Christelijke
Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht
Onderzoek bestuur en school
Vierjaarlijks onderzoek
Primair Onderwijs
Februari 2018
Samenvatting
Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectie ieder schoolbestuur in Nederland. Het vierjaarlijks onderzoek is dit jaar uitgevoerd bij het bestuur van de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht. Wij hebben onderzocht of het bestuur op zijn school zorgt voor onderwijs van voldoende kwaliteit en of het financieel in staat is om ook in de toekomst goed onderwijs te blijven verzorgen.
Wat gaat goed?
Het financieel beheer van de vereniging is op orde. Het bestuur is goed in staat om de kwaliteit van het onderwijs op de Johannes Calvijnschool te bewaken en te verbeteren. Daarbij hanteert hij een transparante en integere werkwijze, gebaseerd op de code Goed Bestuur. De onderwijsverbeteringen en -visie passen bij de
schoolpopulatie en de maatschappelijke opdracht. Dit laatste vat het bestuur ruim op: zowel school als bestuur staan open om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke ontwikkelingen, waaronder het openstellen van het schoolgebouw ten behoeve van wijkactiviteiten en (taal-)cursussen. Intern en extern leggen het bestuur en de school verantwoording af aan andere belanghebbenden. Daarnaast zorgt het bestuur ervoor dat er een goede dialoog wordt gevoerd over
mogelijke acties en activiteiten om de kwaliteit te verbeteren. Ten slotte deelt het bestuur zijn kennis actief met andere (vergelijkbare) besturen.
Wat moet beter?
Vanuit de wettelijke bepalingen zijn er geen tekortkomingen gesignaleerd.
Wat kan beter?
Er zijn tijdens dit onderzoek geen onderwerpen gedetecteerd die het bestuur nog kan verbeteren. Wel zijn er enkele opmerkingen in stimulerende zin in de rapportage opgenomen.
Bestuur: Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht Bestuursnummer: 91118
School onder bestuur: Johannes Calvijnschool
BRIN: 05TG
Totaal aantal leerlingen: 550
Vervolg
De kwaliteitszorg en het financieel beheer bij het bestuur van de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht kent geen tekortkomingen. De inspectie heeft vertrouwen in de werkwijze en is van mening dat er geen vervolgonderzoek nodig is. Over vier jaar wordt het bestuur opnieuw onderzocht.
Inhoudsopgave
1. Opzet vierjaarlijks onderzoek 5
2. Resultaten onderzoek op bestuursniveau 7
3. Resultaten onderzoek op schoolniveau 15
4. Reactie van het bestuur 17
Opzet vierjaarlijks onderzoek 1 .
Standaard Onderzocht
Kwaliteitsorganisatie Kwaliteitsorganisatie
KA1 Kwaliteitszorg ●
KA2 Kwaliteitscultuur ●
KA3 Verantwoording en dialoog ●
Financieel beheer Financieel beheer
FB1 Continuiteit ●
FB2 Doelmatigheid
FB3 Rechtmatigheid ●
De inspectie heeft een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerd bij de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht. In een vierjaarlijks onderzoek staat de volgende vraag centraal: is de sturing op kwaliteit op orde en is er sprake van deugdelijk financieel beheer?
Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van vier deelvragen:
1. Heeft het bestuur doelen afgesproken met de school, heeft voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt het op de verbetering van de onderwijskwaliteit?
2. Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer?
3. Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn school?
4. Is het financieel beheer deugdelijk?
Werkwijze
Het onderzoek is uitgevoerd op twee niveaus: op bestuursniveau en op schoolniveau.
Op het niveau van het bestuur richt het onderzoek zich met de vier deelvragen op de standaarden binnen de kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer.
Tabel overzicht standaarden bestuur
Om deze standaarden te kunnen beoordelen doen we niet alleen onderzoek op het niveau van het bestuur, maar onderzoeken we tevens onderdelen van de onderwijskwaliteit van de Johannes Calvijnschool, waarvoor het verantwoordelijk is.
