkomst door het Sociaal Waarborgfonds:

Van 2012 tot en met 2019 Eerste 35 dagen Daaropvolgende periode

Overige dagen van het jaar Door de werkgever te betalen

aan de arbeider 3 euro 2 euro

Door het Fonds terugbetaald aan de werkgever van 2012 tot 2014

3 euro

2 euro gedurende de volgende 10

dagen

Geen terugbetaling

(3)

Door het Fonds terugbetaald aan de werkgever van 2015 tot 2019

3 euro

2 euro gedurende de volgende 35

dagen

Geen terugbetaling

Vanaf 2020

Door de werkgever te betalen

aan de arbeider 4 euro

3 euro gedurende de volgende 35

dagen

2 euro

Door het Fonds terugbetaald

aan de werkgever 4 euro

3 euro gedurende de volgende 35

dagen

Geen terugbetaling

1.4 Tussenkomst vervoerskosten

Aard vervoer Minimum

afstand

Loongrens bedienden

Terugbetalingsgrondslag

Trein (NMBS) Geen

Geen

Bijlage 11: vastgestelde werkgeversbijdrage

Openbaar vervoer (trein exclusief)

 Prijs volgens afstand

 Eenheidsprijs

5 km (tot 30 juni 2020: vanaf 1 juli 2020 wordt deze minimumafstand afgeschaft)

Bijlage 11, doch

 Met een maximum van 75% van de kostprijs

 71,8% van de kostprijs maar niet meer dan tussenkomst voor 7km per trein

Gecombineerd openbaar vervoer, met oa. trein

 Eén enkel gecombineerd vervoerbewijs

 Meerdere vervoerbewijzen

5 km (tot 30 juni 2020: vanaf 1 juli 2020 wordt deze minimumafstand

afgeschaft)  Bijlage 11

 Optellen van de bewerkingen gedaan volgens de voorgaande regels

Privé-vervoer - auto PC 109: 10 km

PC 215: 5 km 36.300 euro

Bijlage 21: de helft van de prijs van een treinkaart voor de overeengekomen afstand

Privé-vervoer - fiets Geen Geen 0,10 euro per km

1 Zie Creamoda nota betreffende de vervoerskosten

(4)

2. Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (cao 90)

Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen zijn voordelen gebonden aan de collectieve resultaten van een onderneming, op basis van objectieve criteria. Deze voordelen hangen af van de verwezenlijking van duidelijk aflijnbare, transparante, definieerbare/meetbare en verifieerbare doelstellingen, die kennelijk onzeker zijn bij de invoering van het bonusplan.

De grenzen worden elk jaar in januari aangepast door de RSZ en de fiscus.

De maximumbedragen per jaar en per werknemer voor de specifieke sociale en fiscale behandeling zijn:

RSZ (bruto-bedrag)

Solidariteitsbijdrage ten laste van de werknemer: 13,07%

Werkgeversbijdrage van 33%

Fiscus (netto-bedrag) Vrijgesteld van belastingen

2020 3.413 2.968

2019 3.383 2.941

2018 3.313 2.880

2017 3.255 2.830

3. Loonbeslag en loonoverdracht 3.1 Bedragen

De bedragen van artikel 1409 § 2 van het Gerechtelijk Wetboek worden elk jaar aangepast in januari.

De nieuwe grensbedragen voor de inkomsten uit arbeid (werknemers en zelfstandigen) vanaf 1 januari 2020 zijn:

Nettomaandloon algemeen per schijf (euro)

Voor overdracht of beslag vatbaar gedeelte per schijf

Maximum afhoudbaar bedrag gecumuleerd (euro)

tot 1.138,00 1.138,01 tot 1.222,00

1.222,01 tot 1.349,00 1.349,01 tot 1.475,00

boven 1.475,00

0%

20%

30%

40%

100%

00,00 16,80

16,80 + 38,10 = 54,90 54,90 + 50,40 = 105,30

onbeperkt

Ten aanzien van werknemers die correct het hiervoor voorziene modelformulier aan de werkgever hebben bezorgd is voor het jaar 2020 de vermindering van het voor beslag of overdracht vatbare bedrag gelijk aan 70 euro per kind ten laste. Om als ten laste beschouwd te worden mag het kind zelf ook maar beperkte inkomsten hebben.

(5)

3.2 Enkele principes

 Het beslag of de overdracht wordt uitgevoerd op het nettoloon van de werknemer, dus na aftrek van RSZ-bijdrage, bedrijfsvoorheffing en eventuele inhoudingen voor bijkomende voordelen van sociale zekerheid.