Op schoolniveau hebben we onderzoek gedaan bij de school. Wij hebben dit onderzoek ingericht als een verificatieonderzoek. Het verificatieonderzoek is onderdeel van het onderzoek naar de kwaliteitszorg op bestuursniveau. Wij voeren het in de eerste plaats
V Verificatieerificatie Onderwijsresultaten
Onderwijsresultaten
OR1 Resultaten •
uit om vast te stellen of het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie voldoende is; het onderzoek laat zien of het bestuur voldoende informatie heeft over de school en of sturing op de kwaliteit door het bestuur ook in de praktijk werkt. Het geeft ons in de tweede plaats zicht op de onderwijskwaliteit van de school.
Onderstaande figuur geeft weer hoe het vierjaarlijks onderzoek bij scholen is ingericht. De informatie over de kwaliteit van deze scholen betrekken we bij onze jaarlijkse publicatie De Staat van het Onderwijs.
Aangegeven is welke standaard is onderzocht op de school.
Onderzoeksactiviteiten
Om antwoord te geven op de onderzoeksvragen hebben wij
documenten geanalyseerd en gesprekken gevoerd met sleutelfiguren binnen de organisatie. Wij hebben gesproken met het intern toezicht, de directeur, de medewerker Kwaliteitsbeheer, de
medezeggenschapsraad en verschillende groepen van leraren.
Leeswijzer
In hoofdstuk 2 staan de oordelen op de standaarden uit de
kwaliteitsgebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer op bestuursniveau. Ook de afspraken over het vervolgtoezicht zijn opgenomen in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de resultaten van het verificatieonderzoek.
In hoofdstuk 4 is de reactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportage opgenomen.
Resultaten onderzoek op bestuursniveau
2 .
In dit hoofdstuk geven wij de resultaten weer van het onderzoek op bestuursniveau: de oordelen op de standaarden in de gebieden Kwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer.
In onderstaande figuur zijn de resultaten samengevat. Te zien is wat het oordeel is op het onderzochte kwaliteitsgebied Financieel beheer op bestuursniveau. Op het eveneens onderzochte
kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie wordt voor het funderend onderwijs nog geen oordeel gegeven op bestuursniveau.
Ook is weergegeven in hoeverre onze oordelen overeenkomen met het beeld dat het bestuur zelf heeft van de gerealiseerde kwaliteit op de school en in hoeverre het beleid van het bestuur doorwerkt tot op schoolniveau. Omdat dit aspect samenvalt met de Kwaliteitszorg en ambitie op schooliveau, laten we dit aspect achterwege bij de resultaten van het verificatieonderzoek op de Johannes Calvijnschool.
Samenvattend oordeel
Het bestuur van de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht slaagt er op uitstekende wijze in om vorm te geven aan zijn opdracht: hij stuurt op de kwaliteit van het onderwijs, zorgt dat deze op een acceptabel niveau blijft binnen de kaders die zijn afgesproken en er is sprake van goed financieel beheer. Hieronder volgt een toelichting op dit oordeel.
2.1 Kwaliteitszorg en ambitie
In de onderstaande tabel geven wij de oordelen en/of waarderingen weer op de standaarden van het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitie. Vervolgens geven wij antwoord op de drie deelvragen.
Heeft het bestuur doelen afgesproken met de school, heeft zij voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt zij op de verbetering van de onderwijskwaliteit?
Kwaliteitszorgbeleid en verbetering van het onderwijs zijn sterke punten
De standaard Kwaliteitszorg (KA1) is als goed beoordeeld.
Het kwaliteitsbeleid kenmerkt zich door een vaste cyclus. Er wordt gewerkt met kwaliteitskaarten, die een integrale kwaliteitsmeting mogelijk maken. De uitkomsten hiervan worden in het schoolplan opgenomen, dat de inhoud van de (strategische) meerjarenplanning van bestuur en school goed weergeeft. Op detailniveau zijn de activiteiten vervolgens opgenomen in jaarplannen, van waaruit actieplannen worden opgesteld waar veranderteams en werkgroepen inhoud aan geven. Door deze manier van werken ontstaat er een goed beeld van waar de school staat en waar zij naartoe wil met betrekking tot inhoud, uitgangspunten en doelstellingen.
Het bestuur (de gemandateerde directeur en de overige leden van het bestuur die het intern toezicht vormen) werken nauw samen in het formuleren van de strategische keuzen die hiertoe moeten worden gemaakt. Dit kan door de hierboven geschetste volgorde, waardoor er effectief en efficiënt gestuurd wordt op de onderwijskwaliteit. Daarin gaat het bestuur verder dan de wettelijke opdracht voorschrijft. Er is sprake van ambitieuze doelen met betrekking tot de scheiding van taken en bevoegdheden van de directeur en het intern toezicht, de verregaande professionalisering en deskundigheidsbevordering op
bestuurs- en schoolniveau en het toewerken naar professionele leergemeenschappen op schoolniveau. Hieronder worden deze onderdelen nader toegelicht.
Scheiding taken en bevoegdheden van directeur/bestuurder en intern toezicht
Rond 2011 bleek dat zowel school als (toenmalig) bestuur niet voldoende effectief werkten aan het vormgeven en uitvoeren van een kwaliteitszorgbeleid. De onderwijskwaliteit op de Johannes
Calvijnschool was nog wel van voldoende niveau, maar activiteiten en acties die ten goede kwamen aan de schoolontwikkeling werden nauwelijks ingezet. Ook waren de taken, bevoegdheden en
verantwoordelijkheden van bijvoorbeeld het bestuur, de directeur en de adjunct-directeur niet altijd even duidelijk, waardoor een ondoorzichtige situatie ontstond. Dit heeft er toe geleid dat er een toezichtkader werd opgesteld, gekoppeld aan een mandaatregeling waarin de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van het dagelijks en algemeen bestuur (hierna 'intern toezicht') en de directeur werden vastgelegd.
Een van de doelen die het intern toezicht zichzelf stelt, is het aanjagen van de professionalisering op de school. Dit betekent dat ook zij – de intern toezichthouders - scholingen volgen om hier op een goede manier op te sturen. Daarnaast worden externe partijen uitgenodigd om de werking van het kwaliteitsbeleid te beoordelen: hoe voeren wij onze interne toezichtstaak uit en waar kunnen wij verbetering aanbrengen? Ten slotte hebben het toezichtkader 'intern toezicht' en de mandaatregeling een directe koppeling met de onderwijskwaliteit:
hierin is het 'wat' en het 'hoe' duidelijk vastgelegd.
Professionalisering en deskundigheidsbevordering
In het verlengde van de problematiek die rond 2011 ontstond, zijn er stappen gezet om actief te werken aan de schoolontwikkeling. Wat hier het meest in het oog springt zijn de inspanningen die gedaan zijn om het team van leraren hierbij te betrekken. Het
professionaliseringsbeleid is schoolbreed ingezet, waardoor de leraren rechtstreeks betrokken zijn bij de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in al haar facetten. Zij hebben zitting in werkgroepen en veranderteams, mogen zich bekwamen in verschillende relevante gebieden die passen bij de opdracht en de doelen van de school en leveren zo een actieve bijdrage aan de kwaliteit op de Johannes Calvijnschool. Leraren die deskundigheid op een bepaald gebied hebben opgedaan, worden geacht deze te verspreiden onder hun collega's. Zodoende profiteert iedereen hier van mee en blijft de kennis niet bij één persoon hangen maar is breed beschikbaar.
Daarnaast heeft het bestuur maatregelen getroffen dat de gewenste kwaliteit waar het gaat om de directe aansturing van de school niet in handen van één persoon (de directeur) ligt: inmiddels zijn er drie MT- leden die de schoolleidersopleiding hebben afgerond.
Professionele leergemeenschappen
Intern toezicht en directeur zijn zich ervan bewust dat het verregaande professionaliseringsbeleid dat zij in de afgelopen jaren gevoerd hebben nu vraagt om andere oplossingen. Het team functioneert grotendeels boven de basale kwaliteit die verwacht mag worden. Er wordt daarom nu nagedacht over het inzetten van deskundigheden op een andere manier. Zo kan bijvoorbeeld de taal- of
rekencoördinator een effectieve bijdrage leveren aan de besprekingen rond de schoolontwikkeling, waardoor een mogelijk andere
invalshoek ontstaat als het gaat om het verlenen van extra hulp, zowel op het niveau van de leerlingen als op die van de leraren. Ook zijn er vanuit het team coaches benoemd, die leraren (op verzoek) bijstaan bij specifieke problemen.