 Het loon dat valt onder het toepassingsgebied van artikel 1409 van het Gerechtelijk Wetboek omvat het loon betaald aan de werknemer ter gelegenheid van de uitvoering, de schorsing of de verbreking van de arbeidsovereenkomst. Bijvoorbeeld: het eigenlijke loon, het vakantiegeld, de eindejaarspremie, de verbrekingsvergoeding,...

 Het beslag of de overdracht ten gevolge van een vordering tot betaling van onderhouds- verplichtingen of loonafstand is onbegrensd. Deze beslagen of overdrachten hebben daarenboven absolute voorrang op alle andere beslagen of overdrachten.

4. Loonbedragen arbeidsovereenkomstenwet 3 juli 1978

4.1 Jaarlijkse aanpassing

De loonbedragen die zijn bepaald in de wet van 3 juli 1978 worden jaarlijks aangepast. Ze gelden voor de toepassing van het scholingsbeding (art 22bis), het niet-concurrentiebeding (art. 65 en 86) en het scheidsrechterlijk beding (art. 69) van de wet.

De geïndexeerde bedragen vanaf 1 januari 2019 zijn (BS van 12/11/2018):

4.2 Cijfers op 31 december 2013

De bedragen van 31/12/2013 blijven nuttig voor het bepalen van ‘deel 1’ van de opzeggingstermijn die van toepassing is op bedienden aangeworven vóór 1 januari 2014.

1 januari 1985 1 januari 2018 1 januari 2019 1 januari 2020

€ 16.100 34.180 € 34.819 € 35.761 €

€ 32.200 68.361 € 69.639 € 71.523 €

1 januari 1985 1 januari 2013

€ 16.100 32.254 €

€ 32.200 64.508 €

(6)

4.3 Waarvoor worden de bedragen van deze wet gebruikt?

 Scholingsbeding

Het scholingsbeding wordt geacht onbestaande te zijn wanneer het jaarloon van de werknemer 35.761 euro niet overschrijdt.

Sinds 10 november 2018 is die voorwaarde niet van toepassing indien het scholingsbeding betrekking heeft op een opleiding voor een beroep dat of een functie die voorkomt op de lijsten van knelpuntberoepen of moeilijk in te vullen functies van de Gewesten.

De plaats van tewerkstelling bepaalt welke van deze lijsten van toepassing is (wet van 14 oktober 2018, B.S., 31 oktober 2018).

 Concurrentiebeding

o Arbeider of bediende (artikelen 65 en 86)

Het concurrentiebeding wordt als niet-bestaand beschouwd indien het jaarloon van de werknemer 35.761 euro niet overschrijdt.

Wanneer het bedrag van het jaarloon tussen 35.761 euro en 71.523 euro ligt, mag het beding enkel worden toegepast op categorieën van functies of op functies die bij een in paritair comité of paritair subcomité gesloten cao zijn bepaald.

Wanneer het jaarloon 71.523 euro overschrijdt, kan het beding geldig in de arbeidsovereenkomst voorkomen, behalve voor de categorieën van functies of voor de functies die bij een in paritair comité of paritair subcomité gesloten cao zijn uitgesloten.

o Handelsvertegenwoordiger (artikel 104)

Het concurrentiebeding wordt als niet-bestaand beschouwd wanneer het jaarloon 35.761 euro niet te boven gaat.

 Scheidsrechterlijk beding

Bij wijze van afwijking geldt het scheidsrechterlijk beding ten aanzien van bedienden van wie het jaarloon 71.523 euro overschrijdt en die verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer van de onderneming of vergelijkbare verantwoordelijkheden opnemen.

5. Sociale zekerheid

5.1 Beroepsverplaatsingen met de auto

Overzicht laatste bedragen Kilometervergoeding in euro 1/7/2019 – 30/6/2020 0,3653

1/7/2018 - 30/6/2019 0,3573 1/7/2017 - 30/6/2018 0,3460 1/7/2016 - 30/6/2017 0,3363 1/7/2015 - 30/6/2016 0,3412 1/7/2014 - 30/6/2015 0,3468

Het voertuig mag geen eigendom van de werkgever zijn of door hem gefinancierd worden. Het forfait is ‘all-in’: onderhoud, verzekering, brandstof,...

(7)

Opmerking: fiscaal gelden dezelfde bedragen.

5.2 Woon-werkverplaatsingen en beroepsverplaatsingen met de fiets (al dan niet elektrisch aangedreven) of de speed pedelec

Overzicht laatste bedragen (jaarlijkse indexering tenzij negatief / te geringe)

Kilometervergoeding in euro

(Voor beroepsverplaatsingen mag de vergoeding alleen toegekend worden als de fiets / speed pedelec eigendom is van de werknemer)

Vanaf 1/1/2019 0,24

Vanaf 1/1/2017 0,23

Vanaf 1/1/2013 0,22

Vanaf 1/1/2011 0,21

Vanaf 1/1/2009 0,20

Fiscaal gelden dezelfde bedragen.