Op schoolniveau
De Johannes Calvijnschool heeft in haar schoolplan helder
omschreven welke kwaliteit zij nastreeft en welke ambities er voor de komende jaren zijn. Ook is aangegeven dat de school werkt met een kwaliteitszorgsysteem om de kwaliteit te bewaken. Jaarlijks maakt de school een jaarplan, waarin is aangegeven welke doelen en
verbeteracties voor dat jaar gelden. Deze worden gedetailleerder uitgewerkt in de actieplannen. De evaluatie en de borging van bereikte resultaten is goed; bij elk onderdeel is duidelijk of de doelen, zoals verwoord in het jaarplan, verwezenlijkt zijn en op welke wijze de verbeteringen geborgd gaan worden.
Uit bovenstaande blijkt dat de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht gericht werkt aan haar
kwaliteitszorgcyclus. Waar het bestuur en de directeur tot nu toe de bedenkers en aanjagers waren van schoolverbeteringen en
veranderingsprocessen, lijken deze rollen nu vooral te verschuiven in de richting van de teamleden. Een ontwikkeling die de motivatie om (nog) beter te worden op de werkvloer legt, waardoor het draagvlak om hieraan mee te werken op veel enthousiasme kan rekenen, zo blijkt uit de gesprekken.
De ambities die school en bestuur op termijn willen realiseren, liggen in het verlengde hiervan: het invullen van een kijkwijzer om zodoende zicht te krijgen op de kwaliteit van het team op individueel, bouw- en schoolniveau, waardoor specifiekere keuzen gemaakt kunnen worden in termen van scholing en expertise. Gedacht wordt bijvoorbeeld aan het opzetten van audits bij de clusterscholen. Maar ook intern denken bestuur en school nog te kunnen verbeteren, bijvoorbeeld waar het gaat om het zoeken van oplossingen met betrekking tot het bereiken van grenzen in de zorgactiviteiten. Daarbij is het bestuur zich bewust van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid en stelt hij zich de vraag hoe deze in de schoolontwikkeling een plaats te geven. Naast het delen van bestuurlijke kennis en ervaring, wordt ook gedacht aan het delen van kennis met specifieke doelgroepen in de samenleving, zoals bijvoorbeeld mensen met een taalachterstand.
Heeft het bestuur een professionele kwaliteitscultuur en functioneert het transparant en integer?
De professionele cultuur is goed zichtbaar en merkbaar op alle niveaus
De standaard Kwaliteitscultuur (KA2) is als goed beoordeeld.
De Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht werkt volgens de code Goed Bestuur. In het door het bestuur zelf opgestelde toezichtkader en de bijbehorende mandaatregeling wordt de
opdracht aan de directeur verder gespecificeerd rondom de volgende kerngebieden, waaraan steeds twee intern toezichthouders zijn verbonden:
• Identiteit
• Pedagogiek
• Onderwijs
• Kwaliteit
• Personeel & Organisatie
• Financiën
• Communicatie
• Beheer bezittingen en gebouwen
Per kerngebied geeft het bestuur aan:
• welke uitgangspunten hij van belang vindt voor het beleid en waaraan het beleid van de directeur getoetst zal worden
• op welke wijze de verantwoording (monitoring) plaats vindt.
Het bestuur verduidelijkt dit op de volgende manier: 'De directeur mag alles, behalve wat hij niet mag en dat laatste is vastgelegd in de regeling'. Het bestuur plaatst zich in woord en daad buiten de beleidscyclus, zoals passend bij de taakopvatting. De kerngebieden hebben elk hun eigen portefeuillehouders op basis van expertise. Om eenzijdigheid in toezicht te voorkomen, is er bewust voor gekozen dat portefeuillehouders over de grenzen van de eigen portefeuille toezicht houden en collega-portefeuillehouders de gemandateerde directeur kritisch bevragen.
Uit de gesprekken die wij met het bestuur voerden, komt de professionele houding van alle betrokkenen naar voren: er is sprake van transparantie en een collectief doel om de vereniging op effectieve en efficiënte wijze vorm te geven. Het 'wat, hoe en wie' is voor alle betrokkenen duidelijk en levert geen problemen op. Op alle niveaus is er sprake van een open en constructieve houding, gericht op het gezamenlijk verhogen van de onderwijskwaliteit op de Johannes Calvijnschool. Het intern toezicht vervult haar taken naar behoren:
• alswerkgever, door het voeren van de gesprekkencyclus met de directeur. Hier worden ook verschillende mensen bij betrokken (jaarlijkse gesprekken met teamleden en MT-leden om zicht te krijgen op het functioneren van de directeur). Daarnaast ligt er
een geactualiseerd functieboek;
• alsintern toezichthouder, door regelmatig de vinger aan de pols te houden door middel van managementrapportages;
• alsadviseur/sparring partner, door kritische vragen te stellen. Een goed voorbeeld hiervan is het uitstellen van het gevraagde extra budget voor de zorgactiviteiten vanuit de school, omdat eerst nagegaan moet worden waar de grenzen van de zorg liggen (met andere woorden: Wat kunnen wij nog wel leveren en waar zijn wij niet meer toe in staat als het gaat om gerichte extra hulp?).
Op schoolniveau
De school heeft een heldere organisatie- en beslissingsstructuur en er is sprake van een professionele kwaliteitscultuur. Dit beeld wordt bevestigd in de gesprekken die wij met zowel de schoolleiding als met verschillende groepen van teamleden hebben gevoerd. Iedereen wordt aangemoedigd zich te ontwikkelen en een bijdrage te leveren:
de teamleden worden écht betrokken en er is sprake van een groot draagvlak voor de doelen en ambities van de school. Dit blijkt een goede voedingsbodem om zich nog verder te ontwikkelen; zowel individueel als op schoolniveau.
Communiceert het bestuur actief over de eigen prestaties en ontwikkelingen en die van zijn school?
Informatie- en communicatiestromen zijn helder
De verantwoording over behaalde doelen en resultaten is als goed beoordeeld. De wet gaat ervan uit dat het bestuur verantwoording aflegt in het jaarverslag, onder meer ten behoeve van het intern toezicht (art. 171 WPO) aan de MR. Daarnaast verantwoordt het bestuur de beslissingen en het beleid dat hij voorstaat (art. 8 en 10, 11, 12 en 14 WMS).
De Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht heeft reguliere overlegmomenten georganiseerd met de directeur en de MR. Deze hebben een structurele invulling waar het gaat om toegankelijke informatie, passend bij de doelgroep. Het
onderwijskundig jaarverslag wordt met de leden van de vereniging besproken en staat – evenals het financieel jaarverslag - op de website.
Er is sprake van elkaar informeren en kritisch bevragen: wij menen dat er een open dialoog wordt gevoerd om de voorgenomen doelen op een constructieve en onderwijsinhoudelijke manier in te vullen. Het gesprek over kwaliteit, verbetering en borging tussen het intern toezicht, de directeur en de MR heeft een professionele insteek. De afvaardiging van de MR met wie wij gesproken hebben, geeft aan dat er vooral ingezet wordt op toekomstgericht meedenken.
Desalniettemin hebben ook zij een aantal eigen thema's geformuleerd, waar zij de aandacht voor vragen. Zo willen zij toewerken naar een goed meer- en hoogbegaafdheidsbeleid op de school en willen zij de contacten met en de inbreng van de ouders
vergroten. Met de directeur heeft het intern toezicht eveneens structurele contacten. De basis voor deze gesprekken zijn de managementrapportages, die periodiek worden besproken.