Opmerking Creamoda

De sectorale fietsvergoeding (op 1/9/2019 = 0,10 euro) stijgt niet automatisch.

Indien de fietsvergoeding in uw onderneming vrijwillig wordt toegekend, moet nagekeken worden of het forfait automatisch stijgt of niet. De ondernemingsovereenkomst kan de vergoeding al dan niet gekoppeld hebben aan het maximaal vrijgestelde bedrag.

5.3 Baankosten voor niet-sedentaire werknemers

Niet-sedentair betekent dat de werknemer verplicht is zich tijdens de werkdag te verplaatsen (minimum 4 uur opeenvolgend) en geen gebruik kan maken van de sanitaire en andere faciliteiten die voorhanden zijn in een onderneming, een bijkantoor of op de meeste werven.

 Voorbeeld: handelsvertegenwoordiger

Het bedrag van de maaltijdvergoeding wordt maar aanvaard als de werknemer niet anders kan dan een maaltijd buitenshuis te gebruiken.

 Afwezigheid van faciliteiten: 10,00 euro/dag

 Maaltijd: 7,00 euro/dag

5.4 Verblijfskosten in België

Als de werknemer voor de nacht niet naar huis kan komen omdat de werkplaats te ver verwijderd is.

Dit forfait dekt de kosten van avondmaal, logies en ontbijt.

 35,00 euro/nacht

(8)

5.5 Dienstreizen naar het buitenland

Voorwaarde: het loon dat de werknemer voor deze dagen ontvangt, moet aan Belgische belastingen onderworpen zijn en moet overeenkomen met een kostenrealiteit.

 Maximum 30 kalenderdagen: categorie 1

 Meer dan 30 opeenvolgende kalenderdagen: categorie 2

Als de werkgever ook de kost voor maaltijden of kleine uitgaven ten laste neemt, bovenop de toekenning van de hiernaast vermelde vergoedingen, dan moeten deze vergoedingen als volgt verminderd worden:

- 15 % voor het ontbijt - 35 % voor het middagmaal - 45 % voor het avondmaal - 5 % voor de kleine uitgaven

5.6 Bureaukosten: werknemers die een deel van hun werk thuis doen

 126,94 euro/maand

Dekt de kosten voor verwarming, elektriciteit, klein bureaugereedschap, ...

Dit forfait mag alleen toegekend worden aan werknemers die structureel en op regelmatige basis een gedeelte van hun arbeidstijd thuis presteren en die bijgevolg in hun woning een ruimte moeten inrichten waar zij dat werk kunnen doen.

Voor werknemers die bij hun werkgever een werkplaats hebben, wordt dit forfait alleen aanvaard als uit hun functie duidelijk blijkt dat zij op regelmatige basis thuis werken.

5.7 Bureaukosten: huisarbeiders (arbeidsovereenkomst of tewerkgesteld in gelijkaardige voorwaarden)

 10 % van het brutoloon beperkt tot het deel dat betrekking heeft op de thuis geleverde prestaties.

5.8 Bureaukosten: telewerkers

 10 % van het brutoloon beperkt tot het deel dat betrekking heeft op het telewerk.

5.9 ICT-materiaal

 Internetverbinding (inclusief abonnement): 20 euro/maand

 Aankoop PC (inclusief randapparatuur en software): 20 euro/maand

(9)

De RSZ aanvaardt toekenning van deze bedragen op voorwaarde dat de werknemer zijn eigen PC en/of internetverbinding gebruikt voor professionele doeleinden wezenlijk en op regelmatige basis (1dag/week, meerdere keren een paar uur/week, één week elke maand, ...).

De werkgever komt niet op een andere manier tussen in deze kosten van PC en internet (bv. door een deel van de aankoopprijs van de PC ten laste te nemen).

Opmerkingen:

- bij overschrijding van het bedrag wordt het deel dat 20 euro overschrijdt onderworpen, behalve als de werkgever het volledige bedrag kan verantwoorden;

- het (de) forfait(s) mag(mogen) niet toegekend worden voor occasioneel gebruik van eigen PC en/of internet. Als de werkgever die kost wil vergoeden, moet hij de hoogte van de vergoeding die hij toekent kunnen verantwoorden.

5.10 Arbeidsgereedschap

 1,25 euro/dag indien de werknemer zijn eigen arbeidsgereedschap gebruikt.

5.11 Werkkledij

 Aankoop: 1,74 euro/dag

 Onderhoud: 1,74 euro/dag

Het gaat alleen om werkkledij in de strikte zin van het woord (overalls, veiligheidsschoenen, ...) of andere kledij die door de werkgever wordt opgelegd en die niet als gewone stads- of vrijetijdskledij kan worden gedragen (uniform, ...).

Opmerking Creamoda

Dit betreft niet de kleding dat een merk ter beschikking zou stellen aan zijn winkelpersoneel.

5.12 Onderhoud en slijtage van kledij van de werknemer

 0,84 euro/dag voor persoonlijke kledij (jeans, t-shirts,...) en onderkledij die veelvuldig gewassen moet worden wegens de vuile werkomstandigheden.

5.13 Kosten verbonden aan de auto

Het voertuig moet hoofdzakelijk voor beroepsdoeleinden gebruikt worden.

 Garage: 50,00 euro/maand

(10)

Als de werkgever de stalling vereist voor de veiligheid van het voertuig of de inhoud ervan aan alle werknemers die zich in dezelfde toestand bevinden. Het maakt daarbij niet uit of de werknemer eigenaar is van de garage of niet.

 Parking: 15,00 euro/maand

Als de werknemer regelmatig kleine parkeerbedragen moet betalen.

 Car-wash: 15,00 euro/maand

Als de aard van de functie een voertuig in onberispelijke staat vereist.

6. Pensioen

6.1 Loonplafond

Voor de berekening van de pensioenen die ten vroegste ingaan op 1 januari 2019, ligt de grens waarboven de vergoeding niet meer in aanmerking wordt genomen voor de berekening van het pensioen op 58.446,94 euro (2020).

6.2 Toegelaten arbeid

De inkomensgrenzen worden jaarlijks aangepast. Overzicht van de bedragen voor 2019:

Voorwaarden Kinderlast Niet te overschrijden jaarbedrag per type van activiteit

Werknemer, ambt of mandaat

Zelfstandig of gemengd

(werknemer en zelfstandige) A 65 jaar met een rustpensioen al

dan niet gecombineerd met een overlevingspensioen;

45 kalenderjaren ‘gewoonlijke en hoofdzakelijke tewerkstelling’ op de ingangsdatum van het Belgische rustpensioen.

/ Onbegrensd Onbegrensd

B Enkel overgangsuitkering voor weduwen en weduwnaars

/ Onbegrensd Onbegrensd

C Vóór de wettelijke

pensioenleeftijd

Jonger dan 65 jaar of geen 45 kalenderjaren op het ogenblik van de pensionering

Neen 8.393,00 € 6.714,00 €

Ja 12.590,00 € 10.071,00 €

(11)

Als huwelijkspartner (jonger dan de wettelijke pensioenleeftijd) van een partner met een gezinspensioen.

D Jonger dan 65 jaar met alleen overlevingspensioen

Neen 19.542,00 € 15.634,00 €

Ja 24.428,00 € 19.542,00 €

E Vanaf de wettelijke pensioenleeftijd met een rustpensioen en jonger dan 65 jaar;

Vanaf de wettelijke pensioenleeftijd met alleen een overlevingspensioen

Als huwelijkspartner (vanaf wettelijke pensioenleeftijd) van een partner met een gezinspensioen

Neen 24.243,00 € 19.394,00 €

Ja 29.489,00 € 23.591,00 €

Meer informatie: Federale Pensioendienst.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Dit bedrag is opgesplitst in 210 euro voor het vervoer, de overnachtingen, de uitstappen, twee keer een ontbijt en een avondmaaltijd, en 20 euro zakgeld voor

Mogen we u vragen om het onderstaande strookje ter bevestiging in te vullen, alsook de medische fiche die samen met deze brief wordt uitgedeeld, en beide

Op basis van uw voorkeur voor één of meerdere scenario’s wordt de Perspectiefnota 2012 voorbereid, zodat voor het zomerreces van 2011 duidelijk wordt welke bezuinigingen in

Op basis van uw voorkeur voor één of meerdere scenario’s wordt de Perspectiefnota 2012 voorbereid, zodat voor het zomerreces van 2011 duidelijk wordt welke bezuinigingen in

92% van de leerlingen geven bij stelling 14, 15 en 16 aan dat ze weten wat transformaties zijn, maar als gevraagd wordt of ze toppen of asymptoten kunnen aflezen uit

Keurt goed de bruikleenovereenkomst die bij dit besluit wordt gevoegd en er integraal deel van uitmaakt, voor het tijdelijk verder gebruik van twee percelen grond, gelegen te

Als je daarbij de grafiek

In de raadsvergadering van 1 maart 2021 is u een toezegging gedaan door wethouder Goedknegt om een Raadsinformatiebrief te sturen met het exacte bedrag aan Eneco dividend dat