School en bestuur realiseren zich dat ook buiten de school winst valt te behalen als het gaat om verbeteren en borgen: de Johannes Calvijnschool wordt gezien als een dorpsschool die midden in de samenleving staat en daar dus ook aan deel moet nemen. Hierbij wordt de identiteit van de vereniging en de school niet uit het oog verloren. De ambities reiken nog verder als het gaat om andere (vergelijkbare) besturen bijstaan en begeleiden die met ongeveer dezelfde constructie werken. Wij menen dat het bestuur en de school met deze ideeën op een aansprekende en actieve manier hun kennis delen met hun omgeving.
Op schoolniveau
De school legt intern en extern op uitgebreide wijze verantwoording af over doelen en onderwijsresultaten en voert daarover een gerichte dialoog met belanghebbenden. De schoolgids bevat voldoende informatie over de doelen, de onderwijsresultaten en de onderwijskundige ontwikkelingen. Ook informeert de school de ouders over uitkomsten van evaluaties en genomen
verbetermaatregelen. Dit doet zij tijdens de jaarlijkse presentatie van het onderwijskundig en financieel jaarverslag. Daarnaast betrekt zij de medezeggenschapsraad bij beleidsvorming en besluitvorming rond onderwijsinhoudelijke zaken (art. 8 en 10, 11, 12 en 14 WMS).
Binnen de bestuurlijke structuur van de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht legt de directeur verantwoording af over de kwaliteit van het onderwijs aan het bestuur. Dit doet hij op een integere en transparante wijze, naar ons oordeel. Dit wordt beaamd door de leden van het bestuur die het intern toezicht uitoefenen.
Er ligt overigens nog wel een kans om ook de leerlingen meer te raadplegen over mogelijke verbeteringen van het onderwijs.
2.2 Financieel beheer
Wij baseren ons oordeel over het kwaliteitsgebied Financieel beheer op de beoordeling van de onderliggende standaarden voor financiële continuïteit en rechtmatigheid. Vervolgens geven we antwoord op deelvraag vier.
Is het financieel beheer deugdelijk?
Op basis van de informatie uit het bestuursverslag en de beoordeling van de accountant stellen wij vast dat het bestuur voldoende geld heeft om het onderwijs nu en in de nabije toekomst te verzorgen, op een verstandige manier met zijn geld omgaat en zich bij het verkrijgen en het besteden van zijn geld houdt aan de wet- en regelgeving. Wij beoordelen het financieel beheer dan ook als voldoende.
2.3 Afspraken over vervolgtoezicht
Zowel de school als het bestuur voldoen aan alle wettelijke eisen. Bij het eerstvolgende vierjaarlijks onderzoek beoordelen wij opnieuw of het bestuur aan de deugdelijkheidseisen voldoet.
Resultaten onderzoek op schoolniveau
3 .
Het verificatieonderzoek is een belangrijk onderdeel van het
onderzoek naar de kwaliteitszorg van het bestuur. In het onderzoek bij de Christelijke Gereformeerde Schoolvereniging Sliedrecht hebben wij ook de Johannes Calvijnschool onderzocht om antwoord te krijgen op de hoofdvragen van dit onderzoek.
Wij stelden in ons onderzoek op de school twee beleidsthema's centraal, namelijk:
• Opbrengstgericht werken en de resultaten van het onderwijs;
• Kwaliteitszorg en ambitie.
Op grond van de bevindingen rondom deze twee thema's kwamen wij tot een oordeel op de volgende standaard:
• Resultaten (OR1)
De wijze waarop het beeld van het bestuur over het onderwijs op de Johannes Calvijnschool tot stand komt, is in hoofdstuk 2 naar voren gekomen. Zoals daar is toegelicht, wordt dit beeld vooral gevormd op basis van objectieve en gestructureerde informatie. Op grond van het verificatieonderzoek kunnen we samenvattend zeggen dat het beeld van het bestuur overeenkomt met ons beeld. De bevindingen uit dit onderzoek hebben wij in hoofdstuk 2 beschreven onder het kopje 'Op schoolniveau'. Wij herkennen de door het bestuur geschetste positieve ontwikkelingen binnen de school en stellen vast dat zowel het bestuur als wij de feitelijke kwaliteit van de onderzochte standaarden als goed beoordelen.
Hieronder bespreken we onze bevindingen van de school aangaande het kwaliteitsgebied Onderwijsresultaten.
3.1 De Johannes Calvijnschool
Wij hebben tijdens het verificatieonderzoek op de school geen lesbezoeken opgenomen in het rooster. Enerzijds omdat de school in 2014 door de inspectie met het toenmalige kader is bezocht en op enkele cruciale onderdelen (nu Zicht op Ontwikkeling, Didactisch Handelen en Kwaliteitszorg) als goed werd beoordeeld. Anderzijds omdat de zorg voor kwaliteit, professionalisering en
deskundigheidsbevordering op de school en bij het bestuur de afgelopen jaren veel aandacht hebben gekregen. Wij hebben daarom gekozen voor gesprekken met verschillende geledingen, om zo een beeld te krijgen van de werking van deze inspanningen op de
werkvloer. Wel geven wij een oordeel op de standaard Resultaten (OR1).
De resultaten zijn voldoende, maar kunnen beter
De onderwijsresultaten aan het einde van de basisschoolperiode zijn over het geheel genomen voldoende op basis van de Centrale Eindtoets. Omdat de school een hoog kwaliteitsniveau nastreeft, is besproken of en in hoeverre deze eindresultaten kunnen worden verhoogd. De schoolleiding geeft aan dat de scores op de Centrale Eindtoets jaarlijks uitgebreid worden geanalyseerd en besproken met de leerkrachten van groep 8, zodat goed kan worden aangesloten op de onderwijsbehoeften van de leerlingen die instromen in groep 8.
Om nog beter aan te sluiten bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen, wordt overwogen om eind groep 7 de entreetoets af te nemen. Daarbij zorgt het lage gewichtenpercentage ervoor dat de drempel om met goed beoordeeld te worden op het domein resultaten erg hoog is.
Waar in de achterliggende jaren de nadruk vooral heeft gelegen op het verhogen van de resultaten op de cognitieve vakken, ligt de focus nu ook op de sociaal-emotionele en creatieve ontwikkeling van de leerlingen.
Ten slotte verdient het aanbeveling om na te gaan hoe de
ontwikkeling van de hoogst scorende leerlingen in kaart kan worden gebracht. Dit kan eventueel worden meegenomen in het meer- en hoogbegaafdenbeleid dat op dit moment wordt geïmplementeerd.
Reactie van het bestuur 4 .
Het bestuur is dankbaar en verheugd met de uitkomst van het vierjaarlijks onderzoek. Het bezoek hebben wij als open en
constructief ervaren, waarvoor we de Inspectie dankzeggen. We zien het rapport als waardering voor de ingezette koers van de afgelopen jaren. De processen die in gang gezet zijn, zetten we ook in de toekomst voort.
De Johannes Calvijnschool is een school in ontwikkeling. De lopende processen worden voortdurend gemonitord. Het inspectierapport zien we als onderdeel van de totale kwaliteitscyclus, waarin beoordelingen van externen ook een duidelijke plaats hebben. Het inspectiebezoek heeft bevestigd dat er op onze school sprake is van een heldere kwaliteitszorgcyclus, zowel op bestuurlijk, strategisch en operationeel niveau.
Er is sterk ingezet op de ontwikkeling van professionele
leergemeenschappen en het team functioneert grotendeels boven de basiskwaliteit die verwacht mag worden. In de toekomst zal de aanwezige expertise doelgericht ingezet worden. We onderzoeken hoe het concept van de Johannes Calvijnschool verder ontwikkeld kan worden door de inzet en ontwikkeling van medewerkers die zowel conceptueel als in de praktijk, in- en extern, functioneren als professionele ambassadeurs van ons schoolconcept.
Als bestuur en directie zijn we ons bewust van de grenzen in de zorgactiviteiten. In de komende jaren oriënteren we ons op
innovatieve ideeën met betrekking tot de onderwijsorganisatie en de onderwijsstructuur, met het doel optimaal te blijven afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen en de mogelijkheden van de leraren.
Het is onze ambitie om de opgebouwde expertise met betrekking tot het bewaken en verbeteren van de onderwijskwaliteit te delen met (vergelijkbare) besturen en scholen in de regio.
Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730, 3500 GS Utrecht
